Show me the news: Martin de Groot

Als de tentoonstellingstitel ‘Show me the news’ op een persoon zou slaan, zou dat zonder twijfel Martin de Groot zijn. De ‘koning van de schuif’ (zo noemde Ad van Liempt hem) wist als geen ander dat droge feiten en gecompliceerde zaken visuele ondersteuning nodig hebben en zocht daar inventieve oplossingen voor, eerst als ontwerper bij het Jeugdjournaal, later als regisseur van het nieuws en bijzondere evenementen. Zaterdag 3 oktober is hij op 59-jarige leefdtijd overleden.

Onderstaande informatie ontleende ik aan het gesprek wat Roy van Vilsteren en ik met Martin de Groot hadden voor ons boek Vorm van vermaak op 15 juli 2010. Dit gesprek ging vooral over de vormgeving van het Jeugdjournaal, de verkiezingsuitslagen en het weerbericht.

Martin de Groot begint zijn NOS carriere als grafisch ontwerper bij het Jeugdjournaal. Hij en de rest van de redactie starten drie maanden vóór de eerste uitzending met proefdraaien. De Groot komt net van de academie (Artibus in Utrecht), werkte daarna even op een drukkerij, en ziet nu voor het eerst een televisiestudio van binnen.

55171-1981-4

Het jeugdjournaal in 1981 ©NOS

De basisvormgeving van het Jeugdjournaal is dan al gemaakt (vermoedelijk door Jenny Götz). Er is in die tijd een soort ongeschreven wet – rekening houdend met de zwart-wit kijker – dat op landkaarten het land donkerder moet zijn dan de zee. Omdat de eerste leader geel en grijs is, wordt de zee geel en het land grijs. Dat geeft een prima resultaat in zwart-wit, maar in kleur is het precies verkeerd. De gele zee spring eruit en dat is nogal verwarrend. Een van de dingen die De Groot in de eerste drie proefmaanden doet is dus het omdraaien van de kleuren in de landkaartjes. De Groot moet ook wennen aan de beperkingen van televisie ten opzichte van drukwerk: de letters moeten groter, er moet veel contrast zijn in het kleurgebruik – maar rood is dan weer snel te fel -, dat soort technische zaken.

De nieuwe redactie gebruikt die proefperiode voornamelijk om te zoeken naar de juiste vorm voor het programma. Hoe maken ze het wereldnieuws geschikt voor kinderen? Hoe leggen ze grote wereldproblematiek, economie, oorlogen uit? Het Jeugdjournaal zendt de eerste jaren vijf dagen per week uit en wordt dus altijd gemaakt met hetzelfde kleine, hechte team en dat is een groot voordeel. Er is veel overleg en De Groot bedenkt samen met de redacteuren hoe ze een item kunnen uitleggen. Zijn taak daarbij is om het nieuws te vertalen naar plaatjes, voorbeelden en analogieen. Om duidelijk te maken hoe groot het mestoverschot is bijvoorbeeld, gaat hij zitten rekenen: het zijn drie voetbalstadions vol. Hij maakt een polaroidfoto van een stadion, tekent er een drol in en dat maal drie. Het klinkt nu bijna vanzelfsprekend dat hoeveelheden op zo’n manier gevisualiseerd worden, maar het is begin jaren tachtig nog heel nieuw en fris. Het ‘grote mensen’ journaal doet nog helemaal geen pogingen om de kijker een beetje bij de hand te nemen en zaken uit te leggen.

De Groot maakt in de eerste jaren heel veel schuifanimaties, dat is de snelste manier om animaties voor tv te maken. Uit zwarte kaarten snijdt hij sleufjes of andere vormen om die tijdens de uitzending, live voor de camera, weg te schuiven of te draaien. Hij maakt honderden van dat soort animaties en het levert hem de bijnnaam ‘koning van de schuif’ op. Hij probeert of het ook in een vrolijker kleurtje dan zwart kan, maar dan zie je door de schaduw van de studiolampen de schuifjes en is het effect weg.

