Grootste decoropdracht in Nederland in 40 jaar niet gegund aan Nederlandse ontwerpers

Met de keuze voor de Duits/Amerikaanse Florian Wieder als designer voor het Eurovisie Songfestival in Rotterdam slaat de Nederlandse organisatie de plank volledig mis.

Voor alle disciplines is gezocht naar het beste van het beste uit Nederland. Alleen voor decorontwerp kiest de organisatie een zwaargewicht uit het buitenland die al zes maal eerder in verschillende landen een Eurovisiedecor neer mocht zetten.

Nederlandse decorontwerpers grijpen ondertussen mis.

In tegenstelling tot hun vakbroeders van regie, lichtontwerp en geluidsontwerp moesten zij het in een internationaal uitgezette competitie opnemen tegen internationale partijen als het bureau van Wieder. Het uitschrijven van een wedstrijd voor ontwerpopdrachten is op zich niet ongebruikelijk, maar zeker niet verplicht. Het had de organisatie vrij gestaan om decorontwerp niet aan te besteden maar in te huren, zoals bijvoorbeeld voor de disciplines regie, lichtontwerp en productie is gebeurd. En ook bij een niet-openbare aanbesteding kan de opdrachtgever drempels opwerpen, bijvoorbeeld om plaats van vestiging of taal als selectiecriterium op te nemen. Bij de tender voor het grafisch ontwerp koos de organisatie er expliciet voor om alleen Nederlandse ontwerpers uit te nodigen.

Dat is meten met twee maten. Waarom geldt alleen voor decorontwerp een hogere, internationale lat? Ik heb de NPO, NOS en AVROTROS gevraagd om op deze vraag te reageren.

Andere landen is het in het verleden wel gelukt om een ‘eigen’ decorontwerper te kiezen, dus waarom zou het Nederlandse team dat niet voor elkaar kunnen krijgen? Waarom hebben de leden van het ESF-team de nek niet uit willen steken?

Het persbericht legt de nadruk op het innovatieve en typisch Nederlandse karakter van het stage design. Eerlijk gezegd zie ik geen stage design, alleen een hoop licht. Hoe het decor van Wieder “een visitekaartje is voor Nederlandse creativiteit en media-innovatie?” Ik snap hem niet…

Ik publiceer later vandaag een uitgebreider artikel met de mogelijke oorzaken die aan deze blamage ten grondslag kunnen liggen. Hopelijk ook met een reactie van het ESF-team.

Hier het persbericht van de NPO: Decorontwerp Eurovisie Songfestival 2020 gepresenteerd

Peter Zwart: Kostuumontwerpen

In de Doeve-tentoonstelling zijn naast grafische ontwerpen, schilderijen, de televisiefabels en monumentale werken ook decorontwerpen en kostuumontwerpen te zien. Daardoor gingen mijn gedachten tijdens het tentoonstellingsbezoek ook uit naar een andere alleskunner en tijdgenoot van Doeve: Nederlandse eerste ontwerper bij de televisie, Peter Zwart.

Waarschijnlijk hebben ze elkaar gekend of op zijn minst ontmoet. Peter Zwart woonde sinds 1942 in Laren en Doeve woonde tussen 1936 en 1948 ook in het Gooi. Hoewel Doeve lid was van ‘De Vereniging van Beeldende Kunstenaars Laren-Blaricum’ en Zwart van de daarvan afgesplitste ‘De Gooische schildersvereniging’ hebben ze beide affiches ontworpen voor tentoonstellingen en feesten in Hotel Hamdorff, het thuishonk van deze twee verenigingen.

Maar terug naar decors en kostuums. Anne-Mieke Bovelett, de kleindochter van Peter Zwart, liet me onderstaande kostuumschetsen zien. Haar grootvader maakte ze voor de opera De ontvoering uit het Serail (KRO, 15-09-1963), voor televisie geregisseerd door Ben Mettrop. Constanze, een Spaanse jonkvrouw wordt ontvoerd en aan de harem van de Turkse keizer Bassa Selim toegevoegd. Haar verloofde Belmonte probeert haar met een list te bevrijden. Verrassend voor een opera: er gaat niemand dood aan deze liefdesperikelen.

NOS Journaal in het nieuw

De NOS presenteerde vandaag de nieuwe vormgeving: het complete leaderpakket en alle decors zijn aangepakt. Algemeen directeur Jan de Jong en hoofdredacteur Nieuws Marcel Gelauff spraken bij de introductie over ‘meer urgentie’ en ‘geen revolutie maar evolutie’ – termen die wij eerder optekenden voor het boek Vorm van vermaak.

Welnu, het nieuwe leaderpakket is inderdaad: evolutie. De leaders grijpen terug naar de (rode) cirkel als centraal element – een basisvorm die Geert van Ooijen in 1995 al bij de NOS introduceerde. Nog een oud vertrouwd element: de gong is terug. ‘Booiingg’ is wederom de nadrukkelijke uitsmijter van de leader. ‘We hebben de muziek getest op een groep respondenten. Die luisterden naar de leader, zonder dat ze wisten voor welk programma we het zouden gebruiken. De mensen dachten aan een nieuwsprogramma. Of aan een spannende, avondvullende film,’ aldus De Jong. Volgens hem is de leader ‘heel erg veel goedkoper dan de vorige’ – Lambie Nairn hanteert kennelijk andere (goedkopere) tarieven dan Cape Rock.

