Vorm van de VPRO 5: Jaap Drupsteen

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers-boek duiken we in deze zomerserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

Vrije Geluiden 1972, ontwerp van Jaap Drupsteen en Han de Vries

Terwijl de makers van Hoepla de boel bij de VPRO op scherp zetten, is Han de Vries nog bezig met het invoeren van de huisstijl volgens de kernwoorden: helder, transparant, strak en zakelijk. De samenstellers van het VPRO Gids Covers-boek merken terecht op dat deze vormgeving wringt met wat de VPRO de ether in stuurt. Terwijl de invoering van die huisstijl nog niet voltooid is (de suikerzakjes hebben nog steeds het oude logo uit 1928), wordt de vormgeving van de Vrije Geluiden al ietsjes losser. En dan staat in 1972 ineens het logo van Jaap Drupsteen op de cover. Een groter contrast tussen de Amerikaans aandoende letters met sierlijke “swashes” en de streng minimalistische lay-out van Han de Vries is bijna niet denkbaar.

Het duurt nog even voordat Drupsteen ook de Vrije Geluiden onder handen neemt en zo het gezicht van de gehele VPRO mag bepalen. Dan is het voor het eerst dat televisie leidend is op het gebied van vormgeving en huisstijl. Zijn de omroepverenigingen aanvankelijk sceptisch over het belang en de potentie van televisie, door de fenomenale groei moet men toch midden jaren zestig wel gerealiseerd hebben dat televisie dé manier is om met de achterban te communiceren. Tegelijkertijd groeit in Nederland het besef van het belang van een huisstijl als manier om herkenbaar en onderscheidend te blijven. Die twee zaken zijn voor de omroepverenigingen door de ontzuiling (nota bene mede aangewakkerd door televisie) van toenemend belang. Het is dan ook best wel opmerkelijk dat de eerste ontwikkelingen op het gebied van huisstijl bij de omroep zich zo nadrukkelijk alleen op de gidsredacties afspelen. Niet alleen bij de VPRO trouwens. Bij de VARA-gids is Pieter Brattinga in 1965 aangetrokken (hij noemt overigens in zijn werkrapporten het spoorboekje van Vrije Geluiden als goed voorbeeld). Maar ook in zijn werkrapporten over ‘het visuele voorkomen van de VARA’ waarin hij uitgebreid het concept huisstijl uitlegt, wordt televisie maar terloops genoemd. Voor het ‘voorkomen van de VARA’ vindt men televisie blijkbaar net zo belangrijk als de bewegwijzeringsborden.

Het gezicht van de omroep, dat waren immers de omroepsers, een gewoonte overgenomen van de radio. Pratende hoofden met eventueel een bosje bloemen of een vlaggetje ernaast. Het gebrek aan aandacht voor de uitstraling van de omroepverenigingen op televisie is ook verklaren door de organisatie van het omroepbestel. In tegenstelling tot de grafische vormgeving van radio- en tv-gidsen, intern drukwerk en belettering van gebouwen, moeten de omroepverenigingen voor hun televisievormgeving gebruik maken van de grafische afdeling van de NOS. Vormgeving in dienst van de omroepverenigingen als geheel beperkte zich tot een embleempje op een storingskaart of op de aftiteling van een programma. De spannende dingen gebeurden bij individuele programma’s; jonge ambitieuze makers zoals Bob Rooyens en het Hoepla-team zagen de mogelijkheden van de grafische afdeling en benutten die.