Aanvankelijk bestaat het Jeugdjournaal, net als het gewone NOS journaal, uit één set: een desk met naast de presentator een uitsparing in het het decor waar de schuiftitels van De Groot met behulp van chroma-key ingeschakeld worden. Maar die opstelling vindt de redactie op een gegeven moment te beperkt. Er komt een ‘tweede positie’ bij, een extra set om met behulp van props een onderwerp nader toe te lichten. Daarvoor koopt De Groot spullen die dicht bij de belevingswereld van kinderen staan. Duplo blijkt bijvoorbeeld zeer geschikt om staafdiagrammen van te bouwen, ook rekenweegschalen en ander speelgoed gebruiken ze en er staat natuurlijk een grijs-gele wereldbol. Die tweede positie is als het ware het winkeltje van De Groot en dat winkeltjes wordt steeds uitgebreider. Marga van Praag legt bijvoorbeeld een Prinsjesdag uit zittend op de rand van een grote schatkist vol zakjes geld. Daar haalt ze dan munten uit of juist bij. De Groot leent honderd spijkerbroeken om de set aan te kleden als het om handel gaat en voor een uitleg over arbeidstijdverkorting zet hij de presentatrice tussen allemaal wekkers en klokken die continue afgaan.

Ondertussen is het Jeugdjournaal een groot succes. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de eerste 1 april grap die de redactie uithaalt met de kijkertjes. Het is crisis, de regering heeft meer geld nodig, dus voeren ze Kinderbelasting in. De Groot maakt een K-biljet en er speelt zelfs een minister mee die uitlegt dat ook van kinderen wordt verwacht dat zij een steentje bijdragen in deze slechte tijden. De Groot zet ook het nummer van de ‘kinderbelastingtelefoon’ – gewoon het nummer van de redactie – in beeld, hij is wel eens benieuwd hoe goed er gekeken wordt naar het programma. De telefooncentrale in Hilversum ‘ontploft’. In het acht uur journaal volgt de oproep of kinderen alsjeblieft niet meer willen bellen.

De volgende stap in de ontwikkeling van het Jeugdjournaal is een flexibel decor. De Groot bestelt een groot reclamescherm bestaand uit draaiende, driehoekige verticale banen. Eén kant van die baan is beschilderd met de gekleurde vlakken uit de leader, maar met een druk op de knop draait dat naar een chroma-key wandje. Het is nog niet eenvoudig om het reclamebord geschikt te maken voor deze toepassing. De banen sluiten niet helemaal aan waardoor er strepen in het gekeyde beeld staan. De Groot is niet voor één gat te vangen; hij plakt vilt op de naden, zet blauw licht achter het scherm… uiteindelijk lukt het.

Op een aantal nieuws-onderwerpen kan de redactie zich langer voorbereiden, dan lukt het soms om een animatie te maken. Bij de NOS is daarvoor in de jaren tachtig een experimentele BCN videomachine aanwezig. Met heel veel geduld en precisie – met twee mensen precies tegelijk op ‘rec’ en ‘play’ drukken – is het op deze machine mogelijk een beeld-voor-beeld video-animatie te maken. De machine is niet zo heel secuur en als hij ergens een foutje maakte moet De Groot weer helemaal opnieuw beginnen. Toch is het een grote winst. Al betekent het alleen maar dat hij eindelijk eens iets anders dan zwart als achtergrond kan gebruiken.

Morgen regen. Johan Volkerijk illustreert het weerbericht voor het Jeugdjournaal.

