Freek Biesiot: filmproducties

Een van de doelen van het onderzoeksproject is het in kaart brengen van ontwerperfgoed van decorontwerpers. Wat is er nog bewaard gebleven en waar is het te zien? Dat erfgoed vormt immers de basis voor het onderzoek. Het is natuurlijk nog beter wanneer de opgespoorde prive-collecties ondergebracht kunnen worden bij instellingen die een duurzame conservering en ontsluiting van het materiaal kunnen waarborgen.

Zoals jullie weten heeft Freek zijn archief aangeboden aan het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Deze zomer zijn Freek en ik begonnen met het beschrijven, digitaliseren en onderzoeken van het archief. Dat is veel werk geweest, maar het einde is in zicht. Op de valreep van 2013 konden we alvast het artwork en andere stukken met betrekking tot filmproducties overdragen aan Eye Filminstituut. Freeks materiaal gaat deel uitmaken van de zogeheten Filmgerelateerde Collecties. Hieronder vallen bijvoorbeeld archieven van regisseurs Bert Haanstra, Fons Rademakers, Pim de la Parra, Wim Verstappen, Frans Weisz en Rudolf van den Berg, maar ook archieven van scenaristen, producenten en filminstellingen als de Nederlandse Bioscoop Bond. De persoonsarchieven bestaan onder andere uit brieven, notulen, scenarioversies, productierapporten en begrotingen. Een aantal inventarissen zijn online te raadplegen op http://filmdingen.wordpress.com/.

Soeluh van den Berg en Piet Dirkx van EYE bekijken de schenking van Freek Biesiot.

Soeluh van den Berg en Piet Dirkx van EYE bekijken de schenking van Freek Biesiot.

De schenking van Freek aan EYE bevat ontwerpschetsen, detailtekeningen en lokatiefoto’s voor De avonden (Rudolf van den Berg, 1989); schetsen en detailtekeningen voor Vroeger is dood (Ine Schenkkan, 1987); schetsen, detailtekeningen, script en knipsels van Nitwits (Nicolai van der Heyde, 1987); setfoto’s en omschrijvingen/schetsen van alle filmlokaties voor De kleine blonde dood (Jean van de Velde, 1993). Daarnaast zijn de ontwerpen voor de renovatie van Studio Duivendrecht in 1993 en een afficheontwerp voor Het debuut (Nouchka van Brakel, 1977) naar EYE gegaan.

This slideshow requires JavaScript.

Het op deze manier opsplitsen van een prive-archief is misschien niet gebruikelijk. We zouden er ook voor kunnen kiezen het oeuvre bij elkaar te houden, zodat de collectie een compleet beeld geeft van het werk van de schenker. Maar als je kijkt naar toekomstig gebruik van het erfgoed is opspliting wel een goed idee. Beeld en Geluid zal bijvoorbeeld niet zo snel een tentoonstelling over Nederlandse film organiseren waar de ontwerpschetsen van De avonden een plek zouden kunnen krijgen. En een onderzoeker die iets wil weten van het vak artdirection of productiondesign voor film, zal toch eerst bij EYE gaan zoeken. Zodoende hebben we de collectie van Freek opgesplitst in film-, televisie- en theaterproducties. Voor erfgoed op het gebied van theater liggen de zaken helaas wat ingewikkeld door de opheffing van het Theater Instituut Nederland. Het televisie-erfgoed van Freek gaat eind januari definitief naar de depots van Beeld en Geluid en het film gerelateerde materiaal is nu alvast veilig ondergebracht bij EYE.

Fischinger is overal (2)

Oskar Fischinger inspireerde vele generaties kunstenaars. Zo ook de onbekende Nederlandse animatiefilmer Maarten Visser ( overleden in 2009). Zijn werk is geschonken aan filminstituut EYE en daarom kunnen we er tijdens het IFFR van genieten. De films worden vertoont op de videowall in de Foyer van de Rotterdamse Schouwburg, van 24 januari t/m 2 februari, tussen 17:45-18:15.


