Nog even over de eerste journaalleader

Het NOS journaal viert haar 60-jarig jubileum. Op de NOS site en op televisie zijn deze week verschillende terugblikken en artikelen te zien. Kijk bijvoorbeeld hier de aflevering van De reuni (KRO, 3-1-2016) terug waarin componist Stephen Emmer vertelt over de journaal-tune en waarin Patrick Lodiers de originele ‘journaal-gong’ een lel geeft.

Helaas mocht dat niet bij de opening van de tentoonstelling Show me the news die ik voor Museum Hilversum bedacht en samenstelde. Misschien had ik iets harder aan moeten dringen bij de conservator van het Tropenmuseum die de gong in bruikleen gaf… Maar ik was eigenlijk al blij dat hij überhaubt gevonden was. Want dat dit muziekinstrument jarenlang het herkenningsgeluid voor het journaal dienst had gedaan (niet de gong zelf natuurlijk, maar een geluidsopname op plaat), stond natuurlijk nergens in hun catalogus vermeld.

Gelukkig wist de conservator nog iemand op te sporen die in 1995 had geholpen toen Stephen Emmer (componist), Geert van Ooijen (grafisch ontwerp) en Dirk Debou (decor) de ‘come-back van de gong’ als adagium van de nieuwe journaal vormgeving kozen en daarvoor het geluid van die oude, orginele journaalgong nodig hadden. De nieuwe opname viel een beetje tegen, er zat volgens Emmer een scheur in de gong, maar hij wist er met wat handigheid weer een indrukwekkend geluid van te maken.

Maar even terug naar die eerste leader. De anekdote over de benen van de balletdanseres die Lodiers aanhaalt, is bekend en kenmerkend voor de moeizame relatie tussen de omroepverenigingen en de journaalredactie: de benen gingen er uit op last van de NCRV en zijn maar één keer uitgezonden. Het waren immers de omroepverenigingen die bepaalden hoe het journaal er uit zag en de NCRV vond blote benen zeer onchristelijk.

Er zijn bij mij wat vraagtekens bij dit mooie verhaal gerezen. Werd de leader inderdaad direct al na de eerste uitzending aangepast, kon de prille journaal redactie zó snel een een andere leader maken? En hoe zag de ‘beenloze’ journaal-leader er eigenlijk uit? Er is weinig beeldmateriaal om op af te gaan, alleen van de allereerste NTS Journaal uitzending – mét benen – is een telerecording gemaakt (hier te zien), verder zijn er alleen nieuwsitems bewaard gebleven en niets van de uitzendingen zelf.

De notulen van het Dagelijks Bestuur (DB) van de NTS en van de Televisie Coördinatie Commissie (TCC), opgeslagen bij het Nationaal Archief (Nederlandse Omroepstichting, nummer toegang 2.25.70, inventarisnummer 121) geven iets meer opheldering. Het DB bestaat uit afgevaardigden van de omroepverenigingen die tezamen de leiding hebben over de NTS en de TCC is een commissie onder voorzitting van NTS commissaris Rengelink waarin de hoofden van de televisie-secties van de omroepverenigingen zitting hebben. De TCC signaleert in de regel de misstanden en problemen waarop het DB reageert met beleid en besluiten.

Op 7 januari, twee dagen na de uitzending komt de TCC bij elkaar. Enkele leden vinden de leader van het NTS journaal ‘niet volledig geslaagd’, met name de ballet scene noemt men ‘minder gelukkig’. Na ‘ampele discussie’ is men het over eens dat het NTS journaal voortaan zonder leader uitgezonden moet worden. Enkele dagen later bespreekt het DB de kwestie journaal-leader: er zal een nieuwe leader moeten komen. Als dat op korte termijn niet mogelijk blijkt, dat moeten alleen de laatste twee ‘flitsen’ vervangen worden. Het is niet duidelijk welke ‘flitsen’ men bedoeld, want de laatste twee flitsen zijn namelijk de zwemsters en de koets van Prinsjesdag. Dat kan een vergissing zijn, maar mogelijk waren er naast de ‘balletbenen’ ook bezwaren tegen de zwemsters en/of het koningshuis. Het DB besluit de leader te behouden tot er een nieuwe is, en die moet uiterlijk binnen drie weken gereed zijn.

Drie weken worden drie maanden. Eind 19 maart 1956 wordt gemeld in de vergadering van het DB dat de nieuwe leader nog dezelfde maand gereed komt. Het blijft daarna stil. Pas op 23 september 1957 staat het onderwerp weer op de agenda. Het DB wordt ongeduldig en vraagt zich af hoe hoe het met de vorderingen staat voor de nieuwe leader. Ze dringen er op aan dat deze moet nu eindelijk moet worden gerealiseerd. Er is dus tussentijds niets aangepast, zo lijkt het tenminste.

Ergens tussen 23 september 1957 en 28 mei 1958 gebeurt het dan eindelijk: de journaal-leader is aangepast. Bewijs hiervoor komt niet uit de notulen maar uit een ingezonden brief aan De Telegraaf. Ene E. Beffie reageert op de polemiek over het wel of niet in beeld komen van de weerman. Een zaak van ondergeschikt belang vondt deze tv-kijker, want de leader, dat is het échte probleem waarvan de kijker verlost moet worden. Beffie schrijft: “Die modderbak stort zijn inhoud nu al maanden lang in mijn huiskamer, ik ben er misselijk van om nog maar te zwijgen van de heren met de camera, de microscoop, het vliegtuig, de Ridderzaal en de badende juffrouwen” (Koninklijke Bibliotheek, De Telegraaf, 28-5-1958).