Morgen regen. Johan Volkerijk illustreert het weerbericht voor het Jeugdjournaal. ©NOS

De Groot heeft vanaf het begin af aan veel interesse voor computers. Op een P2000 – een grote typemachine waar van die kleine dictafooncassettes in gaan – programmeert hij het weerbericht. Dat weerbericht bestond de eerste periode van het Jeugdjournaal uit illustraties gemaakt door Johan Volkerijk. Die kreeg in de ochtend de weersverwachting van het KNMI doorgebeld, maakte zijn tekening en die ging dan per koerier weer terug naar de KNMI. Die wilden toch even controleren of het allemaal wel klopte. Soms moet er een wolkje af en een druppeltje bij. Op den duur zijn alle mogelijke tekeningen wel gemaakt en is het tijd voor iets anders. De computer is ook bij kinderen populair en dus een leuke gimmick, verzint De Groot. Grafisch gezien zijn de mogelijkheden beperkt; acht kleuren, lelijke lettertypes en grote, grove pixels. De grote vraag is voroal: hoe krijg De Groot zijn computeranimaties op tv? Hij stuurt die vraag gewoon naar Philips en die sturen een nieuwe, aangepaste computer terug. Het werkt! De Groot laat op een zwart scherm vierkante blauwe wolkjes waaien, een rood temperatuurstreepje oplopen en een geel zonnetje draaien. Jaren later – De Groot heeft inmiddels wel wat geleerd van televisietechniek – schroeft hij het apparaat open. Philips blijkt voor tienduizenden guldens aan extra hardware ingebouwd te hebben. En dat in een eenvoudige huiscomputer.

Al die nieuwe technische ontwikkelingen met video en de computer zijn fantastisch, maar nog wel heel bewerkelijk. De schuiftitel blijft dus nog lang de snelste en beste manier om animaties te maken. Dat verandert pas echt met de komst van de Paintbox op de NOS redactie. Maar De Groot krijgt rond die tijd een andere functie bij het Jeugdjournaal.

De Groot is bij het Jeugdjournaal meer een redacteur dan een ontwerper, een beeldjournalist zou je dat nu noemen, maar dat woord bestaat dan nog niet. Het maakt hem tot een buitenbeentje bij de afdeling Grafisch ontwerp van de NOS, waar hij in dienst is. Daar ligt de nadruk op kwaliteit: ze maken het mooi, of ze maken het niet, aldus De Groot. Maar zijn taak is anders, hij krijgt vaak ‘s ochtends het onderwerp en dan moet het ontwerp nog bedacht én gemaakt worden voordat het die avond op de buis moet. Hij heeft meestal maar een paar uurtjes. Dus zijn de letters niet altijd even netjes gespatieerd, hapert er wel eens een schuifje of is het gewoon wel eens niet zo mooi. Daar wordt hij op functioneringsgesprekken aangesproken, maar bij het Jeugdjournaal zijn ze buitengewoon tevreden. Hij is de cruciale schakel in de programmaformule.

In die tijd speelt de afsplitsing van het facilitair bedrijf van NOS (waar De Groot in dienst is) van de zendgemachtigde NOS (waar De Groot gedetacheerd is). Opeens gaat geld een rol spelen en het Jeugdjournaal dreigt zijn vaste vormgever kwijt te raken. Om dat te voorkomen neemt De Groot half ontslag bij de Grafische afdeling en krijgt hij een halve betrekking bij de Jeugdjournaal als regisseur. Hij is dan de halve week regisseur, en de andere helft van de week werkt hij op de grafische afdeling voor andere programma’s en omroepen. Het is een tijdelijke constructie en uiteindelijk komt hij volledig in dienst bij de NOS.

De Groot krijgt de kans om zich bij de NOS te bemoeien met de vormgeving van het nieuws en andere uitzendingen. In 1981 werkt hij voor het eerst mee aan de uitzendingen rond de verkiezingsuitslagen. In het decor van Nick de Weerd zijn vlakken uitgespaard waar grafieken, diagrammen en overzichtjes gezet kunnen worden. De techniek is vergelijkbaar met de schuifanimaties die De Groot in het Jeugdjournaal gebruikt, maar dan levensgroot. Zijn rol is dan beperkt, hij staat op een ladder achter het decor de schuifjes te bedienen en de cijfers aan te passen. Voor de uitslagen per gemeente was al een computer, speciaal voor deze gelegenheid ingevlogen of gehuurd. De hele regie staat volgebouwd met techniek voor een computer die eigenlijk maar weinig kan en daar ook nog eens heel lang over doet. Dat is vooral lastig voor de presentatoren die maar moeten blijven praten om tijd te vullen.

