Jan van der Does: Kennisuitwisseling met de BBC

In de beginjaren van de Nederlandse Televisie Stichting zijn er regelmatig contacten met de collega’s van de BBC. De BBC heeft een voorsprong van enkele jaren op de NTS, maar doen heel graag aan internationale samenwerking en kennisuitwisseling, zoals ze dat diplomatiek noemen. Peter Zwart heeft vermoedelijk de eerste contacten gelegd. Uit de correspondentie in het privé-archief van Jan van der Does blijkt dat Zwart in ieder geval al in 1953 op bezoek is geweest in London waar hij Alfred Wurmser, freelance grafisch ontwerper heeft ontmoet en zeer waarschijnlijk ook Richard Levin, hoofd van de BBC-afdeling Design.

Van der Does wordt niet lang na zijn aanstelling als grafisch ontwerper bij de NTS op werkbezoek gestuurd naar de BBC. Zwart regelt ook een bezoek aan Wurmser. Deze man maakt voor de BBC de naar hem genoemde “wurmseries”, infographics die geheel mechanisch werken zodat ze direct live voor de camera uitgevoerd kunnen worden, zoals in het onderstaande filmpje goed te zien is.

Van der Does maakt in Londen kennis met allerlei nieuwe, betere en snellere apparatuur. Hij wordt rondgeleid over de grafische afdelingen, de fotografische zetstudio, de nieuwbouw, de decorbouwhal en de afdeling special effects. Zijn indrukken beschrijft hij in aantekeningen en in een uitgebreid officieel rapport. Het archief van Van der Does bevat naast dit verslag ook de correspondentie voorafgaand aan en voortkomend uit dit werkbezoek. Deze bronnen geven zodoende een goed beeld van de kennisuitwisseling tussen de NTS en haar grote broer.

6-7-1956: Brief van Peter Zwart aan Alfred Wurmser
Peter Zwart schrijft dat hij drie jaar eerder op bezoek was bij Wurmser: “Perhaps you have forgotten me, but I have not forgotten you. […] We over here in the Netherlands’ Television Design Department often talk about you and your very beautiful and interesting animations.” Hij vertelt dat Van der Does bij de BCC op bezoek gaat en hoopt dat Wurmser hem ook wil ontvangen.

13-7-1956: Brief van C.H. Booty aan Mr. van den Dool
De ‘European Liaison Officer’ van de BBC laat aan Arie van den Dool, de baas van Peter Zwart, weten dat Van der Does op donderdag 2 augustus om 14.30 verwacht wordt bij Richard Levin in het Television Centre, Wood Lane, W.11.

14-8-1956: Officieel rapport van bezoek op 2-8-1956
In het rapport is te lezen dat Jan der Does op 2 augustus 1956 om 14.30 ontvangen is door Levin. Na een kort formeel gesprek, neemt grafisch ontwerper John Sewell Van der Does mee naar de grafisch afdeling. Ze beginnen bij de fotografische afdeling. Men gebruikt fotografie om illustraties op elk gewenst formaat te vergroten, zodat ze ook gemakkelijk toe te passen zijn in decors. Op de fotografische afdeling krijgt Van der Does een demonstratie hoe men met letters uit een letterbak (met “vier zeer moderne lettertypen”) titelbeelden maakt. De letters zijn wit gemaakt en het letterblok zwart. Zo zet men tekst die vervolgens op een tructafel fotografeert wordt.

In Bussum bestaat de titelafdeling alleen uit Cor Hermeler en Van der Does, maar in London bestaat de grafische afdeling naast de fotografische zetters uit nog een onderafdeling die zich uitsluitend met ‘handlettering’ bezig houdt. Van der Does ziet hier twaalf man die in rap tempo bezig zijn met het maken van “titelrollen en decoratieve bordjes” en herinnert zich nu nog dat er tussen de tafeltjes een jongen voortdurend heen en weer liep om kaarten op te halen. Er zijn op deze afdeling medewerkers die daar al tien jaar werken: “Een blik op de resultaten die door hun hand waren ontstaan, leerde mij dat de routine en interesse in vele lettertypen tot fantastische resultaten leiden en mensen kweekt die met hun kostbare instrumenten, d.w.z. hun handen, van onschatbare waarde worden.”