Geen woord dus over de blote ballet benen. Beffie noemt verder twee flitsen die niet in de allereerste journaal-leader zitten, namelijk ‘de Ridderzaal’ en ‘heren met een camera’. Het is dus waarschijnlijk zo gegaan: de blote benen zijn op last van de NCRV vervangen door ‘mannen met camera’ en de koninklijke koets is op last van een minder koningsgezinde omroepvereniging als bijvoorbeeld de VARA vervangen door beelden van de Ridderzaal. En dat alles is zo eind 1957/begin 1958 gebeurd. Nu maar hopen dat iemand eens de beenloze journaal-leader uit het archief opduikt, dan weten het zeker.

Of de brief van E. Beffie er iets mee te maken heeft weet ik niet, maar in de loop van 1958 verdwijnt deze journaal-leader van het scherm. Snelheid en soberheid is blijkbaar het nieuwe mantra want de nieuwe leader duurt maar enkele seconden. De leader toont de programmatitel en als ‘tune’ klinkt alleen nog het geluid van de gong. Dat deze leader zo kort is lokt geen ingezonden brieven uit en blijft heel lang in gebruik. Op den duur vormt de geringe lengte van deze leader wel een probleem achter de schermen als er zo vanaf 1966 af en toe een nieuwslezer in beeld komt. Die nieuwslezer moet namelijk zijn of haar plaatsje in de studio delen met omroepster en bloemstuk van dienst. “Dat was heel hectisch,” herinnert presentator Rien Huizing zich; “zodra de televisieomroepster had aangekondigd dat het Journaal begon, moest ik razendsnel op haar stoel gaan zitten, werd er gauw een wereldbol opgehangen (…)” (Rien Huizing in Iconen van het NOS Achtuurjournaal, 2012). En dat dus allemaal tijdens die paar seconden ‘boooiiiinnnng’.

Pas eind jaren tachtig begint het journaal zich serieus bezig te houden met presentatie en vormgeving. Het ontwerpen en componeren van de journaal-leader en -tune wordt een van de meest prestigieuze en gewilde opdrachten voor ontwerpers en componisten, die daar in nauwe samenwerking vorm aan geven. Was dat ook in 1956 al zo? De tune voor de eerste NTS journaal leader werd gecomponeerd door Dolf van der Linden, een bekende componist en dirigent van wat men destijds ‘lichte muziek’ noemde. Van de journaaltune bestaat nog de bladmuziek met daarbij aantekeningen die mogelijk verwijzen naar de filmfragmenten die men op het oog had. Zo is te lezen: ‘gezin auto’, ‘motorgeronk vliegtuig’ en ‘vertrek vliegtuig’. Er was dus sprake van enige coördinatie tussen de filmflitsen  – vermoedelijk geselecteerd door hoofdredacteur Carel Enkelaar, tweede man Roel Renssen en/of filmcutter Ton Majoor van Multifilm – en de componist om er een mooi op elkaar afgestemd geheel van te maken.

Was daar ook een ontwerper bij betrokken? Het is niet onmogelijk dat Ton Majoor zelf de titelkaarten maakte en bij Multifilm in Haarlem waar hij werkte waren zeker truc-filmers die zo’n animatie van zendstralen konden maken. Een andere mogelijk is dat het grafische werk door iemand van de NTS decorafdeling van Peter Zwart is gedaan. Zwart had in januari 1956 twee mensen onder zich die titelkaarten, grafiek en ‘animations’ konden vervaardigen (Cor Hermeler en Jan van der Does) en zelf had hij jaren eerder al herkenningsbeelden gemaakt voor een aantal omroepverenigingen (waaronder VARA). Tot op heden is er geen storyboard, ontwerptekening of opdrachtformulier voor de NTS journaal leader opgedoken, dus deze laatste vraag blijft helaas voorlopig onbeantwoord.

Show me the news: Martin de Groot

Als de tentoonstellingstitel ‘Show me the news’ op een persoon zou slaan, zou dat zonder twijfel Martin de Groot zijn. De ‘koning van de schuif’ (zo noemde Ad van Liempt hem) wist als geen ander dat droge feiten en gecompliceerde zaken visuele ondersteuning nodig hebben en zocht daar inventieve oplossingen voor, eerst als ontwerper bij het Jeugdjournaal, later als regisseur van het nieuws en bijzondere evenementen. Zaterdag 3 oktober is hij op 59-jarige leefdtijd overleden.

Onderstaande informatie ontleende ik aan het gesprek wat Roy van Vilsteren en ik met Martin de Groot hadden voor ons boek Vorm van vermaak op 15 juli 2010. Dit gesprek ging vooral over de vormgeving van het Jeugdjournaal, de verkiezingsuitslagen en het weerbericht.

Martin de Groot begint zijn NOS carriere als grafisch ontwerper bij het Jeugdjournaal. Hij en de rest van de redactie starten drie maanden vóór de eerste uitzending met proefdraaien. De Groot komt net van de academie (Artibus in Utrecht), werkte daarna even op een drukkerij, en ziet nu voor het eerst een televisiestudio van binnen.

55171-1981-4

Het jeugdjournaal in 1981 ©NOS

De basisvormgeving van het Jeugdjournaal is dan al gemaakt (vermoedelijk door Jenny Götz). Er is in die tijd een soort ongeschreven wet – rekening houdend met de zwart-wit kijker – dat op landkaarten het land donkerder moet zijn dan de zee. Omdat de eerste leader geel en grijs is, wordt de zee geel en het land grijs. Dat geeft een prima resultaat in zwart-wit, maar in kleur is het precies verkeerd. De gele zee spring eruit en dat is nogal verwarrend. Een van de dingen die De Groot in de eerste drie proefmaanden doet is dus het omdraaien van de kleuren in de landkaartjes. De Groot moet ook wennen aan de beperkingen van televisie ten opzichte van drukwerk: de letters moeten groter, er moet veel contrast zijn in het kleurgebruik – maar rood is dan weer snel te fel -, dat soort technische zaken.