Zo zagen verkiezingsuitslag eruit vóórdat Martin de Groot zich ermee ging bemoeien. NOS, 1977

Zo zagen verkiezingsuitslag eruit in 1977. ©NOS

Nadat De Groot regisseur is geworden in 1989, wordt zijn aandeel in de vormgeving van onder meer die verkiezingsuitslagen groter. In 1994 introduceert hij de ‘paal en schil’. De schil geeft in hoogte het aantal huidige zetels aan en de paal erbinnen de actuele stand van zaken, een overzichtelijke methode die nog steeds in gebruikt is bij de NOS.

De palen en schillen worden in 1994 uitgevoerd als drie-dimensionaal decorstuk met PVC-regenpijpen als palen. De Groot heeft veel contact met de nieuwe afdeling innovatie van NOB Design en die leveren op afstand bedienbare electromotoren. Het gevaarte, door de crew ‘het orgel van hoop en vrees’ genoemd, gaat het hele rondje verkiezingen mee: Tweede Kamer, Provinciale Staten en Gemeenteraadsverkiezingen. Bij de laatste ontstaat een probleem; er is één partij meer dan dat er palen op het ‘orgel’ zijn. Er wordt een extra paal gebouwd, en nog een eentje, voor de zekerheid, maar er zijn geen electromotoren meer. Aan één van de toneelmeesters de ondankbare taak om, verstopt in het orgel, die laatste paal op het juiste moment handmatig omhoog te duwen. Aan het eind van de laatste uitzending met dit decor pakt Ferry Mingelen een van de regenpijpen en slaat het orgel aan gruzelementen.

In 1998 pakt De Groot het weer op een bijzondere manier aan: de uitslagen komen vanuit een vitueel decor. Hij is daarvoor weken en nachten lang in de studio aan het meten en testen. Tegenwoordig is het mogelijk om met behulp van gps en software de camerabeelden van de acteurs in de groene studio aan de virtuele studio te koppelen zodat het allemaal klopt. Die techniek is in 1998 nog niet beschikbaar, dus hij moet alles met de hand uitmeten en uitrekenen. Ook voor de presentatoren betekent het eindeloos repeteren, zij moeten feilloos uit de voeten kunnen met alle cue’s en stukjes tape op de studiovloer, want zij zien verder niets anders dan een groene studio.

Zo is elke verkiezingsuitslag waar De Groot als regisseur of chef regie aan werkt een vooruitstrevend staaltje televisietechniek. Ook het touchscreen vindt al snel een toepassing in de verkiezingsuitslagen. “Herman de Schermman’ is natuurlijk een leuke gimmick, maar ook een grote stap in de verbetering van de presentatie, aldus De Groot. Want door het touchscreen bepaalt de presentator nu het tempo en het beeld. Hij hoeft niet meer onverwachts tijd te rekken of een verhaal af te kappen als de regie te vroeg of te laat schakelt, zo kan hij veel vloeiender en natuurlijker vertellen. Een belangrijke verbetering, zeker ook voor de weerpresentatoren die al veel langer de mogelijkheid hebben hun eigen kaarten en graphics te ‘regisseren’.