Annemarie Oster in Hadimassa 1969, ontwerp Jaap Drupsteen

Jaap Drupsteen, sinds 1964 in dienst van de grafische afdeling van de NTS, werkt ook een aantal maal mee aan van die ambitieuze programma’s. In 1968 vraagt Dimitri Frenkel Frank hem voor de vormgeving voor Hadimassa, een satirisch programma van de VARA. Frenkel Frank wil niet simpelweg een begin- en eindtiteltje, hij wil de vormgeving in het programma integreren. Dus staat Annemarie Oster het openingslied (‘een show voor iedereen, maar niet voor allemaal’) te zingen tussen twee levensgrote programma-logo’s in. Tussen de sketches van Van Kooten en De Bie verschijnen titels met passende scherpe en grappige teksten. Daarna werkt Drupsteen mee aan de tv-verfilming van Brecht & Weils De kleine doodzonden van de kleine burgerman (VPRO, 1970). In deze kleurenproductie haalt Drupsteen alles uit de kast: animatie met foto’s, draaischijven en andere mechanische trucages combineert hij met de nieuwste video techniek; chroma-key. Met dezelfde middelen verzorgt hij ook de vormgeving voor een VPRO programma rond cartoonist Jules Pfeiffer.

Drupsteen’s experimenten worden wel gewaardeerd, maar hij krijgt zijn inziens bij de NOS niet genoeg de mogelijkheid om zich erin te verdiepen. Met het weinig inspirerende vooruitzicht om de rest van zijn leven simpele titelkaarten te moeten maken, gaat hij in op het voorstel van oud klasgenoot Gertjan Leuvelink om bij Tel Design te komen werken. Ondertussen worstelt de VPRO met de aankleding van de televisieavond. De omroepster moet uit beeld, maar wat komt ervoor op de plaats? Drupsteen doet zijn best, maar het is lastig om iets uit te leggen wat nog niet bestaat. Toevallig krijgt de ontwerper op een dag Jan Blokker te spreken en die ziet het wél voor zich. Als eerste komt er een nieuw logo, een herkenbaar vignet dat in een opslag de veranderde VPRO moet visualiseren. Het snackbar-achtige logo raakt precies de juiste snaar en speelt de hoofdrol in de ruim 80 verschillende ‘signalen’ die Drupsteen vervolgens tussen 1971 en 1979 voor de VPRO maakt. Die korte filmpjes laten de identiteit van de VPRO zien, ze verbinden en introduceren de programma’s. Technisch zitten ze zo vernuftig in elkaar als De zeven doodzonden van de kleine burgerman en bovendien zijn ze grappig, ironisch en zeer eigentijds. De VPRO, kleinste omroepvereniging in het het kleine Nederland, loopt ineens wereldwijd voorop op het gebied van televisievormgeving.

Waarschijnlijk was Drupsteen’s eerste plan voor de VPRO-televisieavond nóg ambitieuzer. In onderstaand storyboard is te zien hoe de complete televisie-avond uit uit zou moeten zien; spectaculaire beeldovergangen en grafische trucages tussen programma’s en VPRO signalen en aankondigingen. Destijds waren deze plannen nog te duur, tijdrovend of simpelweg onuitvoerbaar. Maar 40 jaar later weten we niet beter of programma’s, promo’s, idents (en reclame) lopen vloeiend en snel in elkaar over. Dat was in de jaren zestig en zeventig wel anders. Tussen twee programma’s zat een enorme hoeveelheid stroperige massa: eerst een openingsfilmpje van het net, dan van de omroepvereniging van dienst, de omroepster natuurlijk (kon rustig een paar minuten duren) en het telefoonnummer voor de ledenwerving, programmaleaders en na de ellenlange aftiteling begon de hele rits weer opnieuw. Drupsteen deed met zijn VPRO vormgeving een eerste poging om de televisieavond wat te stroomlijnen. Zijn opvolger, Willem van den Berg, ging daar nog verder in. Maar daarover volgende week meer….

Storyboard Jaap Drupsteen voor de VPRO, ca. 1971 collectie Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Vorm van de VPRO 4: Wim T. Schippers

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers-boek duiken we in deze zomerserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

Zo rond 1967 zijn er een aantal programmamakers die breken met de nog jonge traditie van televisieproductie. Aan de ‘populaire’ kant is daar de jonge regisseur Bob Rooyens. Ambitieus en van plan om alle nieuwste technische snufjes toe te gaan passen maakt hij voor de AVRO showprogramma’s. Moef Ga-ga is daar het bekendste voorbeeld van; één van de eerste programma’s gemaakt voor de generatie van de jaren zestig. Met beatbands, referenties naar populaire (Amerikaanse) cultuur, zoals films en strips. Qua vormgeving zijn de Moef Ga-ga afleveringen legendarisch. Rooyens trekt alles uit de kast: de luminanz-keyer (zwart-wit voorloper van chroma-key), camera’s die continue in- en uitzoomen, vuurwerk, waanzinnige decors met bewegende onderdelen, graphics die door het beeld suizen, niets is te gek.

