Grafisch Geluk naar China


De tentoonstelling Grafisch Geluk bij Museum Hilversum niet kunnen zien afgelopen winter? Niet getreurd, je krijgt nog een kans. Dan moet je alleen wel naar China. Grafisch Geluk gaat op reis en het werk van Jaap Drupsteen en Frans Schupp zal aan het eind van het jaar in een museum in Nanjing hangen tussen werk van de beste Nederlandse ontwerpers van de afgelopen 100 jaar. Daar word ik wel gelukkig van!

Grafisch geluk 6: Symposium

Afgelopen donderdag (19 januari) vond het symposium Grafisch Geluk plaats, een van de vele evenementen die Museum Hilversum rond de gelijknamige tentoonstelling organiseert. Het symposium is het resultaat van een samenwerking met de afdeling grafisch ontwerp van de HKU. Het werk van studenten hangt in de tentoonstelling op de etage met ontwerp van hedendaagse grafici. In korte filmpjes laten studenten zien voor hun het grafisch geluk zit. Voor de tentoonstelling zocht het museum daarnaast ook samenwerking met stichting Premsela en het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Doordat dit instituut de depots opende, zijn op de derde etage de ontwerpen voor televisie van Frans Schupp en Jaap Drupsteen te bewonderen. Volgens Stef van Breugel, directeur van het sympathieke en kleine museum zijn dit soort samenwerkingen onontbeerlijk voor het voortbestaan van Museum Hilversum.

Continue reading

Grafisch Geluk 4: Steendrukkerij De Jong & Co.

Museum Hilversum organiseert tijdens de tentoonstelling Grafisch Geluk een aantal lezingen en artist-talks. Eerder was al de eer aan Jaap Drupsteen en mijzelf (hier het verslag) en afgelopen week (15 december) stond Steendrukkerij De Jong & Co centraal.

Bas van Lier tekende de geschiedenis van deze drukkerij op en dit boek vormde de aanleiding voor de tentoonstelling Grafisch Geluk. Van Lier vertelde over de totstandkoming van het project, de geschiedenis van de befaamde steendrukkerij, de familie Brattinga, de vele trouwe medewerkers, de legendarische kantine tentoonstellingen en de Kwadraat-bladen. Extra bijzonder was dat de lezing gehouden werd in de tentoonstellingszaal en dat vele oud medewerkers aanwezig waren. Van Lier presenteerde veel ‘nieuw’ beeldmateriaal: foto’s en ontwerpen die niet in het boek te zien zijn en hij had een aantal bijzondere affiches meegenomen. Die werden gemaakt op uitnodiging van de drukkerij die ontwerpers vroeg een ‘onmogelijk affiche’ te ontwerpen en drukken. Daarvoor kregen ze naar verluidt wekenlang een drukpers en drukker ter beschikking.

Hierna vertelde Paul van Mameren van Lecturis Publishing over de geschiedenis van deze drukkerij en uitgeverij. Hij benadrukte de rol die drukkers kunnen spelen op het gebied van grafisch ontwerpen. Net als Steendrukkerij De Jong zoekt Lecturis de samenwerking op met ontwerpers en initieert ze bijzondere projecten zoals de Lecturis documentaires.

Karin Langeveld van Trapped in Suburbia lichtte vervolgens de ontwerpkeuzes toe die gemaakt werden bij de vormgeving van boek en tentoonstelling. Zo kwamen we te weten dat de lichtbakken in de tentoonstelling (foto rechts) te danken zijn aan het verdwijnen van de postkantoren (vergelijk met deze foto).

Het eerste ontwerp van Trapped in Suburbia voor het boek was een vierkanten doos met daarin een boek waarvan de papierdikte naar het midden toe toeneemt zodat de binnen en buitenkant als het ware omgewisseld worden. Een origineel idee geheel in de traditie van de Kwadraatbladen, maar toch iets te onconventioneel. Het tweede ontwerp werd het wel: een omslag uit meerdere bladen die tezamen het logo van Steendrukkerij De Jong vormen. Dat logo, een ontwerp van Otto Treumann uit 1957, siert ook de afbeeldingenlijsten van de tentoonstelling. De andere twee etages (hedendaags ontwerp en omroepvormgeving) hebben hun eigen patroon.

Objectenlijsten van de tentoonstelling ontworpen door Trapped in Suburbia

 

Omdat de lezingen werden gehouden in de tentoonstellingszaal kregen wij als toehoorders de gelegenheid om de affiches uitgebreid te bekijken. Mijn oog viel natuurlijk op het setje affiches hiernaast.

