Rotsen maken, straten schilderen, kastelen bouwen: uit het fotoalbum van Martien van den Dijssel

Martien treedt op 1-6-1961 in dienst bij de NTS (Hoofdafdeling Materiele Uitvoering) als schilder.

Van schilder klimt hij, mede door de avondstudie aan de Artibus in Utrecht, op tot decorateur. Hij imiteert houtnerven, marmer en andere materialen met zwarte, witte en grijze verf en schildert achterdoeken vol met straten, bossen of bergen.

De voorbouw en decoratie vinden plaats in de voormalige tapijtfabriek aan de Kampstraat in Hilversum. Er zijn in 1961 zo’n 8 decorateurs werkzaam: Jan Blaak, Ben Fokker, Joop de Groot, Bertus Hengel, Kennedy, Henk Meester, Ger Nooy en Toon Scheerder.

Soms worden er uitstapjes gemaakt. Met chef Jan Noorda naar de Ardennen bijvoorbeeld, om afgietsels te maken van rotsen. De mallen gaan mee terug naar de Kampstraat en daarvan worden dan in de Kampstraat vederlichte rotspartijen van gemaakt.

Op de afdeling decoratie maken ze de gekste dingen. Schilderijen, achterdoeken, rotsen en er komen ook verzoeken binnen voor ruimtelijke objecten; standbeelden of bijvoorbeeld een vis van een meter. Niets is onmogelijk en programmamakers kunnen hun fantasie de vrije loop laten.

Per 1 september 1968 gaat Martien over naar de afdeling maquettebouw een onderafdeling van de Hoofdafdeling Ontwerp. Hij komt op de zolder van de Emmastraat te werken bij Jac Hey, Tijmen de Bree en Gerard Buurman.

In 1973 verhuizen de maquettebouwers (inmiddels aangevuld met Fried van der Linden en Ton van Roemburg) eindelijk naar het Omroepkwartier.

Ze betrekken één van de immense hallen in het Decorcentrum. De ruimte is een beetje te groot voor de afdeling die gespeciliseerd is in kleine objecten: met name de maquettes en miniaturen die in beeld gebruikt worden. Met een verlaagd plafond en een extra afscheidingswand vol planten, maken ze ruimte wat gezelliger.

In 1987 komen alle afdelingen van de Hoofdafdeling Ontwerp eindelijk weer bij elkaar te zitten. Decorontwerp, grafisch ontwerp en maquettebouw krijgen samen twee etages in het hoofdgebouw. Daar beschikken ze over alle mogelijke faciliteiten; een monsterkamer, experimenteerstudio, twee doka’s, een bibliotheek.

De maquettebouwers bouwden aanvankelijk heel veel maquettes die alleen bij de programmavoorbereiding gebruikt werden. Zo konden regisseurs en andere operationele staf alles goed voorbereiden. In de loop van de jaren werden die maquettes steeds vaker in beeld gebruikt, een praktische en goodkopere oplossing dan een buitenopname of een gebouw op ware grootte nabouwen. Martien heeft dus behoorlijk wat kastelen, paleizen en fantasievolle bouwwerken gefabriceerd.

Bij de opsplitsing en verzelfstandiging van de facilitaire tak van de NOS verhuizen de maquettebouwers weer naar een ruimte in het decorcentrum. Hun specialistische en vaak arbeidsintensieve werk wordt ineens onbetaalbaar in een vrije markt waar producenten elk dubbeltje drie keer omdraaien. Tijmen de Bree en Martien nemen midden jaren negentig vervroegd afscheid van hun werk. Fried van der Linden zet het werk nog een aantal jaren voort, maar dan komt er toch echt een einde aan de maqutteafdeling.

Designing 007: blockbuster tentoonstelling in de Kunsthal

Dit weekend was de opening van de tentoonstelling over de vormgeving van de James Bond filmserie in de Kunsthal, Rotterdam. De tentoonstelling is samengesteld door het Barbican en was eerder te zien in Londen, Moskou en nu dus in de Kunsthal in Rotterdam. Bij de perspresentatie afgelopen vrijdag waren de twee gastcuratoren, de directeur van het Bond-archief en een vertegenwoordiger van het Barbican aanwezig, alsmede ook Jeroen Krabbé en Maryam D’Abo die beide speelden in The Living Daylights (1987).