Op deze afdeling ziet Van der Does de kleine Masseely drukpers in werking die volgens de BBC-ontwerpers gemakkelijk te bedienen is en uitstekend voldoet voor het maken van “zakelijke, pretentieloze en door omstandigheden verlate aankondigingen”. Het lijkt hem economisch verstandig om de Masseeley op korte termijn voor de NTS aan te schaffen hoewel hij artistiek gezien de fotografische methode prefereert, vooral omdat deze ook voor decorwerk ingezet kan worden.

Na een “gezellige tea” maakt van Der Does kennis met decorontwerper Mr. Bewell(?) die hem rondleidt door de decorwerkplaatsen. Van der Does schrijft: “Een enorme hoeveelheid sets, trappen en wonderlijk gevormde decorstukken stonden hier opgesteld, zowel voorzien van kleur als in grijstinten uitgevoerd. Het geraas van machines overstemde het geroep van de verschillende ambachtslieden, kortom er heerste een bedrijvigheid van jewelste.” Bewell legt de planning van decors uit en vertelt dat hij in Amsterdam verschillende decors heeft verzorgd in Carré en Tuschinski.

Ten slotte brengt Bewell Van der Does via de cirkelvormige bouwput waar de nieuwe BBC controlekamer en studio’s gebouwd worden, naar de afdeling Special Effects waar Bernard Wilkie en Jack Kine de leiding hebben over een groep van zo’n zes man. “Het was een wonderlijke ruimte […] omdat artisticiteit en techniek hier hand in hand gingen”, schrijft Van der Does. Hij constateert tot zijn genoegen dat aantal technieken die hij hier ziet ook al bij de NTS in gebruik zijn. Zo ver loopt de NTS gelukkig niet achter. Verder maken Wilkie en Kine “rookgordijnen, voortstuwende raketten” en een “speciaal ‘wipe’-apparaat voor het snel doen verwisselen van losse tekstkaarten.” Van der Does heeft zelf al een ‘wipe’-apparaat geconstrueerd, maar de door hem gebruikte spiegels zijn inferieur aan wat hij hier ziet. Wilkie belooft de naam van de leverancier na te sturen. Van der Does mag ook een kijkje nemen in de Lime Grove Studio waar hij de animations van de afdeling Special Effects in werking ziet.

Over dit bezoek schrijft hij: “De studio zelf deed mij denken aan een oud pakhuis met welke ruimte echter nog gewoekerd moest worden, tenminste, de geluiddempende platen hingen als grauwe vervelde stukken aan wanden en plafond en ik kreeg onmiddellijk een associatie met de oude Irene Studio, die ook op vele plaatsten zo licht ontvlambaar bleek te zijn geweest, maar tussen die grauwe wanden werkte men met belichtings- en camera-apparatuur, waarvan ik na een kleine vergelijking met ons eigen materiaal (als leek) toch moest concluderen dat hier in de loop der jaren veel aan de praktijk was getoetst.”

Het "onding' van de NTS in het depot van Beeld en Geluid

Het NTS titelapparaat in het depot van Beeld en Geluid. Een ‘onding’ volgens regisseurs c.q. inspeciënten.

In de studio ziet Van der Does ook het titelrolapparaat wat de BBC gebruikt op titelrollen op af te draaien en constateert dat “het titelapparaat wat op het ogenblik bij ons nog dienst doet, totaal verouderd is en door vele regisseurs c.q. inspeciënten als ‘onding’ wordt betiteld.” Omdat hij hen gelijk moet geven, hoopt hij dat deze machine door de NTS aangekocht of vervaardigd kan worden.

De uitsmijter van het bezoek is het laatste snufje van de afdeling Special Effects: een pistool met een vloeibare rubber die langs een propeller geschoten wordt en dan een “goed gelijkend” spinnenweb vormt.