Pieter Auke Brattinga (‘de eerste’) was uitgesproken socialist en actief lid van de SDAP. Die politieke houding zie je duidelijk terug in de opdrachten uit de jaren twintig en dertig. Naast de SDAP, waren dat vakbonden en natuurlijk ook de VARA. Graficus Jan Rot illustreerde regelmatig voor de VARA Radiobode en ontwierp in 1931 het onderste affiche. Het bovenste affiche voor de VPRO is eveneens van zijn hand.

Deze twee affiches zijn kenmerkend voor de twee omroepen in deze periode; de VARA roept op tot verzuiling en de VPRO uit juist haar streven naar een nationale omroep. In tegenstelling tot andere omroepverenigingen -voorstanders van een verzuild bestel- zal de VPRO dan ook geen bezwaar hebben gehad om gebruik te maken die niet tot de ‘eigen zuil’ behoorde. Zo werkte er nog in ieder geval nog één socialistische graficus voor de VPRO: Albert Hahn Jr. Hij verzorgde enkele jaren de vormgeving voor Vrije Geluiden, de radiogids van de VPRO (meer hierover in mijn bespreking van het VPRO Gids Cover’s boek).

Er zijn nog twee lezingenavonden bij Museum Hilversum naar aanleiding van de tentoonstelling Grafisch Geluk:

Meer informatie bij Museum Hilversum.

Grafisch Geluk 3: R

Vanwege de tentoonstelling Grafisch Geluk deze winter extra aandacht voor de tv-ontwerpen die in Museum Hilversum te zien zijn.

Schets uit de Collectie Drupsteen, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Een van de mooie dingen aan de tentoonstelling van het grafische werk van Jaap Drupsteen is dat je als bezoeker heel precies de ontwikkeling van het bijzondere VPRO-logo kan volgen. Dat is natuurlijk in de eerste plaats te danken aan de ontwerper zelf die zijn eerste schetsen, werktekeningen en storyboards allemaal keurig bewaarde en in beheer heeft gegeven aan het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

Op zijn allereerste twee velletjes met schetsen en ideeën is het uiteindelijke logo al te herkennen. Maar dan is het nog lang niet af. Drupsteen werkt daarna op doorzichtige vellen papier het logo en de variaties daarop verder uit. In drie van die tekeningen (er zijn er nog veel meer!) in de tentoonstelling is goed te zien dat de ontwerper worstelde met de letter R. De krullen en vaandels uit de letters V, P en O zijn eigenlijk in de het eerste schetsje al min of meer gevormd. De R daarentegen laat zich niet zo makkelijk kennen.

Dankzij deze schetsen en tekeningen krijgen we een kijkje in de keuken van de ontwerper. Logo’s zijn -juist omdat je ze zo vaak hebt gezien- zo vanzelfsprekend dat je zou vergeten dat er een ontwerper dagen of wekenlang aan heeft zitten sleutelen. Dat sleutelen gebeurt nu op de computer en dat heeft als gevolg dat tussenfases doorgaans niet bewaard worden. Die tussenfases zijn er van Drupsteens bijzondere VPRO logo gelukkig wel. Ga ze snel bekijken voor ze weer in de kelder van Beeld en Geluid verdwijnen!

Jaap Drupsteen bij Museum Hilversum

Afgelopen donderdag sprak Jaap Drupsteen in Museum Hilversum naar aanleiding van de tentoonstelling Grafisch Geluk. Hij was ruim twee uur aan het woord, maar zoals hij zelf al aangaf: dat zou hij gemakkelijk twee dagen vol kunnen houden. Want hij heeft de afgelopen 47(!) jaar niet stilgezeten. Sinds 1964 werkzaam op de grafische afdeling bij de Nederlandse Televisie Stichting, na een jaartje bij Tel Design, zo’n 8 jaar huisontwerper bij de VPRO. Sindsdien: televisievormgever, regisseur, ontwerper van bedrijfsfilms en reclame, grafisch ontwerper van postzegels, jaarverslagen, bankbiljetten, paspoort. Drupsteen is VJ bij technofeesten, heeft een eigen jazz-combo opgericht en verzorgt visuals bij uitvoeringen van moderne componisten als Jacob ter Veldhuis, hij doet aan videomapping bij orgelconcerten en steeds vaker componeert hij zelf de muziek onder zijn visualisaties.

