Pixels en PAL

Voor een themanummer van AIS/Design, een Italiaans wetenschappelijk tijdschrift over vormgeving, schreef ik (met goede hulp van René Koenders) in 2016 een artikel over de kennismaking tussen pixels en PAL, oftewel de computer en televisie. Het artikel is inmiddels gepubliceerd in themanummer The years they made contact: Graphic design, new technologies and new media. Ons artikel is hier te lezen: Pixels and PAL

Tijdgebrek en een woordenlimiet noodzaakte tot een bloemlezing in plaats van een volledig overzicht van de mijlpalen in de geschiedenis van computergraphics op televisie. Want zo’n overzicht laat zich lastig samenstellen. Tellen alleen stationcalls en programma-leaders of neem je ook nieuwsgraphics, scoreborden in shows en quizzen mee? Telt het mee als het ontworpen is op de computer, of als een ontwerp is uitgevoerd met behulp van de computer? Moet een computergraphic rechtstreeks van de computer naar tv-signaal/videoapperatuur gezonden worden of mag het ook van het computerbeeldscherm gefilmd zijn? En hoe zit het met het onderscheid tussen animatie en motion graphics, tussen (video)kunstenaars en audiovisueel ontwerpers? Affin, genoeg details om mijn vingers lelijk aan te branden, dus ik koos voor een bloemlezing uit enkele opzienbarende leaders en stationcalls uit de eerste helft van de jaren tachtig waar de computer op een of andere wijze een rol speelde bij ontwerp en uitvoering.

Bij het selecteren van de beste voorbeelden voor het artikel heeft een van mijn favoriete computer-ontwerpen heeft het helaas niet gehaald. De TELEC-stationcall (1985) van Theo Dijkslag (elders op deze site is daar materiaal van te zien), vind ik persoonlijk veel mooier dan de bekende Channel 4-ident (1982) van Martin Lambie-Nairn. Dat is deels te wijten aan het feit dat Wim Crouwel’s TELEAC-logo veel sterker is dan dat van Channel 4, en daarnaast door de mooie vondst van Dijkslag die het logo ontleedde tot afzonderlijke vormen, in combinatie met de perfecte uitvoering met behulp van Antics animatiesoftware.

Maar zoals ik al aangaf, deze heeft het artikel niet gehaald omdat in de loop van het schrijfproces duidelijk werd dat de computer-ontwikkelingen in televisie-context nauw samenhingen met de specifieke omstandigheden geschapen door ons merkwaardige Nederlandse omroepbestel. Begin jaren tachtig waren de publieke omroepverenigingen als gevolg van de komst van de TROS en VOO hevig met elkaar in concurrentie en tegelijkertijd werden de eerste stappen gezet tot privatisering van de televisie-productie faciliteiten. Een combinatie van omstandigheden die als katalysator diende waarin nieuwe digitale technieken razendsnel getest, geïmplementeerd en weer verworpen werden.

TELEAC als niet-ledengebonden zendgemachtigde stond daar eigenlijk helemaal los van. Bovendien, het is al een hele verzoeking om aan een niet-Nederlands publiek (trouwens ook aan Nederlanders onder de 40 jaar oud) uit te leggen hoe dat zit met die verzuiling, ontzuiling, A-, B-, en C-status, ledenwerving, enzovoorts. Om dan óók nog het verschil tussen een omroepvereniging en een zendgemachtigde te moeten behandelen…. Zodoende geen TELEAC-stationcall, wel de ontstaansverhalen van de stationcalls van Veronica (Image West) en de VPRO (Willem van den Berg) en leaders van het EK voetbal 1984 (NOS) en Mid Lotto Live (VARA) (beide Carlo Delbosq).

In hetzelfde nummer van het tijdschrift AIS/Design staan natuurlijk veel andere interessante artikelen, maar helaas veelal in het Italiaans wat ik niet machtig ben. Wel in het Engels is een artikel van Karin van der Heijden over de Aesthedes ontwerpcomputer bij Total Design (hier te lezen). Ook de grafische afdeling van de NOS had zo’n geweldige machine in huis, maar net zoals vele nieuwe digitale technologie werd dit apparaat in 1984 compleet uit de markt geblazen door het succes van de (relatief) spotgoedkope en gebruiksvriendelijke Apple Macintosh.

