Jaap Drupsteen bij Museum Hilversum

Afgelopen donderdag sprak Jaap Drupsteen in Museum Hilversum naar aanleiding van de tentoonstelling Grafisch Geluk. Hij was ruim twee uur aan het woord, maar zoals hij zelf al aangaf: dat zou hij gemakkelijk twee dagen vol kunnen houden. Want hij heeft de afgelopen 47(!) jaar niet stilgezeten. Sinds 1964 werkzaam op de grafische afdeling bij de Nederlandse Televisie Stichting, na een jaartje bij Tel Design, zo’n 8 jaar huisontwerper bij de VPRO. Sindsdien: televisievormgever, regisseur, ontwerper van bedrijfsfilms en reclame, grafisch ontwerper van postzegels, jaarverslagen, bankbiljetten, paspoort. Drupsteen is VJ bij technofeesten, heeft een eigen jazz-combo opgericht en verzorgt visuals bij uitvoeringen van moderne componisten als Jacob ter Veldhuis, hij doet aan videomapping bij orgelconcerten en steeds vaker componeert hij zelf de muziek onder zijn visualisaties.

VPRO stationcall van Jaap Drupsteen uit 1979

Een enorm veelzijdig oeuvre waar wel een duidelijke lijn in is te ontdekken, namelijk die van de muziek. Geluid en muziek speelden al een grote rol in de VPRO stationcalls. In de reeks die hij in 1979 maakte, koppelde hij de elektronische geluidsimpulsen aan de video-apparatuur. De muziek manipuleerde hier dus rechtstreeks het beeld. De jaren daarop perfectioneerde Drupsteen deze koppeling van geluid en beeld met behulp van computertechnieken tot uiterste perfectie. Bijvoorbeeld in onderstaande leader en bumpers voor kunstprogramma Nederland C (NOS, 1986) waar het lijkt of het beeld de muziek maakt, of andersom, een perfecte symbiose. Een probleem bij het creëren van zo’n symbiose is het afstemmen van de twee ritmes: muziek houdt zich immers niet aan het ritme van 24 beeldjes per seconde waaruit het bewegend beeld is opgebouwd. Ook daar vond Drupsteen een oplossing voor.

Drupsteen liet verder enkele fragmenten zien van zijn meest recente project: video-mappings op orgels bij concerten van Aart Bergwerff. Drupsteen stelt dat orgelconcerten visueel nogal saai zijn. De organist zelf is niet te zien en het publiek kijkt het hele concert naar een orgel dat niet beweegt. Drupsteen ontwerpt abstracte animaties die precies de vorm van het orgel en de muziek die daarop gespeeld wordt, volgt. De animatie wordt geprojecteerd op het orgel en de vertekeningen die ontstaan door de driedimensionale vormen van de orgelpijpen, ornamenten en lijsten voegen weer een extra laag van beweging en complexiteit toe aan het eindresultaat. De timing van muziek en beeld is hier niet gestuurd door de computer. Bergwerff speelt het stuk in op een synthesizer, op basis daarvan ontwerpt Drupsteen de animatie en wordt een een zogenaamde ‘click-track’ gemaakt. Die ‘click-track’ speelt in het oortje van de organist, zodat het tempo van projectie en muziekstuk bij de uitvoering kloppen. Maar, Drupsteen kan de animatie live nog een klein beetje vertragen of versnellen, mocht dat nodig zijn. Extra moeilijkheidsgraad: de organist ziet de projectie niet.


Meer fragmenten van video-mappings op orgels zijn te zien op de site van Drupsteen.

