I.M. Massimo Götz

Gastblog van Freek Biesiot

Massimo Götz is 12 juli 2017 overleden in zijn huis in Italië. Daarmee is weer een markante figuur uit de wereld van vormgeving voor televisie en film verdwenen.

Massimo kwam in 1959 als decorontwerper in dienst van de NTS en gold vele jaren, tot ongeveer 1970, als een van de meest veelzijdige ontwerpers, die met zijn explosieve creativiteit menig huzaren stukje uithaalde. Ik leerde Massimo kennen in 1965 toen ik als aankomend ontwerper bij hem op de kamer kwam zitten, dat was toen nog in de villa in de Emmastraat in Hilversum. Van Massimo leerde ik het vak want opleidingen bestonden in die tijd nog niet. Zo had hij onder andere ook Dorus van der Linden onder zijn hoede.

Het was een tamelijk turbulente tijd, met de omschakeling van zwart-wit naar kleurentelevisie. Massimo haalde het uiterste uit de nieuwe technische mogelijkheden die kleurtelevisie bood. Hij werkte mee aan vele experimentele en spraakmakende programma’s, samen met Bob Rooyens en andere regisseurs. Ik herinner mij een opname waar in Massimo een zogeheten actionpainting live in de studio zou maken. In de wilde seance die volgde, vloog er onder andere alluminiumpoeder door de lucht. Door de statische elektriciteit in de lucht zogen de camera’s het poeder naar binnen en veroorzaakten zo kortsluiting. Hoe het is afgelopen weet ik niet meer en het programma is waarschijnlijk nooit uitgezonden. In in de technische staf zal wel een hartig woordje gesproken zijn.

In 1969 of 1970 nam Massimo ontslag om zich voornamelijk met filmproducties bezig te houden en hij werkte veel in het buitenland. Hij volgde de regiecursus bij Sandbergen, het opleidingsinstituut van de omroep en ging vervolgens werken als regisseur bij de TROS.
Ik werkte als ontwerper mee aan het allereerste optreden van Linda de Mol, dat door Massimo werd geregisseerd, een dubbele primeur zou je kunnen zeggen, een zeer jonge John de Mol liep toe ook al in de studio rond, die studio was overigens een achterafzaaltje in Nieuw-Loosdrecht.

Toen ik in 1980 terugtrad als chef decorontwerp heb ik Massimo gevraagd te solliciteren op die baan. Hij voelde daar wel voor want hij was altijd in voor weer een nieuwe uitdaging. Maar na een aantal gesprekken met de sollicitatie commissie bleken zijn inzichten toch te radicaal voor de groep ontwerpers en trok hij zich terug. In mijn ogen een gemiste kans en het begin van een verwijdering uit omroepkringen. Massimo voelde zich erg thuis in Italië waar hij samen met Jenny, zijn vrouw die ook dekorontwerper was geweest nog vele jaren heeft genoten.


Toevoeging van Liselotte

De actionpaintings waren onderdeel van de afleveringen van Hoofdstuk, een experimenteel programma met muziek, kunst en sketches van regisseurs Jef de Groot en Bob Rooyens. In een interview met het Vrije Volk (22-4-1965) vertelt Rooyens iets over een schilderincident: “Bij een vorige Hoofdstuk-opname waren bij een action-painting 240 vloertegels gesneuveld. Toen we in een volgende uitzending weer een schilderij wilde laten maken, heeft dat ons vier dagen van praten gekost, om dat erdoor te krijgen.” In Hoofdstuk IV maakt Götz een actionpainting. In de programma-aankondiging (Friese koerier, 18-05-1965) staat dat hij, begeleid door jazzmuziek, samen met cartoonist Frits Mueller een wand volplakt en spuit met kleur en papier. Bekender is de samenwerking tussen Götz, regisseur Rooyens en grafisch ontwerper Hans de Cocq voor het popprogramma Moef ga-ga. Hier zijn maar twee afleveringen en enkele foto’s bewaard van gebleven. Ik zal proberen of ik binnenkort iets van Götz aandeel aan Hoofdstuk en/of Moef ga-ga op het blog kan publiceren.

