Boerin in Frankrijk

De serie Boerin in Frankrijk waarvoor Fokke Duetz bovenstaande ontwerpen op papier zette, verhaalt over het zware leven van boerin Wil Den Hollander-Bronder die in 1952 naar het Franse platteland verhuist. Den Hollander schreef haar belevenissen op in romans en die vormde de basis voor het scenario van de serie die in 1973 in productie ging onder leiding van NCRV regisseur Bob Löwenstein.

De hoofdrol werd gespeeld door Lia Dorana. Deze actrice was enkele jaren daarvoor na een geflopte one-woman-show met haar man en een tentje in de auto gestapt en had zich op het Franse platteland afgezonderd voor de crisis in de Nederlandse toneelwereld, het aftakelende leefmilieu in het overvolle Nederland. Voor Den Hollander was het geen zelf verkozen isolement, haar man kon geen werk krijgen in Nederland, maar wel in Frankrijk en zij moest mee. Het lukte door taal- en cultuurverschillen niet om te aarden, zelfs met de in Frankrijk geboren kinderen was de band moeizaam. Dan was er nog sprake van allerhande tegenslag, armoede en ziektes.

73-07-03 De telegraaf

Foto gemaakt bij de opnames voor het dorpsfeest, op de laatste opnamedag in Inval Boiron voor Boerin in Frankrijk. Bron: De Telegraaf 3-7-1973

De echte boerin was overigens betrokken bij de opnames die voor een groot deel plaatsvonden in haar boerderij en op haar eigen erf in het dorpje Inval Boiron. Ze leerde Dorana bijvoorbeeld koeien melken en verzorgde de cast en crew. Omdat ook de bewoners van het dorpje figureerden als zichzelf werd het een behoorlijk authentieke weergave van de gebeurtenissen in de boeken. Toen Den Hollander de eerste twee afleveringen zag, zei ze dan ook met tranen in haar ogen tegen Löwenstein dat het precies zo was geworden hoe ze het had geschreven.

Er waren voor de opnames 44 filmdagen in Frankrijk, 8 dagen in Nederland en 21 dagen in de studio nodig. Het werd dan ook een serie van 13 afleveringen. Naast Lia Dorana en Roger Coorens in de hoofdrollen, speelden in totaal 94 Nederlandse, Belgische en Franse acteurs en figuranten mee.

Voor de studio-opnames ontwierp Fokke Duetz een onbekend aantal sets. In totaal zijn daar vanuit drie verschillende collecties zes ontwerptekeningen naar boven gekomen. Duetz was blijkbaar vrijgevig, ook tekeningen van andere producties – De klop op de deur, Het meisje met de blauwe hoed, Marijke – zijn op vergelijkbare wijze verspreid geraakt. Het aardige is natuurlijk dat ze door de inventarisatie van ontwerparchieven voor dit onderzoeksproject weer een beetje bij elkaar gebracht worden. In het geval u ooit decortekeningen van Duetz hebt mogen ontvangen… ik hoor graag van u!

bronnen: Het vrije volk, 3-7-1973, De Telegraaf, 04-10-1973, Beeldengeluidwiki.nl

In het depot: archief Hub Berkers

Afgelopen woensdag heeft Hub Berkers zijn archief overgedragen aan Beeld en Geluid. Hij had zelf alles al gedigitaliseerd en beschreven, dus de verwerking gaat dan lekker snel. Op Hubs pagina op deze site staat een lijst met wat er ongeveer naar het depot is gebracht en uiteraard gaan we dat de komende tijd in de Beeldengeluidwiki.nl en hier op het blog plaatsen.

Alvast een aantal voorproefjes: Hub bewaarde ook een aantal ontwerpen van collega’s. Zo is daar een tekening van Juliënne van der Erve (de eerste!) voor Swiebertje, twee aquarellen van Fokke Duetz, een aquarel van Jan P. Koenraads en nog een kostuumschets van Wim Bijmoer.

This slideshow requires JavaScript.

