Het gat van nederland

Vandaag wordt bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid de canon van de Nederlandse televisie bekend gemaakt in het kader van 60 jaar televisie. Een van de geselecteerde programma’s in de categorie Human Interest is Het Gat van Nederland (VPRO, 1972). Beinvloed door Direct Cinema, een nieuwe manier van documentaire maken uit de Verenigde Staten. Door handzame camera’s kon er in kleinere crews gewerkt worden. De documentaire maker kon zich nu voor het eerst onopvallend opstellen en als een vlieg op de muur min of meer objectief de handelingen vastleggen. Nu was het Gat van Nederland alles behalve objectief. De houding van de makers werd nog versterkt door de vormgeving van Jaap Drupsteen. Met heraldische leeuwen, de Nederlandse vlag en dramatische marsmuziek plaatste hij de reportages in een ironisch kader.
Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

Vorm van de VPRO 5: Jaap Drupsteen

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers-boek duiken we in deze zomerserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

Vrije Geluiden 1972, ontwerp van Jaap Drupsteen en Han de Vries

Terwijl de makers van Hoepla de boel bij de VPRO op scherp zetten, is Han de Vries nog bezig met het invoeren van de huisstijl volgens de kernwoorden: helder, transparant, strak en zakelijk. De samenstellers van het VPRO Gids Covers-boek merken terecht op dat deze vormgeving wringt met wat de VPRO de ether in stuurt. Terwijl de invoering van die huisstijl nog niet voltooid is (de suikerzakjes hebben nog steeds het oude logo uit 1928), wordt de vormgeving van de Vrije Geluiden al ietsjes losser. En dan staat in 1972 ineens het logo van Jaap Drupsteen op de cover. Een groter contrast tussen de Amerikaans aandoende letters met sierlijke “swashes” en de streng minimalistische lay-out van Han de Vries is bijna niet denkbaar.

Het duurt nog even voordat Drupsteen ook de Vrije Geluiden onder handen neemt en zo het gezicht van de gehele VPRO mag bepalen. Dan is het voor het eerst dat televisie leidend is op het gebied van vormgeving en huisstijl. Zijn de omroepverenigingen aanvankelijk sceptisch over het belang en de potentie van televisie, door de fenomenale groei moet men toch midden jaren zestig wel gerealiseerd hebben dat televisie dé manier is om met de achterban te communiceren. Tegelijkertijd groeit in Nederland het besef van het belang van een huisstijl als manier om herkenbaar en onderscheidend te blijven. Die twee zaken zijn voor de omroepverenigingen door de ontzuiling (nota bene mede aangewakkerd door televisie) van toenemend belang. Het is dan ook best wel opmerkelijk dat de eerste ontwikkelingen op het gebied van huisstijl bij de omroep zich zo nadrukkelijk alleen op de gidsredacties afspelen. Niet alleen bij de VPRO trouwens. Bij de VARA-gids is Pieter Brattinga in 1965 aangetrokken (hij noemt overigens in zijn werkrapporten het spoorboekje van Vrije Geluiden als goed voorbeeld). Maar ook in zijn werkrapporten over ‘het visuele voorkomen van de VARA’ waarin hij uitgebreid het concept huisstijl uitlegt, wordt televisie maar terloops genoemd. Voor het ‘voorkomen van de VARA’ vindt men televisie blijkbaar net zo belangrijk als de bewegwijzeringsborden.

Het gezicht van de omroep, dat waren immers de omroepsers, een gewoonte overgenomen van de radio. Pratende hoofden met eventueel een bosje bloemen of een vlaggetje ernaast. Het gebrek aan aandacht voor de uitstraling van de omroepverenigingen op televisie is ook verklaren door de organisatie van het omroepbestel. In tegenstelling tot de grafische vormgeving van radio- en tv-gidsen, intern drukwerk en belettering van gebouwen, moeten de omroepverenigingen voor hun televisievormgeving gebruik maken van de grafische afdeling van de NOS. Vormgeving in dienst van de omroepverenigingen als geheel beperkte zich tot een embleempje op een storingskaart of op de aftiteling van een programma. De spannende dingen gebeurden bij individuele programma’s; jonge ambitieuze makers zoals Bob Rooyens en het Hoepla-team zagen de mogelijkheden van de grafische afdeling en benutten die.