Eind 2013 had ik een aantal keer telefonisch contact met Massimo Götz. Ik vroeg hem toen naar de periode dat hij begon op de grafische afdeling, dat was 1959. Hij vertelde me onder andere over zijn sollicitatie. Met een grote map met zijn werk van de academie (Opleiding Beeldende Kunst en een opleiding tot tekenleraar) kwam hij bij Peter Zwart en Jan van der Dool. Na lange tijd in de wachtkamer mocht hij zijn werk laten zien en er iets bij vertellen. Van der Dool snapte er niets van, maar Peter Zwart vond het mooi.

Hij werd op proef aangenomen, hij moest eerst maar bewijzen dat hij het kon. Voor een opleiding of enige vorm van begeleiding was geen tijd. Bij kinderprogramma De avonturen van Joekie werd hij in het diepe gegooid. Ondanks dat dit een kinderprogramma was, moesten er soms wel zestien verschillende sets komen. Dat was een enorme puzzelarij in de kleine studio’s, waar ook nog ruimte vrij moest blijven voor de weerman, de omroepster en de cameramannen, dolly’s en geluidshengels. De changementen waren dus niet altijd op tijd en acteurs stonden regelmatig in het verkeerde decor. Maar hij werd er steeds inventiever in en leerde wat dat betreft veel van Peter Zwart die heel begaafd was in het scheppen van ruimte.

De werkdruk was hoog, er werd altijd meer geëist dan mogelijk was en de afdeling kampte met permanente onderbezetting. Götz stond vaak avonden met Jan van der Does in de studio aan decors te werken – ook bij decorbouw was sprake van onderbezetting -, en ze sliepen zelfs wel eens in decors. Dan werden ze ‘s ochtends door de brandweer gewekt. Götz heeft zelf niets van zijn decorontwerpen bewaard, er was zoveel te doen, daar was simpelweg geen tijd voor.


Gastblog van Dorus van der Linden
Hierbij nog even wat verhalen over mijn belevenissen met Massimo. Toen ik was aangenomen bij de afdeling decorontwerp van de NTS werd ik op de Emmastraat in Hilversum welkom geheten door Jan van der Does, op dat moment de chef van de afdeling decorontwerp. Hij nam mij mee naar beneden en ik werd voorgesteld aan Massimo; door hem zou ik worden ingewerkt en wegwijs gemaakt.

Nu hadden Cor Hermeler en Massimo in de kelder van kasteel Groeneveld in Baarn een grote autoracebaan met afstandsbediening waar ze ‘n aantal dagen in de week aan het racen waren. Mij werd door Massimo duidelijk gemaakt dat, wanneer er naar hem werd gevraagd, ik moest zeggen dat Massimo ‘op locatie’ was maar… vooral niet op welke locatie! Meestal kwamen ze overdag tussendoor wel even poolshoogte nemen en vragen wie er naar hen had gevraagd.

Massimo heb ik leren kennen als een zeer impulsieve ontwerper, ongeduldig ook! De gesprekken o.a. met Bob Rooyens, waar ik vaak getuige van was, zouden door het woordenboek Nederlandse taal zeker gekuist zijn. De krachttermen en vloeken vlogen dan over de tafel en Massimo zei dat hij dat nodig had. Dat was een soort uitdaging voor hem. Voor zover ik Bob Rooyens heb gekend gold voor hem hetzelfde. Ik heb een ‘ontwerper’ nodig, geen ‘etaleur’ heb ik hem wel horen zeggen. Ik ben bij de opnamen van hun programma’s in de studio gaan kijken en ik moet zeggen; die agressie en vitaliteit was daar wel voelbaar.