Omdat Phil Bloom naakt in Hoepla zit regent het opzeggingen bij de VPRO. De makers maken het de klagers makkelijk en geven in de volgende aflevering alvast het adres. Overigens wel keurig netjes volgens het VPRO huisstijl regelement.

Aan de andere kant, de VPRO-hoek, bevinden zich de makers van Hoepla. Wim T. Schippers, Wim van der Linden, Hans Verhagen en grafisch ontwerper Wim Wandel gebruiken veel van dezelfde technieken en een door populaire cultuur geïnspireerde vormentaal. Maar waar het Rooyens gaat om een mooi programma te maken is het de Hoepla-makers te doen om het verstoren en breken van conventies. Ruis door interviews, lukraak getimede titelkaarten die niets met het onderwerp te maken hebben, storings-meldingen alles om de kijker op het verkeerde been te zetten. Als je luistert naar de muziek is het verschil tussen de AVRO en VPRO kant wel duidelijk. Maar als je kijkt naar de gebruikte technieken en het ontwerp van de titelkaarten zijn er ook veel overeenkomsten tussen deze programma’s.


Boven: Tee Set in Moef Ga-ga (AVRO, 25-02-1967)
Onder: The Soft Machine in Hoepla (VPRO, 09-10-1967)

Deze programma’s maken een hoop los, vooral bij de VPRO. De VPRO is dan wel een vrijzinnige omroep, maar ook nog protestants. Het naakt en de choquerende onderwerpen in Hoepla leiden tot grote conflicten binnen de vereniging. Zo eind jaren zestig verandert de koers definitief. De VPRO kiest voor de progressieve koers in haar programma’s. Al snel ziet men in dat daarbij ook de presentatievorm moet veranderen. De omroepster, sinds de allereerste tv-experimenten in 1938 van Phillips in Eindhoven het glimlachende baken in de televisieavond, verdwijnt. In 1969 krijgt de VPRO een vaste televisie-avond en start men met een experiment waarbij vier presentatoren de programma’s aan elkaar praten en nabespreken. Een bloedserieuze en dodelijk saaie presentatievorm die zogenaamd vanwege ‘onvoldoende faciliteiten’ gestaakt wordt. De omroepster keert weer terug, maar blijft uit beeld. Op het scherm komen titelkaarten die de programma’s introduceren en de VPRO-avond een ‘gezicht’ moeten geven. Die titelkaarten zouden dus de progressieve, absurde en ironische eigenschappen van de omroepvereniging moeten weerspiegelen. De VPRO gebruikt maakt gebruik van de grafici van de NOS maar trekt ergens in 1969 of 1970 een eigen ontwerper aan; een Amerikaan die humoristische titelkaarten moet gaan maken. Het is niet duidelijk of zijn vormgeving het beeldscherm heeft gehaald -er zijn in ieder geval geen beelden van-, maar zo absurdistisch, verstorend en kitscherig als de vormgeving van Hoepla zal het ongetwijfeld niet zijn geweest.

Ondertussen heeft een lichtelijk gedesillusioneerde Jaap Drupsteen ontslag genomen bij de NOS grafische afdeling. Deze ontwerper heeft net als Rooyens een goed gevoel voor de technische mogelijkheden van televisieproductie. Net als de makers van Hoepla interesseert hij zich in de avant-garde. Maar helaas is er bij de NOS geen ruimte om zijn ideeën vorm te geven. Bij ontwerp bureau Tel Design is hij echter ook niet helemaal op zijn plaats, want zijn ontwerpen moeten eigenlijk gewoon bewegen.