Annemarie Oster in Hadimassa 1969, ontwerp Jaap Drupsteen

Jaap Drupsteen, sinds 1964 in dienst van de grafische afdeling van de NTS, werkt ook een aantal maal mee aan van die ambitieuze programma’s. In 1968 vraagt Dimitri Frenkel Frank hem voor de vormgeving voor Hadimassa, een satirisch programma van de VARA. Frenkel Frank wil niet simpelweg een begin- en eindtiteltje, hij wil de vormgeving in het programma integreren. Dus staat Annemarie Oster het openingslied (‘een show voor iedereen, maar niet voor allemaal’) te zingen tussen twee levensgrote programma-logo’s in. Tussen de sketches van Van Kooten en De Bie verschijnen titels met passende scherpe en grappige teksten. Daarna werkt Drupsteen mee aan de tv-verfilming van Brecht & Weils De kleine doodzonden van de kleine burgerman (VPRO, 1970). In deze kleurenproductie haalt Drupsteen alles uit de kast: animatie met foto’s, draaischijven en andere mechanische trucages combineert hij met de nieuwste video techniek; chroma-key. Met dezelfde middelen verzorgt hij ook de vormgeving voor een VPRO programma rond cartoonist Jules Pfeiffer.

Drupsteen’s experimenten worden wel gewaardeerd, maar hij krijgt zijn inziens bij de NOS niet genoeg de mogelijkheid om zich erin te verdiepen. Met het weinig inspirerende vooruitzicht om de rest van zijn leven simpele titelkaarten te moeten maken, gaat hij in op het voorstel van oud klasgenoot Gertjan Leuvelink om bij Tel Design te komen werken. Ondertussen worstelt de VPRO met de aankleding van de televisieavond. De omroepster moet uit beeld, maar wat komt ervoor op de plaats? Drupsteen doet zijn best, maar het is lastig om iets uit te leggen wat nog niet bestaat. Toevallig krijgt de ontwerper op een dag Jan Blokker te spreken en die ziet het wél voor zich. Als eerste komt er een nieuw logo, een herkenbaar vignet dat in een opslag de veranderde VPRO moet visualiseren. Het snackbar-achtige logo raakt precies de juiste snaar en speelt de hoofdrol in de ruim 80 verschillende ‘signalen’ die Drupsteen vervolgens tussen 1971 en 1979 voor de VPRO maakt. Die korte filmpjes laten de identiteit van de VPRO zien, ze verbinden en introduceren de programma’s. Technisch zitten ze zo vernuftig in elkaar als De zeven doodzonden van de kleine burgerman en bovendien zijn ze grappig, ironisch en zeer eigentijds. De VPRO, kleinste omroepvereniging in het het kleine Nederland, loopt ineens wereldwijd voorop op het gebied van televisievormgeving.

Waarschijnlijk was Drupsteen’s eerste plan voor de VPRO-televisieavond nóg ambitieuzer. In onderstaand storyboard is te zien hoe de complete televisie-avond uit uit zou moeten zien; spectaculaire beeldovergangen en grafische trucages tussen programma’s en VPRO signalen en aankondigingen. Destijds waren deze plannen nog te duur, tijdrovend of simpelweg onuitvoerbaar. Maar 40 jaar later weten we niet beter of programma’s, promo’s, idents (en reclame) lopen vloeiend en snel in elkaar over. Dat was in de jaren zestig en zeventig wel anders. Tussen twee programma’s zat een enorme hoeveelheid stroperige massa: eerst een openingsfilmpje van het net, dan van de omroepvereniging van dienst, de omroepster natuurlijk (kon rustig een paar minuten duren) en het telefoonnummer voor de ledenwerving, programmaleaders en na de ellenlange aftiteling begon de hele rits weer opnieuw. Drupsteen deed met zijn VPRO vormgeving een eerste poging om de televisieavond wat te stroomlijnen. Zijn opvolger, Willem van den Berg, ging daar nog verder in. Maar daarover volgende week meer….