Visser beperkte zich tot het gebruik van vierkante tegeltjes. Maar binnen die beperking wist hij prachtige films te maken, waarbij vooral de zachte kleuren en de schilderachtige kwaliteit van de beelden opvallen. Net als Fischinger wilde Visser met bewegende kleuren en abstracte patronen visuele muziek maken. Hoewel de techniek anders is, doen de animaties van Visser me het meest denken aan Fischingers Motion Painting No. 1 (1947). Fischinger schilderde hier telkens over het vorige beeld heen, Dat heeft natuurlijk iets destructiefs want Fischinger ‘vernielt’ telkens weer een prachtige compositie door er een nieuwe krul of een nieuw vlak overheen te plaatsen. De toeschouwer is getuige van de gelijktijdige schepping én vernietiging van een werk. Hoewel Visser dus (beschilderde) mozaïektegeltjes gebruikt refereert de manier waarop hij zijn composities maakt aan deze dualiteit: de beeldcomposities ontstaan geleidelijk en worden geleidelijk doorgebroken tot er een nieuw beeld is ontstaan. Ik merk dat ik als toeschouwer op sommige momenten wil dat de film langzamer of sneller gaat, of dat ik de maker aanwijzingen wil geven: ‘iets meer rood in de rechterhoek graag.’ Maar natuurlijk gebeurt dat niet. Je wordt gedwongen je om je eigen voorkeuren voor kleur, vorm, beweging en vlakverdeling los te laten en je over te geven aan de wil van de filmmaker.

Meer lezen over Maarten Visser bij EYE, meer kijken kan op het MaartenVisserFilm YouTube-kanaal.

“Fischinger is overal”

Gisteren bij het EYE was de feestelijke opening van de tentoonstelling over animatiekunstenaar Oskar Fischinger. Cindy Keefer, hoofd van het Center for Visual Music die het werk van Fischinger beheert, bestudeert en samen met EYE deze tentoonstelling maakte, introduceerde het eerste filmprogramma. Ze omschreef Fischinger als “de vader van van de animatiefilm, de grootvader van de videoclip en de overgrootvader van computergraphics.”

Maar toch zal zijn naam niet bij iedereen een belletje doen rinkelen. Joost Rekveld, abstracte filmmaker en curator, stelde bij de Q&A gisterenavond dat die onderwaardering zeer onterecht is. Hij stelde zelfs dat Fischinger eigenlijk veel belangrijker en invloedrijker is geweest dan bijvoorbeeld Piet Mondriaan. De onderwaardering ligt volgens Rekveld aan het feit dat Fischinger zich tussen verschillende disciplines begaf: abstracte schilderkunst, film en muziek. Bovendien is er een zekere achterdocht bij de auteursrechtenhouders die ervoor zorgt dat Fischingers werk niet zo weid verspreid en bekend is. Er mogen bijvoorbeeld geen foto’s genomen worden in de tentoonstelling en bij de vertoningen. De pijnlijke geschiedenis van Fischinger bij Disney maakt de rechthebbenden beducht voor misbruik.

Maar met de ontsluiting van zijn werkt is met deze tentoonstelling en prachtige nieuwe catalogus weer een grote stap voorwaarts genomen. Het Center for Visual Music is bovendien de laatste jaren zeer actief geweest met het plaatsen van beeldmateriaal en onderzoek op hun Fischinger pages en plaatste zelfs aantal films op Vimeo. Met de bekendheid van Fischinger zal het dus wel goed komen.

Ondanks de geringe naamsbekendheid van Fischinger is zijn invloed overal in te zien: in videoclips, computergraphics en animatiefilms. Jaap Guldemond, die samen met Cindy Keefer curator van de tentoonstelling (en catalogus) is, merkte dat tijdens de realisatie van  de tentoonstelling: “Fischinger is overal.” En dat idee kwam ook bij mij sterk naar boven bij het zien van de tentoonstelling en de films van 35mm. De komende tijd zal ik af en toe eens wat plaatsen. Zoals de waanzinnige videoclip uit 2010 van Rogier van der Zwaag voor het nummer “Grindin” van Nobody Beats The Drum. Net als Fischinger in 1935 voor ‘Komposition in Blau’, zaagde en schilderde Van der Zwaag honderden houten blokjes en nam ze frame voor frame op in veranderende opstelling. Het lijkt mij een zenuwslopende zaak, maar het resultaat is in 2010 nog even verbluffend en mooi als in 1935.