De Groot is begin jaren negentig een tijdje chef regie van het NOS journaal en zodoende ook nauw betrokken bij de vormgeving van het nieuws (de ‘comeback van de gong’ in 1995 bijvoorbeeld) en het weer. De ontwikkelingen op het gebied van weercomputers gaan dan razendsnel en zijn behoorlijk specialistisch. De Groot zit samen met Erwin Kroll in een team waar men software ontwikkelt die op basis van satelietinformatie en -foto’s zelf weerkaarten berekent. Ze testen alternatieve manieren op het weer te presenteren: de kaarten geprojecteerd op een tafel; Kroll die zijn lijnen en zonnetjes tekent op een glasplaat; of in de virtual studio waar de kaart als een tapijt op de vloer ligt. Het blijft uiteindelijk gewoon een presentator voor een weerkaart. Als een soort tegenreactie op de voorheen zeer strak modernistische weergraphics kiezen ze voor realistisch uitziende, bewegende weericoontjes, een stijl die pas nét technisch mogelijk is. Het is een vormgeving die wij nu niet meer mooi vinden, erkent De Groot: “Net als met mode is de voorkeur voor een bepaalde vormgeving en techniek bij het weerbericht en het nieuws onderhevig aan een golfbeweging, de voorkeur is de ene keer plat en grafisch, dan weer glimmend en realistisch. Uiteindelijk gaat het een keer gebeuren dat er bij de Verkiezingsuitzending iemand opstaat die zegt; “laten we het gewoon op een whiteboard doen!'”

Foto’s Show me the news

Heb je foto’s gemaakt van de tentoonstelling die je wil delen, stuur ze door naar info@vormvanvermaak.nl.

Research en voorbereiding

 

Opbouw

Opening

Etage Nieuw, nieuwer, nieuwst. De vormgeving van het NOS journaal en RTL nieuws

Etage videokunst: Oorlog op de keukentafel

Etage nieuwsfotografie: Bert Verhoeff

Bruikleenborrel

Gastenboek

Save the date: 17 januari 2015

Boinnggggg…. belangrijk nieuws!. Op 17 januari 2015 is de officiële opening van de tentoonstelling (nog even zonder titel, suggesties zijn welkom) over het nieuws met nieuwsfotografie (van Bert Verhoeff), videokunst (uit de collectie van LIMA) en televisievormgeving (voor NOS Journaal en RTL Nieuws). Dat alles natuurlijk bij Museum Hilversum aan de Kerkbrink.

header kleur 2091x325

Op de etage over televisievormgeving komen tekeningen, foto’s, schetsen, maquettes en andere zaken die de afgelopen weken door diverse decorontwerpers, artdirectors, operator, grafici en componisten uit garages, kelders, archiefkasten en zolders gevist zijn. We tonen ook enkele ‘objecten’ uit de collectie van Beeld en Geluid.

En daar (bij Beeld en Geluid op het Mediapark dus) is vanaf volgende week (25 november) ook een tentoonstelling over het nieuws te zien. Voorbij het nieuws laat verbanden zien tussen nieuwsthema’s, hoofdrolspelers, redacteuren en (sociale) media uit de laatste tien jaar. Televisievormgeving is geen onderwerp in Voorbij het nieuws, maar de vormgeving van de tentoonstelling zelf (Chris Koolmees) ziet er goed uit!

Designing 007: blockbuster tentoonstelling in de Kunsthal

Dit weekend was de opening van de tentoonstelling over de vormgeving van de James Bond filmserie in de Kunsthal, Rotterdam. De tentoonstelling is samengesteld door het Barbican en was eerder te zien in Londen, Moskou en nu dus in de Kunsthal in Rotterdam. Bij de perspresentatie afgelopen vrijdag waren de twee gastcuratoren, de directeur van het Bond-archief en een vertegenwoordiger van het Barbican aanwezig, alsmede ook Jeroen Krabbé en Maryam D’Abo die beide speelden in The Living Daylights (1987).

Ken Adam, ontwerp voor Fort Knox in Goldfinger. Copyright © 1964 Danjaq, LLC and United Artists Corporation. All rights reserved.

Ken Adam, ontwerp voor Fort Knox in Goldfinger. Copyright © 1964 Danjaq, LLC and United Artists Corporation. All rights reserved.