Storyboard Jaap Drupsteen voor de VPRO, ca. 1971 collectie Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Vorm van de VPRO 4: Wim T. Schippers

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers-boek duiken we in deze zomerserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

Zo rond 1967 zijn er een aantal programmamakers die breken met de nog jonge traditie van televisieproductie. Aan de ‘populaire’ kant is daar de jonge regisseur Bob Rooyens. Ambitieus en van plan om alle nieuwste technische snufjes toe te gaan passen maakt hij voor de AVRO showprogramma’s. Moef Ga-ga is daar het bekendste voorbeeld van; één van de eerste programma’s gemaakt voor de generatie van de jaren zestig. Met beatbands, referenties naar populaire (Amerikaanse) cultuur, zoals films en strips. Qua vormgeving zijn de Moef Ga-ga afleveringen legendarisch. Rooyens trekt alles uit de kast: de luminanz-keyer (zwart-wit voorloper van chroma-key), camera’s die continue in- en uitzoomen, vuurwerk, waanzinnige decors met bewegende onderdelen, graphics die door het beeld suizen, niets is te gek.

Omdat Phil Bloom naakt in Hoepla zit regent het opzeggingen bij de VPRO. De makers maken het de klagers makkelijk en geven in de volgende aflevering alvast het adres. Overigens wel keurig netjes volgens het VPRO huisstijl regelement.

Aan de andere kant, de VPRO-hoek, bevinden zich de makers van Hoepla. Wim T. Schippers, Wim van der Linden, Hans Verhagen en grafisch ontwerper Wim Wandel gebruiken veel van dezelfde technieken en een door populaire cultuur geïnspireerde vormentaal. Maar waar het Rooyens gaat om een mooi programma te maken is het de Hoepla-makers te doen om het verstoren en breken van conventies. Ruis door interviews, lukraak getimede titelkaarten die niets met het onderwerp te maken hebben, storings-meldingen alles om de kijker op het verkeerde been te zetten. Als je luistert naar de muziek is het verschil tussen de AVRO en VPRO kant wel duidelijk. Maar als je kijkt naar de gebruikte technieken en het ontwerp van de titelkaarten zijn er ook veel overeenkomsten tussen deze programma’s.


Boven: Tee Set in Moef Ga-ga (AVRO, 25-02-1967)
Onder: The Soft Machine in Hoepla (VPRO, 09-10-1967)

Deze programma’s maken een hoop los, vooral bij de VPRO. De VPRO is dan wel een vrijzinnige omroep, maar ook nog protestants. Het naakt en de choquerende onderwerpen in Hoepla leiden tot grote conflicten binnen de vereniging. Zo eind jaren zestig verandert de koers definitief. De VPRO kiest voor de progressieve koers in haar programma’s. Al snel ziet men in dat daarbij ook de presentatievorm moet veranderen. De omroepster, sinds de allereerste tv-experimenten in 1938 van Phillips in Eindhoven het glimlachende baken in de televisieavond, verdwijnt. In 1969 krijgt de VPRO een vaste televisie-avond en start men met een experiment waarbij vier presentatoren de programma’s aan elkaar praten en nabespreken. Een bloedserieuze en dodelijk saaie presentatievorm die zogenaamd vanwege ‘onvoldoende faciliteiten’ gestaakt wordt. De omroepster keert weer terug, maar blijft uit beeld. Op het scherm komen titelkaarten die de programma’s introduceren en de VPRO-avond een ‘gezicht’ moeten geven. Die titelkaarten zouden dus de progressieve, absurde en ironische eigenschappen van de omroepvereniging moeten weerspiegelen. De VPRO gebruikt maakt gebruik van de grafici van de NOS maar trekt ergens in 1969 of 1970 een eigen ontwerper aan; een Amerikaan die humoristische titelkaarten moet gaan maken. Het is niet duidelijk of zijn vormgeving het beeldscherm heeft gehaald -er zijn in ieder geval geen beelden van-, maar zo absurdistisch, verstorend en kitscherig als de vormgeving van Hoepla zal het ongetwijfeld niet zijn geweest.

