Sonic Acts: Timothy Druckrey

De laatste festival dag van Sonic Acts begon met een ‘illustrated talk’ van Timothy Druckrey. Druckrey liet een aantal indrukwekkende kunstwerken zien die allen te maken hadden met de ervaring van tijd en film. Omdat de tijd die hij kreeg niet oneindig was, moest hij een aantal werken doorspelen. Zonde natuurlijk en daarom hier een overzicht van de films die hij liet zien.

Over The Charakter van Candice Breitz uit 2011 (22’53) moet je van te voren niet al te veel weten, de ‘clou’ wordt vanzelf duidelijk als je de aftiteling ziet.

The Clock van Christian Marclay is een compilatie van 24 uur(!) bestaande uit filmfragmenten waar een klok in te zien is. Deze ‘ideale screensaver’ laat volgens Druckrey goed zien hoe vaak tijd een cruciale rol speelt in de wereld van film. De film was te zien op de biënnale van Venetië, waarbij de tijd in de film gelijk liep met de echte tijd. Hieronder een fragment van een paar minuten (die je volgens de uploader om 0.04 pm zou moeten bekijken, uit respect voor de bedoelingen van de kunstenaar).

Content van Chris Petit uit 2010 staat niet online, maar er is wel veel informatie te vinden over deze filmmaker en film, waaronder onderstaand interview. Druckrey omschreef de film als een reflectie op de roadmovies uit de jaren zestig in de context van het internet-tijdperk.

In SHU van Philipp Lachenmann uit 2002/2010 (12’30) zien we een uur waarin de nacht verschijnt boven een zogenaamde ‘maximum security prison’ ergens in een Amerikaanse woestijn. In dit soort gevangenissen zitten de veroordeelden levenslang in eenzame opsluiting. De sprookjesachtige fonkelende lichtjes (deze zijn later toegevoegd) vormen een mooi contrast. Bij het Nederlands Instituut voor Mediakunst is tot 15 april één van zijn andere werken te zien: Space Surrogate I (2000).

Slidemovie van Gebhard Sengmüller uit 2006 is een installatie waarin een filmfragment afgespeeld word door diaprojectoren. Sengmüller werkt vaak met dit soort re-medialisaties, zo migreert hij video-opnames op vinyl of creëert hij televisie in bubbeltjesplastic.

Druckrey sloot af met Pneuma Monoxyd van Thomas Köner uit 2007. Deze film (en ander werk) is te bekijken op Koener.de (10’10). In deze film blijven opnames als een soort residu achter op het beeld waardoor we gelijktijdig naar verschillende tijdlagen lijken te kijken.

Sonic Acts: Natural Time

Het avondprogramma van zaterdag begon met een aantal korte films. Met name Synchromy van Norman McLaren uit 1971 en Rectangles and Rectangles van René Jodoin uit 1984 vormden een mooi paar. Beide bestaande uit niet meer of minder dan gekleurde rechthoekige vlakken en zijn gebaseerd op zeer sterke concepten. Net als veel van de andere audiovisuele vertoningen op Sonic Acts zijn deze twee werken niet los te maken van hun oorspronkelijke dragers. McLaren buitte een van de mooie eigenschappen van celluloid uit, namelijk dat de geluidsporen zich op de filmrol bevinden (daarom lopen beeld en geluid bij film altijd synchroon). Hij kopieerde de geluidstrack en ‘componeerde’ daarmee de animatie. Beeld en geluid zijn dus niet alleen perfect synchroon, maar min of meer elkaars gelijke.

Jodoin werd op uitnodiging van McLaren lid van the National Film Board van Canada. Hoewel Jodoin Rectangles and Rectangles maakte nadat hij de NFB weer verlaten had, is de invloed van McLaren duidelijk zichtbaar. De animatie verschijnt als een agressief flikkerende combinatie van filmbeeld, lichtflitsen en kleurenfilters ondersteund door een bonkende beat. De schakelingen tussen licht/donker en film gaan met enorme snelheid en worden door een computer gestuurd. De hele installatie werd speciaal voor deze vertoning opgebouwd op het eerste balkon van de Paradiso. Het geratel dat de machine voortbracht gaf nog een extra dimensie aan de vertoning. De digitale versies van de NFB hieronder en boven zijn wat dat betreft natuurlijk maar vage, onvolledige impressies van deze films.