VPRO stationcall van Jaap Drupsteen uit 1979

Een enorm veelzijdig oeuvre waar wel een duidelijke lijn in is te ontdekken, namelijk die van de muziek. Geluid en muziek speelden al een grote rol in de VPRO stationcalls. In de reeks die hij in 1979 maakte, koppelde hij de elektronische geluidsimpulsen aan de video-apparatuur. De muziek manipuleerde hier dus rechtstreeks het beeld. De jaren daarop perfectioneerde Drupsteen deze koppeling van geluid en beeld met behulp van computertechnieken tot uiterste perfectie. Bijvoorbeeld in onderstaande leader en bumpers voor kunstprogramma Nederland C (NOS, 1986) waar het lijkt of het beeld de muziek maakt, of andersom, een perfecte symbiose. Een probleem bij het creëren van zo’n symbiose is het afstemmen van de twee ritmes: muziek houdt zich immers niet aan het ritme van 24 beeldjes per seconde waaruit het bewegend beeld is opgebouwd. Ook daar vond Drupsteen een oplossing voor.

Drupsteen liet verder enkele fragmenten zien van zijn meest recente project: video-mappings op orgels bij concerten van Aart Bergwerff. Drupsteen stelt dat orgelconcerten visueel nogal saai zijn. De organist zelf is niet te zien en het publiek kijkt het hele concert naar een orgel dat niet beweegt. Drupsteen ontwerpt abstracte animaties die precies de vorm van het orgel en de muziek die daarop gespeeld wordt, volgt. De animatie wordt geprojecteerd op het orgel en de vertekeningen die ontstaan door de driedimensionale vormen van de orgelpijpen, ornamenten en lijsten voegen weer een extra laag van beweging en complexiteit toe aan het eindresultaat. De timing van muziek en beeld is hier niet gestuurd door de computer. Bergwerff speelt het stuk in op een synthesizer, op basis daarvan ontwerpt Drupsteen de animatie en wordt een een zogenaamde ‘click-track’ gemaakt. Die ‘click-track’ speelt in het oortje van de organist, zodat het tempo van projectie en muziekstuk bij de uitvoering kloppen. Maar, Drupsteen kan de animatie live nog een klein beetje vertragen of versnellen, mocht dat nodig zijn. Extra moeilijkheidsgraad: de organist ziet de projectie niet.


Meer fragmenten van video-mappings op orgels zijn te zien op de site van Drupsteen.

Ander bijzonder beeldmateriaal waar Drupsteen over vertelde waren de visualisaties van Three Plays van Gertrude Stein. Deze werden gemaakt naar een idee van Wilbert Bank, op muziek gezet door Fay Lovsky en in beeld gebracht door Drupsteen. Gemaakt in het kielzog van The Flood (NOS 1985), de televisieopera van Igor Stravinsky waar Bank als dramaturg en Drupsteen als regisseur/vormgever samenwerkte (hun eerste samenwerking was overigens al in 1972 bij de verfilming van Woyzeck hij de VPRO). Omdat The Flood een prestigieuze Prix Italia won in 1987, kregen ze de middelen bij elkaar voor dit volgende project. Helaas was de glorietijd van het spectaculaire televisiegenre muziektheater voorbij, ook regisseurs als Wilhemina Hoedeman en Bob Rooyens kregen nauwelijks meer een voet tussen de deur bij de Nederlandse televisie. Of misschien lag het aan de controversie rond het werk van Gertrude Stein dat de productie nooit in Nederland is uitgezonden. Gelukkig heeft Drupsteen deze productie in drie delen online gezet want de combinatie van de teksten van Stein, de muziek en stemmen door Fay Lovsky, kostuums, decors, regie en effecten vormen een intrigerend en wonderlijk geheel.

Jaap Drupsteen drukt de aftiteling voor Zo is het toevallig... (VARA), omstreeks 1964, bron: VARA archief

Maar om nog even terug te komen op muziek: Drupsteen is zelf ook aan het componeren geslagen. Toen hij al 22-jarige jongeman bij de NTS begon, was hij eigenlijk meer geïnteresseerd in muziek dan in het drukken van titelrollen. Als jazz muzikant was hij gefascineerd door de experimentele free-jazz die rond die tijd ontstond in de Verenigde Staten. Met pop muziek en de Beatles had hij niet zoveel, vandaar ook het bijna kaal geknipte koppie op de foto rechts. De free-jazz leidde naar David Bowie en zo rond 1984 maakt Drupsteen voor het eerst zelf muziek op de computer. Een fragment uit zijn laatste compositie, getiteld Emma cries for help met visuals van hemzelf en 33 1/3 collectiveis hieronder te zien.