De nieuwe redactie gebruikt die proefperiode voornamelijk om te zoeken naar de juiste vorm voor het programma. Hoe maken ze het wereldnieuws geschikt voor kinderen? Hoe leggen ze grote wereldproblematiek, economie, oorlogen uit? Het Jeugdjournaal zendt de eerste jaren vijf dagen per week uit en wordt dus altijd gemaakt met hetzelfde kleine, hechte team en dat is een groot voordeel. Er is veel overleg en De Groot bedenkt samen met de redacteuren hoe ze een item kunnen uitleggen. Zijn taak daarbij is om het nieuws te vertalen naar plaatjes, voorbeelden en analogieen. Om duidelijk te maken hoe groot het mestoverschot is bijvoorbeeld, gaat hij zitten rekenen: het zijn drie voetbalstadions vol. Hij maakt een polaroidfoto van een stadion, tekent er een drol in en dat maal drie. Het klinkt nu bijna vanzelfsprekend dat hoeveelheden op zo’n manier gevisualiseerd worden, maar het is begin jaren tachtig nog heel nieuw en fris. Het ‘grote mensen’ journaal doet nog helemaal geen pogingen om de kijker een beetje bij de hand te nemen en zaken uit te leggen.

De Groot maakt in de eerste jaren heel veel schuifanimaties, dat is de snelste manier om animaties voor tv te maken. Uit zwarte kaarten snijdt hij sleufjes of andere vormen om die tijdens de uitzending, live voor de camera, weg te schuiven of te draaien. Hij maakt honderden van dat soort animaties en het levert hem de bijnnaam ‘koning van de schuif’ op. Hij probeert of het ook in een vrolijker kleurtje dan zwart kan, maar dan zie je door de schaduw van de studiolampen de schuifjes en is het effect weg.

Aanvankelijk bestaat het Jeugdjournaal, net als het gewone NOS journaal, uit één set: een desk met naast de presentator een uitsparing in het het decor waar de schuiftitels van De Groot met behulp van chroma-key ingeschakeld worden. Maar die opstelling vindt de redactie op een gegeven moment te beperkt. Er komt een ‘tweede positie’ bij, een extra set om met behulp van props een onderwerp nader toe te lichten. Daarvoor koopt De Groot spullen die dicht bij de belevingswereld van kinderen staan. Duplo blijkt bijvoorbeeld zeer geschikt om staafdiagrammen van te bouwen, ook rekenweegschalen en ander speelgoed gebruiken ze en er staat natuurlijk een grijs-gele wereldbol. Die tweede positie is als het ware het winkeltje van De Groot en dat winkeltjes wordt steeds uitgebreider. Marga van Praag legt bijvoorbeeld een Prinsjesdag uit zittend op de rand van een grote schatkist vol zakjes geld. Daar haalt ze dan munten uit of juist bij. De Groot leent honderd spijkerbroeken om de set aan te kleden als het om handel gaat en voor een uitleg over arbeidstijdverkorting zet hij de presentatrice tussen allemaal wekkers en klokken die continue afgaan.

Ondertussen is het Jeugdjournaal een groot succes. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de eerste 1 april grap die de redactie uithaalt met de kijkertjes. Het is crisis, de regering heeft meer geld nodig, dus voeren ze Kinderbelasting in. De Groot maakt een K-biljet en er speelt zelfs een minister mee die uitlegt dat ook van kinderen wordt verwacht dat zij een steentje bijdragen in deze slechte tijden. De Groot zet ook het nummer van de ‘kinderbelastingtelefoon’ – gewoon het nummer van de redactie – in beeld, hij is wel eens benieuwd hoe goed er gekeken wordt naar het programma. De telefooncentrale in Hilversum ‘ontploft’. In het acht uur journaal volgt de oproep of kinderen alsjeblieft niet meer willen bellen.

De volgende stap in de ontwikkeling van het Jeugdjournaal is een flexibel decor. De Groot bestelt een groot reclamescherm bestaand uit draaiende, driehoekige verticale banen. Eén kant van die baan is beschilderd met de gekleurde vlakken uit de leader, maar met een druk op de knop draait dat naar een chroma-key wandje. Het is nog niet eenvoudig om het reclamebord geschikt te maken voor deze toepassing. De banen sluiten niet helemaal aan waardoor er strepen in het gekeyde beeld staan. De Groot is niet voor één gat te vangen; hij plakt vilt op de naden, zet blauw licht achter het scherm… uiteindelijk lukt het.

Op een aantal nieuws-onderwerpen kan de redactie zich langer voorbereiden, dan lukt het soms om een animatie te maken. Bij de NOS is daarvoor in de jaren tachtig een experimentele BCN videomachine aanwezig. Met heel veel geduld en precisie – met twee mensen precies tegelijk op ‘rec’ en ‘play’ drukken – is het op deze machine mogelijk een beeld-voor-beeld video-animatie te maken. De machine is niet zo heel secuur en als hij ergens een foutje maakte moet De Groot weer helemaal opnieuw beginnen. Toch is het een grote winst. Al betekent het alleen maar dat hij eindelijk eens iets anders dan zwart als achtergrond kan gebruiken.

Morgen regen. Johan Volkerijk illustreert het weerbericht voor het Jeugdjournaal.