Ik hoorde iemand uit het publiek de films psychedelisch noemen. Dat zette me aan het denken. Want in feite zijn het beide uiterst rationele films. Met een minimum aan vormen en uitgewerkt met mathematische precisie zijn de werken verre van psychedelisch. Maar op de kijker hebben ze door de bijna stroboscopische flikkering wel die uitwerking.

Sonic Acts: Deep time

Pauline Oliveros #SonicActs #SonicActs2012

Foto van Rosa Menkman.

Van het avondprogramma van zaterdag heb ik helaas niet alles mee kunnen krijgen. Gelukkig kon ik nog wel een klein stukje zien van het optreden van Pauline Oliveros, een van de publiekstrekkers van Sonic Acts. Deze dame, al vijf decennia baanbrekend maakte indruk met een optreden met haar aangepaste accordeon.

Later die nacht nog een andere publieksfavoriet: Juan Atkins, die in de wandelgangen van de Paradiso omschreven werd als ‘god of techno’. Nu ben ik zelf niet zo thuis in de geschiedenis van de house muziek, dus ik waag me hier niet aan een recensie, maar gedanst werd er zeker. Hieronder zijn eerste single uit 1981.

Sonic Acts: Colour Music Recollections

Charles Dockum, Mobilcolor projector film:1969

In dit filmprogramma stonden de synesthesie van kleur en muziek centraal. De aankondiging vermeldde dat voorafgaand aan de films het boek The academy of the senses, Synesthetics in Science, Art and Education van Frans Evers gelanceerd zou worden. Frans Evers was een van de mensen die aan de wieg stonden van het Sonic Acts festival in 1993. Hij signaleerde dat vj’s en dj’s in de techno scene en wetenschappers op het gebied van computertechnologie zich met dezelfde vragen bezig hielden en besloot ze bij elkaar te brengen op een multidisciplinair festival. Evers raakte via de psychologie in aanraking met het begrip synesthesie. Niet tevreden met een puur psychologische benadering onderzocht hij ook synesthesie in de kunst, wetenschap en educatie. Met dit onderzoek had hij willen promoveren in de doctorsgraad, maar helaas heeft hij zijn levenswerk niet af kunnen maken. Het boek verschijnt postuum, maar niet zoals aangekondigd tijdens Sonic Acts. Een van de betrokken partijen besloot dat de boekpresentatie beter op een andere plaats en tijd gehouden kon worden. Jammer voor ons, maar misschien zal het filmprogramma dan nogmaals te zien zijn. En dat is wel goed nieuws.

De films werden door Joost Rekveld voorzien van een uitstekende introductie. Rekveld stelde dat bij elk nieuw medium (film, video, computer) er altijd een nieuwe lichting pioniers opstaat die de relatie tussen geluid, kleur en beweging onderzoekt. In het filmprogramma kregen we werk te zien van enkele van deze pioniers.

Kurt Schwerdtfeger was in 1922 verbonden aan het Bauhaus en maakte daar een werk getiteld Reflektorische Farblichtspiele. Geen film maar een live-performance met licht en filters. Het auteursschap van dit lichtspel is niet onomstreden, niet lang na de eerste opvoering stal mede-Bauhaus kunstenaar Ludwig Hirschfeld-Mack Schwerdtfegers ideeën en voerde een veel beter versie van het lichtspel op. Het oorspronkelijke werk van Schwerdtfeger kwam daardoor in de vergetelheid en hij verliet teleurgesteld het Bauhaus. Vlak voor zijn dood in 1966 werden voorbereidingen getroffen om zijn lichtspel opnieuw uit te voeren. Schwerdfeger maakte het niet meer mee, maar die uitvoering werd vastgelegd op film. Voorafgaand aan de registratie van het lichtspel werd ook een blik achter de schermen gegeven. Zo zagen we dat voor de uitvoering minstens zeven mensen nodig zijn: twee voor de bediening van het schuifpaneel, twee voor het raster, één regisseur, één voor de bediening van het lichttoestel en iemand voor de muziek. In 2010 kwam deze registratie uit op DVD met daarbij ook een documentaire waarin onder andere de zoon van Schwerdfeger die meewerkte aan de reconstructie van 1966, aan het woord komt. Meer informatie bij Revocadofilm.