Ander bijzonder beeldmateriaal waar Drupsteen over vertelde waren de visualisaties van Three Plays van Gertrude Stein. Deze werden gemaakt naar een idee van Wilbert Bank, op muziek gezet door Fay Lovsky en in beeld gebracht door Drupsteen. Gemaakt in het kielzog van The Flood (NOS 1985), de televisieopera van Igor Stravinsky waar Bank als dramaturg en Drupsteen als regisseur/vormgever samenwerkte (hun eerste samenwerking was overigens al in 1972 bij de verfilming van Woyzeck hij de VPRO). Omdat The Flood een prestigieuze Prix Italia won in 1987, kregen ze de middelen bij elkaar voor dit volgende project. Helaas was de glorietijd van het spectaculaire televisiegenre muziektheater voorbij, ook regisseurs als Wilhemina Hoedeman en Bob Rooyens kregen nauwelijks meer een voet tussen de deur bij de Nederlandse televisie. Of misschien lag het aan de controversie rond het werk van Gertrude Stein dat de productie nooit in Nederland is uitgezonden. Gelukkig heeft Drupsteen deze productie in drie delen online gezet want de combinatie van de teksten van Stein, de muziek en stemmen door Fay Lovsky, kostuums, decors, regie en effecten vormen een intrigerend en wonderlijk geheel.

Jaap Drupsteen drukt de aftiteling voor Zo is het toevallig... (VARA), omstreeks 1964, bron: VARA archief

Maar om nog even terug te komen op muziek: Drupsteen is zelf ook aan het componeren geslagen. Toen hij al 22-jarige jongeman bij de NTS begon, was hij eigenlijk meer geïnteresseerd in muziek dan in het drukken van titelrollen. Als jazz muzikant was hij gefascineerd door de experimentele free-jazz die rond die tijd ontstond in de Verenigde Staten. Met pop muziek en de Beatles had hij niet zoveel, vandaar ook het bijna kaal geknipte koppie op de foto rechts. De free-jazz leidde naar David Bowie en zo rond 1984 maakt Drupsteen voor het eerst zelf muziek op de computer. Een fragment uit zijn laatste compositie, getiteld Emma cries for help met visuals van hemzelf en 33 1/3 collectiveis hieronder te zien.

Met zoveel interessant en mooi werk kan inderdaad gemakkelijk een week of wat gevuld worden. En ook na de presentatie werd er nog uitgebreid nagepraat over het hoe en wat van wat hij ons allemaal voorschotelde. Liefhebbers van zijn werk kunnen gelukkig al op 25 november weer terecht in Zwolle bij het BeeldBuis festival.

Catalogtree met MONEY & SPEED grote winnaar Dutch Design Awards

A multi-layered map showing different obstacles for building datacenters. This map is a part of the TouchDoc "Money & Speed: Inside the Black Box". In collaboration with Lutz Issler (programming).

Het Arhnemse ontwerpbureau Catalogtree is afgelopen zaterdag door de internationale jury van de Dutch Design Awards bekroond als ‘best of the best’ van 2011. Ze kregen die bijzondere prijs voor hun motion-graphics in de documentaire “MONEY & SPEED”. Deze is uitgezonden op televisie door de VPRO en is tevens beschikbaar in een interactieve versie voor de iPad. Nu heb ik geen iPad/Pod/Phone en dus heb ik alleen de tv-versie gezien. Maar die maakte al een fantastische indruk. Het onderwerp van de documentaire is de werking van de financiële markt, absoluut geen gemakkelijke, maar wel hele belangrijke kost. Veel reportages over dit onderwerp komen niet verder dan pratende hoofden, afgewisseld met shotjes van de beursvloer en tickertape. Dat maakt maakt het allemaal niet erg prettig of verhelderend om naar te kijken. Catalogtree maakt het onderwerp inzichtelijk met bewegende grafiek die een enorme informatieve waarde heeft en er bovendien ook nog eens übercool uitziet.

A visualisation based on real-time data showing the current state of important stock exchanges around the world. This animation is part of the TouchDoc "Money & Speed: Inside the Black Box". In collaboration with Lutz Issler (programming).