In de tentoonstelling zijn zo’n vijfhonderd objecten te zien uit vijftig jaar Bond-films. De nadruk ligt een beetje op kostuums, want de samenstellers Bronwyn Cosgrave en Lindy Hemming zijn respectievelijk mode-historicus en kostuum-ontwerper. Maar er is ook een zeer ruime hoeveelheid storyboards, decorontwerpen, maquettes, props en miniaturen te zien. De tentoonstelling is daarmee een ode aan de hele creatieve crew, van production designer tot werktekenaar. Want, zo licht Lindy Hemming toe: “Alles moet bij Bond perfect zijn, elk detail moet kloppen. Zo krijgt de cast de beste ondersteuning en kunnen zij hun karakters zo perfect mogelijk vorm geven. Elk frame in een Bond-film bevat het werk van vele, vele mensen.”

De tentoonstelling is opgebouwd als een archetypische James Bond-film. Na een paar schermen met openingssequenties loop je door de ‘gun barrel sequence’ naar de eerste zalen waar we kennis maken met Ian Fleming, het hoofdkwartier van MI6 waar Bond zijn opdrachten krijgt. Daarna een indrukwekkende casinozaal, allerlei tropische en exotische bestemmingen, eindigend in een zaal met alle slechterikken en het ‘ijspaleis’. De titelsequenties komen er een beetje bekaaid vanaf en artwork voor bijvoorbeeld affiches, merchandise en reclame is helemaal niet te zien. Hoewel met name de sexy titelsequenties van Robert Brownjohn veel hebben bijgedragen aan de visuele identiteit van Bond, is het met zoveel ander uniek materiaal – het merendeel voor het eerst openbaar te zien – nauwelijks een gemis te noemen. Bovendien, de affiches en titelsequenties hebben in andere tentoonstellingen en publicaties hun moment in de spotlight al wel eens gehad. Zie bijvoorbeeld Watch the titles of dit overzicht van De Standaard van de Bond-affiches.

Hoe kan het eigenlijk dat er zoveel bewaard is gebleven? Vaak verdwijnen tekeningen, storyboards, props en kostuums. Ze worden meegegeven aan cast en crew, weggegooid en de eerste jaren was het gebruikelijk dat objecten geveild werden om zo de volgende film weer te bekostigen, vertelt Meg Simmons, directeur van het EON archief. In 1995 vatte zij het plan op om serieus werk te maken van het archief van de productiemaatschappij van Cubby Broccoli en Harry Saltzman. Verspreid over Pinewood Studio’s bleken er talloze ruimtes gevuld te zijn met auto’s, kleding, papier en objecten uit Bond-films. Die verzameling spullen is grotendeels te danken aan de inspanningen van Peter Lamont.

Ken Adam concept art voor de laser tafel uit Goldfinger. Copyright Notice - ©1964 Danjaq, LLC & United Artists Corporation. All rights reserved.

Ken Adam concept art voor de laser tafel uit Goldfinger. Copyright Notice – ©1964 Danjaq, LLC & United Artists Corporation. All rights reserved.

Lamont begon in 1964 als werktekenaar bij Goldfinger, klom bij de volgende Bond-producties op van setdresser naar artdirector en in 1981 was hij voor het eerst production designer bij For your eyes only en dat bleef hij -op een enkele uitzondering na- tot eb met Casino Royale in 2006. Lamont nam in 1981 het stokje over van Ken Adam die vanaf de eerste Bond-film (Dr. No, 1962) verantwoordelijk was voor de ‘look and feel’ van de wereld van Bond. Adam ontwierp de fantastische futuristische sets als ondergrondse vertrekken van Dr. No, SPECTRE’s lanceerplatform in de vulkaan (You Only Live Twice, 1967), de onderwaterstad Atlantis (The Spy Who Loved Me, 1977) en het ruimtestation in Moonraker (1979). Moderne en stijlvolle sets met stoere materialen en strakke lijnen. Wat dat betreft is Rem Koolhaas’ Kunsthal de perfecte lokatie voor Bond stelt Meg Simmons: “Ken Adam zou het prachtig vinden zoveel staal, glas en beton.”