 

Tweede voorproefje komt uit de grote verzameling ontwerpen, foto’s en knipsels van De Willem Ruis Lotto show (VARA, 1981-1984) en de Sterrenshow (1984-1986) waar Hub eerste maandelijks, later wekelijks de meest geweldige showdecors en spelsets voor ontwerpt. ‘Wervelstorm’ Willem Ruis sterft vlak na de laatste uitzending van de Sterrenshow, nog veel te jong. Hub bewaarde een mal van Ruis zijn gezicht, ooit gebruikt voor een optreden van theatergroep Mummenschanz (waarschijnlijk de uitzending van 11-12-1985), en liet daar een paar jaar geleden een aantal afdrukken van maken in plexiglas voor de dochters van Ruis. Een van die exemplaren is nu ook naar Beeld en Geluid gegaan. Een mooi aandenken aan de legendarische showmaster.

 

This slideshow requires JavaScript.

De Sterrenshow is een mooi bruggetje naar Adine van den Bosch (nu Adine de Planque – van den Bosch) die in 1985 stage liep bij Berkers. Ik sprak haar en Annechien Braak, Ellen Dekker en Liesbeth Jimmink afgelopen dinsdag over hun ervaringen op de Afdeling Decorontwerp. Zij werkten daar direct na hun studies (Rietveld en KABK) van ca. 1985 tot 1992. Ik zal binnenkort uitgebreider verslag doen, hun biografieën en oeuvrelijsten heb ik deze week al toegevoegd aan de Beeldengeluidwiki.nl.

Bewegend beeld: Wij zijn vijf (1956)

Vinten dolly met cameraman en 'duwer' (uit Wij zijn vijf, NTS, 1956) © NOS

Vinten dolly met cameraman en ‘duwer’ (uit Wij zijn vijf, NTS, 1956) © NOS

Op 2 oktober 1956 gaan de slingers uit in Bussum: de televisie bestaat vijf jaar. Ter gelegenheid wordt een feestelijke, gezamelijke uitzending gemaakt door de NTS en de omroepvereningingen, zelfs de Belgische televisie doet mee. De avond brengt een toespraak van minister Cals, een zeer actueel NTS journaal met een actualiteit die zich een uur voor de uitzending afspeelde, een documentaire op film over televisie, drie rechtstreekse reportages bij tv-kijkers van het eerste uur, een balletvoorstelling uit België, de eenakter Het laatste archief en een cabaret/amusementsprogramma vanuit Extase in Amsterdam. Een programma dat de veelzijdigheid van de televisie goed laat zien, De Telegraaf miste eigenlijk maar één vertrouwd tv-element: de storing.

De documentaire was (naast de filmitems in het journaal) het enige wat niet rechtstreeks uitgezonden werd en is daarom ook bewaard gebleven. In de film Wij zijn vijf komen alle facetten en afdelingen van de televisie -met name de NTS- in beeld. Wie de makers zijn, is mij niet bekend, maar ze brengen gelukkig ook een bezoek aan de decorontwerpers in de Ambachtsschool. Van een zuchtende Peter Zwart en twee over de tekentafel gebogen ontwerpers (waarschijnlijk Ger van Essen en Cor Hermeler?) gaat de camera naar de tekentafel van Fokke Duetz en dan via een van zijn tekeningen naar de rekwisietenzolder. Het zijn de oudst (bewaard gebleven) bewegende beelden van de afdeling Decorontwerp, dus dat maakt het dit kleine fragmentje toch wel erg bijzonder.

Met dank aan de NOS en Beeld en Geluid voor het beschikbaar stellen van dit fragment.

Het begin: Henk Tilder

Begin bij het begin. Hoe komen de decorontwerpers bij de NTS? Dit verhaal gaat over de eerste jaren van Henk Tilder bij de NTS.

“Na een opleiding technisch tekenen en militaire dienst las ik een artikel uit De spiegel over televisiedecors. Dat leek me wel wat. Ik kwam terecht bij Decorbouw in de Kampstraat in 1962. Bij mijn sollicitatie kreeg ik te horen: ‘begin maar ergens en dan kom je er wel achter wat je wilt’. Zo werkte ik in verschillende ateliers.