Uit het persbericht van de DDA:

The Golden Eye – de prijs voor de beste Nederlandse vormgeving voor 2011 – werd door de internationale jury toegekend aan de iPad-documentaire ‘Money & Speed: Inside the Black Box’ van VPRO Tegenlicht door Catalogtree (Daniel Gross & Joris Maltha). Uit een veld van meer dan 680 deelnemers en 45 finalisten was het werk Money & Speed ‘the best of the best’. Naast de eer wint Catalogtree €20.000 aan prijzengeld. De internationale jury zei het volgende over het bekroonde werk: “Money & Speed heeft de capaciteit om een breed publiek aan te zetten tot verandering. Het laat zien dat design daadwerkelijk kan bijdragen aan een betere wereld: een eye opener.”

Een ontzettend terechte prijs voor Catalogustree en een goede gelegenheid om die documentaire nog eens te gaan bekijken. Hij is online te zien bij VPRO Tegenlicht en voor de iPeople verkrijgbaar in de AppStore. En dan op naar het Beursplein!

Grafisch geluk

Het is inmiddels een half jaar geleden (+ een week) dat Vorm van vermaak verscheen. Het boek waar Roy van Vilsteren, Marjolein Dirksen en ik zo hard aan gewerkt hebben in 2010. Het maken van het boek was al heel erg leuk, maar de periode daarna is natuurlijk nog leuker. Lieve en enthousiaste reacties van lezers, ontwerpers en veel media-aandacht. Zelfs afgelopen maand nog verscheen er een mooi stukje in Items en vorige week gaf de Volkskrant ons (na de 3 pagina’s in april) maar liefst 4 sterren.

En er gebeuren nog meer leuke dingen. Donderdag 20 oktober opent in Museum Hilversum de tentoonstelling Grafisch Geluk. Één van de drie verdiepingen in het museum is ingericht met televisie ontwerpen uit de collectie van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Er is werk te zien van Jaap Drupsteen en Frans Schupp, die zijn collectie overdroeg bij de boekpresentatie/symposium op 14 april. Op de andere etages zijn te zien: een overzicht van affiches uit de indrukwekkende geschiedenis van Steendrukkerij De Jong & Co en een selectie van toonaangevende hedendaagse ontwerpers. De vormgeving van de tentoonstelling zelf is ook erg de moeite waard overigens. Trapped in Suburbia verzorgt naast de tentoonstelling en publiciteit ook de vormgeving van het boek van Bas van Lier over 100 jaar De Jong & Co.

Gelukkig mocht ik me ook een klein beetje bemoeien met de totstandkoming van Grafisch Geluk. Leerzaam en vooral erg leuk om te werken met het enthousiaste team van Museum Hilversum. Het boek Vorm van vermaak is uiteraard te verkrijgen in de museumwinkel en de komende maanden verschijnen artikelen met over het tentoongestelde werk van Frans Schupp en Jaap Drupsteen op deze site. Donderdag 10 november geven Jaap Drupsteen en ik een lezing/presentatie die aansluit bij de tentoonstelling.

De opening van Grafisch Geluk is natuurlijk goed getimed met het begin van de Design Week in Eindhoven vrijdag 21 oktober. En daarom besteedt de AVRO website de komende tijd veel aandacht aan design. Er is ook een webreportage gemaakt over televisievormgeving. Willem van den Berg (Bergwerk)laat zien hoe hij met diaprojectoren VPRO stationcalls maakte en Frans Schupp vertelt over de vormgeving van TopPop. De reportage is op het AVRO Kunst portal te bekijken. Ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden!

Vorm van de VPRO 11: Thonik

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers-boek duiken we in deze serie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

De (voorlopig?) laatste huisstijl van de VPRO is ontwikkeld door ontwerpbureau Thonik. De nieuwe huisstijl werd op 24 augustus 2010 gepresenteerd.

2010 is een roerig jaar: het wordt duidelijk dat de crisis op de financiële markten ook voor het omroepbestel de nodige gevolgen zal gaan hebben. Henk Hagoort, voorzitter van de NPO kondigt in zijn nieuwjaarsspeech aan dat de publieke omroep in moet gaan krimpen van 24 naar 15 spelers. Staatsomroepen NPS, Teleac en RVU nemen het voortouw en fuseren tot NTR. Tegelijkertijd met deze fusie worden er zendmachtigingen verleend aan twee nieuwe omroepverenigingen: PowNed en Wakker Nederland starten beide in september 2010 met uitzenden.