Studio Sport EK 1984

Vanavond voetbal! Vormvanvermaak.nl haakt ook lekker in. Op YouTube vond ik deze prachtige Studio Sport leader voor het EK 1984. De heren (en dames) die begin jaren tachtig tiener waren, zullen het vast herkennen als het spel Voetbal Manager. Voor Carlo Delbosq was het de eerste keer dat hij computeranimatie in een tv-leader gebruikte. Delbosq: “In mijn vrije tijd speelde ik een voetbalspelletje op de Commodore 64. Toen kwam een opdracht van Studio Sport voor een leader van het EK. Dus ik heb gewoon beelden uit het voetbalspelletje gebruikt.” Het klinkt makkelijker dan het is, want het overzetten van computerbeeld naar televisiebeeld is nog een hele klus.

NOS Journaal 1988

Ondertussen zal er hard gepitched worden voor de nieuwe leaders en tunes voor het NOS Journaal, maar hier kijken we nog even terug naar hoe het vroeger ook alweer was.

In 1988 ontwerpt Carlo Delbosq deze Journaal-leader. Hans van Woudenberg en Ronald Vierbergen werken er ook aan mee. Het Journaal is natuurlijk het paradepaardje van de NOS en die moeten er dus niet alleen goed uit zien, maar het liefs ook met de allernieuwste technieken gemaakt zijn. Zo werd de leader van 1985 (van Will Bakker) gemaakt met behulp van Antics Studio en die van 1987 (ook een ontwerp van Delbosq) op de Cubicomp. Die Cubicomp, en latere computers, werden weliswaar door de NOS aangekocht, maar hoe deze apparaten te bedienen was een tweede. Daardoor speelde de importeur van de Cubicomp, Jan Willem Doorenbos en zijn bedrijf The Frame, ook een grote rol in de totstandkoming van de eerste 3D tv-graphics die op deze computers tot stand kwamen.

De leader van 1988 werd gemaakt op een computer van het Franse Thompson Digital Images. Het water algoritme (de code om de textuur van water te renderen) was ontwikkeld door Michiel van Dam, een van de programmeurs bij Doorenbos’ tweede bedrijf Digital Visuals. Delbosq liet zich voor zijn ontwerp inspireren door de film 2001 A space odyssee (Stanley Kubrick, 1968) en met name het begin van de ‘Star Gate’ sequentie. De tune voor het Journaal werd gecomponeerd door Stephen Emmer, die ook verantwoordelijk was voor de NOS tunes van 1987, 1995 en 2005.

Doolhoven

Hoe staat het eigenlijk met David Grifhorst‘s programma The Exit List? Het programma idee ontstond omdat regisseur Grifhorst droomde van mooie shots in een doolhof en daardoor kwam hij op het idee voor een compleet spelprogramma. Hij maakte zelf een spetterende promo, het format werd verkocht en Nederland smulde bij het jongensboek-verhaal in De Wereld Draait Door.

The Exit List - ITV

Maar hoe vergaat het het programma in Engeland? Het decor werd inderdaad schitterend, maar is het spelprincipe goed genoeg om de televisie kijker te boeien? De eerste show op ITV1 trok ongeveer 2,5 miljoen kijkers, daarna zakte dat af naar gemiddeld 1,8 miljoen. In Nederland zou dat fantastisch zijn, maar in Engeland is dat weinig. En dat is onterecht volgens tv-blogger Alex Davis die stelt dat het programma niet het tijdslot kreeg wat het verdient. Het eerste seizoen is inmiddels afgelopen en het is nog niet duidelijk of er een tweede komt.

Naar aanleiding van het eerder bericht over The Exit List mailde een andere formatontwikkelaar, Mark van Berkel, een pilot-filmpje door van een ouder doolhofspel, The Moneymaze (ABC, 1974-1975). De The Encyclopedia of TV Game Shows (David Schwartz, Steve Ryan & Fred Wostbrock: 1995) geeft meer informatie over dit programma. Het werd gepresenteerd door Nick Clooney (de vader van George) en er strijden twee koppels tegen elkaar. Het koppel dat de meeste vragen goed weet te beantwoorden krijgt de kans om in een levensgroot doolhof prijzen te zoeken binnen een aantal seconden (1 seconde per vraag). Het decor werd ontworpen door Ron Baldwin, hij was ook verantwoordelijk voor de sets van vele andere shows zoals The Generation Gap (ABC, 1969), What’s my Line (ABC, 1968-1975), The Big Showdown (ABC, 1974-1975) en To Tell The Truth (CBS, 1980-1981). In The Moneymaze is het grootste deel van de studiovloer in beslag genomen door het doolhof. De kandidaten, presentator en de kijker zien het doolhof schuin van boven, terwijl de kandidaten in het doolhof natuurlijk alleen maar blinde muren zien.

