Freek Biesiot: sneak preview van het archief

Er komt heel veel moois te voorschijn uit de vele dozen en mappen van Freek Biesiot. We hebben een goede start gemaakt met de registratie de afgelopen week, maar we zijn er nog lang niet. Want tussendoor praten we natuurlijk uitgebreid over programma’s, het productieproces, de afdeling en regisseurs. En we zijn aan het nadenken over hoe we een onderzoek naar de gehele afdeling decorontwerp op kunnen starten en hoe zo’n onderzoek eruit zou moeten zien.

Hieronder wat snapshots van de afgelopen dagen. De mooie foto’s (van Freek) komen later:

This slideshow requires JavaScript.

Freek Biesiot: 40 jaar decorontwerp

Afgelopen week was ik op bezoek bij Freek Biesiot. Hij schonk een aantal jaren geleden zijn archief met decorontwerpen, bouwtekeningen, foto’s, documentatie en enkele maquettes aan het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Door omstandigheden bleef de kar met verhuisdozen onaangeroerd in de decorhal van Hollandse Handen staan.

Maar er is nu weer schot in de zaak. Biesiot en ik gaan de hele collectie doorspitten, bekijken, registeren en (voor een deel) fotograferen. Een belangrijk werkje want zo weten we zeker dat het straks goed terug te vinden is in de depots van Beeld en Geluid. Natuurlijk gaan we de schenking ook gelijk laten zien. We selecteren een aantal topstukken en presenteren deze hier en op de site van Beeld en Geluid en de beeldengeluidwiki.nl.

De schenking bevat zo’n 40 jaar aan decorontwerpen. Van een realistische set voor dramaseries als Het wassende water tot het onbruikbare absurdistische decor voor Barend is weer bezig! en de streng modernistische decors voor actualiteitenprogramma’s in de jaren zestig, alle stijlen, genres en periodes zijn vertegenwoordigd.

Een deel van de schenking staat dus in een grote gele kar bij Hollandse Handen (te zien in deze KRO Goudmijn reportage uit 2010), maar Biesiot heeft in zijn nieuwe huis in Den Haag ook nog enkele mappen en dozen staan. Ik kon hier afgelopen week maar een korte blik op werpen, maar het zag er allemaal veelbelovend uit. We gaan het nog moeilijk krijgen bij het selecteren van de topstukken! Hieronder zie je alvast wat voorproefjes.

This slideshow requires JavaScript.

Zenderprofilering: overzicht

In het boek Vorm van vermaak besteedde Roy en ik de laatste twee pagina’s aan de vormgeving van Nederland 1, 2 en 3. We maakte een handig overzichtje en schreven de onderstaande tekst. (Het leest natuurlijk prettiger als je het boek voor je neus hebt, dus je kan ook gewoon even naar de winkel lopen en er eentje aanschaffen voor het luttele bedrag van 8 euro.)

npo overzicht


Vormgeving is er om te vertellen wie je bent. Om je te profileren tegenover de rest. Dus zolang Nederland maar één net heeft, bestaat er helemaal geen netaanduiding. Vanaf 1964 (bij de introductie van Nederland 2) komt er enige vorm van vormgeving per net. Een titelkaart met simpele typografie is dan nog genoeg, een net heeft geen eigen gezicht. De omroepverenigingen hebben elk hun eigen uitzendavond en bepalen met hun stationcalls, programmaoverzichten en omroepsters hoe de avond eruitziet. Pas in 1988 begint daar verandering in te komen. Commerciële zenders bieden ander soort programma’s en ook een andere manier van programmeren. Avonden worden zo geprogrammeerd dat de kijker elke avond rond dezelfde tijd ongeveer dezelfde soort programma’s kan verwachten; het horizontaal programmeren doet zijn intrede.