Daarna kwam een vroege film van Oskar Fischinger. Zijn werk heeft nooit geleden onder een gebrek aan belangstelling, maar niet zo heel bekend zijn zijn eerste multi-channel werken. We kregen R-1, ein Formspiel te zien uit 1923. Rekveld vertelde dat Fischinger begin jaren twintig de muzikant Alexander Laszlo ontmoette. Laszlo trad succesvol op met zijn muziek en een lichtorgel. Fischinger en Laszlo besloten samen te werken en op een soort wereldtentoonstelling in Düsseldorf in 1926 zagen vermoedelijk zo’n 40.000 mensen hun gezamenlijke opreden. Fischinger maakte R-1 niet lang na de samenwerking met Laszlo stopte. Het werk bestaat uit drie films die naast elkaar geprojecteerd worden en waar tijdens de climax nog twee projectoren bij komen. De precieze opstelling en montage waren niet meer geheel te achterhalen, dus de reconstructie die Fischinger-expert en biograaf William Moritz maakte is wellicht Oskar Fischinger, R-1, ein Formspiel: 1923niet helemaal historisch juist, waarschuwde Rekveld. Meer informatie van Moritz over Fischinger is te vinden bij het Centre for Visual Music.

Vervolgens zagen we een film van Jud Yalkut uit 1966. Yalkut filmde de kunst van zijn tijd zoals hij daar in New York mee in aanraking kwam en bewerkte die opnames tot een nieuw kunstwerk. In Turn, Turn, Turn, zagen we op een remix van het gelijknamige nummer van The Byrds onder andere beelden van László Moholy-Nagy’s installatie Black – Light – Grey voorbij komen. Hieronder staat een vergelijkbare korte film met muziek van The Beatles uit hetzelfde jaar.

De enige stille film in het programma was van Charles Dockum. Zijn 1969 Mobilcolor Projector film was op Sonic Acts voor het eerst in Europa te zien. Rekveld vertelde over het tragische lot van de Mobilcolor Projector. Dockum’s installatie verdween in een kelder alwaar onderdelen langzaamaan een nieuwe bestemming kregen. Een lot dat helaas veel werken van experimentele mediakunstenaars trof. Veel van zijn films worden op het moment geconserveerd en gerestaureerd door het Center for Visual Music.

Afsluiter van het filmprogramma was een film van de relatief obscuur gebleven animator Hy Hirsch. Rekveld omschreef hem als een technisch handige man en jazz fanaat. In de jaren vijftig trad hij regelmatig op met jazz muzikanten en verzorgde live filmprojecties met meerdere projectoren. Hij werkte en woonde achtereenvolgens in de Verenigde Staten, Nederland (waar hij werkte bij Dollywood) en Parijs. Van zijn films is nauwelijks iets bewaard gebleven. Vermoedelijk werkte hij heel improviserend en verknipte en plakte hij zijn werk continue. Na zijn dood is zijn collectie films bovendien verspreid geraakt onder vrienden en kennissen. Dat had waarschijnlijk te maken met Hirsch´s gewoonte om zijn marihuana in filmblikken te bewaren. In De Balie zagen we één van de bewaard gebleven films: Come Closer uit 1953. Een vrolijke film met dansende driedimensionale figuren, waarvan hieronder een fragment te zien is.