Ikzelf begon onder leiding van Massimo aan een kinderprogramma te werken Vrouwtje bezemsteel en De geest in de fles en een belangrijke les van Massimo was steeds ‘laat niet over je lopen, als ontwerper’ en ‘ontwerpen is geen kwestie van het wensenlijstje van de regisseur vervullen’ en daar ben ik mij nog steeds van bewust. Ontwerpen is ook tegengas geven aan de regisseur, proberen hem op andere gedachten te brengen dan die hij al had toen hij bij je kwam. Ik heb wel gehad dat de regisseur, na tekeningen te hebben gezien en zo, de studio binnen kwam en zei: ‘Grote god, wat is dit?’ Zo extreem hoeft het natuurlijk niet te zijn maar een beetje verrassing mag best, vind ik en dat heb ik meegekregen van Massimo.

Bewegend beeld: Tentoonstelling ‘Buiten beeld’ (1962)

Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid plaatst regelmatig fragmenten uit het omvangrijke televisie-archief online. In het kader van dit onderzoeksproject gaan Beeld en Geluid en ik op zoek naar mooie en bijzondere fragmenten over de Hoofdafdelingen Ontwerp en Decorbouw.

Ik bracht al eerder twee filmpjes van Beeld en Geluid onder de aandacht waarin ondere andere Jan P. Koenraads in beeld kwam: een ‘achter de schermen’-bezoek van Polygoon aan het decorcentrum in 1975 en een verslag van een bezoek aan de Polygoon studio’s uit omstreeks 1950 (hier te zien).

Het volgende fragment wat ik onder de aandacht wil brengen, bestaat uit filminlassen van een reportage over de tentoonstelling ‘Buiten beeld’ in Apeldoorn. Deze opnames zijn gemaakt voor het NTS journaal van 22 april 1962. De opnames lijken ongemonteerd en helaas is het geluid niet bewaard. Ook Televizier deed uitgebreid verslag van de tentoonstelling en de opening, zodoende is veel bekend over de aanwezigen en de tentoongestelde werken.

De tentoonstelling kwam tot stand doordat Peter Zwart en B.S.C. van de Weerd, ambtenaar van kunstzaken bij de gemeente Apeldoorn goed bevriend waren. (Zwart bewaarde de een brief over de tentoonstelling van Van de Weerd aan Arie van den Dool over de financiële afspraken, deze brief is hier te lezen.) Zij maakten plannen voor een tentoonstelling met vrij werk van Zwart, maar die had niet genoeg werk om de tentoonstellingsruimte te vullen. Daarop nodigde hij ‘zijn’ groep ontwerpers uit. De negentien ontwerpers van de NTS Hoofdafdeling Ontwerp stuurden in totaal 84 werken in uit verschillende disciplines. Het vrije werk kwam te hangen en staan in de grote langwerpige zaal en in een kleiner, belendend kamertje waren televisie-ontwerpen te zien.

Jan van der Does tekende zijn zoon

Jan van der Does tekende zijn zoon

In dat kleine bijkamertje stonden onder meer een maquette voor een theater, gebruikt in het programma Bobbeltje en een kasteel uit Pipo de clown. Er zijn ook titelrollen, titelkaarten en vermoedelijk ook decorschetsen te zien geweest. Maar de meeste aandacht gaat in het Journaal-item en het Televizier-artikel uit naar het vrije werk: de kop van Beethoven door Peter Zwart, de snelle wagens van Cor Hermeler, ontdeugende tekeningen van Walter Schoorl, een spiritueel werk van Fokke Duetz, een portet van de zoon van Jan van der Does (wat nog steeds bij Van der Does thuis hangt), een wandecoratie van Peter Keesom, modeontwerpen van Willemien Reijinga en een plastiek van Hans Christiaan van Langeveld.

Het volledige Televizier-artikel is via deze link als PDF te lezen. (De datum boven het artikel klopt niet.) Screenshot from 2014-02-02 15:11:02

Zie ook Tentoonstelling Buiten beeld in de tijdlijn ’50 jaar tv-decor’.

Met dank aan de NOS voor het beschikbaar stellen van het fragment uit het NTS journaal en aan Beeld en Geluid voor het uploaden van de video.