Augustus 1956: Verslag bezoek aan Alfred Wurmser
Van der Does schrijft in zijn verslag over dit bezoek hoe de captions werken (met klemmen, blokjes, schuifjes en splitpennen), hoe groot ze zijn (20,5 x 20 met beelduitsnede 16,12 x…), hoeveel grijstinten Wurmser gebruikt (vijf), hoe de belichting gedaan wordt (m.b.v. een scharnierend raam met glasplaat), en wat je moet doen als randjes omkrullen (zwart gaas er over heen spannen), het soort karton dat gebruikt moet worden (“dun, maar bijzonder taai en sterk”). Ten slotte schrijft hij: “Het systeem met de glasplaat is niet alleen van toepassing bij animations, doch kan ook worden gebruikt met behulp van een spiegel als spiekapparaat voor een omroeper of redenaar, die dan zonder bezwaar kijkend in de lens van de camera toch de tekst kan zien.”

Schets van een 'spiekapparaat' (auto-cue). Privé-archief Jan van der Does

Schets van een ‘spiekapparaat’ (auto-cue). Privé-archief Jan van der Does

8-8-1956: Brief over ‘optical glassware’
Wilkie en Kine sturen het adres van een leverancier waar spiegels en glas besteld kan worden dat geschikt is voor speciale effecten.

Privé-archief Jan van der Does

Privé-archief Jan van der Does

13-8-1956: Conceptversie van een bedankbrief aan Wilkie en Kine
Van der Does bedankt Wilkie en Kine: “Het is voor mij bijzonder prettig van u zulk een enthousiaste aanmoediging tot internationale samenwerking te horen. Wij werken hier met animo, maar is toch erg aardig dat we van onze grote broer, de BBC, gelegenheid krijgen een klein beetje mee te delen van de zesjarige voorsprong die onze grote broer heeft.” Van der Does vraagt om meer informatie over het automatische titelrolapparaat en de ‘wipe’. “Wellicht zoudt u een schetsje kunnen maken betreffende de stand van de spiegels en de wijze van verwisselen. Een kleine vingerwijzing is reeds voldoende”. Vermoedelijk stuurt Van der Does ook een eigen schets mee van het ‘wipe’-apparaat waar hij zelf aan werkt.

22-8-1956: Antwoord van Wilkie over ‘wipe’-apparaat
Wilkie stuurt een beschrijving, een tekening en foto’s mee van de machine die de BBC gebruikt voor het maken van beeldwissels met een camera en twee spiegels.

This slideshow requires JavaScript.

24-11-1956: Brief aan Wilkie over de ‘title-crawler’
Van der Does kan vanwege militaire training pas twee maanden later antwoorden. Hij schrijft Wilkie dat zijn ‘wipe’-apparaat in vergevorderde staat is. Hij vraagt ook om meer informatie over de ‘crawl title device’ die hij tijdens zijn werkbezoek zag staan in de Lime Grove Studio’s en noemt nog eens de tekortkomingen van het oude titelrolapparaat van de NTS wat nog stamt uit de experimentele periode.

Kerst 1957: Very best wishes from Scenic Effects

This slideshow requires JavaScript.

21-1-1957: Tweede brief aan Wilkie over de ‘title-crawler’
Jan van der Does bedankt voor de kerstkaart en wenst zijn Engelse collega’s een “very happy and prosperous 1957”. Er is bij de NTS al het een en ander in werking gezet om de titelrolmachine na bouwen, maar Van der Does vraagt of er nog detailtekeningen van bestaan. Eind januari vertrekt er weer iemand van de NTS naar London die eventuele de daarvoor gemaakte kosten kan komen betalen.

22-1-1957: Foto’s van de ‘title-crawler’
Wilkie stuurt meer informatie over de ‘Caption Machine’. Deze is niet door de BBC gemaakt en Wilkie kan dus geen detailtekeningen leveren, maar hij stuurt wel twaalf foto’s mee.

This slideshow requires JavaScript.

19-3-1957: Instructies van Hill Bros. Ltd. t.a.v gebruik van de Masseeley hotpress
Meneer C.H. Hill schrijft aan Arie van den Dool dat hij blij is dat de Masseeley hotpress veilig is aangekomen. Hij legt de methode, die “extremely simple” is, in tien stappen uit.

masseeley

Meer informatie:

Richard Levin: Television by Design

Vorm van vermaak is natuurlijk niet het eerste boek over televisievormgeving. In 1961 stelde Richard Levin een boek samen over ontwerpen voor televisie, getiteld “Television by Design”.