Te midden van deze verwikkelingen in het medialandschap besluit de VPRO dat de communicatiestrategie beter moet. Het gaat in eerste instantie om het verbeteren van de herkenbaarheid van het merk VPRO, zoals ook te lezen is in het persbericht bij de presentatie van ‘de vernieuwde visuele identiteit’:

“Om in de stortvloed aan media een duidelijke koppeling te houden tussen de programma’s en de VPRO als afzender, is ervoor gekozen de VPRO als krachtig merk duidelijker te verbinden aan het aanbod. Zo worden de verschillende programma’s die getuigen van de waarden die de VPRO typeren weer vanzelfsprekend aan de VPRO geklonken.”

Als dit het uitgangspunt is geweest voor de opdracht aan Thonik, dan is gelijk ook de positie van de VPRO ten opzichte van een mogelijke fusie duidelijk. Lennart van der Meulen, VPRO directeur, laat -4 dagen na de invoering van de nieuwe huisstijl – aan de Volkskrant weten dat de VPRO niet van plan is om te fuseren met bijvoorbeeld de VARA. Een van de redenen van Van der Meulen luidt: “Bovendien is het niet slim om sterke merken als de VPRO of VARA op te doeken.”

Thonik kiest ervoor om voort te bouwen op het logo van Willem van den Berg uit 1982. Dat is opmerkelijk want de voorgaande VPRO logo’s bouwen allemaal vrij nadrukkelijk niet op elkaar voort. Van den Berg’s vlijmscherpe vaandel en strakke letters waren een tegenreactie op de ronde, zachte vormen van Jaap Drupsteen’s logo uit 1971. Drupsteen’s zwierige vignet was op zijn buurt weer een reactie op de bescheiden en onnadrukkelijk aanwezige Helvetica-achtige letters van Jan Bons uit 1966. Die vernieuwingsdrang en de wil om er vooral anders uit te zien dan de anderen (omroepverenigingen) is bij deze laatste huisstijl veel minder aanwezig. Sterker nog; de ontwerpen van Thonik staan juist bekend om een aantal vaste formules: onderkast, felle kleuren, sterk conceptueel. Daarmee lijkt de VPRO misschien niet op de andere omroepverenigingen, maar refereert ze wel indirect aan de andere ontwerpen van Thonik: huisstijlen voor museum Boymans Van Beuningen, NRC, Centraal Museum Utrecht, cultureel centrum De Balie, de SP, Grachtenfestival, Rotterdam Designprijs, Openbare Bibliotheek Amsterdam, de architectuurbiënnale in Venetië, om er maar een paar te noemen. Een zeer respectabele lijst opdrachtgevers uit de publiek en culturele sector waar de VPRO zich graag bij aansluit. Museumbezoekers, boekenlezers, concertgangers en designliefhebbers kijken VPRO. Of zoals Van der Meulen het stelt in de Volkskrant van 28 augustus 2010: “De VPRO heeft een eigen identiteit, met een duidelijke eigen achterban: de creatieve klasse.”

Volgens de ontwerpers kent het logo meer dan een miljard verschillende verschijningsvormen. In de lange stationcall hieronder (met de ELO-tune) zijn er alvast een aantal te zien. Die variatie geeft de verschillende VPRO ‘producten’ (programma’s, websites, gids, ledenwerving) en hun vormgevers de mogelijkheid het logo enigszins aan te passen per situatie. Een poging tot een oplossing van een tegenstrijdigheid tussen een sterke (televisie-)huisstijl en de autonomie van de programmamakers die in het verleden wel eens speelde. De vraag is hoelang het leuk blijft om naar een van de miljard varianten van het logo te kijken. Variatie in vormen, kleuren beweging is leuk, maar ook voorspelbaar omdat de spelregels direct duidelijk zijn. We zullen zien hoe lang het de VPRO nog gegund is om zelfstandig en eigenzinnig te overleven.