Volgende week meer over Jaap Drupsteen en de VPRO televisievormgeving.

Vorm van de VPRO 3: Jan Bons

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers – boek duiken we in deze zomerserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

VPRO-herkenningsbeelden (ontwerper niet bekend) Collectie Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Het idee van “huisstijl”; een consequent gebruik van een logo en vormgeving, is in de jaren zestig nog geen gemeengoed. Bij de omroepverenigingen zie je dat alle afdelingen (de omroepgids, televisie, radio en bestuur of algemene zaken) allemaal hun eigen gang gaan. Van een samenhangende visie of beleid is nauwelijks sprake. Maar vooral bij de omroepgidsen wordt wel nagedacht over vorm. De gidsen zijn immers sinds de oprichting van de omroepverenigingen in de jaren twintig bij uitstek het middel om leden aan een vereniging te binden. Een aantrekkelijke vormgeving is daarbij cruciaal. Het gaat bij de vormgeving van de gidsen altijd om twee zaken. Ten eerste moet de informatie over programma’s, tijden en zenders (‘het spoorboekje’) op een duidelijke, heldere manier gerangschikt worden. Een heel gepuzzel en veranderingen kunnen altijd rekenen op felle reacties van abonnees. Ten tweede dient het ontwerp van de programmagids de identiteit van de vereniging weer te geven. Dat gebeurt op subtielere wijze: de keuze voor een stijl en typografie, hoeveelheid en soort afbeeldingen (illustratie of fotografie), gebruik van kleur, etc.

Titelkaarten voor VPRO-programma's (Rob van den Berg, NOS)

Begin jaren zestig kiest de redactie van de VPRO programmagids, Vrije Geluiden voor een ‘Zwitserse koers’, zo is te lezen in het VPRO Gids Covers – boek. Schreefloze letters, weinig franje en versiering. In 1966 wordt die stijl doorgezet als algemene huisstijl. Er komt een logo ter vervanging van het zendmast embleem van Lex Barten dat over de gehele VPRO gebruikt moet gaan worden. Dus ook op de suikerzakjes én op televisie. Jan Bons ontwerpt een “transparant, helder, neutraal” beeldmerk. Dat past uitstekend bij de Zwitserse, modernistische koers en de bescheiden opstelling van de kleinste omroepvereniging. Na 1966 wordt er dan ook serieus werk gemaakt van het consequent doorvoeren van deze huisstijl onder leiding van Han de Vries en Otto Treumann. Ook de vormgeving op televisie moet eraan geloven. De willekeurig door elkaar gebruikte symbolen (zendmast, wolken, vogel, roos) en lettertypes verdwenen en maakten plaats voor een standaard opmaak voor de VPRO-titelkaarten met de transparante letters. Voor de uitwerking van deze vormgeving is de VPRO uiteraard afhankelijk van de afdeling Grafisch Ontwerp van de NOS. Rob van den Berg ontwerpt ergens eind jaren zestig regelmatig titelkaarten ter introductie van de VPRO-programma’s. Het is een perfecte vertaling van de Vrije Geluiden vormgeving en de VPRO heeft dus eindelijk een echte huisstijl. Hoewel, in het VPRO Gids covers-boek valt te lezen dat in 1969 -vier jaar na de invoering van Jan Bons’ logo- de zendmast van Lex Barten nog steeds op de suikerzakjes prijkt.

vrije geluiden 1967(Otto Treuman) en 1968

Zoals dat gaat met een huisstijl, gaan na verloop van tijd de verschillende gebruikers weer hun eigen weg. Dat proces wordt bij de VPRO nog versneld omdat de vereniging vrij radicaal van koers verandert. Vernieuwingen op het gebied van vormgeving komen dit keer niet van de gids redactie maar van de televisie. Daarover volgende week meer.