Levin wordt in 1953 aangesteld als hoofd van Television Design bij de BBC. Net als bij de beginjaren van de Nederlandse televisie betreft ‘design’ vooral decorontwerp. Levin moet zijn best doen om de BBC directie ervan te overtuigen dat hij ook behoefte heeft aan een grafisch ontwerper. Hij fotografeert een week lang alle grafische vormgeving die op het televisiescherm te zien is, plakt al deze foto’s achter elkaar op een lange rol papier en sluit deze af met de tekst: “that’s why I need a graphic designer”. Zijn creatieve aanpak werkt en in 1954 krijgt hij verterking van graficus John Sewell. In de jaren daarna groeit de grafische afdeling onder leiding van Sewell tot ongeveer 15 ontwerpers in 1961.

In Television by Design besteedt Levin naast set-design, lighting, costume-design, e.a. ook aandacht aan grafisch ontwerp. Er staat werk afgebeeld van: Roy Laughton, Geoffrey Brayley, Bernard Lodge, Don Saul, Geoffrey Martin, Ruth Bribram, Terence Greer, Tom Taylor, Frank Ariss, Bernard Blatch, Kurt Rowland, Brian Pike, Don Higgins en Pat Thompson. Levin voegt er wel aan toe dat een representatie van televisie-graphics in een boek altijd inadequaat is; “…the real force of a title fading or cutting into another, or into al live scene, cannot be appreciated except in its real context. Their subtleties of meaning, developed through the accompanying sounds or speech, which is often an integral part of the design, cannot be distinguished by the eye alone.”

In Levins boek wordt daarnaast internationaal werk getoond. In de voorafgaande tekst gaat Levin in op de verschillende manieren waarop ontwerp voor televisie georganiseerd is. De BBC maakt gebruik van production designers die leiding geven aan alle aspecten van ontwerp (grafisch, decor, maar ook licht en kostuums) en de uitvoering daarvan. Levin realiseert zich dat organisaties met andere productieformats werken, waar ook de rol van de ontwerper anders is. De production designer, een functie afkomstig uit de filmindustrie, bestaat bijvoorbeeld niet bij de Nederlandse televisie. In Nederland bestelt de programmamaker zijn decor bij de afdeling decor, grafiek bij de afdeling grafisch, enzovoorts. Of daar een mooi en samenhangend vormgegeven programma uitkomt, ligt dus in handen van de programmamaker.

De Nederlandse pagina, ingestuurd door de NTS, bevat zes foto’s, waarvan er twee grafisch werk bevatten. Ten eerste zien we de zendmast, het herkenningsbeeld van de NTS, ontworpen door Peter Zwart. Het andere grafisch ontwerp is de opening voor Pipo de Clown van Jan van der Does. Pipo steekt zijn hoofd en een ballon door een uitsparing in een wandje met een groot vraagteken erop. Het filmpje (of de animatie van foto’s) diende vermoedelijk als openingleader voor het programma. De andere 4 foto’s tonen decors van Fokke Duetz, Peter Zwart en Cor Hermeler.

Het verschil tussen de BBC en Nederlandse televisie op het gebied van grafisch ontwerp is minder groot dan je zou verwachten, zeker gezien het gegeven dat de Nederlandse televisie zo’n 15 jaar later van start gaat. In 1954 neemt Peter Zwart voor het eerst een ‘echte’ grafisch ontwerper aan: Jan van der Does. Niet veel later volgen Ger van Essen, Hans Moolenaar, Ton Holst en Marcel van Woerkom. In de jaren daarop, als de afdelingen decor en grafisch beide sterk groeien, raken ook de disciplines verder van elkaar gescheiden. Maar in 1964 is de grafische afdeling van de NTS al net zo groot als die van de BBC in 1961.

Op het gebied van huisstijl zijn ze in Engeland in 1961 al wel heel veel verder. Op pagina 21 schrijft Levin: “…the most important single aspect of graphic design in in the power of its influence over the house style of a television service.” Hij stelt dat ongeveer 10% van de totale uitzendtijd opgaat aan grafisch ontwerp en dat het waarschijnlijk een grotere impact heeft dan alle andere vormen van ontwerp voor televisie. De waarde van een huisstijl moet dus niet onderschat worden: “When a unity of style can be maintained throughout the whole output of graphic design, combined with freshness, originality and strenght of execution, the cumulative effect of it is deep and lasting.”