Ken Adam, ontwerp voor Fort Knox in Goldfinger. Copyright © 1964 Danjaq, LLC and United Artists Corporation. All rights reserved.

Ken Adam, ontwerp voor Fort Knox in Goldfinger. Copyright © 1964 Danjaq, LLC and United Artists Corporation. All rights reserved.

In de tentoonstelling zijn zo’n vijfhonderd objecten te zien uit vijftig jaar Bond-films. De nadruk ligt een beetje op kostuums, want de samenstellers Bronwyn Cosgrave en Lindy Hemming zijn respectievelijk mode-historicus en kostuum-ontwerper. Maar er is ook een zeer ruime hoeveelheid storyboards, decorontwerpen, maquettes, props en miniaturen te zien. De tentoonstelling is daarmee een ode aan de hele creatieve crew, van production designer tot werktekenaar. Want, zo licht Lindy Hemming toe: “Alles moet bij Bond perfect zijn, elk detail moet kloppen. Zo krijgt de cast de beste ondersteuning en kunnen zij hun karakters zo perfect mogelijk vorm geven. Elk frame in een Bond-film bevat het werk van vele, vele mensen.”

De tentoonstelling is opgebouwd als een archetypische James Bond-film. Na een paar schermen met openingssequenties loop je door de ‘gun barrel sequence’ naar de eerste zalen waar we kennis maken met Ian Fleming, het hoofdkwartier van MI6 waar Bond zijn opdrachten krijgt. Daarna een indrukwekkende casinozaal, allerlei tropische en exotische bestemmingen, eindigend in een zaal met alle slechterikken en het ‘ijspaleis’. De titelsequenties komen er een beetje bekaaid vanaf en artwork voor bijvoorbeeld affiches, merchandise en reclame is helemaal niet te zien. Hoewel met name de sexy titelsequenties van Robert Brownjohn veel hebben bijgedragen aan de visuele identiteit van Bond, is het met zoveel ander uniek materiaal – het merendeel voor het eerst openbaar te zien – nauwelijks een gemis te noemen. Bovendien, de affiches en titelsequenties hebben in andere tentoonstellingen en publicaties hun moment in de spotlight al wel eens gehad. Zie bijvoorbeeld Watch the titles of dit overzicht van De Standaard van de Bond-affiches.

Hoe kan het eigenlijk dat er zoveel bewaard is gebleven? Vaak verdwijnen tekeningen, storyboards, props en kostuums. Ze worden meegegeven aan cast en crew, weggegooid en de eerste jaren was het gebruikelijk dat objecten geveild werden om zo de volgende film weer te bekostigen, vertelt Meg Simmons, directeur van het EON archief. In 1995 vatte zij het plan op om serieus werk te maken van het archief van de productiemaatschappij van Cubby Broccoli en Harry Saltzman. Verspreid over Pinewood Studio’s bleken er talloze ruimtes gevuld te zijn met auto’s, kleding, papier en objecten uit Bond-films. Die verzameling spullen is grotendeels te danken aan de inspanningen van Peter Lamont.

Ken Adam concept art voor de laser tafel uit Goldfinger. Copyright Notice - ©1964 Danjaq, LLC & United Artists Corporation. All rights reserved.

Ken Adam concept art voor de laser tafel uit Goldfinger. Copyright Notice – ©1964 Danjaq, LLC & United Artists Corporation. All rights reserved.

Lamont begon in 1964 als werktekenaar bij Goldfinger, klom bij de volgende Bond-producties op van setdresser naar artdirector en in 1981 was hij voor het eerst production designer bij For your eyes only en dat bleef hij -op een enkele uitzondering na- tot eb met Casino Royale in 2006. Lamont nam in 1981 het stokje over van Ken Adam die vanaf de eerste Bond-film (Dr. No, 1962) verantwoordelijk was voor de ‘look and feel’ van de wereld van Bond. Adam ontwierp de fantastische futuristische sets als ondergrondse vertrekken van Dr. No, SPECTRE’s lanceerplatform in de vulkaan (You Only Live Twice, 1967), de onderwaterstad Atlantis (The Spy Who Loved Me, 1977) en het ruimtestation in Moonraker (1979). Moderne en stijlvolle sets met stoere materialen en strakke lijnen. Wat dat betreft is Rem Koolhaas’ Kunsthal de perfecte lokatie voor Bond stelt Meg Simmons: “Ken Adam zou het prachtig vinden zoveel staal, glas en beton.”

