Peter Zwart: het hemelbed

Het is misschien wel het minst mooie decorontwerp van Peter Zwart, maar er bestaat wel een mooie beschrijving van. In het boekje Goeden avond, dames en heren! ‘Close-ups’ en ‘long-shots’ uit de televisiewereld beschrijft Mies Bouwman het ‘hemelbed’ van de omroepsters in studio B:

“Nu het aantal Eurovisie-uitzendingen met de dag groter wordt is de vraag naar een vaste plaats voor de omroepster naar voren gekomen, een plaats die eens en voor altijd goed ‘uitgelicht’ kon worden, zodat men de schakelaar maar om hoefde te draaien en de camera in stellen om, bij wijze van spreken, binnen vijf minuten na aankomst in de studio te kunnen beginnen. Om aan deze dringende behoefte te voorzien hebben de technici in Bussum een plaatsje in de hoek van de filmshowroom uitgezocht, daar een vierkanten houten verhoging neergepoot en daarop een keukenstoel, precies in het midden. Langs het ijzeren frame rondom, dat door gebrek aan tralies nog net geen kooi is, hing men de lampen en middenboven verbond men aan een oude bezemsteel de microfoon. En ziedaar, dames en heren, ons hemelbed. In dat wonder van vernuft en techniek tronen wij, de omroepsters, en kondigen u de boeiendste programma’s aan op een keukenstoel. Wilt u wel geloven dat ik vaak de behoefte bijna niet kon bedwingen om tegen u te zeggen: ‘Bent u niet eens nieuwsgierig hoe wij hier altijd zitten? Ja hé? Nou, dan zal ik dat u eens laten zien. Hieboven mij hangt een een versleten NTS-bezem…”

Het bouwen van het ‘hemelbed’  ging iets minder improviserend dan Mies Bouwman het hier zo aardig beschrijft, er is immers een ontwerptekening. Onder de prak is plaats voor 10 verschillende omroepsterswandjes met vrolijke patronen of effen grijstinten, die al naar gelang de kleding van de omroepster gekozen worden. En de omroepsters krijgen een lessenaartje zodat ze kunnen spieken op hun aantekeningen.

Typerender voor het tekentalent en stijlenkennis van Zwart is zijn ontwerp voor een heel ander hemelbed, namelijk een hemelbed dat een van de hoofdrollen speelt in een televisiespel.Het stuk Het hemelbed is in 1942 geschreven door Jan de Hartog en wordt op 11 juni 1958 door VPRO-regisseur Jack Dixon voor de televisie gebracht. De plannen daarvoor zijn al twee jaar eerder gemaakt, maar Dixon moest wachten tot de twee door hem gewenste acteurs, Kees Brusse en Elisabeth Anderson, beschikbaar waren. Het hemelbed vormt de spil in een geschiedenis van een huwelijk, want in dat bed wordt gehuild, gelachen, er worden kinderen in geboren en men gaat er ten slotte in dood. Omdat het 1958 is, worden er in het bed overigens geen kinderen verwekt, maar voor de zekerheid vertelt Dixon toch aan De Telegraaf dat het stuk niet geschikt is voor jeugdige kijkers.

Het spreekt voor zich dat het hemelbed een indrukwekkend geval is. Peter Zwart beeldhouwt de pilaren eigenhandig zo is te lezen in Het vrije volk van 11 juni 1958. Het bed blijft maar de kamer er omheen verandert drastisch in de loop van het spel. Hoe dat te realiseren? De goedkoopste oplossing is twee kamers en één hemelbed op wielen. Een live changement lijkt met deze oplossing haalbaar, maar de acteurs verouderen ook elke akte en zitten dus lang in de schmink. Daarom wordt het een telerecording, op dinsdag, één dag voor de uitzending opgenomen. Dixon laat de verandering in tijdsbeeld tussen de zes aktes zien door middel van tekeningen gemaakt door Cor Hermeler.