DSCF3881

Decorbouw staat begin jaren 60 in de belangstelling. Lees de artikelen in de tijdlijn ’50 jaar tv-decor.

Op een dag komt een gedistingeerde man binnen met een map onder zijn arm. Hij legt zijn tekeningen op tafel en zegt: “Zo heren, dit gaan wij maken.” Die man was Fokke Duetz en wat hij deed, dàt was wat ik in De spiegel had gelezen, dàt wilde ik worden! Ongeveer gelijktijdig met Tijmen de Bree en Martien van den Dijssel, die later naar de maquetteafdeling gingen, heb ik toen de avondopleiding aan Artibus gevolgt. Het maken van werktekeningen had ik door een opleiding tot technisch tekenaar al onder de knie. Een paar jaar later werd ik ontwerpassistent en daarna decorontwerper.”

Fokke Duetz - Pommetje Horlepiep (NCRV, 1976). Prive-collectie Henk Tilder

Fokke Duetz – Pommetje Horlepiep (NCRV, 1976). Prive-collectie Henk Tilder

Helaas is het hele archief met tekeningen van Tilder verloren gegaan. In het kleine stapeltje bij hem thuis zat wel een aquarel van die gedistingeerde heer die zo’n indruk op hem maakte destijds. Het gaat om een ontwerpschets uit 1967 van de kamer van ‘moeder Maaike’ (Martje Kraats misschien?) uit de serie Pommetje Horlepiep (NCRV, regie Frits Butzelaar), een van de laatste programma’s waar Duetz als decorontwerper aan werkte. In het stapeltje zat ook een mooi werk van Wim Bijmoer (hier te zien), vrij werk van Frank Rosen en toch nog wat decorontwerpen van Tilder zelf. Hieronder zie je bijvoorbeeld zijn ballpoint-tekeningen voor de televisiebewerking van Ibsen’s De wilde eend (NCRV, 17-3-1981, regie Gerard Rekers).

Swiebertje

Bij Rinus Does thuis hangen een aantal decorschetsen voor Swiebertje. Twee prenten vertonen craquelé, maar de andere twee zijn in perfecte staat. De ontwerpen zijn niet gesigneerd, maar vermoedelijk zijn ze van Juliënn van der Erve. Via deze link kan je onderstaande schetsen vergelijken met de setfoto’s van het uitgevoerde decor: Gallery: Swiebertje.

Rinus Does begon in het decorcentrum aan de Kampstraat als werkvoorbereider, wat later Decor Productie Leider (DPL) zou gaan heten. In die hoedanigheid werkte hij onder meer mee aan Swiebertje. De taak van Rinus Does was het hele decor-productieproces in goed banen te leiden: de tekeningen verspreiden, ramingen maken, materialen bestellen, nacalculatie, aansturen van de uitvoerder en de verschillende vakgroepen, en later ook het opstellen van en onderhandelen over budgetten en contracten met vrije producenten zoals John de Mol. Does bewaarde bijvoorbeeld ook de productieschema’s en contracten voor De 100.000 gulden show en Ron’s Honeymoon quiz die beide in Aalsmeer opgenomen zijn in decors van Roland de Groot.

Sterrenshow, ontwerp Hub Berkers

Does heeft ook een stapeltje detailtekeningen en planningen voor shows uit de jaren tachtig, zoals de Sterrenshow (Hub Berkers), de Showbizzquiz (Richard Heidentrijk), Op naar de top show (Auk de Vries), de Lotto show (Guus van den Heuvel), Klassewerk (Johan Verhoog), Karel (Mia Schlosser), Strand cross (Arnold Kroon), In de hoofdrol (Peter Gabriëlse) en Kwistig met muziek (Jan P. Koenraads).

Naast programmamateriaal kon Rinus Does me ook interessante bedrijfsmatige documenten laten zien, onder andere het mede door hem ontwikkelde PRISMA project-informatiesysteem (1984), een functiebeschrijving van de nieuwe functie ‘estimator’ (1988), een overeenkomst tussen het NOB en de vakbonden over de grote ontslagronde van 1991 en een aantal marketingbrochures van het NOB. Deze en andere documenten over het decorproductieproces en de NOS/het NOB zijn een goede aanvulling op de bronnen over de geschiedenis van de Afdeling Decorontwerp en zal ik daarom binnenkort toevoegen aan de tijdlijn ’50 jaar tv-decor’.