Ken Adam, ontwerp van vulkaan-set in You Only Live Twice. Copyright Notice - © 1967 Danjaq, LLC & United Artists Corporation. All rights reserved.

Ken Adam, ontwerp van vulkaan-set in You Only Live Twice. Copyright Notice – © 1967 Danjaq, LLC & United Artists Corporation. All rights reserved.

Niet alleen Lamont, maar ook Adam bewaarde veel werk. Sir Ken Adam schonk zijn archief met zo’n 4.000 aan film gerelateerde schetsen, foto’s en documenten in 2012 aan de Deutsche Kinemathek. Die collectie komt in de zomer van 2015 online en veel Bond-tekeningen zijn uiteraard te zien in de tentoonstelling in de Kunsthal.

Harry Lange, artwork voor het exterieur van het ruimtestation in  Moonraker. Copyright Notice - © 1979 Danjaq, LLC and United Artists Corporation. All rights reserved.

Harry Lange, artwork voor het exterieur van het ruimtestation in Moonraker. Copyright Notice – © 1979 Danjaq, LLC and United Artists Corporation. All rights reserved.

Naast objecten uit het EON archief, speurden de curators ook in vele prive-collecties en lieten ze enkele verloren gegane kostuums en juwelen opnieuw maken op basis van originele tekeningen en foto’s. Van de vroegste films was het het lastig om nog originele spullen te vinden. Het was in die tijd nog gebruikelijk dat acteurs hun eigen kleding droegen, of dat props en rekwisieten geleend werden. Gelukkig bekommerde Peter Lamont zich dus al relatief vroeg met het archief en dat heeft nu geleid tot een indrukwekkend eerbetoon aan alle mensen die buiten de spotlights meewerken aan het succes van het James Bond-imperium.

Meer info: Kunstal.nl

Tv-vormgeving in DWDD

Voor iedereen die het gemist heeft: De wereld draait door had op maandag 6 oktober item over televisiegeschiedenis. In de hoofdrol regisseur Rudolf Spoor en een aantal topstukken uit de collectie van Beeld en Geluid, zoals de weerkaarten van Joop den Tonkelaar en de titelklapper.

Deze topstukken worden door Beeld en Geluid op een bijzondere manier op de foto gezet en dit proces is te volgen in de blauwe zaal in het gebouw. Dinsdag 7 oktober zijn een aantal prachtige titelrollen van bijvoorbeeld Hans de Cocq en Ton Holst aan de beurt. Een van de titelrollen uit de collectie van Beeld en Geluid komt trouwens niet op de foto, want die maakt deel uit van de tentoonstelling die nu te zien is in Museum Hilversum. Op vrijdag 24 oktober volgen de decormaquettes. De complete planning van het fotografie-project vind je hier: agenda.

Fragment uit een titerol van Hans de Cocq voor programma Het scheelde maar een jaartje (VARA, 31-12-1965) Collectie Beeld en Geluid

Fragment uit een titerol van Hans de Cocq voor programma Het scheelde maar een jaartje (VARA, 31-12-1965) Collectie Beeld en Geluid

Decors van Dorus: Tim Tatoe

Dorus van der Linden vertelt over opvallende producties en achter de schermen-schermutselingen. Dit maal over Tim Tatoe, een cowboy-serie geschreven door Wim Meuldijk voor de VARA. Rudi Falkenhagen speelt de titelheld, een cowboy die met bruine bonen schiet.

This slideshow requires JavaScript.

Dorus van der Linden: “Oktober 1965 zijn de eerste besprekingen voor het programma met Henk Barnard, toen al een bekende regisseur door Ja zuster, nee zuster. Er zijn meerdere opnamedagen gepland in een decor in Studio IIIB en op locatie in de duinen. Die scenes worden daarna in de montage, samen met nog wat mooie landschappen uit bestaande Amerikaanse films, tot acht delen gemonteerd. Barnard gaat akkoord met mijn ontwerpen voor de studiosets en de eerste opnames verlopen zonder problemen.”

De Telegraaf, 19-10-1965

De Telegraaf, 19-10-1965

“Na de eerste opnamedag vertelt Barnard me dat Wim Bary de volgende afleveringen  zal regisseren. Bary was in de jaren vijftig tv-regisseur geweest, maar vertrok om schouwburgdirecteur te worden in Tilburg. Hij is daar net met onenigheid weer vertrokken en maakt met Tim Tatoe zijn rentree bij de tv, het een en ander wordt ook uitgebreid beschreven in De Telegraaf, waar Bary goede contacten heeft, zo zou later blijken.”