Het begrip huisstijl is in Nederland in 1961 nog nauwelijks doorgedrongen in grafisch ontwerp en bedrijfsleven. Bovendien werkt het Nederlandse omroepsysteem niet erg mee. Op de Nederlandse televisie wemelt het van de vignetten, emblemen, namen en logo’s. Titelkaarten of vlaggetjes van de verschillende omroepverenigingen bakenen de zendtijd af, en het is niet ongebruikelijk dat een omroepvereniging meerdere vignetten, logo’s, lettertypes of symbolen door elkaar gebruikt. Maar het zijn met name de omroepsters die letterlijk en figuurlijk het gezicht bepalen van de omroepverenigingen. Het door de verzuiling versnipperde televisielandschap is wat dat betreft niet te vergelijken met de BCC.

Richard Levin, Television by Design, London: 1961

Auntie Beeb 75 jaar

BBC televisie vierde op 2 november haar 75-jarig jubileum en dat was tevens het jubileum voor de allereerste publieke omroep uitzending ter wereld. In het prille begin keken er ‘maar’ zo’n 20.000 Londenaars, zoals te horen is in deze webreportage (met ook antwoord op de vraag waarom het niet zo’n goed idee was om de tv-zendmast op het studiogebouw te zetten).

Ter vergelijking: in 1936 was in Nederland Philips volop bezig met experimenten: het jaar ervoor was er voor het eerst een opname van een persoon (Ceesje Speenhoff die destijds bij Philips werkte) door de lucht verzonden, en in het jaar erop begon Philips met de bouw van een televisiekaravaan: een stel wagens/caravans waarmee de werking van televisie op beurzen in binnen- en buitenland gedemonstreerd werd. De eerste officiële Nederlandse televisie-uitzending zou pas 15 jaar later zijn, met een geschat bereik van ongeveer 500 huishoudens. Toch haalde Nederland die ogenschijnlijk grote voorsprong redelijk goed in. Met ‘dank’ aan de Tweede Wereldoorlog die de ontwikkeling van televisie in Engeland ernstig vertraagde: de televisiezender in London werd gevorderd door het leger voor het in kaart brengen van vijandelijk luchtverkeer.

De BBC bestond natuurlijk al eerder dan die eerste televisie-uitzending. In 1922 gingen een aantal radio pioniers/bedrijven (Marconi bijvoorbeeld) samenwerken met het doel om publieke radio-uitzendingen te verzorgen en in 1927 werd dat de BBC zoals die nu nog bestaat. In dat jaar kreeg de BBC ook officieel een ‘Coat of Arms’ toegewezen, een wapen zoals adellijke families ook hebben. Het wapen met motto “Nation shall speak peace unto Nation” verbeeldt de publieke taak die de BBC voor ogen staat. Naast de traditionele heraldische tekens: schild, leeuw, adelaars, staan er ook enkele tekens bij die verwijzen naar het radio-zenden: elektrische schichten, de hoornen van de adelaars , de aarde en planeten op het schild. Dit wapen en motto werd vermoedelijk ook bij televisie-uitzendingen van vóór 1960 getoond (zoals bij BBC News op bovenstaande foto).

In Nederland spiegelde de ANRO (Algemene Nederlandse Radio Omroep, vanaf 1927 AVRO Algemene Vereniging Radio Omroep) zich aan de BBC, want zij waren een groot voorstander van een nationale omroep in tegenstelling tot een verzuilde omroep. Net als de BBC, koos de ANRO/AVRO daarom een embleem met een nationale en traditionele vorm. Leeuwtje, wapenschild, radioschichten, de overeenkomsten zijn duidelijk. Maar het verschil is tegelijkertijd ook groot; het wapen van de BBC voldoet aan de regels van een traditie die bovendien streng gereguleerd wordt door een officiële instantie, het ‘College of Arms’. Het ‘wapenschild’ van de AVRO daarentegen is een ‘gewoon’ ontwerp van reclametekenaar André Vlaanderen. Minder sjeik, maar wel mooier.