Vorm van de VPRO 2: Lex Barten

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers – boek duiken we in deze zomerserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

De makers van het boek over de VPRO gids covers speurden ook de allereerste VPRO-ontwerper op: Lex Barten. Hij is verantwoordelijk voor de zendmast met zendstralen. Een neutraal en enigszins modern aandoend logo, zeker in vergelijking met het sierlijke wapenschild van bijvoorbeeld de AVRO of de religieuze symboliek van het KRO embleem.

Het probleem met deze “emblemen” of “vignetten” (het begrip logo bestond nog niet) was dat ze zich in 1951 lastig naar televisie lieten vertalen. De kwaliteit van de eerste beeldbuizen was niet zo goed en al die fijne lijnen, krullen en details kwamen daardoor niet goed over. De emblemen moesten dus aangepast worden en waarschijnlijk gebeurde dat door de eerste decorontwerper bij de Nederlandse televisie: Peter Zwart.

Er zijn tijdens de eerste landelijke televisie-uitzending en/of tijdens de repetities daarvoor een aantal foto’s gemaakt van een televisiebeeldscherm met daarop de emblemen van de omroepverenigingen. Daarop is te zien dat een aantal omroepverenigingen, naar voorbeeld van de experimentele uitzendingen van Philips kozen voor een vlag met hun embleem die live voor de camera op een speciale standaard met ventilator wapperde. VARA, NCRV en VPRO kozen voor dia’s en/of een filmpje met hun embleem. Het VPRO embleem lijkt op een dia met een gemarmerd grijze achtergrond (wolken of water) met daarvoor de vier letters in Romeinse kapitalen (zie afbeeldingen hieronder).

Peter Zwart, die via VARA-regisseur Willy van Hemert overgehaald was om de decors voor de eerste landelijke televisie uitzending te maken, maakte in ieder geval het een herkenningsfilmpje voor de VARA (zie ook deze post over de eerste tv-leaders van Peter Zwart). Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat hij ook de dia’s of het filmpje voor de NCRV en VPRO maakte, maar zeker is dat allerminst.

Eigenlijk vreemd dat er een herkenningsbeeld van de VPRO bij de serie foto’s van de eerste landelijke televisie-uitzending zit. De VPRO deed namelijk helemaal nog niet mee aan het televisie experiment. De eerste VPRO-avond was pas in april 1952, ruim een half jaar ná die eerste uitzending. Het is helaas onmogelijk om na te gaan hoe deze dia op televisie gebruikt is en hoe vaak omdat er simpelweg geen opnames zijn uit die eerste jaren. Dus hoe vaak deze dia is gebruikt, en wanneer, is niet bekend.

Het ontwerp van Lex Barten’s VPRO embleem uit 1926 heeft overigens wel zijn weg naar het televisiescherm gevonden. Veel bewijs daarvan is er niet, eigenlijk is er alleen onderstaande foto genomen in een onbekende huiskamer. Daarop is te zien dat het embleem wat vetter is aangezet en dat de letters schreefloos zijn geworden. Maar, voor het uitdragen van de identiteit van de omroep was het tonen van een embleem van ondergeschikt belang. Het gezicht van de omroep werd bepaald door de omroepster. In het geval van de VPRO was dat Verti Dixon.

Vorm van de VPRO 1: 18 minuten VPRO-vormgeving

Piet Schreuders en Beate Wegloop, art directors bij de VPRO gids hebben een overzichtswerk uitgebracht over alle prachtige covers die de afgelopen 85 jaar voorbij kwamen. Van de voorpagina vol met reclame (heel gebruikelijk in de jaren 20 en 30) tot de prijswinnende ontwerpen van nu. Onder de ontwerpers in het boek zitten ook veel televisieontwerpers van de NOS: Hans de Cocq, Will Bakker, Frans Lasès, Kal Beerends, Monique Korteweg, Rob van den Berg, Arie Teunissen en natuurlijk ook de VPRO-televisieontwerpers; Jaap Drupsteen, Willem van den Berg, Bob Takes en Max Kisman.