“Bij de volgende opnamedag hoor ik van de toneelmeester iets merkwaardigs. Hij heeft van Bary de opdracht gekregen om grijze gordijnen voor het decor te trekken! Ik verbied hem dat te doen en zoek direct mijn chef Jan van der Does op. Wim Bary hoort ondertussen mijn reactie van de toneelmeester en doet bij Henk van der Meyden van De Telegraaf zijn beklag. Van der Meyden ruikt een sappig verhaal en stap in de auto op weg naar Bussum. De regie-assistente brengt mij hiervan op de hoogte, daarop neemt Jan van der Does contact op met Arie van den Dool, hoofd van de Dienst Programma Faciliteiten en die instrueert de portier van Studio IIIB om Van der Meyden de toegang tot IIIB te ontzeggen.”

This slideshow requires JavaScript.

“Enige tijd later zit ik in de foyer van de studio aan tafel met de hoge heren van de VARA en de NTS, Wim Bary en de regie-assistente. Ook Barnard schuift aan. Bary is van mening dat hij als regisseur toch zeker in zijn recht staat. Als hij grijze gordijnen wil in plaats van decor, dan moet dat gebeuren. Maar afspraak is afspraak. Mijn tekeningen waren – weliswaar door Barnard- al goedgekeurd  en dus Bary moet het programma in mijn decor opnemen. Niet lang daarna haalt de VARA hem van de serie en wordt hij weer schouwburgdirecteur.”

This slideshow requires JavaScript.

Meer foto’s in de Beeldengeluidwiki.nl: Gallery Tim Tatoe

In het depot: archief Jaap Binnerts

wikiFreek en ik hebben het archief van Jaap Binnerts in recordtempo onderzocht, gefotografeerd en in de Beeldengeluidwiki.nl gezet. Via de links in de rechterkolom in de oeuvrelijst van Binnerts (“Gallery: Programmatitel”) zijn decortekeningen, props en maquettes uit zijn archief te zien. Soms ook in combinatie met foto’s van de fotodienst.

Maar er zijn nog twee vraagtekens. Onderstaande maquettes hebben we nog niet aan een programma kunnen koppelen. Herken je iets? Laat een reactie achter onder dit bericht of mail naar info@vormvanvermaak.nl

Decors van Dorus: Show!

Dorus van der Linden vertelt over de opmerkelijkste programma’s uit zijn lange carriere bij de Nederlandse televisie. Shows en amusementsprogramma’s hadden niet zijn voorkeur, maar decorontwerpers moesten in principe overal inzetbaar voor zijn…

Zaterdagavondakkoorden van Jos van der Valk, 1965. Collectie: Beeld en Geluid

Zaterdagavondakkoorden van Jos van der Valk, 1965. Collectie: Beeld en Geluid

Dorus: “Bij de foto’s van Hub Berkers zag ik een foto, en ik wist het weer! Zaterdagavondakkoorden van Jos van der Valk, maatpak, stralend gebit, charmant, dat is het programma wat ik het minst bij mij vond passen. Piste uit Treslong in Hillegom was ook zo’n programma. Bijna alle ontwerpers toen hadden deze programma’s wel op hun lijstje staan. Het was meer iets voor Cor Hermeler, die was daar goed in. Maar goed, ik moest ‘n keer.”

“Ik was op werkbezoek in een metaalfabriek waar groot stanswerk werd gemaakt. Hele banen metaal gingen door de machine en daar werden metalen cirkels uitgestanst. Die cirkels interesseerden mij niet zo maar de overgebleven banen met grote ronde gaten des te meer. Wanneer ik nu de foto van dat decor zie herinner ik mij dat dat mij op het idee voor dit decor bracht. Jos van der Valk bleek trouwens meer dan maatpak, gebit en charme. Een aardige regisseur om mee te werken!”

This slideshow requires JavaScript.

Dorus: “Zoals uit mijn oeuvrelijst wel blijkt heb ik ook niet zo’n groot aandeel gehad in de vormgeving van TROS-programma’s. De oorzaak ligt in mijn gevoel waarom, na de academie, ook de reclame mij niet trok. Maar mijn herinneringen aan de TROS-show met Marcel Amont zijn overweldigend, net als die aan regisseur Karel Prior!”