Dit was het laatste bericht in de de reeks over de vormgeving van de VPRO. Meer lezen: Alle berichten nog eens op een rijtje. Mijn scriptie over de periode 1971 – 2004. Bekijk de YouTube-playlist met 18 minuten aan VPRO-leaders.

Vorm van de VPRO 10: Mieke Gerritzen

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers-boek duiken we in deze serie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

De VPRO heeft eind jaren negentig Nederland 3 als thuisnet, samen met de VARA, NPS en RVU. In 1999 wordt de eindregie van het net gecentraliseerd en daarbij hoort een gezamenlijke vormgeving. De Nederland 3 partners zijn het er over eens dat het derde net een sterkere identiteit moet hebben, maar uiteraard willen ze hun eigen identiteit niet opgeven. Mieke Gerritzen heeft de perfecte oplossing voor dit identiteitsconflict. In haar ontwerp maakt ze van de nood een kunst: ze gebruikt de omroeplogo’s als een patroon dat een kleurrijke achtergrond vormt voor de ‘3’. De gekleurde banen draaien (als driehoekige lamellen) horizontaal en verticaal weg om over te gaan in een programma-aankondiging, één omroeplogo, of een promo.

Haar ontwerp zal bij de VPRO zeer goed zijn gevallen. Ze werkt namelijk al voor 1999 voor de omroepvereniging. Begin jaren negentig is ze een van de eerste ontwerpers die zich begeeft op het internet en zodoende werkt ze een aantal maal voor VPRO Digitaal, de afdeling die zich stort op nieuwe media. Ze werkt in 1994 mee aan de VPRO website (de VPRO was daarmee in 1994 een van de eerste Nederlandse organisaties op het wereldwijde web) en aan ‘De Digitale Gids’; een digitale versie van de VPRO Gids op een cd-rom. Verder ontwerpt ze enkele malen de cover voor de papieren VPRO Gids (5 maal tussen 1995 en 1997).

Haar gebruik van de omroeplogo’s als onderdelen van een patroon, als ware het onderdelen in een bloementjesbehang, is niet alleen opvallend en vernieuwend, maar rebelleert ook tegen gangbare wijze waarop een logo doorgaans in beeld gebracht wordt. Rebels, vernieuwend en opvallend; allemaal elementen die ook kenmerkend waren voor VPRO televisievormgeving van Jaap Drupsteen, Willem van den Berg, Bob Takes en Max Kisman. Hoewel de VPRO dus haar unieke televisievormgeving en vormgevingsstrategie op moet geven, krijgen ze er wel een ‘typisch VPRO’ Nederland 3 voor terug.

Vorm van de VPRO 9: Bob Takes

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers-boek duiken we in deze zomer/herfstserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

Vanaf 1997 is Bob Takes opnieuw verantwoordelijk voor de televisievormgeving van de VPRO. Maar het medialandschap veranderd in deze periode behoorlijk. De identiteit van de drie publieke netten wordt geleidelijk versterkt ten koste van de omroepvormgeving. In 1999 is dat proces voltooid; de omroep(st)ers verdwijnen van het scherm en ook Takes VPRO-vormgeving is niet meer op televisie te zien. Niet alleen Takes’ contract wordt niet verlengt, ook Fred van Dijk verlaat de VPRO. Van Dijk die sinds 1977 VPRO eindregisseur is, speelde al die jaren een belangrijke rol bij de VPRO-presentatie. Hij zorgde ervoor dat programma’s en televisievormgeving één geheel vormden, hij koos de muziek -zo ook de ELO tune- en schreef de teksten voor de omroep(st)ers. Ook de ‘stemmen van de VPRO’ Harmke Pijpers (omroepster sinds 1972, met onderbreking van 1979-1981) en Cor Galis (omroeper sinds 1973) zijn vanaf 1999 niet meer te horen op de televisie. In de Nederland 3-vormgeving van Mieke Gerritzen (deze komt volgende week aan bod) is geen plaats meer voor de individuele smaak en stijl van de verenigingen. Daarmee komt een eind aan een zeer succesvolle en unieke presentatie- en programmeringsstrategie van de VPRO die is ingezet met de ‘signalen’ van Jaap Drupsteen uit 1971.