In dit licht besluiten de KRO, NCRV, VARA en EO in 1988 samen op het eerste net uit te zenden. De gezamenlijkheid wordt gevisualiseerd door de zenderopening en -afsluiting. Twee deuren gaan open en ’s avonds weer dicht. De ontwerper, Theo Dijkslag: ‘Deze netstyling was vrij letterlijk een doorgeefluik voor de omroepen, hun eigen identiteit bleef daarnaast gewoon bestaan.’ Op Nederland 2 komen de TROS, AVRO en Veronica tot een vergelijkbare samenwerking. De VPRO blijft op zondagavond echter zijn eigen gang gaan.
De NOS en de niet-ledengebonden zendgemachtigden op het nieuwe Nederland 3 hebben het makkelijker. Geen leden betekent: niet hoeven vechten voor herkenbaarheid. Will Bakkers Nederland 3-piramide verandert dan ook moeiteloos in de logo’s van TELEAC, RVU, NOS. Het zijn de eerste kleine (en soms wat moeizame) stapjes in een proces dat in totaal ruim vijftien jaar in beslag zal nemen. In die vijftien jaar komen veel netlogo’s
en zenderstylings voorbij. Elke keer als de omroepen opnieuw over de zenders verdeeld worden, moet er een nieuw ontwerp komen waar alle spelers van het net zich in kunnen vinden. Geen gemakkelijke klus, zeker niet omdat de netstyling steeds meer zendtijd krijgt.

In 2003 verliezen de omroepverenigingen hun vaste avond, alleen een korte ident vertelt dan nog wie de afzender is. Weer een paar jaar later verliezen de omroepverenigingen hun ‘thuisnet’, de netcoördinatoren beslissen nu wanneer en waar een programma op tv komt. Met de toenemende macht van de netcoördinatoren verschijnt een nieuw merk dat geprofileerd moet worden: de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Voorheen een onzichtbaar regulerend orgaan, sinds 2000 is het NPO-logo te zien in de netstyling op tv, de radiozenders en op internet.

Uit: Roy van Vilsteren en Liselotte Doeswijk, Vorm van vermaak, LJ Veen: 2011, pp. 242-243.

Post Panic en The Dark Universe

Stardust from PostPanic on Vimeo.

PostPanic plaatste gisteren nieuw vrij werk op Vimeo. Het is een animatie die me doet denken aan het thema van Sonic Acts festival van dit jaar: The Dark Universe. Zo staat in de beschrijving van de video dat Mischa Rozema, PostPanic’s creative director, onze verwachtingen van hoe het heelal zoals die door NASA en science-fiction films vormgegeven zijn, aan de kaak wilde stellen. Hij doet dat door het perspectief te veranderen: zo zien we close-ups van het oppervlakte van een exploderende planeet en andere beelden die absoluut niet ‘echt’ of wetenschappelijk te verantwoorden zijn. Dat is natuurlijk de vrijheid die je je als regisseur kan veroorloven in een 3D animatie. Het levert een prachtige korte film op die tevens een eerbetoon is aan de aan kanker overleden ontwerper Arjan Groot. Je zou dus kunnen stellen dat dit werk enerzijds gaat over de grote onbekende buitenaardse ruimte gaat, maar latent ook over onbekende en duistere ‘ruimtes’ dichtbij, in ons eigen lichaam zelfs. Net als over het heelal weten we over kanker nog lang niet genoeg.

De nieuwe stoeptegel

Ondanks een somber wolkendek is het toch een mooie dag. Want vandaag is de presentatie van het boek Een eeuw van beeld en geluid: Cultuurgeschiedenis van radio en televisie in Nederland. Sonja de Leeuw, Huub Wijfjes, Bert Hogenkamp en enkele andere wetenschappers beschrijven in dit boek de sociale geschiedenis van radio en televisie in Nederland.

Een eeuw van beeld en geluid kan je in zekere mate zien als een vernieuwde uitgave van Omroep in Nederland: Vijfenzeventig jaar medium en maatschappij, 1919-1994 (red. Huub Wijffjes). Deze omvangrijke studie, door afmetingen en gewicht binnen televisiestudies ook wel De Stoeptegel genoemd, was jarenlang het enige boek wat de Nederlandse mediageschiedenis zo uitvoerig behandelde. Een eeuw van beeld en geluid is wat bescheidener van formaat, maar bestrijkt een grotere periode. Het start een paar jaar eerder en de ontwikkelingen van de laatste twee decennia komen ook nog aan bod.