Ondertussen heeft een lichtelijk gedesillusioneerde Jaap Drupsteen ontslag genomen bij de NOS grafische afdeling. Deze ontwerper heeft net als Rooyens een goed gevoel voor de technische mogelijkheden van televisieproductie. Net als de makers van Hoepla interesseert hij zich in de avant-garde. Maar helaas is er bij de NOS geen ruimte om zijn ideeën vorm te geven. Bij ontwerp bureau Tel Design is hij echter ook niet helemaal op zijn plaats, want zijn ontwerpen moeten eigenlijk gewoon bewegen.

Volgende week meer over Jaap Drupsteen en de VPRO televisievormgeving.

Vorm van de VPRO 1: 18 minuten VPRO-vormgeving

Piet Schreuders en Beate Wegloop, art directors bij de VPRO gids hebben een overzichtswerk uitgebracht over alle prachtige covers die de afgelopen 85 jaar voorbij kwamen. Van de voorpagina vol met reclame (heel gebruikelijk in de jaren 20 en 30) tot de prijswinnende ontwerpen van nu. Onder de ontwerpers in het boek zitten ook veel televisieontwerpers van de NOS: Hans de Cocq, Will Bakker, Frans Lasès, Kal Beerends, Monique Korteweg, Rob van den Berg, Arie Teunissen en natuurlijk ook de VPRO-televisieontwerpers; Jaap Drupsteen, Willem van den Berg, Bob Takes en Max Kisman.

Viola Lindner van het NRC sloot afgelopen week haar recensie over het boek en de tentoonstelling af met: “Mist er dan nog iets? Misschien de animaties [..] Misschien een onderwerp voor de 90ste verjaardagsviering?” Een goede suggestie Viola! Hieronder alvast een YouTube speellijst met zo’n 37 filmpjes, oftewel 18 minuten VPRO-plezier.

De komende weken besteden we op deze site extra aandacht aan de televisievormgeving van de VPRO, houd de site dus in de gaten!

Symposium & boekpresentatie

14 april 2011 stond geheel in het teken van televisievormgeving met een symposium & boekpresentatie in het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. Het eerste exemplaar van het boek is uitgereikt, we spraken bekende ontwerpers, luisterden naar interessante sprekers en we vierden dat Frans Schupp zijn collectie overdraagt aan het instituut.

Gijs Groenteman, journalist, schrijver en presentator, was onze dagvoorzitter en leidde alles in goed banen. De eerste spreker, Jop Euwijk, onderzoeksmedewerker bij het Persmuseum, presenteerde zijn onderzoek naar het leven en werk van illustrator Eppo Doeve (1907-1981). Daarna gaf Karin van der Heiden, expert op het gebied van vormgevers-archieven, advies over het opzetten en onderhouden van een goed archief.

Jop Euwijk

Gijs Groenteman en Karin van der Heiden

Daarna werd Frans Schupp in het zonnetje gezet. Hij schonk tijdens het symposium zijn werk (voor Toppop, KRO-huisstijlen, Pisa – om maar eens wat te noemen) aan Beeld en Geluid. Een selectie uit die schenking was op 14 april ook te zien in de hal van Beeld en Geluid. Regisseur Rien van Wijk, die begin jaren zeventig samen met Schupp (e.v.a) Toppop maakte, sprak hem toe en had als verrassing een Toppop taart meegenomen en een door Schupp gemaakte titelrol. Schupp droeg zijn collectie over aan Hans van der Windt, manager acquisitie en selectie bij Beeld en Geluid.