Het decor (Fisheye) is vooral: heel veel scherm, en een vloer met een piepklein deskje in de vorm en kleur van de NOS-O. De nieuwslezers gaan rondlopen, enorme schermen zullen de nieuwsberichten ondersteunen. Vanaf zondag te zien – zaterdag ná het achtuurjournaal alvast een preview met Sasha de Boer en Rob Trip. En nu alvast foto’s van de perspresentatie.

This slideshow requires JavaScript.

Toppop

Op 14 april zetten we tijdens het symposium & boekpresentatie Frans Schupp in het zonnetje. Schupp werkte ruim 30 jaar als televisievormgever. Hij begint op de NTS grafische afdeling in 1963 met het maken van  titelkaarten en -rollen.  En dan breekt eind jaren zestig de jongerencultuur door op televisie. Popmuziekprogramma’s worden uitbundig vormgegeven en het moet allemaal bewegen. Schupp werkt samen met regisseur Rien van Wijk aan Doebidoe. Doebidoe wordt Toppop.

Het programma heeft heel veel vormgeving nodig. Naast spetterende leaders en titelkaarten, moeten de optredens er natuurlijk ook waanzinnig uitzien. Meestal worden artiesten meerdere keren opgenomen; één keer in het decor, één keer tegen een blauwe wand, soms nog op locatie. Want als een liedje tien weken in de top 5 staat, wil men niet tien keer dezelfde opname uitzenden. Die variatie aan vormgeving wordt het handelsmerk van het programma.

Een bekend verhaal: er is maar weinig bewegend beeld bewaard van de periode dat Schupp voor Toppop ontwerpt. Begin jaren zeventig worden opname-banden opnieuw gebruikt of weggegooid. Gelukkig heeft Schupp veel bewaard. Hij heeft foto’s gemaakt van het televisiescherm, er zijn  storyboards van leaders die alleen nog in de herinnering van mensen bestaan, surrealistische maquettes die als decor dienden, titelkaarten met de namen van legendarische artiesten als David Bowie en The Who. Allemaal uniek materiaal dat hij schenkt aan het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

En natuurlijk zijn er op deze site al wat voorproefjes te zien. Zoals de screenshots hiernaast. In het derde scherm ziet u tussen Penny de Jager en Ad Visser één van de effecten van Schupp. Hij had een kastje waarin allerlei grafisch materiaal en objecten gezet konden worden (foto hieronder). Een opname van deze letterkast werd gekeyd met een deel van de opname van een artiest of de presentatie.

Dat keyen (het combineren van twee opnames in één beeld) gebeurt de eerste jaren van Toppop nog in zwart-wit. Met de introductie van kleurentelevisie wordt het programma nog veel uitbundiger. Met behulp van de chroma-key techniek kunnen artiesten in elk gewenst decor geplaatst worden: een maquette, foto of grafisch ontwerp kan dienst doen als decor. Schupp ontwerpt enkele fantasieobjecten hiervoor. Een hoofd met een showtrap uit het oor, waanzinnige constructies die op ware schaal onbetaalbaar zijn om uit te voeren. Maar het werken met chroma-key en miniatuurdecors is toch ook lastig. De artiesten moeten heel precies op de juiste plek staan en er moet rekening gehouden worden met perspectief. De maquettes worden dus maar een enkele keer gebruikt. Op onderstaande foto zijn er een aantal te zien op een tentoonstelling in München 1974. De man met de bakkebaarden is natuurlijk Schupp zelf.

Deze maquettes en nog veel meer Toppop ontwerpen zijn te zien op 14 april bij het symposium & boekpresentatie Vorm van vermaak bij het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Aanmelden voor deze middag kan via symposium@beeldengeluid.nl.

Optische illusies

Met perspectief kun je in decors leuke stunts uithalen. Roland de Groot maakte bijvoorbeeld een geweldig decor voor de Teleac, bij de cursus Por Favor. Dat veranderde van het programma-logo in een decor (u leest erover in het boek). In 1971 ontwikkelde NOS-decorontwerper Freek Biesiot een decor voor de Mounties show. Op de foto ziet u verticale halve cirkels, maar als de camera op een bepaalde positie staat, zien kijkers één rond plateau – de rechtop staande bogen vallen weg. Een grap die je één keer kunt uithalen. Biesiot deed het.

Deze foto komt van de voormalige afdeling NOS decorontwerp. Er werden altijd uitgebreid foto´s gemaakt ter naslag. Je weet maar nooit of er later een scéne of een liedje opnieuw opgenomen moet worden. Handig dus als je in het fotoarchief na kunt zoeken of je de juiste kleur hebt. Een grote verzameling foto´s uit begin jaren zeventig – de hoogtijdagen van grote tv-shows en fantastische decors- was bijna in de container beland. Gelukkig dat Biesiot ze er op tijd weer uitviste!