Wat op het eerste oog opvalt aan het boek is de sobere beeldredactie. Omroep in Nederland dankte zijn formaat vooral aan de vele afbeeldingen. Inmiddels zijn die Ja zuster, nee zuster foto’s een beetje belegen geworden en daarom koos de redactie voor een hele andere aanpak. Op de foto’s staan objecten die een rol speelden in de geschiedenis van de Nederlandse omroep, denk aan ‘het hondenhok’ van Phillips, zendapparatuur van radiopionier Idzerda, een maquette van Sesamstraat, etc. Niet tegen een neutraal witte achtergrond maar in de omgeving waar ze zich nu bevinden: de depots van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Dit instituut is initiatiefnemer en uitgever van de publicatie en ondersteunt bovendien twee van de drie eerder genoemde wetenschappers. De collecties radio en televisie worden met name door digitaliseringsproject Beelden voor de Toekomst steeds beter toegankelijk. De collectie objecten staat veilig, maar onzichtbaar in de kelders van het gebouw. Het is mooi dat de redactie deze objecten op deze manier onder de aandacht brengt.

Hogenkamp, Bert, Huub Wijffjes en Sonja de Leeuw (red), Een eeuw van beeld en geluid: Cultuurgeschiedenis van radio en televisie in Nederland, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid: 2012.

Bestellen kan bij de webshop van Beeld en Geluid (hier staat tevens een korte samenvatting van alle hoofdstukken).

Ffukkie Slim

Goed nieuws: Purno de Purno is verkrijgbaar op DVD! “ALLE afleveringen van ALLE series van 1989 tot 2009. Meer dan 65 afleveringen, bijna 7 uur idiosyncratische animatie.” Sapperedosio!

Hans Wessels, één van de makers van deze cultklassieker maakt later nog zo’n fijne subversieve kinderanimatie: Ffukkie Slim. Wessels: “omdat de directeur van de VPRO die middag bij mij op bezoek zou komen, wilde ik iets te presenteren hebben. Ik heb toen mijn goede vriend Steve gevraagd voor mij te poseren. Ik heb zijn mond gefotografeerd en uitgeknipt, daaromheen een mannetje getekend en Ffukkie Slim was geboren! ‘Hij woont in Ghettostad met zijn Omi en in zijn hoofd woont de oorwurm Andy Wormhole. En Andy is niet alleen dichter en filosoof, maar bovenal muzikant en DJ!’, vertelde ik erbij. De week daarna had ik een contract voor 13 afleveringen!”

De scenario’s schreef Wessels samen met de animatoren Ferry van Schijndel, Martijn van den Bos en Lucas de Peinder. Wessels: “dan gingen we een maand naar Thailand of naar Cuba met een laptop en dan kwamen we weer terug met een nieuwe serie.” Daarna werden de acteurs gecast en opgenomen, dan de soundtrack in elkaar gezet. Vervolgens gaat het team aan de slag met de animatie. Net als Purno de Purno (zie Vorm van vermaak, p. 205) wordt Ffukkie Slim weer op een bijzondere manier gemaakt, in dit geval met een bonte verzameling aan 2D en 3D technieken. De 2D animatie is gebaseerd op gescand tekenwerk en in Flash geanimeerd, een techniek die eigenlijk niet geschikt is voor het maken van televisie. De achtergronden zijn weer gemaakt met 3D Studio. Van Ffukkie Slim zijn 39 afleveringen (van 8 minuten) uitgezonden door de VPRO tussen 2002 en 2007. Nog meer goed nieuws: alle drie de seizoenen staan op YouTube op het Official Ffukkie Slim Channel.

UNK!

NOS Paintbox

Het NOS Journaal heeft een leuk ‘achter de schermen’ weblog met video’s. Jeroen Overbeek maakte een post over de ‘Paintbox’, de afdeling die de dagelijkse vormgeving van de NOS Journaals en het Jeugdjournaal verzorgd. De landkaarten, animaties, grafieken, enzovoorts. Het Jeugdjournaal besteedt sinds de allereerste aflevering heel veel aandacht aan dit soort ondersteunde beelden. Je neemt de informatie immers veel beter op als beeld en geluid elkaar helpen. Hellen Kret, regisseur van het Jeugdjournaal vertelt aan Overbeek hoe het allemaal in zijn werk gaat.