Het begin: Dorus van der Linden

Begin bij het begin: de sollicitatie. Hoe komen de decorontwerpers binnen bij de NTS? Wat wordt er van hun verwacht? En wat is hun eerste indruk of ontwerp? De tweede sollicitatie in deze rubriek is van Dorus van der Linden:

Ik was afgestudeerd aan de Koninklijke Academie voor Kunst en vormgeving in ‘s-Hertogenbosch in 1964 en heb na mijn eindexamen geprobeerd werk te vinden bij diverse uitgeverijen in Amsterdam (Arbeiderspers/Querido/Bezige Bij) omdat de reclame, waar de meeste van mijn mede-studenten werk zochten en vonden, mij in het geheel niet trok. Na een aantal vage toezeggingen, waar toch weinig vervolg op kwam, ben ik met grafisch werk van de academie, op mijn motortje vanuit Nijmegen naar de boekenbeurs in Antwerpen gereden waar ik met half bevroren vingers van stand naar stand ging, maar aan het eind van de dag had ik wel drie opdrachten binnen. In de periode daarna heb ik een aantal omslagen ontworpen vooral voor de Standaard Uitgeverij en Uitgeverij Lannoo in Tielt.

Omdat schoonvaders hun dochter in die tijd alleen wilden afstaan aan jongemannen met vast werk, solliciteerde ik als grafisch ontwerper op een vacature van de NTS. Ik werd uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek in Hilversum in de villa van Personeelszaken aan de Insulindelaan. Daar gearriveerd zaten in een wachtkamer een aantal gegadigden met vooral veel maquettemateriaal. Daar stak mijn mapje met grafische ontwerpen mager en flets tegen af. Pas dáár hoorde ik ook dat het om een vacature voor een decorontwerper ging. Ik heb mij gemeld bij de receptie en gezegd dat er waarschijnlijk een fout was gemaakt. Ze zou “binnen even horen” maar ik moest maar wachten omdat men toch mijn werk wilde zien. Toen ik werd binnengevraagd zaten daar Peter Zwart, Jan van der Does, Jeanette Elders (assistente van Arie van den Dool) en Dhr. Achterberg van Personeelszaken.

Lijnets van Dorus van der Linden, 1964 - prive-archief Dorus van der Linden

Lijnets van Dorus van der Linden, 1964 – prive-archief Dorus van der Linden (klik op de afb voor een vergroting)

Ik legde mijn grafisch werk uit op de grond en Peter Zwart nam onmiddelijk een klein lijn-etsje (zie hierboven) ertussenuit en begon dit aandachtig te bestuderen. “Jongen”, zei hij tegen mij, “jij bent aangenomen!” Jan van der Does was het hiermee duidelijk niet eens: “Peter, er komen morgen nog meer mensen solliciteren hoor.” “Jongen, laat ze maar kletsen, jij krijgt die baan”, zei Peter Zwart en zowaar, enkele weken later stapte ik op de hoek van de Emmastraat een villa binnen als “aankomend decorontwerper D”. Ik dacht toen, als ik eenmaal binnen ben, kan ik misschien overstappen naar grafisch ontwerp. Decorontwerpen bleek véél leuker!

Ingewerkt ben ik door Massimo Götz, die mij direct een groot ornament liet ontwerpen voor een nationaal programma in de RAI in Amsterdam waar Koningin Juliana en Prins Bernhard in de zaal zaten. Op mijn vraag of ik bij de opbouw van het decor in de RAI mocht zijn, werd door Massimo negatief gereageerd. Als gevolg liep ik op de avond van de uitzending door donker Bussum (waar ik op kamers woonde, zonder TV) langs de verlichte ramen te gluren om iets van “het ornament” in de RAI te kunnen zien. Bijna aan het eind van mijn carriere als ontwerper zat ik in Tuschinski bij de premiere van De Aanslag in de Koninklijke loge met Koningin Beatrix en Prins Claus. Gerechtigheid!

Ook je verhaal over je sollicitatie of eerste werkdag delen op het blog? Mail of bel je verhaal door aan Liselotte.