Viola Lindner van het NRC sloot afgelopen week haar recensie over het boek en de tentoonstelling af met: “Mist er dan nog iets? Misschien de animaties [..] Misschien een onderwerp voor de 90ste verjaardagsviering?” Een goede suggestie Viola! Hieronder alvast een YouTube speellijst met zo’n 37 filmpjes, oftewel 18 minuten VPRO-plezier.

De komende weken besteden we op deze site extra aandacht aan de televisievormgeving van de VPRO, houd de site dus in de gaten!

VARA animaties van Frans Schupp

Deze bijzondere pauze-video-animaties van Frans Schupp waren er bijna niet meer. In 1982 gaat de VARA af en toe op de zondagavond uitzenden, wat normaal gesproken de vaste VPRO-avond is. De VARA wil wel de sfeer van de VPRO-uitzendingen vasthouden; dus veel aandacht voor kunst en cultuur in de programma’s én in de presentatie van de avond. Niet de omroepster in beeld maar videografische kunstwerkjes zoals Jaap Drupsteen die in de jaren zeventig voor de VPRO maakte.

De opdracht gaat naar NOS Grafisch ontwerp en men kiest voor de storyboards van Frans Schupp. Die worden door Robin Noorda, in 1982 stagiair van Schupp, uitgewerkt tot deze animaties op muziek van Erik Satie. De uitzendbanden zijn per ongeluk gewist. Er bestond tot voor kort alleen nog een VHS-kopie van zeer slechte kwaliteit. Noorda, inmiddels gelauwerd animator, digitaliseerde en restaureerde deze kopie zodat wij 30 jaar na dato opnieuw kunnen genieten van deze bewegende kunstwerkjes.

Kunstfluiter in stationcall

Televisievormgeving is voor de helft geluid. De muziek -en niet het beeld- roept je vanuit de keuken terug naar de televisie; ‘Je programma begint!’

Voor de identiteit van een omroepvereniging is muziek ook een belangrijk herkenningsteken. Zo heeft de VPRO heeft sinds begin jaren tachtig vaste openingsmuziek: de intro van het nummer ‘Here is the news’ van ELO. In de jaren tachtig nog zo’n 25 seconden te horen, nu ingekort tot 4 seconden. Maar net zo herkenbaar als toen. Het fragment werd uitgekozen door Fred van Dijk, destijds eindregisseur. Hij was degene die samen met de vaste VPRO-ontwerper de ruimtes tussen de programma’s vormgaf, op de typische VPRO-manier (zonder omroepster in beeld!).

Het nummer komt uit 1981 en is een muzikale versie van het nieuwsjournaal in de toekomst; ‘the weather is fine but there might be a meteorshower’. Het intro van het nummer is eigenlijk de leadermuziek van dit fictieve futuristische journaal. Maar als je de zwaar aangezette synthesizer-sound weg denkt is het een hele klassieke, traditionele en pompeuze Journaaltune. Een ironische versie van de ultieme journaaltune dus. Op deze manier de draak steken met televisie-clichés hoort sinds de eerste ‘signalen’ van Jaap Drupsteen bij de VPRO als het kruis bij de KRO. En die ironie is waarschijnlijk doorslaggevend geweest voor de keuze van Van Dijk en Roelof Kiers, de chef tv destijds.

De eindtune stamt ook uit die tijd. Deze is speciaal voor de VPRO gecomponeerd door Jacob Klaassen en gefloten door kunstfluiter Jan Tromp. Bob Takes, VPRO-ontwerper van 1986-1992 en 1996-1999 nodigt Tromp in 1990 uit om voor een blue-screen de tune nog eens live te fluiten. Helaas is deze tune niet meer op de televisie te horen. Het goede nieuws: een ijverige YouTuber heeft dit pareltje gevonden op een oude VHS en online gezet!

NTS zendmast

De herkenningsbeelden die de omroepverenigingen en de NTS (voorloper NOS) in de jaren vijftig gebruikten zijn iconisch geworden. De VARA haan op een windwijzer, de statige VPRO letters tegen een achtergrond van wolken, het vaandel van de NCRV. Deze foto’s zijn in zo’n beetje alle geschiedenisboeken over de omroep terug te vinden.