Misj Brouer: afdelingssecretaresse 1974-1975

Misj Brouer, in 1974-1975 en 1978 afdelingssecretaresse bij de afdeling decorontwerp, was op zolder vanwege de kerstspullen en kwam met onderstaande foto’s terug. Ze zijn genomen bij het afscheid van Fokke Duetz, Jenny van der Geest en Misj (die toen nog Miesje heette) zelf op 2 april 1975. Misj: “Op het feest was Willy Alfredo, die gedichten maakte over ons drieeën. Hij had alleen geen goede info, want ik zat NIET naast mijn man, maar naast Guus van den Heuvel, die hij voor mijn man aanzag en daarop dichtte. Hilariteit alom!”

This slideshow requires JavaScript.

Misje Brouer wordt in 1974 door Randstad uitgezonden naar de NOS als afdelingssecretaresse. Misj: “Ik kom aan in de kantoortuin, niemand te zien, ik ga zitten en paar minuten en niemand in zicht, ga ik dwalen. Kijk om elk schotje, roep ”hallo”, maar ‘t blijft akelig stil. Net als ik op wil stappen komt er iemand uit de lift, ik stort me op die persoon en zeg dat ik hier ben om te werken maar al een hele tijd zit en niemand zie. “Ze hebben de chef afgezet en zijn aan het vergaderen” en weg is hij weer.”

“Leuk bedrijf? Ik vertrek. Bel een paar uur later op, of ik nog nodig ben? Meer dan ooit! Dus de volgende dag weer op de fiets naar de decortuin. Als ik deze keer kom word ik een bureau gewezen en gevraagd of ik een doos wil zoeken er een gleuf in wil maken en er een stembus van wil maken. Dat op zich was een ‘bijzondere’ eerste opdracht. Men stemde voor Freek Biesiot, dat werd mijn baas en wat voor een? Decorontwerper en plots tot ‘baas’ gebombardeerd. Populair, dat ongetwijfeld, gezien het stemmenaantal. Hervormen wilde hij graag, maar ‘baas spelen’… Niet echt!”

This slideshow requires JavaScript.

Als afdelinssecretaresse werkt Misj dus veel samen met de nieuwe chef, die er niet bepaald uitziet als een chef. In Freeks archief zit het volgende Sinterklaas gedichtje. Het bijbehorende cadeau: een naaisetje.

Freek’s pad gaat niet over rozen,
want hij is tot manager gekozen.
Hij zit konstant in de staf
en loopt allerlei vergaderingen af.
Heeft echter weinig kleding smaak
en kleedt zich maar raak.
Naar “hele” kleren kun je fluiten,
laatst nog: Een trui binnenstebuiten!
Of één met gaten,
dat valt niet weg te praten.
Er moet wat worden gedaan,
er moet iémand achteraan,
er moet iemand worden gepaaid,
die voor hem naait.
Met deze hulp doe je het zelf misschien,
enfin… dat zullen we wel zien.
Ook geeft Sint je ‘n kam voor je haar,
wat dat zit ook vaak naar,
zo’n warrige haardos,
zo’n ruige bos.
Persoonlijkheid of niet,
‘t uiterlijk is het eerste wat je ziet.
De Sint wenst je deze 6 maanden succes
en geeft je deze les:

Blijf jezelf ondanks alles,
draag alles wat gek en mal-is,
maar zorg dat het heel is,
als het niet teveel is,
kam eens je haar,
da’s toch niet té zwaar?
Verder veel succes gegund,
zolang je deze afdeling runt.