Sonic Acts: Beyond Time

De eerste avond van het festival was geprogrammeerd rond het thema: Beyond Time. De hoogtepunten:

Ten eerste De Tijd van Bart Vegter uit 2008. Een zwart veld met strenge lijnen waar gekleurd licht en schaduw beweging en vorm in lijkt te brengen. Een schitterende, op de computer geprogrammeerde film, in de Paradiso te zien op een scherm van gigantische afmetingen. Vegter overleed vorig jaar en ook op het IFFR werden als hommage een aantal van zijn werken getoond (zie onderstaande reportage met de zoon van Vegter gemaakt voor het IFFR).

Daarna was de beurt aan de extreme beats van Mark Fell. In de zaal, verlicht door één lamp en glitterbol onderwierp hij de luisteraar aan geluid zo intensief, hard en brutaal dat de lucht er letterlijk vol van was. Het was echter niet zomaar herrie. In de muziek waren flarden van gangbare, dansbare techno te vinden waardoor het een zeer spannende set was. Tezamen met de zeer zacht wiegende lichtvlekken van de discobol een ervaring die ik niet snel zal vergeten.

#SonicActs #SonicActs2012 Foto van Rosa Menkman.

Vervolgens: DJ Roly Porter en VJ Rod MacLachlan. De laatste had zijn Megascope op het balkon opgesteld. In een donkere ruimte, fel belicht door twee lampen liet hij alledaagse objecten ronddraaien. Een lens projecteerde het beeld direct op het grote scherm. Zo kreeg de zaal minutenlang een ronddraaiend stukje piepschuim, een koplamp of verfblik te zien. Dat klinkt vervelend, maar het was heel prettig. De kleine scherptediepte trok je blik telkens naar een ander detail van het draaiende object. Enige minpuntje hier was dat de coördinatie tussen VJ en DJ beter had gekund.

Ook heel mooi was de film van Ryohei Shimada, een onheilspellende beeldcollage van bladerdak.

Sonic blog: dag 1

De komende dagen zal het voor de verandering eens niet gaan over televisievormgeving, want vanmiddag gaat het tweejaarlijkse Sonics Acts festival van start. Het thema van dit jaar: Travelling Time. We nemen tijd vaak voor lief en staan er niet bij stil. Maar tijd is grotendeels een menselijke constructie en heeft een ontstaansgeschiedenis en een toekomst. Bovendien zijn er hele andere manieren om tijd te beleven. De computer bijvoorbeeld, die steeds onmisbaarder wordt in ons leven, werkt met een heel ander soort tijd. Sonic Acts draait vooral om experimentele muziek, analoog én digitaal. Muziek is een buitengewoon geschikt medium om te reflecteren op het begrip tijd. Zonder tijd geen muziek. Hetzelfde kan uiteraard gezegd worden van bewegend beeld en is er de komende dagen dan ook genoeg te zien.

Als eerste opent vandaag het NIMk de gelijknamige tentoonstelling. Daarin is werk te zien en horen van Daïchi Saït (alleen tijdens het festival), Joe Gilmore, Juliana Borinski, Julien Maire, Tao G. Vrhovec Sambolec, Mark Fell en Philipp Lachenmann. Met je festivalkaartje (een los kaartje of passe-partout) kun je gratis naar binnen, dus loop vooral even langs de Keizersgracht de komende dagen (of na het festival, de tentoonstelling loopt tot 15 april)

Ik ben erg benieuwd naar de installatie van Juliana Borinski, die bestaat uit een diaprojector waaronder een lege dia langzaam vervormd door toevoeging van een bepaalde vloeistof. In de jaren zestig traden veel bands op met ‘vj’s-avant-la-lettre’ die met dit soort vloeistof dia’s een lichtshow verzorgden. Door de context te veranderen zal een heel ander soort ervaring dan die van een popconcert opgeroepen worden.

Verder vandaag: een lezing van George Dyson over het verschil tussen ‘mensentijd’ en ‘computer tijd’ en daarna het avondprogramma ‘Beyond Time’ in de grote zaal van de Paradiso. Hierover later vannacht (of morgenochtend) verslag!