Gesneden platen

De afgelopen maanden heb ik gewerkt in de diepste krochten van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. In een van de depots op de vijfde verdieping onder de grond ligt de collectie gesneden platen. In de jaren 1930-1950 werden geluidsopnames ingesneden in een laklaag op een plaat van glas en het merendeel van de collectie bestaat uit dit type dragers. Maar er zijn ook opnames ingesneden op aluminium, zink, kunststof en we zijn zelfs enkele platen van karton tegengekomen.

vlnr: glazen plaat waarvan de laklaag los is gebladderd; metalen plaat met groenige lak (niet gesneden); kartonnen plaat van Peekel geluidstudio (de vader van Han); kunststof plaat met aangetast pigment

vlnr: glazen plaat waarvan de laklaag los laat; metalen plaat met groenige lak (ongesneden); kartonnen plaat van Peekel geluidstudio (de vader van Han); kunststof plaat met aantastingen

In dit geval zijn de aantekingen van de opname-technicus niet erg behulpzaam bij het vaststellen van de afspeelvolgorde.

In dit geval zijn de aantekingen van de opname-technicus niet erg behulpzaam bij het vaststellen van de afspeelvolgorde.

Wat er precies op de platen staat en hoe de kwaliteit is, zal pas blijken tijdens het digitaliseringstraject. Ik en de andere leden van het registratie-team (‘de platenmaten’) kregen de opdracht om de platen te matchen aan titels afkomstig uit oude catalogi en waar nodig aan te vullen, te corrigeren of nieuw aan te maken. We moesten afgaan op de informatie op de platenlabels, hoezen of briefjes. Naast de inhoud van de plaat, is de afspeelvolgorde belangrijk om te achterhalen. Op één plaat kan namelijk maar een paar minuten geluid opgenomen worden, dus bestaat één opname meestal uit meerdere platen. De opnametechnici gingen op pad met twee draaitafels; als de ene plaat vol was, ging hij op een tweede plaat de andere tafel verder. Dan draaide hij de eerste plaat op de andere tafel om, enzovoorts, enzovoorts. De standaard afspeelvolgorde is dan plaat 1: 1 & 3; plaat 2: 2 & 4; plaat 3: 5 & 7; plaat 4: 6 & 8 en zo verder. Maar gelukkig voor ons, week men blijkbaar ook wel eens af van deze volgorde en bleef er voor ons een hoop te puzzelen over.

Platenlabels van de omroepverenigingen

Platenlabels van de omroepverenigingen

Wat ik natuurlijk erg interessant vond in dit project was natuurlijk de vormgeving van de labels. Ik heb veel in de radio gidsen uit dezelfde periode gebladerd om iets te weten te komen over de gebruikte emblemen, vormgeving en symbolen door de omroepverenigingen en natuurlijk ontdekte ik veel overeenkomsten tussen de vormgeving van de radiogidsen en de platenlabels. Beide bevatten logischerwijs veel visualisaties van geluid, muziek, de ‘aether’ of radiogolven. Op de labels dus ook veel concentrische cirkels, golvende lijnen, muziek instrumenten, microfoons, zendmasten. Afin, kijk zelf maar hieronder. Wat ook opvalt zijn de zwart-wit geblokte randen op een aantal labels (Radiodiffusion Francaise, Tonfolie, Ruwiel). Misschien was het de bedoeling om hier iets op te markeren, maar bewijs dat dit ook gedaan werd, heb ik niet kunnen vinden.

En de VPRO heeft natuurlijk weer het mooiste label. Die springen er altijd weer bovenuit, ditmaal omdat het label niet echt een bovenkant heeft, zoals bij zo goed als alle labels, maar echt als een ronde vorm is behandeld. De opname-technicus moest zelf maar zien waar hij de titel en datum zette; lekker eigenzinnig en typisch VPRO weer. Ik vermoed dat dit label ontworpen is door Lex Barten die het VPRO-vignet en de Vrije Geluiden (radio-programmagids van de VPRO) vormgaf, want het is geheel in zijn stijl en heeft precies dezelfde letter als zijn VPRO-embleem. De KRO heeft ook wel een fraai label, maar dat klopt niet met de KRO “huisstijl”, want het kruis ontbreekt. De VARA heeft juist wel weer keurig netjes de vlam als symbool en veel van hun labels zijn rood, als zaten er ook groene versies tussen. Andere omroepverenigingen ontbreken, misschien zijn hun collecties gesneden platen verloren gegaan.

Verschillende labels uit de periode jaren 30 tot jaren 50

Verschillende labels uit de periode jaren 30 tot jaren 50

De collectie gesneden platen die Beeld en Geluid in beheer heeft bestaat weer uit allemaal kleine subcollecties. Een van die collecties is die van Klankopnamestudio’s Van Wouw. Bij het Stadsarchief van de Gemeente Amsterdam (waar de papieren collectie van Van Wouw in beheer is) vinden we meer informatie over deze klankstudio, die mogelijk de eerste of één van de eerste geluidstudio’s in Amsterdam was. Men kon er muziek op laten nemen, maar bijvoorbeeld ook een gesproken boodschap voor een familielid in Nederlands Indië. Aan de platen van Van Wouw zie je de ontwikkeling van het bedrijf: eerst zijn ze beplakt met zelf uitgeknipte en handgeschreven labels, daarna zijn er twee gedrukte labels, de eerste in wit en geel, en het laatste label met een heus bedrijfsembleem wat ook op het briefpapier prijkt. In een paar beelden zie zo de professionalisering en groei van een bedrijf aan je voorbij trekken.

Labels van klankopnamestudio Van Wouw, vlnr: 1932, 1934 en 1935, daaronder het briefpapier.

Labels van klankopnamestudio Van Wouw, vlnr: 1932, 1934 en 1935, daaronder het briefpapier.

Al met al een bijzonder en leerzaam project om aan te werken, maar ook erg koud. De platen, en dan met name de lak, reageren namelijk op warmte en temperatuurwisselingen, met alle schadelijke gevolgen van dien. Voor de platen is 17 graden een ideaal temperatuurtje, voor mensen is dat een best wel frisjes.

One thought on “Gesneden platen

  1. Tim de Wolf mailde de volgende aanvulling:
    “De geblokte rand: Dat is niets meer of minder dan een stroboscoop. Het aantal strepen is zo gekozen dat de blokken stilstaan als de plaat op juiste snelheid draait. Je kunt dit alleen zien met een lamp erboven en ze zijn in Nederland gebaseerd op een lichtnetfrequentie van 50 Hz. In Amerika en vele andere delen van de wereld is dit 60 Hz, dan is de stroboscoop weer anders. Het is hetzelfde wat je wel eens op draaitafels ziet, twee geblokte ringen, een voor 33 en een voor 45 toeren.”

Reageer