De Sint

Pien Duetz over Fokke Duetz

Fokke Duetz ca 1960

Fokke Duetz ca 1960

Fokke Duetz (1910-1989) is van maart 1955 tot zijn pensioen in 1975 decorontwerper geweest bij de NTS/NOS. Hij was de tweede televisiedecorontwerper in Nederland en kwam, net als Peter Zwart en Jan P. Koenraads, uit de filmwereld. Ik sprak met zijn dochter Pien Duetz:

“Mijn ouders zijn beide geboren in Indonesië en op hun twaalfde naar Nederland gestuurd voor school. Maar toen kenden ze elkaar natuurlijk nog niet. Mijn vader werd goed verzorgd, in zijn vroege jeugd door zijn baboe en later in Den Haag door zijn tante en nichtjes. Gooide zijn kleren overal neer en bekommerde zich nergens om. Dat was snel voorbij toen hij met mijn moeder trouwde.

Mijn moeder zat op een dag in de tram, zag hem lopen en dacht ‘dit wordt hem’. Later kwam ze hem tegen op een feest van een vriendin die net als hij op het conservatorium zat. Sindsdien was het aan. Zijn toekomstige schoonouders vonden het helemaal geen goed idee. Na zijn studie aan het conservatorium ging hij nog naar de kunstacademie. Daar was natuurlijk geen droog brood mee te verdienen. Later vertelde hij ons een mooi verhaal over zijn studententijd. Aan het eind van een feest of wilde avond zetten zijn studiegenoten de punt van zijn paraplu in de tramrails, anders kon hij niet meer thuis komen. Dat verhaal hebben mijn broers, zus en ik nog vaak aangehaald toen we zelf die leeftijd bereikten.

Mijn vader werkte bij Cinetone en de Toonder Studio lag daarnaast. Over en weer was er veel contact, hij heeft daar ook gewerkt en kende Marten Toonder. Waarschijnlijk is hij zo in contact gekomen met Peter Zwart die daar ook nog regelmatig werkte begin jaren vijftig. Mijn oudste broer Fokke heeft gefigureerd in de Amerikaanse televisieserie die bij Cinetone gefilmd werd, net als mijn vader trouwens, die is op foto’s te zien als gevangene. Hij werd later cameraman, net als mijn jongste broer Evert, die werkte voor de Fabeltjeskrant. Mijn zus Carla kwam ook bij de televisie terecht, zij werd scriptgirl bij de NCRV, productieleider zouden we nu zeggen. Ze zijn alle drie al overleden.

Extra informatie bij deze fotogallery: In 1954 filmt Cinetone 24 afleveringen van een half uur van de spionageserie Secret File USA. Deze serie is bestemd voor de Amerikaanse televisie. Fokke Duetz is samen met verzetsheld en architect Jaap Penraat verantwoordelijk voor de artdirection van de serie die in 24 weken opgenomen moest worden. Er zijn ook twee foto’s van Duetz met regisseur Gerard Rutten en editor Lien d’ Oliveyra. Daarmee werkte hij aan de succesvolle film Sterren stralen overal (1953). De foto’s hierboven komen (muv de knipsels) uit het prive-archief van Pien Duetz, fotograaf is niet bekend.

Pien Duetz: “Ik ben in 1949 geboren als vierde kind in het gezin. We woonden tot mijn negende in Amsterdam en zijn toen verhuisd naar Bussum. Tot mijn zevende heb ik mijn vader amper gezien. Ja, in het weekend, maar dan zat hij altijd te lezen. Ik weet dus niet zo heel veel van zijn werk toen, dat vind je als klein kind ook helemaal niet zo interessant. We hadden wel in de gaten dat hij bekend was, zeker in Bussum. Mijn broer Evert werd altijd gevraagd of zijn vader dé Fokke Duetz bij de televisie was. Ze wilde allemaal de studio bezoeken. Mijn broer was het op een moment zat en heeft toen gezegd: “nee, mijn vader is TumTum-koning”. Ook niet handig want toen wilden ze allemaal snoepjes van hem.