“Ik had een heel groot decor in de studio laten bouwen met zelfs twee verdiepingen, wat in die tijd behoorlijk ‘uitpakken’ was. Arie van den Dool, getipt door de afdeling Decorproductie, kwam zelfs even kijken in de studio en zei, de boel bekijkend: “Was dat nou wel allemaal nodig, mijnheer van der Linden?”

Tineke Roeffen

Dit is een gastblog van Freek Biesiot

Soms zijn er zoveel aanwijzingen die in een bepaalde richting wijzen dat je er wel gehoor aan moet geven. In dit geval leidde het tot een bezoekje aan de regisseuse Tineke Roeffen.

1) Door het spitwerk van Liselotte in de gedeeltelijk ongedocumenteerde schatten in de kelders van Beeld en Geluid kwam er een stapeltje ontwerptekeningen tevoorschijn die Jan P. Koenraads voor het programma Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, mijnheer (hier te zien). Deze tekeningen zijn een jaar of tien geleden door Tineke aan het Museum geschonken, maar komen nu pas weer tevoorschijn.

Glasobject voor het Nationale Songfestival 1969, ontwerp van Biesiot en Andrie Copier

Glasobject voor het Nationale Songfestival 1969, ontwerp van Biesiot en Andrie Copier

2) Mijn eigen ontwerp voor het Nationale Songfestival in 1969 werd ineens weer actueel omdat het tijdschrift Fjoezzz van de Vereniging Vrienden van Modern glas, wel wat meer wilde weten over het enorme glasobject dat ik toen samen met Andries Copier en de glasfabriek Leerdam heb gerealiseerd als onderdeel van het decor in het Theater van het Congrescentrum in Den Haag. Dat Songfestival werd geregisseerd door Tineke.

3) Tijdens een open-atelier dag in Den Haag stapte ik binnen bij Wieteke van Dort en zo kwamen we, behalve natuurlijk over Indië, te spreken over Hamelen en haar vriendin Tineke, die volgens haar zeggen bezig was haar memoires te schrijven over die spannende begintijd van de televisie.

Kort en goed, ik maakte een afspraak om Tineke te bezoeken in Baarn, dat gesprek is inmiddels achter de rug. Zij blijkt de allereerste vrouwelijke regisseur te zijn geweest, wat op zichzelf al een memorabel feit is, ze was vanaf 1954 in dienst van de KRO.

Tineke Roeffen is inmiddels 87 jaar maar ze weet nog boeiend te vertellen over die tijd, met een feilloos geheugen voor namen van alle mensen die toen bij de omroepen betrokken waren bij de omschakeling van het radiobedrijf naar het televisietijdperk.

Ik heb hier haar manuscript voor mij liggen: En toen was er…. televisie, herinneringen aan de begintijd van de Nederlandse televisie. Het is voor ons project Vorm van vermaak misschien een beetje een zijlijn, maar het geeft wel veel inzicht in hoe die eerste tijd er uit heeft gezien en dat is toch wel heel leuk. Dus, ‘wordt vervolgd’…

Deze tekeningen hangen bij Tineke mooi ingelijst aan de muur maar komen wellicht tzt ook naar de collectie van Beeld en Geluid.

This slideshow requires JavaScript.

Twee nieuwe aanwinsten voor Beeld en Geluid

Freek Biesiot kwam deze week een wagen vol decortekeningen en maquettes afleveren bij Beeld en Geluid. Want regisseur Anneke Hoog Antink, weduwe van Jaap Binnerts heeft zijn archief aan Beeld en Geluid geschonken. Naast prachtige tekeningen voor bijvoorbeeld de Decamerone-serie zitten er drie leuke maquettes bij.

DSCF8794

Maar er is meer! Cor Straatmeyer, voormalig chef van de afdeling Decorontwerp, heeft ook een mooie schenking gedaan aan Beeld en Geluid. Hij schonk zijn collectie decortekeningen waarin veel werk van Wim Bijmoer, maar ook enkele ontwerpen van onder andere Cor Hermeler, Henk Tilder en Jan P. Koenraads. Freek en ik gaan het allemaal onderzoeken, fotograferen en ervoor zorgen dat het een goede plek krijgt in de depots van Beeld en Geluid.

Ik hoop over niet al te lange tijd meer te kunnen laten zien van deze twee schenkingen!