De volgende dag schrijft de recensent van Het vrije volk dat het een ‘grandioos’ spel is geweest: “met steeds het indrukwekkende bed als ‘derde speler'”. “De overgangen door middel van prenten waren ondanks het voortreffelijke idee naar ons gevoel toch wat abrupt en vielen door hun nuchtere informatie naast de sfeer. Maar dat deed niets af aan de waarde van deze indrukwekkende TV-avond.” Voor Jack Dixon was het overigens de eerste keer dat hij zijn eigen werk op televisie kon zien en daar was hij best een beetje benauwd voor, zo vertelt hij aan De Telegraaf. 

Omroepsters jubileum

Het is vandaag 20 jaar geleden dat Nederland 1 afscheid nam van de omroep(st)ers. Michel van Dijk zette een paar van die sprankelende stukjes tv achter elkaar. Zullen de mensen thuis naar het scherm hebben gezwaaid bij het afscheid?

En in dit kader plug ik nog even het onvolprezen en volledige overzicht van alle omroepsters in de Beeldengeluidwiki.nl en het boek vol interviews met de ‘levende visitekaartjes’: Goedenavond dames en heren.

Vorm van de VPRO 2: Lex Barten

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers – boek duiken we in deze zomerserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

De makers van het boek over de VPRO gids covers speurden ook de allereerste VPRO-ontwerper op: Lex Barten. Hij is verantwoordelijk voor de zendmast met zendstralen. Een neutraal en enigszins modern aandoend logo, zeker in vergelijking met het sierlijke wapenschild van bijvoorbeeld de AVRO of de religieuze symboliek van het KRO embleem.

Het probleem met deze “emblemen” of “vignetten” (het begrip logo bestond nog niet) was dat ze zich in 1951 lastig naar televisie lieten vertalen. De kwaliteit van de eerste beeldbuizen was niet zo goed en al die fijne lijnen, krullen en details kwamen daardoor niet goed over. De emblemen moesten dus aangepast worden en waarschijnlijk gebeurde dat door de eerste decorontwerper bij de Nederlandse televisie: Peter Zwart.

Er zijn tijdens de eerste landelijke televisie-uitzending en/of tijdens de repetities daarvoor een aantal foto’s gemaakt van een televisiebeeldscherm met daarop de emblemen van de omroepverenigingen. Daarop is te zien dat een aantal omroepverenigingen, naar voorbeeld van de experimentele uitzendingen van Philips kozen voor een vlag met hun embleem die live voor de camera op een speciale standaard met ventilator wapperde. VARA, NCRV en VPRO kozen voor dia’s en/of een filmpje met hun embleem. Het VPRO embleem lijkt op een dia met een gemarmerd grijze achtergrond (wolken of water) met daarvoor de vier letters in Romeinse kapitalen (zie afbeeldingen hieronder).

Peter Zwart, die via VARA-regisseur Willy van Hemert overgehaald was om de decors voor de eerste landelijke televisie uitzending te maken, maakte in ieder geval het een herkenningsfilmpje voor de VARA (zie ook deze post over de eerste tv-leaders van Peter Zwart). Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat hij ook de dia’s of het filmpje voor de NCRV en VPRO maakte, maar zeker is dat allerminst.

Eigenlijk vreemd dat er een herkenningsbeeld van de VPRO bij de serie foto’s van de eerste landelijke televisie-uitzending zit. De VPRO deed namelijk helemaal nog niet mee aan het televisie experiment. De eerste VPRO-avond was pas in april 1952, ruim een half jaar ná die eerste uitzending. Het is helaas onmogelijk om na te gaan hoe deze dia op televisie gebruikt is en hoe vaak omdat er simpelweg geen opnames zijn uit die eerste jaren. Dus hoe vaak deze dia is gebruikt, en wanneer, is niet bekend.

Het ontwerp van Lex Barten’s VPRO embleem uit 1926 heeft overigens wel zijn weg naar het televisiescherm gevonden. Veel bewijs daarvan is er niet, eigenlijk is er alleen onderstaande foto genomen in een onbekende huiskamer. Daarop is te zien dat het embleem wat vetter is aangezet en dat de letters schreefloos zijn geworden. Maar, voor het uitdragen van de identiteit van de omroep was het tonen van een embleem van ondergeschikt belang. Het gezicht van de omroep werd bepaald door de omroepster. In het geval van de VPRO was dat Verti Dixon.