Tussen 1999 en 2003 heeft elk net een eigen huisstijl. In 2003 gaat de centralisatie van de televisievormgeving nog een stapje verder: ontwerpbureau Kemistry ontwerpt in opdracht van de NPO één huisstijl voor de publieke netten. Een ruitje met afgeronde hoeken vormt de basis voor de logo’s van Nederland 1, 2 en 3. De netten krijgen wel een eigen kleur en eigen idents. Tegelijkertijd met deze centralisatie krijgen de omroepverenigingen elk vier korte seconden aan het eind van hun programma’s om hun identiteit te laten horen en zien. De VPRO vraagt Takes om die ident te ontwerpen. Takes gebruikt daarvoor het VPRO-logo uit 1981 en een fragment uit de inmiddels onlosmakelijke met de VPRO verbonden tune van ELO uit ‘Here is the news’. De zwart-wit verspringende vlakken zien er op het eerste gezicht eenvoudig uit, pas bij herhaald kijken, wordt duidelijk dat het draaiende drie-dimensionale blokjes zijn. Takes combineert zodoende maximale herkenbaarheid en eenvoud met een bijna verstopte ingewikkeldere tweede laag. Maar zelfs in deze 4 seconden wil de NPO een stempel drukken, het blokje-bolletje logo moet er ook in.

Het gat van nederland

Vandaag wordt bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid de canon van de Nederlandse televisie bekend gemaakt in het kader van 60 jaar televisie. Een van de geselecteerde programma’s in de categorie Human Interest is Het Gat van Nederland (VPRO, 1972). Beinvloed door Direct Cinema, een nieuwe manier van documentaire maken uit de Verenigde Staten. Door handzame camera’s kon er in kleinere crews gewerkt worden. De documentaire maker kon zich nu voor het eerst onopvallend opstellen en als een vlieg op de muur min of meer objectief de handelingen vastleggen. Nu was het Gat van Nederland alles behalve objectief. De houding van de makers werd nog versterkt door de vormgeving van Jaap Drupsteen. Met heraldische leeuwen, de Nederlandse vlag en dramatische marsmuziek plaatste hij de reportages in een ironisch kader.
Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.

Vorm van de VPRO 8: Max Kisman

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers-boek duiken we in deze zomerserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

Screenshots van Kisman's VPRO-vormgeving

Max Kisman volgt in 1992 Bob Takes op als VPRO ontwerper. Hij heeft dan al naam gemaakt als grafisch ontwerper. Onder andere als vormgever van muziektijdschrift Vinyl, mede-initiator en ontwerper van tijdschrift TYP/Typografische papier, affiche ontwerper voor Paradiso en met zijn postzegels voor het Rode Kruis. Bovendien is hij een van de pioniers op het gebied van ‘desktop publishing’; grafische ontwerp met behulp van de computer. Kisman’s overstap naar televisie wekt de aandacht van het hele design veld, maar het duurt nog even voor hij de Cubicomp bij de VPRO onder de knie krijgt. De eerste maanden werken Kisman en Takes samen aan de programma-introducties, bumpertjes en stationcalls waardoor Takes invloed nog groot is. Geleidelijk ontwikkelt Kisman zijn eigen stijl. Hij is een groot voorstander van eenvoudige, heldere beelden. Daardoor gaat hij de beperkingen van de computer uitbuiten en uitvergroten. In plaats van de Cubicomp gaat hij expres werken op de minder geavanceerde Amiga. Zijn drie-dimensionale computeranimaties zijn opgebouwd uit de beschikbare basisvormen in de computer: kubus, bal en kegel. De animaties hebben hierdoor iets bijna kinderlijks. Een groot verschil met de ontwikkeling richting zo realistisch mogelijke driedimensionale animatie, zoals de dino’s megablockbuster ‘Jurassic Park’ uit 1993. Daarnaast is Kismans liefde voor letterontwerp duidelijk terug te zien. Hij experimenteert en ontwerp vele nieuwe lettertypes, zoals ‘Fudoni’, een samensmelting van Futura en Bodoni. Hij maakt nauwelijks gebruik van het officiële VPRO-logo en zijn zelf ontworpen VPRO-letters vormen als het ware alternatieve logo’s. Kisman’s ontwerpen vallen in de smaak en net als zijn voorganger Jaap Drupsteen mag hij meerdere prijzen voor zijn VPRO-ontwerpen in ontvangst nemen.