Herinneringen aan … Herman Coenen (1928-2005)

Deze herinnering aan Herman Coenen is opgetekend door Freek Biesiot:

Portret van Coenen in het Limburgs Dagblad van 14-12-1973 bij het artikel 'Limburgers in Hilversum'

Portret van Coenen in het Limburgs Dagblad van 14-12-1973 bij het artikel ‘Limburgers in Hilversum’

“Een ontwerper die nog helemaal niet in beeld is geweest is Herman Coenen. Toch heeft ook hij zijn stempel gedrukt op de kwaliteit en de sfeer op de afdeling.

Herman kwam op latere leeftijd, nou ja ergens in de 40 op de afdeling. Hij kwam uit het zuiden, wel Nederlander, maar eigenlijk met hart en ziel een Antwerpenaar en deed er dan ook niet zijn best voor om zijn zuidelijke accent te verbergen. Zeker als hij een paar glazen bier op had, grensde dat aan het onverstaanbare, hoewel hij tegelijkertijd overduidelijk bleef articuleren bijna op het Duitse af. Niet de gemoedelijke tongval die wij van onze zuiderburen gewoon zijn. Soms liep dat zo uit de hand dat hij zijn rechtervuist opstak waarmee hij een angstaanjagend ogende zegelring met akelige stekels erop toonde en riep “Met één klap heb ik ze allemaal te pakken”.

Herman was veelzijdig en buitengewoon goed geïnformeerd, hij had een ongelooflijke kennis van stijlen en theatergeschiedenis en een maatschappijvisie die behoorlijk schuurde met de gangbare opinie. Maar hij had ook een volkomen andere benadering van het vak, eigenlijk paste dat niet helemaal in onze groep. Eerlijk gezegd kan ik me helemaal geen programma herinneren waar hij aan heeft meegewerkt, maar dat zal in het onderzoek hopelijk wel naar voren komen.

Het is moeilijk te reconstrueren hoe onze vriendschappelijke relatie nu eigenlijk tot stand kwam. In ieder geval kwam hij te wonen, samen met zijn vrouw en twee kinderen in de omroepflat in Breukelen, waar ik ook woonde. En ik geloof dat hij aan mij werd toegewezen om hem wegwijs te maken in de mores van het omroepbedrijf. Maar Herman was er de mens niet naar om op sleeptouw genomen te worden. Dus ging het eerder andersom.

Ik was bezig met een dramaproductie die gedeeltelijk in België moest worden opgenomen en dat gedeelte werd geproduceerd door de Belgische producer Erwin Provoost. Herman was mijn gids in Belgiëland en zo kwam het ook dat we behalve op goede filmlocaties, regelmatig in de Antwerpse kroegen verzeild raakten. Dat waren zware dagen/nachten want Herman en zijn Antwerpse vrienden waren goede innemers. Daar kon ik echt nog wat van leren en naar huis rijden was dan ook geen optie (Herman had om een of andere reden geen rijbewijs, wat achteraf gezien maar goed was ook).

Zodoende kwam ik regelmatig terecht in het huis van John Murat en zijn vrouw om te slapen worden gelegd; een andere wereld ging voor mij open, de echte Antwerpse scene. John zou later een van mijn beste vrienden worden, waarmee ik tot in de verste uithoeken van Italië, Calabrië, Terra Nova ben gaan zwerven.(daar zijn foto’s van want John was een professionele fotograaf) Met John heb ik later het programma Twee clowns en een kubus gemaakt, met als regisseur Jan Venema en bovendien heb ik hem een baantje bezorgd als docent drama bij de Nederlandse Film Academie, maar dit allemaal even terzijde.

Herman Coenen op een feestje, ergens eerste helft van de jaren 17. Foto uit archief van Freek Biesiot

Herman Coenen op een feestje, ergens eerste helft van de jaren 70. Foto uit archief van Freek Biesiot

Met Herman zijn ontwerpwerk heb ik verder niet veel te maken gehad, het was altijd goed, professioneel, maar op de een of andere manier niet spraakmakend. Hij paste niet zo goed in het regime en daardoor waren zijn ideeën vaak opwindender dan de realisatie ervan. In de ondergrondse kantine van studio 3 en 4 waren onze regelmatige drinkgelagen, stamgasten waren Herman, Jaap Binnerts en ik, meestal met een uitdijende en weer slinkende cirkel gasten rondom de steeds voller wordende aaneengeschoven tafels vol met lege en halfvolle bierglazen, die door deze en gene met uitpuilende dienbladen werden aangedragen. Eerst waren we dan altijd de leuke gasten die voor de sfeer zorgden, maar dat evolueerde vaak naar boze of geïrriteerde omstanders (acteurs, regisseurs, technisch personeel etc.) die gewoon rustig een glaasje kwamen drinken na een dag van hard werken.