Ken Adam, ontwerp van vulkaan-set in You Only Live Twice. Copyright Notice - © 1967 Danjaq, LLC & United Artists Corporation. All rights reserved.

Ken Adam, ontwerp van vulkaan-set in You Only Live Twice. Copyright Notice – © 1967 Danjaq, LLC & United Artists Corporation. All rights reserved.

Niet alleen Lamont, maar ook Adam bewaarde veel werk. Sir Ken Adam schonk zijn archief met zo’n 4.000 aan film gerelateerde schetsen, foto’s en documenten in 2012 aan de Deutsche Kinemathek. Die collectie komt in de zomer van 2015 online en veel Bond-tekeningen zijn uiteraard te zien in de tentoonstelling in de Kunsthal.

Harry Lange, artwork voor het exterieur van het ruimtestation in  Moonraker. Copyright Notice - © 1979 Danjaq, LLC and United Artists Corporation. All rights reserved.

Harry Lange, artwork voor het exterieur van het ruimtestation in Moonraker. Copyright Notice – © 1979 Danjaq, LLC and United Artists Corporation. All rights reserved.

Naast objecten uit het EON archief, speurden de curators ook in vele prive-collecties en lieten ze enkele verloren gegane kostuums en juwelen opnieuw maken op basis van originele tekeningen en foto’s. Van de vroegste films was het het lastig om nog originele spullen te vinden. Het was in die tijd nog gebruikelijk dat acteurs hun eigen kleding droegen, of dat props en rekwisieten geleend werden. Gelukkig bekommerde Peter Lamont zich dus al relatief vroeg met het archief en dat heeft nu geleid tot een indrukwekkend eerbetoon aan alle mensen die buiten de spotlights meewerken aan het succes van het James Bond-imperium.

Meer info: Kunstal.nl

Dossier Freek Biesiot

Op de website van Beeld en Geluid is een dossier te vinden over Freek Biesiot en zijn archief dat nu beheerd wordt door het instituut. Met dossiers brengt Beeld en Geluid onderwerpen of makers onder de aandacht van een breed publiek. Het dossier van Freek bestaat uit een filmpje, artikelen en een selectie beeldmateriaal uit zijn archief van decortekeningen, maquettes en ander programmamateriaal. Via deze link is het dossier te vinden: http://www.beeldengeluid.nl/freekbiesiot

20140424-113132.jpg

Eindstation voor collectie Biesiot

Het archief van Freek Biesiot heeft inmiddels zijn laatste bestemming bereikt. De dozen met ontwerpen, rekwisieten en maquettes staan hier veilig in een betonnen kelder, vier verdiepingen onder de grond in een ruimte met klimaat- en luchtbeheersing waar maar een handje vol mensen toegang toe heeft. Een stuk minder gezellig dan in de hallen in het Decorcentrum bij Hollandse Handen, maar zo blijft het materiaal zo lang mogelijk in goede staat.

In hetzelfde depot staan trouwens een aantal decormaquettes: een maquette voor De Rudi Carrell show van Hans Christiaan van Langeveld, Sesamstraat van Dorus van der Linden en het statige grachtenpand uit De klop op de deur waar Fokke Duetz, Els Salomons en Cor Hermeler aan werkten. De ontwerpen van Freek verkeren dus in goed gezelschap.