Het begin: de sollicitatie van Freek Biesiot

Begin bij het begin: de sollicitatie. Hoe komen de decorontwerpers binnen bij de NTS? Wat wordt er van hun gevraagd? Freek Biesiot trapt deze rubriek af met zijn verhaal over hoe het begon.

In 1965 was ik afgestudeerd aan de KABK in Den Haag, afdeling grafische en typografische vormgeving. Op zoek naar werk kwam ik een advertentie tegen waarin de NTS een ontwerper zocht, ik solliciteerde en kwam met mijn map ontwerpen op ‘auditie’ bij Jan van der Does en de personeelschef en de secretaresse van de heer Van der Dool, Jeanette (een ‘tüchtige Dame) Er zaten ongeveer twintig kandidaten in de wachtkamer, net alsof je bij de tandarts was. Tijdens het gesprek kwam ik er pas achter dat het om een Decorontwerper ging, ik had daar eigenlijk nog nooit over nagedacht, dat dat bestond! Maar ik zei ad rem dat ik dat altijd al had willen worden, maar dat daar geen opleiding in Nederland voor bestond. Ze gaven ze mij een bloknote met gelinieerd papier en een potloodje en werd ik in een kamertje gelaten met de opdracht een decor te ontwerpen voor een muzikaal combo met een zangeres. Je weet dat het gladde papier en een HB potlood nu niet bepaald ideaal zijn om iets behoorlijks te tekenen maar, met het zweet in mijn handen ben ik toch maar gaan krassen. Een uur later werd ik weer opgehaald en ik kon gaan.

Twee maanden later, het was inmiddels augustus, had ik nog niets gehoord dus ik belde maar eens op of ik nog een kans maakte. Nadat ik diverse malen was doorverbonden kreeg ik Jan van der Does aan de telefoon, die verbaasd reageerde op mijn vraag, ja, ik was aangenomen en ik moest me al de volgende week, 1 september melden! Dat kon niet want ik moest nog een freelance opdracht van het ICEM comité afmaken, een maand later stapte ik dus die villa in de Emmastraat binnen. Oh, dat kwam slecht uit want Van der Does moest naar een bespreking. Ik werd naar zolder gestuurd waar Gerard Buurman van de Maquette afdeling mij opving. Hij gaf me een stapel afgebrande lucifers en ‘ga maar wat in elkaar zetten’. Kort daarop kreeg ik de opdracht om een tentoonstelling te ontwerpen, waar geen van de andere ontwerpers zin in had. Het was voor een tentoonstelling over de radio-geschiedenis van de VARA naar aanleiding van 40-jarig bestaan. Die tekening heb ik bewaard. Mijn eerste ontwerp op dat ongelukkige doorzichtige papier, het was mijn eerste succesje, ik werd goedgekeurd.

VARA tentoonstelling, oktober 1964, Freek Biesiot. © Beeld en Geluid

VARA tentoonstelling, oktober 1965, Freek Biesiot. © Beeld en Geluid

Van Arnold Kroon, toen nog assistent/tekenaar, heb ik eigenlijk het vak geleerd. Hij was decor-timmerman geweest en een bijzonder goede constructeur. Als net afgestudeerd grafisch ontwerper wist ik niets van ruimtelijk ontwerpen en nog minder van bouwconstructies. Ik maakte een tekening en Arnold maakte er dan een uitvoerbaar decor van, alles in goed overleg. Massimo Götz was eigenlijk aangewezen als mijn “mentor”, maar die had niet zo veel tijd voor om zo’n joch op te leiden. Massimo gaf mij een oefenopdracht om een decor te ontwerpen voor een opera van Mozart. Dus ik aan de gang met allerlei Rococo ornamenten. Peter Zwart kwam de kamer binnenlopen en vroeg met barse stem wie ik was en wat ik aan het doen was. “Zo, zo,” zei hij: “denk jij dat dat Rococo is? Massimo stuur die man naar de stijlkamers in Utrecht!” Met schade en schande leerde ik het vak.

Ook je verhaal over je sollicitatie of eerste werkdag delen op het blog? Mail of bel je verhaal door aan Liselotte.