Met zoveel interessant en mooi werk kan inderdaad gemakkelijk een week of wat gevuld worden. En ook na de presentatie werd er nog uitgebreid nagepraat over het hoe en wat van wat hij ons allemaal voorschotelde. Liefhebbers van zijn werk kunnen gelukkig al op 25 november weer terecht in Zwolle bij het BeeldBuis festival.

lezingenreeks Grafisch Geluk

Aanstaande donderdag is de eerste lezing rond de tentoonstelling Grafisch Geluk bij Museum Hilversum. Jaap Drupsteen en ik trappen de reeks af met een avond over televisievormgeving. Na een introductie in het onderwerp, achtergrond en context door mijzelf, zal Drupsteen uitgebreid vertellen over zijn werk. Uiteraard is de hele avond rijkelijk voorzien audiovisueel beeldmateriaal. Komt dat zien en horen dus!

Donderdag 10 november 20.00 (tentoonstelling is open vanaf 19.00)
Meer informatie en reserveren kan bij Museum Hilversum
Na afloop zal ik hier op Vorm van vermaak nog verslag doen van de avond.

Drupsteen plaatst trouwens ook regelmatig materiaal op zijn YouTube kanaal, zoals de verfilming van drie stukken van Gertrude Stein met muziek van Fay Lovsky en zijn visuals voor componist Jacob ter Veldhuis (JacobTV), zeer de moeite waard om ook daar even rond te kijken.

De donderdagen daarop volgen verschillende artist-talks met Michiel Schuurman, Zeloot, Harmen Liemburg, Trapped in Suburbia, Hansje van Halem, Pinar & Viola, Niessen & de Vries, René Knip en een lezing van Bas van Lier, auteur van de publicatie Grafisch Geluk over 100 jaar Steendrukkerij De Jong & Co.

Grafisch Geluk 2: Dick Elffers

Vanwege de tentoonstelling Grafisch Geluk in Museum Hilversum deze winter op dit blog extra informatie bij de tentoongestelde werken en ontwerpers.

Grafisch ontwerper Dick Elffers (1910-1990) is een van de grote namen in de geschiedenis van het grafisch ontwerp in Nederland. In de tentoonstelling Grafisch geluk zijn enkele van zijn affiches (en een proefdrukken) te zien die hij maakte bij Steendrukkerij De Jong & Co., de Hilversumse drukkerij wiens 100-jarig bestaan de aanleiding vormt voor de tentoonstelling. Elffers is net als Jan Bons en Otto Treuman, van de eerste generatie ontwerpers die als zodanig opgeleid zijn. Hij vormt een belangrijke schakel tussen de vooroorlogse grondleggers van het vak (zo was hij assistent van Paul Schuitema en Piet Zwart) en de na-oorlogse vernieuwers als Wim Crouwel en Jan van Toorn. In de in 1990 verschenen monografie Een leest heeft drie voeten (Max Bruinsma) wordt verder benadrukt dat Elffers zich niet beperkte tot grafisch ontwerp, maar zich begaf in een zeer breed spectrum van toegepaste en vrije kunsten. Ruimtelijk en architecturale ontwerpen, monumentale plastieken en reliëfs, wandtapijten, keramiek, fotografie, illustratie en schilderkunst worden genoemd en getoond in de monografie. Aan deze veelzijdigheid dankt het boek tevens zijn titel. Als de auteur Elffers het gezegde voorlegt: schoenmaker hou je bij je leest. Antwoordt Elffers:  ‘Dat doe ik wel, maar je weet toch, dat een leest drie voeten heeft?”

Aan dat rijtje van toegepaste kunsten ontbreekt nog één medium: televisie. NOS-ontwerper Theo Dijkslag stuurde me in de aanloop naar de tentoonstelling foto’s van schetsen van Elffers. Deze schetsen werden door NOS grafisch ontwerp uitgewerkt tot bewegende animaties die vervolgens in een programma van Wilhelmina Hoedeman gebruikt zouden worden. Regisseuse Hoedeman staat bekend om haar exorbitante verfilmingen van muziektheater, klassieke muziek en toneel. Ze besteedde daarbij veel aandacht aan decor, kostuums, grime, speciale effecten en grafisch ontwerp. Daarmee overschreed ze wel eens de beschikbare budgetten en dat leverde haar uiteindelijk een berisping op van de NOS directie. Maar om welk programma en jaar het precies gaat is helaas niet te achterhalen, de catalogus van Beeld en Geluid en ook de oeuvrelijsten van Hoedeman geven geen uitsluitsel.