Begin jaren negentig is het televisielandschap onherroepelijk veranderd. RTL4 snoept de helft van de kijkers en reclame inkomsten weg bij de publieke netten. Er moet wat veranderen. Langzamerhand begint men met het aanpakken van de verzuilde programmering. De netten moeten elk een sterkere eigen identiteit krijgen, maar de omroepverenigingen willen niet dat dat ten koste gaat van hun eigen identiteit. De ontwikkeling van die zender-huisstijlen verloopt dat ook zeer moeizaam. De nieuwe huisstijl van Nederlands 3, vanaf 1988 het thuisnet van de VPRO, VARA, NOS en de kleine zendgemachtigden, komt pas in 1994 tot stand. De basis is een door Kisman ontworpen 3 met een statige bovenkant en een zwierige punt. Deze 3 is tot 1999 de basis van de Nederland 3-vormgeving.

Vorm van de VPRO 7: Bob Takes

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers-boek duiken we in deze zomerserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

het VPRO logo in 3D door Willem van den Berg

Omstreeks 1986 komt er een nieuwe ontwerpcomputer op de markt: de Cubicomp. Een echte 3D ontwerp computer. De VPRO is de eerste klant in Nederland en koopt de computer voor Willem van den Berg. Omdat hij op dat moment een van de weinigen ontwerpers is die hier bedreven in is, komt hij al snel om in het werk. Bedrijven, onderwijs, reclamemakers, iedereen wil 3D animatie. En er blijft steeds minder tijd over voor de VPRO. De wegen scheiden en de VPRO moet op zoek naar een vervanger.

Cubicomp 1986 demo from Pierre Hénon on Vimeo.

Bumpertje voor BGTV met Michiel Romeyn in 1982

Die vervanger wordt gevonden in Bob Takes. Hij werkt in 1982 voor het eerst voor de VPRO als een van de makers van het reportage-programma BGTV. Bob Takes maakt samen met Michiel Romeyn een aantal minimalistische en grappige bumpertjes. En daarna werkt hij als redacteur mee aan muziekprogramma Hotel Suburbia. Takes is opgeleid als grafisch ontwerper en toont veel interesse voor ontwerpen op de computer en bewegende vormgeving en zodoende is hij de logische opvolger van Van den Berg. Maar Takes is niet zo gecharmeerd van wat hij op televisie ziet aan 3D animatie. Geïnspireerd op commercieel Amerikaanse voorbeelden komen er uit de Cubicomp meestal metaal-achtige, glimmende logo’s die door de ruimte draaien en vliegen. Die beeldtaal wordt voor een deel opgelegd door de mogelijkheden en beperkingen van de computer, maar is in die jaren vooral dé trend. Takes laat met zijn VPRO-vormgeving zien dat het ook anders kan.

Witte achtergronden dus, in plaats van het zwart dat sinds de storingskaartjes uit de jaren vijftig de standaard is. Veel ambachtelijke grafische elementen: verfspatten, potlood, inkt en krijt, uitgeknipte illustraties, pictogrammen, karton. Maar wel in combinatie met 3 dimensionale vormen. Een van de bekendste afsluiters is die met het wuivende handje, met de eindtune gefloten door Jan Tromp.