Morgen regen. Johan Volkerijk illustreert het weerbericht voor het Jeugdjournaal. ©NOS

De Groot heeft vanaf het begin af aan veel interesse voor computers. Op een P2000 – een grote typemachine waar van die kleine dictafooncassettes in gaan – programmeert hij het weerbericht. Dat weerbericht bestond de eerste periode van het Jeugdjournaal uit illustraties gemaakt door Johan Volkerijk. Die kreeg in de ochtend de weersverwachting van het KNMI doorgebeld, maakte zijn tekening en die ging dan per koerier weer terug naar de KNMI. Die wilden toch even controleren of het allemaal wel klopte. Soms moet er een wolkje af en een druppeltje bij. Op den duur zijn alle mogelijke tekeningen wel gemaakt en is het tijd voor iets anders. De computer is ook bij kinderen populair en dus een leuke gimmick, verzint De Groot. Grafisch gezien zijn de mogelijkheden beperkt; acht kleuren, lelijke lettertypes en grote, grove pixels. De grote vraag is voroal: hoe krijg De Groot zijn computeranimaties op tv? Hij stuurt die vraag gewoon naar Philips en die sturen een nieuwe, aangepaste computer terug. Het werkt! De Groot laat op een zwart scherm vierkante blauwe wolkjes waaien, een rood temperatuurstreepje oplopen en een geel zonnetje draaien. Jaren later – De Groot heeft inmiddels wel wat geleerd van televisietechniek – schroeft hij het apparaat open. Philips blijkt voor tienduizenden guldens aan extra hardware ingebouwd te hebben. En dat in een eenvoudige huiscomputer.

Al die nieuwe technische ontwikkelingen met video en de computer zijn fantastisch, maar nog wel heel bewerkelijk. De schuiftitel blijft dus nog lang de snelste en beste manier om animaties te maken. Dat verandert pas echt met de komst van de Paintbox op de NOS redactie. Maar De Groot krijgt rond die tijd een andere functie bij het Jeugdjournaal.

De Groot is bij het Jeugdjournaal meer een redacteur dan een ontwerper, een beeldjournalist zou je dat nu noemen, maar dat woord bestaat dan nog niet. Het maakt hem tot een buitenbeentje bij de afdeling Grafisch ontwerp van de NOS, waar hij in dienst is. Daar ligt de nadruk op kwaliteit: ze maken het mooi, of ze maken het niet, aldus De Groot. Maar zijn taak is anders, hij krijgt vaak ‘s ochtends het onderwerp en dan moet het ontwerp nog bedacht én gemaakt worden voordat het die avond op de buis moet. Hij heeft meestal maar een paar uurtjes. Dus zijn de letters niet altijd even netjes gespatieerd, hapert er wel eens een schuifje of is het gewoon wel eens niet zo mooi. Daar wordt hij op functioneringsgesprekken aangesproken, maar bij het Jeugdjournaal zijn ze buitengewoon tevreden. Hij is de cruciale schakel in de programmaformule.

In die tijd speelt de afsplitsing van het facilitair bedrijf van NOS (waar De Groot in dienst is) van de zendgemachtigde NOS (waar De Groot gedetacheerd is). Opeens gaat geld een rol spelen en het Jeugdjournaal dreigt zijn vaste vormgever kwijt te raken. Om dat te voorkomen neemt De Groot half ontslag bij de Grafische afdeling en krijgt hij een halve betrekking bij de Jeugdjournaal als regisseur. Hij is dan de halve week regisseur, en de andere helft van de week werkt hij op de grafische afdeling voor andere programma’s en omroepen. Het is een tijdelijke constructie en uiteindelijk komt hij volledig in dienst bij de NOS.

De Groot krijgt de kans om zich bij de NOS te bemoeien met de vormgeving van het nieuws en andere uitzendingen. In 1981 werkt hij voor het eerst mee aan de uitzendingen rond de verkiezingsuitslagen. In het decor van Nick de Weerd zijn vlakken uitgespaard waar grafieken, diagrammen en overzichtjes gezet kunnen worden. De techniek is vergelijkbaar met de schuifanimaties die De Groot in het Jeugdjournaal gebruikt, maar dan levensgroot. Zijn rol is dan beperkt, hij staat op een ladder achter het decor de schuifjes te bedienen en de cijfers aan te passen. Voor de uitslagen per gemeente was al een computer, speciaal voor deze gelegenheid ingevlogen of gehuurd. De hele regie staat volgebouwd met techniek voor een computer die eigenlijk maar weinig kan en daar ook nog eens heel lang over doet. Dat is vooral lastig voor de presentatoren die maar moeten blijven praten om tijd te vullen.

Zo zagen verkiezingsuitslag eruit vóórdat Martin de Groot zich ermee ging bemoeien. NOS, 1977

Zo zagen verkiezingsuitslag eruit in 1977. ©NOS

Nadat De Groot regisseur is geworden in 1989, wordt zijn aandeel in de vormgeving van onder meer die verkiezingsuitslagen groter. In 1994 introduceert hij de ‘paal en schil’. De schil geeft in hoogte het aantal huidige zetels aan en de paal erbinnen de actuele stand van zaken, een overzichtelijke methode die nog steeds in gebruikt is bij de NOS.