Omdat je in The Moneymaze als kijker een goed overzicht van het doolhof hebt, is de spanning van het doolhof er een beetje af. Je ervaart als kijker niet de desoriëntatie van de verdwalende kandidaat. Dat was wel het geval in één van de spectaculaire spellen van Lotto Live (VARA, 1985). Het idee voor dit doolhofspel ontstond bij NOS-ontwerper Carlo Delbosq. Hij had eerder een videoclip gemaakt voor Fay Lovsky (Columbus Avenue, helaas niet online te zien). Daarvoor filmde hij miniatuur modellen bij de Technische Hogeschool Delft met een endoscoop, een heel klein en dus uitermate wendbaar cameraatje. Die opnames werden later achter Lovsky geprojecteerd. Het idee van de kleine camera die door een maquette beweegt, vormde de basis voor het doolhofspel in Lotto Live. Martien van den Dijssel, maquetteontwerper bij de NOS bouwde een miniatuurdorpje na en die werd naar Delft gebracht. Via een telefoonverbinding geven de quiz-kandidaten instructies aan de endoscoop die bediend wordt door een technicus van de TH en via een straalverbinding is het resultaat te zien in de studio. Van den Dijssel was ook aanwezig in Delft en herinnert zich dat ze de kandidaten wel eens een klein beetje moesten helpen omdat het spel zo lastig was.

Natuurlijk zijn er meer voorbeelden van tv-spelletjes met een doolhof. En het kan nog ‘echter’ en spannender. The Encyclopedia of TV Game Shows vermeldt nog kinderprogramma Masters of The Maze (ABC, 1994-1996). Dit programma is eigenlijk een soort live-videogame. De kandidaten kregen in het doolhof via hun overall aanwijzingen door van hun partner met een soort joystick. Dit maal volgt de kijker de speler op de voet. Dankzij voortschrijdende techniek zien we via een draadloos cameraatje in de helm precies wat de speler in het doolhof ook ziet. Met de helmet-cam, laserzwaarden, vliegende 3D-graphics en wilde camera bewegingen is dit weer een compleet ander programma. Zo zie je maar: met een doolhof kan je alle kanten op!

Storing verzocht

Foutjes kunnen best mooi zijn, dat wist NOS-ontwerper Carlo Delbosq maar al te goed. Een storing in een videorecorder gebruikte hij voor de leader van Buch (met Boudewijn Büch), en voor de leader van Opsporing verzocht (1982) saboteren hij en editor Ed Braad de peperdure, pas aangeschafte Quantel edit suite. Ze komen erachter dat, wanneer je een printplaat uit een montagecomputer verwijderd en weer terugstopt, er even een kleurstoring is. Delbosq bedenkt: als ik dit nou vaak herhaal, en die verstoorde beelden achter elkaar zet, heb ik een bijzonder grafisch filmpje. Dat tijdens het proces het hoofd van de technische dienst van de NOS nét een rondleiding verzorgt aan wat gasten (‘hee, wat zit je te doen met die computer?!’), mag de pret niet drukken.

Het ‘mislukte’ resultaat ziet er goed uit, zeker in combinatie met de supermoderne computer letters. Deze worden met video opgenomen van het scherm van de letterzetcomputer (de ‘compugraphic’) en over de andere beelden gemonteerd.

De ontwerper is pas kort werkzaam bij NOS grafisch ontwerp als deze opdracht komt. In eerste instantie zijn zijn collega ontwerpers sceptisch over dit programma: is het wel ethisch verantwoord allemaal? Delbosq praat met de programmamakers en concludeert dat er niets mis is met hun bedoelingen. Opsporing verzocht wordt dus een van zijn eerste grote opdrachten. Hieronder is het originele storyboard van Delbosq te zien, klik op de thumnail voor een volledige weergave. Meer weten over Delbosq… lees het in de Beeldengeluidwiki of in het boek.