In Bussum kan ik me de Ambachtschool nog wel herinneren. Het was een raar vierkant gebouwtje met een gangetje naar studio Irene. Ze zaten op de tweede of derde verdieping en het was er echt een zooitje. Ik zat daar af en toe te tekenen bij Hans Moolenaar. Die kenden wij uit Amsterdam, het was de zoon van onze kruidenier. Via Fokke is hij op de grafische afdeling gekomen. Toen Hans pas getrouwd was met Rina hebben ze nog op ons opgepast. Hans bewaarde al mijn krabbels alsof ze heel speciaal waren, maar ik kon helemaal niet tekenen. Een lieve man was dat. Een paar van de andere ontwerpers kan ik me nog wel herinneren, Cor Hermeler, Massimo Götz en Roland de Groot. Gerardo Porto zei altijd, als een decor te groot of te klein bleek te zijn, gewoon: “stukje erbij, stukje eraf, geen probleem!” Dat vond ik zo’n grappige man.

Fokke Duetz en Cor Hermeler aan het werk in de Ambachtsschool in Bussum

Fokke Duetz en Cor Hermeler aan het werk in de Ambachtsschool in Bussum. Collectie Pien Duetz

Mijn vader en Peter Zwart waren echt tegenpolen, maar konden wel heel goed met elkaar overweg. Ook de families, we kwamen bij elkaar over de vloer. Zowel Zwart als mijn vader deden trouwens precies wat ze wilden en kregen alles voor elkaar. Mijn vader deed dat op een hele gerafineerde manier. Hij was rustig en geduldig, wilde iedereen te vriend houden. Peter Zwart was ongeduldig en kon goed driftig worden. Hij had regelmatig maagbloedingen en mijn vader nam het als tweede man dan over. Hij is ook even officeel chef geweest maar hij was geen leiderschapsfiguur. Mijn vader vond de begin periode bij de televisie heerlijk, het was heel ambachtelijk, hij en Peter Zwart bouwden en schilderde zelf ook mee. Daarna, in Hilversum, werd het allemaal zo groot. Dan moest hij een formulier invullen als hij een nieuw potlood nodig had. Dat vond hij verschrikkelijk.

Bij zijn pensionering heeft de afdeling, waarvan veel mensen ook uit Indië kwamen, een uitgebreide rijsttafel bereid. Daarna heeft hij nog even als freelancer gewerkt, maar die inkomsten gingen regelrecht naar de belasting, dus dat zag hij op een gegeven moment niet meer zitten. Hij heeft op zolder ruimte gemaakt voor een atelier en is voor het eerst sinds zijn studententijd weer vrij werk gaan maken. In enorme hoeveelheden: schetsen, portretten en veel spirituele werken. Zo heeft hij voor alle kinderen een mandala gemaakt. Hij had onze namen achterop gezet en zonder dat te weten kozen we allemaal ons eigen schilderij uit. Mijn moeder was erg bezig met astrologie. Ze hebben nooit echt bij clubjes of stromingen gehoord, ze lieten ons daarin ook helemaal vrij. Mijn vader paste ook niet beter bij de ene omroep dan bij de andere, maar dat gold meestal ook voor de regisseurs. Dat was ook apart volk.

Fokke Duetz ca 1985. ANP

Fokke Duetz ca 1985. ANP

Op de oude foto’s heeft mijn vader echt zo’n blote-billen gezicht. Ik ben op mijn negentiende een tijd gaan reizen, naar Canada en de Verenigde Staten en in die tijd heeft hij zijn snor en bakkebaarden laten staan. Mijn moeder schreef me daarover, ze vond dat hij het in ieder geval niet weg mocht scheren voordat ik terug was. We vonden dat het gewoon heel goed bij hem paste. Net als het chokertje dat hij ging dragen, dat heeft hij tot zijn dood volgehouden. Zijn droge gevoel voor humor behield hij ook tot op zijn sterfbed. Hij vroeg om een sigaret, hij had al een week niet gerookt, terwijl het altijd een zware roker is geweest. Mijn broer ging een sjekkie draaien, maar mijn vader zei: “doe maar een filtersigaret van Pien, ik moet toch aan mijn gezondheid denken.” Hij nam er nog een glas wiskey bij. De volgende dag is hij overleden.”