De palen en schillen worden in 1994 uitgevoerd als drie-dimensionaal decorstuk met PVC-regenpijpen als palen. De Groot heeft veel contact met de nieuwe afdeling innovatie van NOB Design en die leveren op afstand bedienbare electromotoren. Het gevaarte, door de crew ‘het orgel van hoop en vrees’ genoemd, gaat het hele rondje verkiezingen mee: Tweede Kamer, Provinciale Staten en Gemeenteraadsverkiezingen. Bij de laatste ontstaat een probleem; er is één partij meer dan dat er palen op het ‘orgel’ zijn. Er wordt een extra paal gebouwd, en nog een eentje, voor de zekerheid, maar er zijn geen electromotoren meer. Aan één van de toneelmeesters de ondankbare taak om, verstopt in het orgel, die laatste paal op het juiste moment handmatig omhoog te duwen. Aan het eind van de laatste uitzending met dit decor pakt Ferry Mingelen een van de regenpijpen en slaat het orgel aan gruzelementen.

In 1998 pakt De Groot het weer op een bijzondere manier aan: de uitslagen komen vanuit een vitueel decor. Hij is daarvoor weken en nachten lang in de studio aan het meten en testen. Tegenwoordig is het mogelijk om met behulp van gps en software de camerabeelden van de acteurs in de groene studio aan de virtuele studio te koppelen zodat het allemaal klopt. Die techniek is in 1998 nog niet beschikbaar, dus hij moet alles met de hand uitmeten en uitrekenen. Ook voor de presentatoren betekent het eindeloos repeteren, zij moeten feilloos uit de voeten kunnen met alle cue’s en stukjes tape op de studiovloer, want zij zien verder niets anders dan een groene studio.

Zo is elke verkiezingsuitslag waar De Groot als regisseur of chef regie aan werkt een vooruitstrevend staaltje televisietechniek. Ook het touchscreen vindt al snel een toepassing in de verkiezingsuitslagen. “Herman de Schermman’ is natuurlijk een leuke gimmick, maar ook een grote stap in de verbetering van de presentatie, aldus De Groot. Want door het touchscreen bepaalt de presentator nu het tempo en het beeld. Hij hoeft niet meer onverwachts tijd te rekken of een verhaal af te kappen als de regie te vroeg of te laat schakelt, zo kan hij veel vloeiender en natuurlijker vertellen. Een belangrijke verbetering, zeker ook voor de weerpresentatoren die al veel langer de mogelijkheid hebben hun eigen kaarten en graphics te ‘regisseren’.

De Groot is begin jaren negentig een tijdje chef regie van het NOS journaal en zodoende ook nauw betrokken bij de vormgeving van het nieuws (de ‘comeback van de gong’ in 1995 bijvoorbeeld) en het weer. De ontwikkelingen op het gebied van weercomputers gaan dan razendsnel en zijn behoorlijk specialistisch. De Groot zit samen met Erwin Kroll in een team waar men software ontwikkelt die op basis van satelietinformatie en -foto’s zelf weerkaarten berekent. Ze testen alternatieve manieren op het weer te presenteren: de kaarten geprojecteerd op een tafel; Kroll die zijn lijnen en zonnetjes tekent op een glasplaat; of in de virtual studio waar de kaart als een tapijt op de vloer ligt. Het blijft uiteindelijk gewoon een presentator voor een weerkaart. Als een soort tegenreactie op de voorheen zeer strak modernistische weergraphics kiezen ze voor realistisch uitziende, bewegende weericoontjes, een stijl die pas nét technisch mogelijk is. Het is een vormgeving die wij nu niet meer mooi vinden, erkent De Groot: “Net als met mode is de voorkeur voor een bepaalde vormgeving en techniek bij het weerbericht en het nieuws onderhevig aan een golfbeweging, de voorkeur is de ene keer plat en grafisch, dan weer glimmend en realistisch. Uiteindelijk gaat het een keer gebeuren dat er bij de Verkiezingsuitzending iemand opstaat die zegt; “laten we het gewoon op een whiteboard doen!'”

Foto’s Show me the news

Heb je foto’s gemaakt van de tentoonstelling die je wil delen, stuur ze door naar info@vormvanvermaak.nl.

Research en voorbereiding

 

Opbouw

Opening

Etage Nieuw, nieuwer, nieuwst. De vormgeving van het NOS journaal en RTL nieuws

Etage videokunst: Oorlog op de keukentafel

Etage nieuwsfotografie: Bert Verhoeff

Bruikleenborrel

Gastenboek

Show me the news: Brandende tram in de woestijn

Dick van Stralen, was van  1988-2003 artidirector van de 'dagelijkse grafiek' bij het NOS Journaal

Dick van Stralen, was van 1988-2003 artdirector van de ‘dagelijkse grafiek’ bij het NOS Journaal

Voor Show me the news (tot 22 maart te zien in Museum Hilversum) sprak ik natuurlijk ook met Dick van Stralen. Toen het NOS Journaal in 1988 de beschikking kreeg over een Paintbox (een computer voor digitaal ontwerp en beeldbewerking) werd ook de grafische afdeling op de journaal-redactie uitgebreid. Dick van Stralen kreeg als artdirector de leiding over deze groep ontwerpers, operators en freelancers.

Toen ik bij hem op bezoek was in november 2014 hing in zijn woonkamer bewijs van zijn werk bij het journaal. Van Stralen vertelde dat hij na zijn vertrek in 2003 een aantal van zijn ontwerpen in had gelijst omdat er bijzondere verhalen en herinneringen aan zaten.

IMG_0009
Dick van Stralen: “De NS en vertragingen zijn van die terugkerende onderwerpen in het journaal. Een van de redacteuren, Tina heette ze, had een item over vertragingen en daar moest een DVE [een digital video effect; het ‘zwevende’ beeld naast de nieuwslezer] voor komen. Bij de Painbox kon je beeldmateriaal uit een reportage knippen, maar je kon ook zelf iets onder de camera leggen en dat beeld vervolgens bewerken of aanpassen. Ik had voor het item van Tina het spoorboekje genomen en op een willekeurige pagina open gelegd. Ze kwam langs om te kijken en was blij: “wat leuk dat je mijn naam erin hebt!” Ik keek nog eens goed, ik had de pagina open geslagen op pagina tien A.”