Rien van Wijk en Frans Schupp met Toppop titelrol

Hans van der Windt en Frans Schupp

Frans Schupp

De tweede helft van de middag luisterden we naar een aantal bekende mensen uit het vak. Zoals Stephen Emmer, al ruim 25 jaar componist voor televisie. Emmer keek terug naar hoe zijn vakgebied zich de afgelopen zestig jaar ontwikkelde en vertelde hoe hij zelf in het vak terecht kwam. Groenteman sprak daarna drie bekende ontwerpers. Ten eerste was daar Willem van den Berg die als punker begon bij de VPRO eind jaren zeventig, daarna pionierde op de computer bij RTL4 en nu al vele jaren eigenaar is van bureau ‘n Berg werk. Groenteman ondervroeg ook Lydia Pees. Zij werkt sinds 1988 bij NOS grafisch ontwerp en werkte mee aan grote restylings als die van het NOS Journaal en Nederland 1. Ze maakte daarna alle reorganisaties mee en was vanaf 2002 hoofd van het Dutchview Creative Centre. De derde gast was Danny Smit. Hij is van oorsprong opgeleid als animator, maar werkte zich bij Valkieser op tot een van de creative directors. Daarna beproefte hij zijn geluk in Engeland, waar hij bijvoorbeeld de vormgeving voor de UEFA-cup en Champions League verzorgde. Daarna werkte hij terug in Nederland weer veel kleinschaliger voor MTV Nederland. Nu geeft hij leiding aan communicatie bureau Rock Agency en broadcast design studio Cape Rock.

Danny Smit, Lydia Pees en Willem van den Berg bekijken elkaars werk op het grote scherm

een volle zaal met ontwerpers, televisiemakers, studenten en liefhebbers van televisievormgeving

De dag sloot natuurlijk af met de presentatie van het boek Vorm van vermaak. Maar voor het zover was spraken we met televisiepionier Jaap Drupsteen. Hij liet een prachtige korte film zien van Norman MacLaren en Evelyn Lambart getiteld Begone Dull Care. Deze film opende begin jaren zestig zijn ogen voor de mogelijkheden voor televisievormgeving. Na het dankwoord van Roy en ondergetekende overhandigden we het eerste exemplaar van het boek aan pionier Drupsteen. Het was een feestelijke dag en langs deze weg onze hartelijke dank voor iedereen die erbij was.

Liselotte Doeswijk, Jaap Drupsteen en Roy van Vilsteren met het eerste exemplaar van Vorm van vermaak

Met dank aan Pieter Ernst Uyt den Bogaard voor de foto’s

tv-design widget

De komende week staat de Beeld en Geluid widget in het teken van televisievormgeving. Alvast om op te warmen voor het symposium en de boekpresentatie op 14 april. Vanaf maandag in de widget onder andere Jaap Drupsteen, Bob Rooyens en Roland de Groot.

Als je de widget download krijg je dagelijks een verrassend filmpje uit het archief van Beeld en Geluid. Kant en klaar, gratis en voor niets, op het bureaublad van je computer. Elke week heeft een ander thema, meestal gelinkt aan de actualiteit. Daarom deze week: Vorm van vermaak. Downloaden dus! (instructies staan hier)

14 april: boekpresentatie en symposium

Het is bijna zover; het boek is nu écht zo goed als af. Het moet eigenlijk alleen nog gedrukt worden.

We gaan het op 14 april feestelijk presenteren tijdens een symposium in de prachtige grote theaterzaal van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. U kent het gebouw (onlangs verkozen tot een van de mooiste gebouwen ter wereld) natuurlijk door de prachtige glazen buitengevel van Jaap Drupsteen. We gaan er een mooie middag van maken, hou die dag dus vrij! Meer informatie volgt binnenkort…


Met dank aan Michel van Dijk voor de promo!