Tijdens het bezoek liet Pien Duetz een aantal foto’s zien, zoals de bovenstaande foto’s uit de Cinetone-periode (1945-1953). Onderstaande foto’s van een maquette en van Duetz aan het beeldhouwen zaten ook tussen deze stapel en zijn dus hoogstwaarschijnlijk ook uit deze periode. Heb je meer informatie over deze maquette, het beeld, of de Cinetone-foto’s? Laat een reactie achter onder dit bericht.

Meer lezen over Fokke Duetz:

Wil je je herinneringen aan Fokke Duetz met me delen of heb je aanvullingen, stuur me dan een mailtje of bel even.

Mist

Decorschets van Fokke Duetz voor Eiland in de mist, VARA, 27-6-1956

Foto bij artikel 'Mist maken vat niet mee voor TV' in De Telegraaf van 27-06-1956

Foto bij artikel ‘Mist maken vat niet mee voor TV’ in De Telegraaf van 27-06-1956

Op decorschetsen staat meestal wel een signatuur, titel en een datum. Het lijkt een makkie om zo een tekening aan een uitzending te koppelen, maar toch valt dat niet altijd mee. De titel kan bijvoorbeeld tussen de eerste sfeerschetsen en de uitzending nog veranderen. De datum geeft meer zekerheid, dat is meestal de opnamedatum. Zeker in de jaren vijftig kan je er vanuit gaan dat de opname en uitzenddata gelijk zijn, programma’s werden toen immers live uitgezonden. Zodoende is met behulp van krantenrecensies (online te raadplegen in het archief van historische kranten van de Koninklijke Bibliotheek) of oude omroepgidsen meestal wel te achterhalen wat de uiteindelijke titel van het programma was. Over bovenstaande productie met de werktitel A long Journey is gelukkig veel geschreven. Niet omdat de uitzending nu zo bijzonder was, maar vooral omdat de regisseur van deze thriller, Willy van Hemert, de uitzending gebruikte voor ‘mistproeven’. De dag voor de uitzending repeteerde Anny de Lange en Ton van Duinhoven hun rollen en experimenteerde Van Hemert en de cameramannen met mist. Eerst hingen ze engelenhaar voor de camera. Ook een glasplaat met rookaanslag leverde niet het gewenste effect. Er was zelfs een stellage om de camera’s heen gebouwd waar doorzichtige vitrage aan hing. Het beste resultaat kwam van een dia met mistpatroon die in een houten omkisting om de camera zat (te zien op de foto hiernaast).

duetzIn de Beeldengeluidwiki.nl vind je nog veel meer mooie potloodschetsen en aquarellen van Fokke Duetz uit de jaren vijftig en jaren zeventig uit de collectie van Beeld en Geluid. Bekijk de gallery HIER.

Richard Levin: Television by Design

Vorm van vermaak is natuurlijk niet het eerste boek over televisievormgeving. In 1961 stelde Richard Levin een boek samen over ontwerpen voor televisie, getiteld “Television by Design”.

Levin wordt in 1953 aangesteld als hoofd van Television Design bij de BBC. Net als bij de beginjaren van de Nederlandse televisie betreft ‘design’ vooral decorontwerp. Levin moet zijn best doen om de BBC directie ervan te overtuigen dat hij ook behoefte heeft aan een grafisch ontwerper. Hij fotografeert een week lang alle grafische vormgeving die op het televisiescherm te zien is, plakt al deze foto’s achter elkaar op een lange rol papier en sluit deze af met de tekst: “that’s why I need a graphic designer”. Zijn creatieve aanpak werkt en in 1954 krijgt hij verterking van graficus John Sewell. In de jaren daarna groeit de grafische afdeling onder leiding van Sewell tot ongeveer 15 ontwerpers in 1961.