IMG-20140402-00503

Collectie Biesiot: bijna klaar

Reeds! Alle ontwerpen, foto’s, maquettes en documenten uit het archief van Freek Biesot hebben een nummer, beschrijving en zijn gekoppeld aan de juiste programmatitel en uitzenddata. De kar met zuurvrije archiefdozen is overgebracht van de decorhal van Hollandse Handen naar het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

wikiEen hele heisa, maar we zijn er nog niet helemaal. Zoals aangekondigd hebben Freek en ik de mooiste en meest bijzondere stukken uit zijn collectie van veertig jaar decorontwerpen gefotografeerd. Stukje bij beetje komt dat materiaal online te staan in de Beeldengeluiwiki.nl en op de persoonlijke website van Freek. De laatste is nog in aanbouw, maar in de wiki zijn al een aantal ontwerpschetsen en maquettes uit de schenking te zien. In de rechter kolom van zijn Oeuvrelijst is te zien welke programma’s al een zogeheten Gallery met beeldmateriaal hebben. De ontwerpen en maquettes voor Barend is weer bezig, Waar heb dat nou voor nodig en Van Oekel’s Discohoek staan bijvoorbeeld al online. Verdomd interessant!

ERT

In Nederland wordt er flink bezuinigd op de publieke omroep, maar het kan altijd erger. De Griekse regering haalde op 12 juni de staatsomroep ERT uit de lucht. Een paar uur na het decreet werden de zendmasten van de publieke omroep onklaar gemaakt. Midden in een uitzending ging het beeld op zwart. Een behoorlijk dramatische daad die gelukkig ook veel Grieken niet onberoerd laat, ondanks dat de staatsomroep niet erg populair was. Een Griek in het NOS journaal van gisteren verwoorde zijn verbazing ongeveer als volgt: “een beschaafd land zonder publieke omroep, dat kan toch niet.”

Ik kan online niet zo heel veel stationcalls, idents en leaders van ERT vinden. Misschien omdat mijn Grieks niet al te best is. Op Greek TV Idents staan de stationcalls van de drie publieke netten ET1, NET en ET3 uit de periode 1999-2002. En ik denk dat onderstaande stationcalls van Steven Aspinall (Red Bee Media) het meest recent zijn. Een gele lijn tekent al die mooie dingen aan Griekenland die de afgelopen jaren nogal op de achtergrond zijn geraakt door de economische crisis: zon, zee, strand, romantische dorpjes en vissersbootjes. Je zou bijna je koffers pakken.

ERT

Piet Schreuders en de VPRO: een kleine geschiedenis

Steunbetuiging en eerbetoon aan Piet Schreuders van ontwerpers die voor de VPRO gids covers ontwerpen. Het affiche is gedrukt en verspreid door uitgeverij Plaizier. www.plaizier.be

Steunbetuiging en eerbetoon aan Piet Schreuders van ontwerpers die voor de VPRO gids covers ontwerpen. Het affiche is gedrukt en verspreid door uitgeverij Plaizier. www.plaizier.be

Begin maart werd bekend dat de VPRO het contract met Piet Schreuders per 1 juli zal beëindigen. Nummer 24 van 2013 wordt zijn laatste. Schreuders is al 15 jaar artdirector voor de VPRO gids en heeft de afgelopen 30 jaar meer dan 150 covers voor de omroepgids ontworpen. Hij maakte verder twee televisieprogramma’s, één boek, zo’n 780 radio items en ontwierp een onbekend aantal affiches, flyers, grafische rekwisieten, cd- en dvd-verpakkingen en ander drukwerk voor de omroepvereniging.

Hoort Schreuders bij de VPRO? Ik vroeg ik het hem in 2011 naar aanleiding van het verschijnen van het boek over de VPRO gids-covers wat hij samen met enkele andere leden van de VPRO gids-redactie maakte. Schreuders’ antwoord was destijds: “Ik stel me altijd voor dat ik alles zou moeten kunnen, dus ook voor de AVRO bode werken. Maar intussen doe ik het niet. Ik denk wel dat ik bij de VPRO hoor anders hadden ze me wel zachtjes weggewerkt ofzo. Op een gegeven moment ben je een deel van het meubilair geworden.” Maar toch wordt Schreuders nu als een oude bank op straat gezet. Vandaar een gesprek over zijn geschiedenis bij de VPRO.

Continue reading