Bas F. © NOS Journaal

Bas F. © NOS Journaal

“Tien A of Tina hangt niet meer in de kamer, maar staat waarschijnlijk nog wel ingelijst in de garage bij de lijst waar BASF in zat. Dat vond ik zelf een mooie, maar mijn vrouw vond de doodskop niet zo gezellig, dus vandaar de verhuizing uit de woonkamer. Waar het item over ging? Een giflozing denk ik. Het waren niet altijd even inspirerende onderwerpen natuurlijk, maar dat zo’n waarschuwingsteken voor gif in de naam van het verdachte bedrijf past, is dan een mooi toeval.”

DDR © NOS Journaal

DDR © NOS Journaal

“Het ontwerp hierboven is nooit uitgezonden. Er zouden verkiezingen aankomen in de DDR en ik had daarvoor dit gemaakt. Maar toen viel de muur! We hadden voor verkiezingen en voor een aantal andere veel voorkkomende onderwerpen een vaste opmaak. De achtergrond met de stemvakjes, een potlood in de kleuren van de vlag, dat was de standaard voor verkiezingen. Ik vond het belangrijk om er een systeem in het hebben, zodat het een eenheid was.”

Show met the news, tot 22 maart in Museum Hilversum

Show met the news, tot 22 maart in Museum Hilversum

“In sommige gevallen weet iedereen wel wat er gaat komen, maar niet wanneer precies. Dat was zo met het begin van de Golfoorlog, de aanval van de internationale coalitie in Irak. De regisseur die die avond dienst had, vroeg me om alvast een DVE te maken. Als het dan die avond zou gebeuren dan kon daar live op ingespeeld worden en was er alvast iets. Maar ja, er was nog niets gebeurd dus er was ook nog geen beeldmateriaal. Wat doe je dan? Ik nam uit een oude reportage een shot van een brandende tram, een stukje zand van een andere foto, een straaljager uit het Digital Libary System en zo onstond ‘de Golfoorlog’. En als je zo’n beeld eenmaal gebruikt bij dat nieuws, blijft het ook daarna in gebruik. De brandende tram is zodoende maanden in beeld geweest.”

Show me the newsdesk

Eugenie Herlaar achter haar nieuwsdesk in 1966 ©Beeld en Geluid

Eugenie Herlaar achter haar nieuwsdesk in 1966 ©Beeld en Geluid

Het belangrijkste stuk in een journaaldecor is natuurlijk de nieuwsdesk. De nieuwsdesk was in de jaren vijftig en zestig nog gewoon een bureau’tje, zo’n stalen ding waar ook de journaal-redactie en alle andere NTS-medewerkers achter zaten te werken. Die bureau’s zijn op de rommelmarkten nog gemakkelijk op te snorren, maar de nieuwsdesks daarna zijn helaas heel wat lastiger vinden. Net als de rest van het decor zijn ze op een enkele uitzondering na, weggegooid.

NOS Journaal Dag Decor (1995)

Gijs Wanders acher de nieuwsdesk van Dirk Debou, 1995

Het team dat in 1995 aan de slag ging met de vormgeving van het NOS Journaal (en Studio Sport, Jeugdjournaal, Actueel, Den Haag Vandaag) maakte voor het eerst echt flink werk van de nieuwsdesk(s). Met de gong als uitgangspunt ontwierp Dirk Debou een decor met veel lijnen, warme kopertinten en matglanzende metalen oppervlaktes. Andé Postma was destijds zijn tweede man en nam onder meer het Jeugdjournaal voor zijn rekening.

Het aardige is; van deze vormgeving bestaan nog twee desks. Waarschijnlijk zijn het de enige twee nog bestaande nieuwsdesk uit de geschiedenis van het NOS Journaal. Maar helaas, ze zijn niet te zien in de tentoonstelling…. Ik zal uitleggen waarom.

Bureau van Dirk Debou

Nieuwsdesk Bureau van Dirk Debou

De NOS Journaal-desk waar onder andere Humberto Tan, Philip Freriks en Sacha de Boer in de periode 1995 en 2001 achter zaten, staat bij Dirk Debou thuis in Amsterdam en komt daar waarschijnlijk nooit meer vandaan. Het grotendeels stalen gevaarte is toen de decorontwerper deze woning betrok met een kraan door het dak getild. Dat dak was destijds opengebroken om er een nieuwe raampartij in te bouwen en nu staat het bureau als het ware opgesloten in het huis en doet het dienst als bureau.

Aldith Hunkar achter de Jeugdjournaal-desk van André Postma,1995. ©Beeld en Geluid

Ook de futuristische Jeugdjournaal-desk van André Postma heeft een tweede leven gekregen. Postma heeft hem niet thuis in gebruik als bijzettafel, deze desk is nog een aantal weken per jaar op televisie. De NTR gebruikt hem namelijk in het decor waaruit Dieuwertje Blok het Sinterklaasjournaal presenteert. De desk heeft wel behoorlijke metamorfose ondergaan: hij is goud gespoten en versierd met rode strikken, kadootjes en pepernoten. We vonden de desk in deze staat toch niet zo passen in de tentoonstelling….