Tot begin jaren tachtig worden de graphics voor het Journaal door de grafici van NOS Grafisch Ontwerp verzorgt. Dat gebeurde in toerbeurt. Één of twee grafici staan de hele middag paraat om eventueel op het allerlaatste moment een landkaartje of een grafiek te maken. De instructies worden doorgebeld en een koerier haalt dan voor de uitzending het koffertje met titelkaarten op. In de jaren zeventig, mede door de komst van kleurentelevisie, ontstaat de behoefte aan wat meer eenheid. De landkaarten krijgen allemaal dezelfde kleuren, het gebruik van Letraset wrijfletters zorgt voor eenheid in de typografie en gebruikte kaarten worden bewaard met het oog op hergebruik.

De Paintbox doet zo begin jaren tachtig haar intree in de tv wereld. Deze grafische computer is de perfecte machine om nieuwsgraphics op te maken. Men kan een stilstaande opname, zoals een landkaart, foto of videobeeld op gemakkelijke en snelle wijze bewerken. De NOS krijgt al snel zo´n Paintbox op de redactievloer. De nieuwsgraphics kunnen nu natuurlijk niet meer op de grafische afdeling gemaakt worden en de grafici verhuizen – nog steeds in toerbeurt- naar de Journaal redactie.

Het is geen ideale situatie. De Journaal redactie ziet liever een eigen team met vaste mensen op de redactievloer. Maar de ontwerpers van Grafisch Ontwerp staan niet bepaald te springen om permanent naar het Journaal te gaan. Het werk is immers een stuk minder veelzijdig en uitdagender dan op de Grafische afdeling. Uiteindelijk sluit Frans van der Aa, chef van de grafici en decorontwerpers zo rond 1984 een contract met het Journaal. Twee ontwerpers± Arie Teunissen en Dick van Stralen, verhuizen definitief van NOS Grafisch Ontwerp naar het NOS Journaal. Het Journaal vaart er wel bij. De komst van twee ervaren ontwerpers is op televisie duidelijk te zien. Arie Teunissen verzamelde een aantal van de nieuwsgraphics die hij in die jaren maakten (zie de foto hieronder). Deze beelden kwamen links naast de presentator in beeld (zoals rechtsonder naast Joop van Zijl). Niet al het nieuws leende zich daarvoor, maar waar het kon, zorgden Teunissen en Van Stalen voor een slimme vormgeving, een dubbele laag of een visueel grapje. In de collage hieronder bijvoorbeeld: twee bleke bankbiljetten aan een waslijn, zal ongetwijfeld voor een item zijn geweest over witwassen. En hoe duidelijk is de combinatie van de Japanse vlag en een rood stempotlood? Met zulke slimme graphics kan je het geluid uitzetten en toch het nieuws meekrijgen!

Van Stalen en Teunissen gaan eind jaren negentig met pensioen. Er is een hoop veranderd, hun oude afdeling, NOS Grafisch Ontwerp is verzelfstandigd tot NOB Design. De Paintbox is vervangen door nieuwe machines en software. De grafisch ontwerpers bij het Journaal worden redacteuren genoemd, omdat er niet alleen vormgeving, maar ook inhoud van ze verwacht wordt. Maar sommige dingen blijven hetzelfde: het hoekje waar de grafische redacteuren werken heet nog steeds gewoon de Paintbox afdeling.

Volgende week meer over het NOS Journaal en de nieuwe vormgeving!

Een eeuw vintage Beeld & Geluid

Arno Weltens - Een eeuw vintage Beeld & Geluid

De titel van Vorm van vermaak ontleenden we aan een rubriek van Roy in de VARA Gids. Hierin schreef hij over de vormgeving van de gadgets van vroeger. De depots van Beeld en Geluid staan namelijk vol met mooie, grappige, unieke en historisch belangrijke radio- en televisieapparaten en andere consumentenapparatuur op het gebied van beeld en geluid. Één van de mensen die aan de basis stond van deze collectie is Arno Weltens. Hij is opgeleid als binnenhuisarchitect en sinds 1981 werkzaam bij de NOS als chef van de afdeling rekwisieten. Daarna speelde hij een belangrijke rol bij het Omroepmuseum (sinds 2002 opgegaan in het NIBG).