Van de vier VPRO-ontwerpers werkt Takes het langste bij de VPRO, van 1986 tot 1992 en van 1997 tot 2004. Net als Willem van den Berg maakt hij van elke VPRO televisieavond iets bijzonders. Met regelmatig nieuwe openingsfilmpjes, afsluiters en verbindende animaties waarover Cor Galis de aankondigingen inspreekt. Maar Takes gaat ook, op verzoek van Roelof Kiers, voor de VPRO-programma’s de vormgeving verzorgen. De autonome types bij de VPRO zijn het daar niet altijd mee eens, maar Kiers was stellig en antwoordde dan: “zorg jij maar dat je programma goed is, dan zorgt Bob dat de avond goed is”. Takes is als ontwerper ook betrokken bij de ledenwerfcampagne van Boudewijn Paans (hoofdredacteur van Vrije Geluiden) “Stop de verloedering” die van de VPRO eindelijk een A-omroep maakt in 1991.

Takes gaat in 1992 rond de wereld zeilen, maar eerst neemt hij een paar maanden de tijd om de nieuwe VPRO-ontwerper in de werken. Die nieuwe ontwerper is Max Kisman. En daarover volgende week meer.

Vorm van de VPRO 6: Willem van den Berg

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers-boek duiken we in deze zomerserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

Willem van den Bergs audiovisuele carrière start in Rotterdam. Eind jaren zeventig werkt hij mee aan het anarchistische jongerenprogramma Neon. Net als de punk-fanzines van die tijd is het programma opzettelijk amateuristisch in elkaar gezet en dat geldt ook voor de vormgeving. En het mag ook best choqueren: titelkaarten vliegen in brand, tussentitels worden met een spuitbus op de muur geschreven, een beetje storing of een rommelige montage zijn geen probleem en er zijn natuurlijk veel fotocollages in beeld. Vooral die laatsten doen denken aan de beginjaren van televisiegraphics toen de toneelmeester met schuifjes en ijzerdraadjes de “animatie” tot leven bracht. (Zie bijvoorbeeld de prachtige Swiebertje schuiftitel van Frans Lasès of de schuiftitels van Jos van Grieken op dit blog)

Het punkprogramma valt in de smaak bij Roelof Kiers die bij de VPRO op zoek is naar nieuwe, jonge programmamakers. En ook het ledenbestand mag van hem wel wat jonge aanwas krijgen. Van den Berg krijgt dan ook de vraag om ledenwerfspots te maken voor na de Neon uitzendingen op de VPRO televisieavond. De spotjes hebben het gewenste effect, maar de nieuwe koers die Kiers in gedachten heeft voor de VPRO valt niet bij iedereen goed. De programma-makers die school maakten in de jaren zeventig verlaten de omroepvereniging. Jaap Drupsteen is een van hen. Kiers ziet in Van den Berg een goede opvolger, het enorme contrast in technieken en beeldtaal laat goed zien dat de VPRO met de tijd mee gaat.

Van den Berg is de jaren daarna de vaste VPRO vormgever. Drupsteen maakte in de loop van de jaren zeventig zo’n 80 verschillende signalen die elk hun eigen toon of sfeer neer moesten zetten voor het daarna volgend programma. Van den Berg’s vormgeving gaat verder. De ontwerper schuift aan bij de programmabespreking op maandag, werkt de rest van de week thuis op zij zolder en schuur met projectoren, dia’s, lampen, gordijnrails en zelf de ijsmachine van zijn vrouw aan de stationcalls en programmaintro’s. Aan het eind van de week komt er een camerawagen langs die alles opneemt. Elke zondagavond heeft zo een op maat gemaakte vormgeving. Ook de rol van de eindregisseur, Fred van Dijk is daardoor groot. Hij zorgt bovendien vaak voor de muziek bij Van den Bergs werk. Het is zijn verdienste dat de VPRO tot op heden herkenbaar is aan de intro van ELO’s “Here is the news”.

De ledenwerfspots worden een standaard onderdeel van de VPRO televisieavond. Van den Berg maakt er tientallen, meestal met een hoofdrol voor het bekende PTT draaischijf-model (T65) en uiteraard passen ze bij de programma’s van die avond. Een zingend marsmannetje op de science-fiction thema avond en sm met telefoonsnoeren na een programma over pornografie, het kan allemaal bij de VPRO.