Dieuwertje en Sinterklaas achter de 'versinterklaasde' Jeugdjournaaldesk. © NTR

Dieuwertje en Sinterklaas achter de ‘versinterklaasde’ Jeugdjournaaldesk. © NTR

Maar het was een lastige beslissing. Juist omdat het het de enige nog bestaande – en verplaatsbare – nieuwsdesk is die ik heb kunnen vinden. De rest is allemaal in de kraker beland. Niet zo gek natuurlijk, moet je je eens indenken hoeveel ruimte je nodig zou hebben als je alle decors en alle decorstukken uit de televisiehistorie zou willen bewaren. Dat kost een hoop ruimte en een lieve duit. Tekeningen zijn wat dat betreft makkelijker te bewaren. Postma heeft zijn werktekening voor de Jeugdjournaal-desk uit 1995 nog!

De werktekening van André Postma uit 1995 (klik voor een vergoting)

De werktekening van André Postma uit 1995 (klik voor een vergoting)

In de tentoonstelling Show me the news (Museum Hilversum tot en met 22 maart) is meer werk van André Postma en Dirk Debou te zien. Na hun NOS Journaal-vormgeving hebben ze beide ook voor RTL Nieuws decors ontworpen, Debou in 1998 en Postma in 2003. En daarvan zijn maquettes, tekeningen, foto’s en fragmenten te zien. Geen desk helaas, maar wel een nieuwsdesk op schaal… Kom maar kijken!

Show me the news: Paintbox-portretten

Arie Teunissen aan het werk op de PAintbox, omringt door zijn creaties. Foto: Arie Teunissen

Arie Teunissen aan het werk op de Paintbox, omringt door zijn creaties. Foto: Arie Teunissen

Voor de tentoonstelling Show me the news heb ik uiteraard ook contact gezocht met Arie Teunissen die van 1989 tot 199 als ontwerper bij het NOS Journaal en het Jeugdjournaal werkte (en vanaf 1966 op de NTS/NOS Afdeling Grafisch Ontwerp). Hij heeft laden omgekeerd, dozen en mappen geleegd, maar had helaas geen tastbaar werk meer om te kunnen laten zien in de tentoonstelling. Hij vertelde me het volgende:

“Ooit, wat mij betreft jaren zestig, deed de hele afdeling Grafisch Ontwerp mee aan wat toen ‘Journaaldiensten’ heette. Bij toerbeurt deden we een dag de dienst die voornamelijk bestond uit het, met de hand, maken van landkaarten, teksten (op de hotpress) en andere soorten van uitleg. Later sneden en plakten we de kaarten uit gekleurd papier met gefotozette strookjes tekst die verwijderbaar waren zodat de kaarten meerdere malen gebruikt konden worden.”

“Tegen het eind van de jaren zeventig kwam een kleinere vaste ploeg in de plaats van de toerdiensten, en die ploeg werd uitgebreid toen het ‘gereedschap’ de Paintbox werd. Vanaf ongeveer 1990 gingen Dick van Stralen en ik over van de afdeling Grafisch Ontwerp naar het Journaal om het ontwerp en de coördinatie voor de dagelijkse NOS Journaals te doen. Daar hoorde ook het Jeugdjournaal bij, waarvoor ik ook veel heb geïllustreerd. De vormgeving bestond onder andere uit het in een vast stramien laten zien van het onderwerp naast de nieuwslezer(es). Verder ontwierpen we uitleg die nodig was bij het onderwerp: grafieken, teksten, landkaarten en wat er zoal nodig was. Afhankelijk van de hoeveelheid was dit onder behoorlijke tijdsdruk.”

“Eerst werkten nog met hulp van operators die op onze aanwijzingen de Paintbox bedienden. Later deden we ontwerp én uitvoering grotendeels zelf. En dat is ook de reden dat ik niets tastbaars heb gevonden. Het gebeurde allemaal digitaal en zit -voorzover het er nog is – in de Paintbox-archieven. De overgang van de zeer kostbare Paintbox naar de computer heb ik net niet meegemaakt, dat was niet lang na ik vertrok in 1999.”

This slideshow requires JavaScript.

“Ik heb nog wel digitaal beeld. Bij mijn vertrek bij het journaal heb ik een videoband met voorbeelden van mijn werk gekregen. Daarvan komen bovenstaande stills. Het zijn op de paintbox getekende portretten van in 1993 overleden personen voor het jaaroverzicht van het NOS Journaal. Ik weet het niet helemaal zeker meer, maar Martin de Groot, die de regie had van dit jaaroverzicht was degene die op het idee kwam mij de overledenen te laten portretteren met een tekening. Dat was voor het eerst, want daar werden in de regel foto’s voor gebruikt. Ik tekende de portretten op virtueel tekenpapier in een virtueel schetsboek en ze zagen er kennelijk zo echt uit dat er verzoeken van nabestaanden kwamen of ze de tekening mochten hebben. Het geheel werd ‘geanimeerd’ omgebladerd en van stemmige muziek voorzien. Er was in die tijd – misschien nu ook nog wel – een traditie om het jaaroverzicht nadat het af was gezamenlijk te bekijken met iedereen die er aan meewerkte. Een aardig compliment was dat er na het ‘overledenen’-filmpje een spontaan applausje opklonk.”

In de tentoonstelling Show me the news bij Museum Hilversum is meer Paintbox-artwork te zien van Dick van Stralen, Arie Teunissen en andere ontwerpers bij het NOS Journaal.

Show me the news: NTS Journaal weekleader 1958

NTS weekjournaal 1958

Werkformulier en storyboard voor leder NTS Weekjournaal. Te zien in de tentoonstelling Show me the news, Museum Hilversum tot 22 maart 2015.