Maar zoals dat vaak is bij iconische beelden, weten we er eigenlijk weinig over. Behalve dat de foto’s van een televisiescherm zijn gemaakt ergens in 1951. Omdat die eerste jaren alles live was, is er niets bewaard van die uitzendingen. We weten dus niet hoe vaak deze herkenningbeelden te zien waren. Hoe lang waren ze op het scherm? Met welke muziek? Waren het dia’s of bewegende beelden op film?

Van de VARA weten we aan de hand van de schetsen van Peter Zwart dat hun windhaantje onderdeel was van een filmpje (zie in het boek pagina 226-227 en hier). Omdat Peter Zwart de eerste paar jaar alle creatieve werkzaamheden zo goed als in zijn eentje doet, is het zeer waarschijnlijk dat hij verantwoordelijk is geweest voor al deze iconische beelden. En dan is het ook waarschijnlijk dat de VPRO wolkenlucht, de NCRV trompet en de KRO pauze foto ook onderdeel zijn geweest van herkenningsfilmpjes, in plaat van statische dia’s of titelkaarten. De filmpjes zelf hebben het helaas niet overleefd, dus zeker weten we het allemaal niet.

Het meest iconische beeld van de prille jaren van de Nederlandse televisie is de NTS zendmast. Hiervan weten we wel zeker dat deze door Peter Zwart is ontworpen. Want, net als bij het VARA-filmpje, is er een schets van. Die schets is bewaard door Zwarts zoon Peter Zwart jr. Op de schets ‘idee NTS-dia’ staat een lijstje van de vier variaties die er moeten komen: NTS-dia, einde, pauze en storing. Die laatste twee zijn het meest in beeld geweest. Er ging nog wel eens wat mis in die experimentele periode. En, omdat alles live was, moest er soms een pauze ingelast worden om te wisselen van decor.

AANVULLING 10-11-2013

Rene Coelho, destijds cameraman bij de televisie mailde me dat er in de kantine de volgende interpretatie van de NTS Pauze-dia werd gemaakt:

Niet Tegen Sassen
Paal Al Uit Zijn Evenwicht

 

AANVULLING 2: datering van de NTS titelkaart met zendmast

NTS herkenningsdia van J.Ph. Dorren uit 1952

NTS herkenningsdia van J.Ph. Dorren uit 1952

De schets is mogelijk niet zou oud als de dia’s van de omroepverenigingen bovenin deze post. In het eerste experimentele tv-seizoen (oktober 1951 tot en met oktober 1952) wordt de NTS-vlag gebruikt als herkenningsbeeld. In mei 1952 een ontwerpwedstrijd uit voor een herkenningsbeeld voor het tweede seizoen. De eisen aan het ontwerp: de woorden ‘Nederlandse Televisie Stichting’ moeten erop staan; het moet geschikt zijn om drie minuten in beeld te zijn; het mag een statisch beeld zijn of een mechanisch apparaat (zoiets als de BBC-vleermuis). Als winnend ontwerp kiest men de afbeelding van studio Irene met de zendstalen, een ontwerp van meneer J.Ph. Dorren uit Hilversum die daar 250 gulden voor krijgt.

NTS embleem uit ca 1958

NTS embleem uit ca 1959

De titelkaart van Dorren is mogelijk tot 1959 in gebruik. Dan heeft de NTS een nieuwe voorzitter Schüttenhelm en moet er dus een nieuw embleem komen. Ditmaal wordt dat gewoon door de eigen grafisch afdeling gedaan. Wie dat ontwerp met de drie televisiekadertjes heeft gemaakt, is niet helemaal zeker. Mogelijk is dat Ralda Ebbing geweest, maar het zou ook een ontwerp van Peter Zwart geweest kunnen zijn. De schets hiervan is in ieder geval nog niet boven water.