Zijn affiniteit met geschiedenis en vormgeving komen nu opnieuw samen in het boek Een eeuw vintage Beeld & Geluid. Weltens stelde een boek samen met de hoogtepunten op het gebied van productvormgeving. Niet alleen uit de Beeld en Geluid collectie trouwens. Hij putte ook uit de archieven van Harry de Winter en van Frank van Weegen. Het boek bevat niet veel tekst, de foto’s (van Gijs Dragt) spreken voor zich. Materialen veranderen van hout naar bakeliet naar kunststof. Vormen zijn dan weer organisch, dan weer strak en geometrisch. Kleuren passen zich aan aan de beoogde gebruiker. De boodschap is duidelijk: technische vooruitgang is aardig, maar als er geen mooi jasje omheen zit, zal niemand het kopen. Voor de Apple-dweepers: nee, dat is geen uitvinding van Steve Jobs.

A. Weltens en G. Dragt. Een eeuw vintage Beeld & Geluid. D33 publicaties, Dalfsen, 2011.  Prijs: 19,95, inclusief verzendkosten. Bestellen doe je hier.

Martin Roodnat

Vandaag is het precies één jaar geleden dat het boek Vorm van vermaak uitkwam. Roy en ik spraken daarvoor tientallen mensen uit het vak. We hadden daar nog heel lang mee door kunnen gaan, maar erg moest ook een boek gemaakt worden… Dus zijn er een hoop mensen die we niet of nauwelijks in het boek noemen. Gelukkig hebben we de website nog! Vandaag een verslag van het gesprek dat ik voerde met Martin Roodnat. Een van de weinige motion-graphic designers zonder roots bij de NOS. Vanavond gaat bij SBS6 weer een van zijn ontwerpen in première, maar hoe begon het allemaal?

Welke opleiding heb je gevolgd?

Ik deed grafische vormgeving op de academie in Arnhem en in plaats van een stage volgde ik nog een half jaar illustratie op de Rietveld. We hadden een hele goede illustratie leraar in Arnhem, Friso Henstra maar er was niet echt een opleiding of afdeling, terwijl ik dat wel wilde, juist in combinatie met grafisch ontwerp. Op de Rietveld academie kreeg ik les van Thé Tjong King, Waldemar Post, Lydia Postma, hele goeie illustratoren. Na mijn afstuderen heb ik het een jaartje geprobeerd als illustrator. Dat lukte wel aardig, maar ik zag al snel dat je daar niet van kon leven.

Hoe kwam je voor het eerst in aanraking met bewegend beeld?

Op de academie, in de derde klas volgens mij, kon je vrijwillig animatiefilmpjes maken voor  Ja, natuurlijk (NCRC, 1976-2002) en Sesamstraat (NOS, 1976 – nu). Je kreeg de sleutel en dan mocht je ‘s nachts je filmpje maken in de kelder waar een 16mm camera hing. Ik vond laatst een aantal van die filmrolletjes terug, maar ik was dat eigenlijk een beetje vergeten. Ik wilde toen gewoon illustrator worden. Daarna heb ik een videoclip gemaakt met twee jongens van de academie. Ik speelde ook in een bandje, we noemden onszelf “Arnhems slechtse rock ’n roll band”.  Het was lol trappen, maar wel met goede muzikanten. Theo Outhuyse bijvoorbeeld. Hij ging bij de televisie werken en via hem kwam ik in contact met Willem van den Berg. Ik air-brushte veel en toen las ik iets over computeranimaties, en ik dacht dat lijkt exact op air-brush, zo mooi qua shading, daar moet ik alles over weten. Daarom wilde ik heel graag Willem van den Berg ontmoeten.

Continue reading

Doolhoven

Hoe staat het eigenlijk met David Grifhorst‘s programma The Exit List? Het programma idee ontstond omdat regisseur Grifhorst droomde van mooie shots in een doolhof en daardoor kwam hij op het idee voor een compleet spelprogramma. Hij maakte zelf een spetterende promo, het format werd verkocht en Nederland smulde bij het jongensboek-verhaal in De Wereld Draait Door.