 

Roel Renssen, na Carel Enkelaar de tweede man bij het NTS Journaal, schakelt op 31 oktober 1958 de ‘grafische sectie’ van de NTS in voor een leader voor het NTS Weekjournaal. Jan van der Does en Ger van Essen gaan er samen mee aan de slag en ontwerpen een eenvoudige leaderanimatie, of zoals ze het zelf noemen; een ‘trucfilm’. Op 8 november zijn de opnames bij Cinecentrum en op 12 november moet de animatie klaar zijn voor de uitzending. Dat is allemaal na te gaan op het werkrapport wat in de tentoonstelling Show met the news hangt.

58 nts weekjournaalHoe deze leader eruit heeft gezien is gemakkelijk op te maken uit  het bij het werkrapport gevoegde storyboard (hierboven). Het is een live-animatie geweest, dat wil zeggen dat er niet beeldje voor beeldje is opgenomen, maar dat de bewegingen live voor de camera zijn uitgevoerd. Knip en plakwerk dus; met karton, splitpennetjes, schuifjes en ijzerdraadjes. Tel daar een paar effecten van de camera bij op: super-imposition en inrijden (zoom), en dan heb je ongeveer het scala aan mogelijkheden wat de grafische afdeling in 1956 tot haar beschikking had om in korte tijd en met weinig geld leaderanimaties te maken.

Omdat het een leader op film betreft bestaat er wel een kans dat deze animatie er nog is, maar helaas kon ik hem niet terugvinden. Het is dus niet te controleren, maar het is natuurlijk wel heel waarschijnlijk dat tijdens de inrijder op de cirkel het geluid van de gong heeft geklonken. Een soortgelijke combinatie van inrijder en gong zat immer ook in de leader van het gewone journaal en bleef tot ver in de jaren zeventig in gebruik.

Het storyboard en werkformulier komen uit het archief van Jan van der Does die in die jaren chef was van het kleine groepje grafici bij de televisie. Op deze site heb ik al vaker mooie stukken en ontwerpen laten zien (op te vragen via deze link: Jan van der Does) en het is heel bijzonder dat hij dit allemaal zo zorgvuldig heeft bewaard. Het geeft een goed beeld van de werkwijze van de grafische afdeling in de eerste jaren van haar bestaan en de mogelijkheden en beperkingen van de techniek.

In de tentoonstelling zijn nog veel meer bijzondere stukken te zien uit privé-collecties. Dus gaat dat zien! Tot en met 22 maart in Museum Hilversum. Ik geef elke woensdag om 14.00 een gratis rondleiding, de toegang tot het museum is op woensdag ook gratis.

Persbericht: Show me the news

De vormgeving van het nieuws in de hoofdrol
Show me the news start in Museum Hilversum

Museum Hilversum brengt met tentoonstelling Show me the news, de overgang van tekst- naar beeldcultuur in nieuwsmedia in kaart. Naast nieuwsfoto’s van Bert Verhoeff, de vormgeving van het NOS Journaal en RTL Nieuws, is ook bijzondere videokunst over nieuws te zien. De feestelijke opening is op zaterdag 17 januari om 16.00.

Foto: Judith van IJken, portret: NOS Journaal-presentatrice Annechien Steenhuizen

Foto: Judith van IJken, portret: NOS Journaal-presentatrice Annechien Steenhuizen

“We zien journaals op tv, lezen de krant of krijgen het laatste nieuws op de smartphone. Het gaat om de inhoud, maar het beeld en de presentatie worden steeds belangrijker,” aldus Stef van Breugel, directeur Museum Hilversum. “Show me the news onderzoekt deze ontwikkeling aan de hand van televisievormgeving, nieuwsfotografie en videokunst.”

Overzicht tv-vormgeving
Het museum presenteert een overzicht van de vormgeving van de twee belangrijkste Nederlandse nieuwsprogramma’s: het NOS Journaal en RTL Nieuws. Het toont werk van decorontwerpers, grafisch ontwerpers en componisten die achter de schermen het nieuws een gezicht gaven. Gastcurator Liselotte Doeswijk vertelt: “In de jaren vijftig mocht de nieuwslezer niet in beeld, dat zou maar afleiden van de inhoud. Zestig jaar later staan de presentatoren in een groot decor vol bewegend beeld en wordt de inhoud verduidelijkt door infographics en 3D-animaties.”

Demonstrant tegen WAO-herzieningen op het Binnenhof.  Den Haag september 1991. Foto Bert Verhoeff

Demonstrant tegen WAO-herzieningen op het Binnenhof. Den Haag september 1991. Foto Bert Verhoeff

Fotografie en videokunst
Naast het nieuws op de televisie, ging ook de krant ging er anders uitzien. “De prachtige nieuwsfoto’s van Bert Verhoeff hebben zelfstandige zeggingskracht en vertellen een eigen verhaal,” aldus Van Breugel. “Juist voor dat soort foto’s maakt de krant steeds meer tekstkolommen vrij.” Aan de hand van het werk van nieuwsfotograaf Verhoeff wordt duidelijk dat de foto uitgroeide tot een volwaardig onderdeel van de krant. Show me the news toont ook videokunst die je aan het denken zet. Douwe Dijkstra, Lukács & Broersen, eddie d en Judith van IJken reageren op krant en journaal en onderzoeken de impact en de esthetiek van nieuwsbeelden.

Still uit video-installatie Démontable (2013) van Douwe Dijkstra

Still uit video-installatie Démontable (2013) van Douwe Dijkstra

Programma
Show me the news is samengesteld door gastcurator Liselotte Doeswijk en is te zien van 14 januari tot en met 22 maart 2015. Bij de tentoonstelling is een speciale app te downloaden met twee tours: de ene met veel extra informatie over de tentoonstelling en de andere speciaal voor kinderen. Het museum organiseert op de zaterdagmiddag lezingen die aansluiten bij de thema’s van de tentoonstelling.