Met dank aan Michel van Dijk

Vorm van de VPRO

“De vorm van de VPRO: televisievormgeving en omroepidentiteit” is de afstudeerscriptie van Liselotte uit 2006. Hiermee sloot zij haar doctoraal studie Televisie, media en cultuur aan de Universiteit van Amsterdam af. De begeleiding was in handen van prof. dr. Erik Laeven en prof. dr. Esther Cleven.

Elk hoofdstuk is als PDF te lezen of te downloaden, klik daarvoor op de titel van het hoofdstuk.

 

1. Inleiding
Tijdens een willekeurige televisieavond word je er tientallen keren mee geconfronteerd. Toch denken mensen bij televisievormgeving eerder aan de vormgeving van het toestel dan aan de ontwerpen die op de beeldbuis te zien zijn. Wat is televisievormgeving eigenlijk? Welke uitdagingen en beperkingen kent het vakgebied? Wat is er zo uitzonderlijk aan de VPRO dat zij in deze scriptie centraal staat?
2. VPRO-identiteit
De VPRO: eigenzinnig, progressief en avant-gardistisch. De identiteit van de VPRO is -net als bij alle andere omroepverenigingen- de legitimering van haar bestaan en dus vastgelegd in beleid. Maar die identiteitsbeschrijving is niet tijdloos, verschillende bestuurders en programmamakers drukken er hun stempel op. Wat is de identiteit van de VPRO en wie zijn de mensen die de koers bepalen?
3. Jaap Drupsteen 1971 – 1979
De VPRO doet de omroepster in de ban, maar wat moet ervoor in de plaats komen? Jaap Drupsteen zet met zijn bewegende grafische ontwerpen de VPRO op de kaart. De kleinste omroepvereniging van het kleine Nederland is daarmee een voorloper op het gebied van televisievormgeving. Hoe kwam hij bij de VPRO? Waarom vielen zijn ontwerpen zo in de smaak? Hoe zaten die technische hoogstandjes in elkaar?
4. Willem van den Berg 1979 – 1985
De VPRO neemt radicaal afstand van de jaren zeventig. Punker Willem van den Berg steekt elke zondagavond de VPRO-uitzending in een stoer en rebels jasje. Wat maakte zijn ontwerpen allemaal los? Hoe maakte hij ze en welke strategieën zette de VPRO allemaal in om de uitzendavond tot één geheel te maken?
5. Bob Takes 1986 – 1992 en 1997 – 2004
De computer doet zijn intrede in de wereld van televisievormgeving. Bob Takes ontwikkelt een geheel eigen beeldtaal die haaks staat op de Amerikaanse ‘vliegende asbakken’. Hoe zag zijn VPRO huisstijl eruit en hoe maakte hij deze? De komst van RTL4 maakt veel los, zenderprofilering gaat ten koste van omroepvormgeving. De mogelijkheden voor de VPRO om zich door televisievormgeving te onderscheiden verminderen. Hoe gaan de omroepvereniging en Takes hier mee om?
6. Max Kisman 1992 – 1996
De overstap van DTP-pionier Max Kisman naar de televisie wekt de aandacht van het hele design veld. De VPRO heeft wederom een ontwerper die de omroepvereniging een heel eigenzinnig gezicht geeft met zijn 3D animaties en typografische experimenten. Waarom gebruikte hij juist 3D in de tijd dat dat eigenlijk niet meer bon ton was?
7. Conclusie
De VPRO kan wel gezien worden als een moderne meacenas en werkte in de loop van de tijd samen met een indrukwekkende lijst van ontwerpers en kunstenaars. De omroepvereniging was de eerste en lange tijd de enige vereniging die een eigen televisievormgever hadden. Ondanks de grote verschillen tussen die ontwerpers wisten zij toch elke keer de identiteit van de VPRO feilloos te visualiseren.
Literatuurlijst
Afbeeldingenlijst

Op deze site verscheen ook een serie artikelen over de televisievormgeving van de VPRO van 1928 tot 2010. Met nog meer beeldmateriaal en filmpjes. Een overzichtje van deze artikelen vindt je hier: Vorm van de VPRO