Aan de hand van de schetsen zelf is wel het een en ander af te leiden. We zien een aantal ogen, een typisch element in het werk van Elffers. Één van die ogen is een fragment van het Holland Festival affiche uit 1961. Hoedeman regisseerde van 1972 tot 1979 zowel het Holland Festival Magazine als verschillende registraties in het kader van Holland Festival. Maar veel dichter bij een jaartal kom ik helaas niet. Weet u meer over dit programma? Dan hoor ik dat graag!

Meer lezen en zien over Dick Elffers? Een leest heeft drie voeten, Dick Elffers en de kunsten, een monografie geschreven door Max Bruinsma in 1990, of bekijk de collectie van Elffers bij het NAGO.
Met dank aan Theo Dijkslag.

Grafisch Geluk 1: TopPop The Cats

Vanwege de tentoonstelling Grafisch Geluk in Museum Hilversum deze winter extra aandacht voor de ontwerpen van Jaap Drupsteen en Frans Schupp; meer informatie bij de tentoongestelde werken én materiaal wat u niet in het museum te zien krijgt!

Frans Schupp begon eind jaren zestig samen te werken met regisseur Rien van Wijk, één van de jonge, wilde regisseurs bij de AVRO. Van Wijk maakte jongerenprogramma Doebidoe en dat doopte hij in 1970 om tot TopPop. De regisseur werd niet voor niets ‘wild’ genoemd, want hij trok alles uit de kast: spectaculaire decors, zooms, fades, altijd andere titelkaarten, snelle cuts, chroma-key en alle montagetrucs die er voorhanden waren. De artiesten – grote namen als David Bowie, Blondie en Gary Glitter- werden meerdere keren opgenomen zodat de regisseur verschillende versie van het play-back optreden kon samenstellen. De video-clip zoals we die nu kennen, bestond immers nog niet. Nu onvoorstelbaar, maar artiesten moesten dus naar Hilversum afreizen om hun plaatjes te promoten. Maar er waren natuurlijk ook regelmatig Nederlandstalige popgroepen in TopPop; The Cats bijvoorbeeld.

Hierboven zijn twee titelkaarten te zien die gebruikt werden bij één van hun optredens, Frans Schupp legt uit:

“Deze ‘achtergrond’ kaarten werden gebruikt voor de legendarische en populaire popgroep The Cats. De naam was de directe aanleiding voor deze katten collage. Die 2 kaarten maakten deel uit van een serie van minimaal 16 achtergrond-kaarten voor deze opname. Daarvan stond de helft voor camera 1 en de andere helft voor camera 2. Deze 2 camera’s werden op het ritme van de muziek gewisseld, en als effectbeelden ingevuld (gekeyd) in de blauwe wand achter de popgroep [titelkaart links]. Apart werden erna nog enkele solisten; de zanger, gitarist, enz., op dezelfde wijze opgenomen. Die close-ups werden dan bijvoorbeeld in het blauwe silhouet van de katten gekeyed [titelkaart rechts]. Hierna werden deze studio-opnames gemonteerd voor uitzending op televisie. Vele series van zo’n groepje ‘achtergrondkaarten’ zijn uitgevoerd in die eerste periode van TopPop.”

Helaas zijn juist van die eerste spannende jaren, wanneer Frans Schupp zo’n 7 dagen per week voor TopPop aan het ontwerpen is, weinig bewegende beelden bewaard gebleven. De opnamebanden werden opnieuw gebruikt, weggegooid, raakten zoek of gingen kapot. Gelukkig hebben we dan nog de grafische ontwerpen, zoals deze hierboven, keurig bewaard door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid). Vanaf 1972 is steeds meer bewaard, gearchiveerd of door fans van het Volendamse lied geüpload naar YouTube. Zoals onderstaand optreden uit 1972 van The Cats in een decor van meer-dan-levensgrote onderdelen uit het TopPop logo van Schupp. Elk van de vele optredens van de groep moest natuurlijk anders in beeld komen, en dus was het tv-optreden van bovenstaande katten helaas eenmalig.

opgedragen aan Slodderpoes Snoesje