The Exit List - ITV

Maar hoe vergaat het het programma in Engeland? Het decor werd inderdaad schitterend, maar is het spelprincipe goed genoeg om de televisie kijker te boeien? De eerste show op ITV1 trok ongeveer 2,5 miljoen kijkers, daarna zakte dat af naar gemiddeld 1,8 miljoen. In Nederland zou dat fantastisch zijn, maar in Engeland is dat weinig. En dat is onterecht volgens tv-blogger Alex Davis die stelt dat het programma niet het tijdslot kreeg wat het verdient. Het eerste seizoen is inmiddels afgelopen en het is nog niet duidelijk of er een tweede komt.

Naar aanleiding van het eerder bericht over The Exit List mailde een andere formatontwikkelaar, Mark van Berkel, een pilot-filmpje door van een ouder doolhofspel, The Moneymaze (ABC, 1974-1975). De The Encyclopedia of TV Game Shows (David Schwartz, Steve Ryan & Fred Wostbrock: 1995) geeft meer informatie over dit programma. Het werd gepresenteerd door Nick Clooney (de vader van George) en er strijden twee koppels tegen elkaar. Het koppel dat de meeste vragen goed weet te beantwoorden krijgt de kans om in een levensgroot doolhof prijzen te zoeken binnen een aantal seconden (1 seconde per vraag). Het decor werd ontworpen door Ron Baldwin, hij was ook verantwoordelijk voor de sets van vele andere shows zoals The Generation Gap (ABC, 1969), What’s my Line (ABC, 1968-1975), The Big Showdown (ABC, 1974-1975) en To Tell The Truth (CBS, 1980-1981). In The Moneymaze is het grootste deel van de studiovloer in beslag genomen door het doolhof. De kandidaten, presentator en de kijker zien het doolhof schuin van boven, terwijl de kandidaten in het doolhof natuurlijk alleen maar blinde muren zien.

Omdat je in The Moneymaze als kijker een goed overzicht van het doolhof hebt, is de spanning van het doolhof er een beetje af. Je ervaart als kijker niet de desoriëntatie van de verdwalende kandidaat. Dat was wel het geval in één van de spectaculaire spellen van Lotto Live (VARA, 1985). Het idee voor dit doolhofspel ontstond bij NOS-ontwerper Carlo Delbosq. Hij had eerder een videoclip gemaakt voor Fay Lovsky (Columbus Avenue, helaas niet online te zien). Daarvoor filmde hij miniatuur modellen bij de Technische Hogeschool Delft met een endoscoop, een heel klein en dus uitermate wendbaar cameraatje. Die opnames werden later achter Lovsky geprojecteerd. Het idee van de kleine camera die door een maquette beweegt, vormde de basis voor het doolhofspel in Lotto Live. Martien van den Dijssel, maquetteontwerper bij de NOS bouwde een miniatuurdorpje na en die werd naar Delft gebracht. Via een telefoonverbinding geven de quiz-kandidaten instructies aan de endoscoop die bediend wordt door een technicus van de TH en via een straalverbinding is het resultaat te zien in de studio. Van den Dijssel was ook aanwezig in Delft en herinnert zich dat ze de kandidaten wel eens een klein beetje moesten helpen omdat het spel zo lastig was.

Natuurlijk zijn er meer voorbeelden van tv-spelletjes met een doolhof. En het kan nog ‘echter’ en spannender. The Encyclopedia of TV Game Shows vermeldt nog kinderprogramma Masters of The Maze (ABC, 1994-1996). Dit programma is eigenlijk een soort live-videogame. De kandidaten kregen in het doolhof via hun overall aanwijzingen door van hun partner met een soort joystick. Dit maal volgt de kijker de speler op de voet. Dankzij voortschrijdende techniek zien we via een draadloos cameraatje in de helm precies wat de speler in het doolhof ook ziet. Met de helmet-cam, laserzwaarden, vliegende 3D-graphics en wilde camera bewegingen is dit weer een compleet ander programma. Zo zie je maar: met een doolhof kan je alle kanten op!