In Television by Design besteedt Levin naast set-design, lighting, costume-design, e.a. ook aandacht aan grafisch ontwerp. Er staat werk afgebeeld van: Roy Laughton, Geoffrey Brayley, Bernard Lodge, Don Saul, Geoffrey Martin, Ruth Bribram, Terence Greer, Tom Taylor, Frank Ariss, Bernard Blatch, Kurt Rowland, Brian Pike, Don Higgins en Pat Thompson. Levin voegt er wel aan toe dat een representatie van televisie-graphics in een boek altijd inadequaat is; “…the real force of a title fading or cutting into another, or into al live scene, cannot be appreciated except in its real context. Their subtleties of meaning, developed through the accompanying sounds or speech, which is often an integral part of the design, cannot be distinguished by the eye alone.”

In Levins boek wordt daarnaast internationaal werk getoond. In de voorafgaande tekst gaat Levin in op de verschillende manieren waarop ontwerp voor televisie georganiseerd is. De BBC maakt gebruik van production designers die leiding geven aan alle aspecten van ontwerp (grafisch, decor, maar ook licht en kostuums) en de uitvoering daarvan. Levin realiseert zich dat organisaties met andere productieformats werken, waar ook de rol van de ontwerper anders is. De production designer, een functie afkomstig uit de filmindustrie, bestaat bijvoorbeeld niet bij de Nederlandse televisie. In Nederland bestelt de programmamaker zijn decor bij de afdeling decor, grafiek bij de afdeling grafisch, enzovoorts. Of daar een mooi en samenhangend vormgegeven programma uitkomt, ligt dus in handen van de programmamaker.

De Nederlandse pagina, ingestuurd door de NTS, bevat zes foto’s, waarvan er twee grafisch werk bevatten. Ten eerste zien we de zendmast, het herkenningsbeeld van de NTS, ontworpen door Peter Zwart. Het andere grafisch ontwerp is de opening voor Pipo de Clown van Jan van der Does. Pipo steekt zijn hoofd en een ballon door een uitsparing in een wandje met een groot vraagteken erop. Het filmpje (of de animatie van foto’s) diende vermoedelijk als openingleader voor het programma. De andere 4 foto’s tonen decors van Fokke Duetz, Peter Zwart en Cor Hermeler.

Het verschil tussen de BBC en Nederlandse televisie op het gebied van grafisch ontwerp is minder groot dan je zou verwachten, zeker gezien het gegeven dat de Nederlandse televisie zo’n 15 jaar later van start gaat. In 1954 neemt Peter Zwart voor het eerst een ‘echte’ grafisch ontwerper aan: Jan van der Does. Niet veel later volgen Ger van Essen, Hans Moolenaar, Ton Holst en Marcel van Woerkom. In de jaren daarop, als de afdelingen decor en grafisch beide sterk groeien, raken ook de disciplines verder van elkaar gescheiden. Maar in 1964 is de grafische afdeling van de NTS al net zo groot als die van de BBC in 1961.

Op het gebied van huisstijl zijn ze in Engeland in 1961 al wel heel veel verder. Op pagina 21 schrijft Levin: “…the most important single aspect of graphic design in in the power of its influence over the house style of a television service.” Hij stelt dat ongeveer 10% van de totale uitzendtijd opgaat aan grafisch ontwerp en dat het waarschijnlijk een grotere impact heeft dan alle andere vormen van ontwerp voor televisie. De waarde van een huisstijl moet dus niet onderschat worden: “When a unity of style can be maintained throughout the whole output of graphic design, combined with freshness, originality and strenght of execution, the cumulative effect of it is deep and lasting.”

Het begrip huisstijl is in Nederland in 1961 nog nauwelijks doorgedrongen in grafisch ontwerp en bedrijfsleven. Bovendien werkt het Nederlandse omroepsysteem niet erg mee. Op de Nederlandse televisie wemelt het van de vignetten, emblemen, namen en logo’s. Titelkaarten of vlaggetjes van de verschillende omroepverenigingen bakenen de zendtijd af, en het is niet ongebruikelijk dat een omroepvereniging meerdere vignetten, logo’s, lettertypes of symbolen door elkaar gebruikt. Maar het zijn met name de omroepsters die letterlijk en figuurlijk het gezicht bepalen van de omroepverenigingen. Het door de verzuiling versnipperde televisielandschap is wat dat betreft niet te vergelijken met de BCC.

Richard Levin, Television by Design, London: 1961