Vorm van de VPRO

“De vorm van de VPRO: televisievormgeving en omroepidentiteit” is de afstudeerscriptie van Liselotte uit 2006. Hiermee sloot zij haar doctoraal studie Televisie, media en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam af. De begeleiding was in handen van prof. dr. Erik Laeven en prof. dr. Esther Cleven.

Elk hoofdstuk is als PDF te lezen of te downloaden, klik daarvoor op de titel van het hoofdstuk.

 

1. Inleiding
Tijdens een willekeurige televisieavond word je er tientallen keren mee geconfronteerd. Toch denken mensen bij televisievormgeving eerder aan de vormgeving van het toestel dan aan de ontwerpen die op de beeldbuis te zien zijn. Wat is televisievormgeving eigenlijk? Welke uitdagingen en beperkingen kent het vakgebied? Wat is er zo uitzonderlijk aan de VPRO dat zij in deze scriptie centraal staat?
2. VPRO-identiteit
De VPRO: eigenzinnig, progressief en avant-gardistisch. De identiteit van de VPRO is -net als bij alle andere omroepverenigingen- de legitimering van haar bestaan en dus vastgelegd in beleid. Maar die identiteitsbeschrijving is niet tijdloos, verschillende bestuurders en programmamakers drukken er hun stempel op. Wat is de identiteit van de VPRO en wie zijn de mensen die de koers bepalen?
3. Jaap Drupsteen 1971 – 1979
De VPRO doet de omroepster in de ban, maar wat moet ervoor in de plaats komen? Jaap Drupsteen zet met zijn bewegende grafische ontwerpen de VPRO op de kaart. De kleinste omroepvereniging van het kleine Nederland is daarmee een voorloper op het gebied van televisievormgeving. Hoe kwam hij bij de VPRO? Waarom vielen zijn ontwerpen zo in de smaak? Hoe zaten die technische hoogstandjes in elkaar?
4. Willem van den Berg 1979 – 1985
De VPRO neemt radicaal afstand van de jaren zeventig. Punker Willem van den Berg steekt elke zondagavond de VPRO-uitzending in een stoer en rebels jasje. Wat maakte zijn ontwerpen allemaal los? Hoe maakte hij ze en welke strategieën zette de VPRO allemaal in om de uitzendavond tot één geheel te maken?
5. Bob Takes 1986 – 1992 en 1997 – 2004
De computer doet zijn intrede in de wereld van televisievormgeving. Bob Takes ontwikkelt een geheel eigen beeldtaal die haaks staat op de Amerikaanse ‘vliegende asbakken’. Hoe zag zijn VPRO huisstijl eruit en hoe maakte hij deze? De komst van RTL4 maakt veel los, zenderprofilering gaat ten koste van omroepvormgeving. De mogelijkheden voor de VPRO om zich door televisievormgeving te onderscheiden verminderen. Hoe gaan de omroepvereniging en Takes hier mee om?
6. Max Kisman 1992 – 1996
De overstap van DTP-pionier Max Kisman naar de televisie wekt de aandacht van het hele design veld. De VPRO heeft wederom een ontwerper die de omroepvereniging een heel eigenzinnig gezicht geeft met zijn 3D animaties en typografische experimenten. Waarom gebruikte hij juist 3D in de tijd dat dat eigenlijk niet meer bon ton was?
7. Conclusie
De VPRO kan wel gezien worden als een moderne meacenas en werkte in de loop van de tijd samen met een indrukwekkende lijst van ontwerpers en kunstenaars. De omroepvereniging was de eerste en lange tijd de enige vereniging die een eigen televisievormgever hadden. Ondanks de grote verschillen tussen die ontwerpers wisten zij toch elke keer de identiteit van de VPRO feilloos te visualiseren.
Literatuurlijst
Afbeeldingenlijst

Op deze site verscheen ook een serie artikelen over de televisievormgeving van de VPRO van 1928 tot 2010. Met nog meer beeldmateriaal en filmpjes. Een overzichtje van deze artikelen vindt je hier: Vorm van de VPRO