Op een zo’n dag bleven Herman en ik samen over en werden eigenlijk de kantine uitgekeken. Ik zei: “weet je dat Fred Oster vandaag gaat trouwen?” “Nou”, zei Herman, “laten we hem dan gaan feliciteren!” En zo kwamen we aan bij de molen in Weesp waar Fred receptie hield, of zelfs ging wonen. Het was gezellig, en toen we daar beleefdheidshalve weer moesten vertrekken reed ik met Herman naar zijn woonadres. Hij was inmiddels gescheiden van zijn vrouw en woonde ergens op een kamer in Hilversum. Op weg daar naar toe kwamen we langs het café ‘Het Tolhuis’ en we vonden dat we daar nog een afzakkertje moesten gebruiken. Daarna werd het voor mij toch echt tijd om op te stappen want ik moest nog naar een verjaardag van de vrouw van een goede vriend van mij, boven Groningen …

Maar Herman wist van geen opgeven dus antwoordde hij: „Nou, dan ga ik toch met je mee”. Nou dat leek me ook wel gezellig, maar we realiseerden ons dat we nog helemaal niet gegeten hadden, en dan met zo’n tocht voor de boeg. Dus we bestelden vier porties kaas met mosterd en evenveel beugelflesjes bier om mee te nemen. Zo togen we op weg, alles ging goed tot we in de buurt van Deventer kwamen, het was inmiddels een uur of tien, waar we in een fuik van de politie reden voor een alcohol controle. Ik gooide snel mijn bierflesje achter in de laadbak van mijn bakkerseend, je weet wel, zo’n geribbeld koekblik op wielen, Herman had niks in de gaten. Het flesje lag daar leeg te klokken en hij proostte vrolijk door. De politieagent stak zijn hoofd voor het geopende raampje en zei: “Nou, dat ruikt hier lekker!” Ik antwoorde: “Ja, ik breng mijn vriend even thuis want die heeft teveel gedronken, maar ik rijd en hij drinkt.” “Ja, dat u rijdt dat zie ik, en waar komt u vandaan?”, vraagt de agent. “Hilversum” en “waar gaat de reis naar toe?” “Naar Ulrum!” Enige verwarring op het gezicht van deze agent, ongeloof want dit ging toch zijn begripsvermogen te boven. “Ehh, nou ja, rijdt u maar door”, dus weg was ik, zo hard als de 2CV maar wilde.

Rond middernacht arriveerden wij in Ulrum, je moet bedenken, we hadden toen nog geen TomTom, dus het was even zoeken in dat totaal verduisterde platteland, inderdaad daar word je wel nuchter van. Enfin, we waren op tijd om de jarige te feliciteren en het einde van de feestelijkheden mee te vieren. Herman had een kussen bemachtigd en zich onder de eettafel geïnstalleerd terwijl ik op de canape sliep. Herman werd om een uur of zes de volgende morgen, een maandag, wakker en zei: “Ik heb om 9 uur een ontwerpplanbespreking!” Hij nam de eerste bus naar Groningen en hoe dat verder is afgelopen heb ik niet meer meegemaakt, maar hij heeft mij verre overtroffen in plichtsbetrachting, dat is wel zeker.

Of dit verhaaltje iets bijdraagt aan de herinnering aan Herman Coenen weet ik niet, maar zo is het gebeurd. Veel later is Herman gaan samenwonen met Tineke van de telefooncentrale. Ik geloof dat ze gelukkig waren, maar Herman zijn hart gaf het uiteindelijk op. Toen ik hem jaren later nog eens sprak zei hij: “Ik ben nu helemaal van plastic van binnen”, maar het heeft niet mogen baten.”

Freek Biesiot

Zie ook de biografie en oeuvrelijst van Coenen in de Beeldengeluidwiki.nl. Aanvullende informatie over het leven en werk van Coenen zijn welkom, laat een reactie achter onder dit bericht, of mail naar info@vormvanvermaak.nl.