Grafisch Geluk 4: Steendrukkerij De Jong & Co.

Museum Hilversum organiseert tijdens de tentoonstelling Grafisch Geluk een aantal lezingen en artist-talks. Eerder was al de eer aan Jaap Drupsteen en mijzelf (hier het verslag) en afgelopen week (15 december) stond Steendrukkerij De Jong & Co centraal.

Bas van Lier tekende de geschiedenis van deze drukkerij op en dit boek vormde de aanleiding voor de tentoonstelling Grafisch Geluk. Van Lier vertelde over de totstandkoming van het project, de geschiedenis van de befaamde steendrukkerij, de familie Brattinga, de vele trouwe medewerkers, de legendarische kantine tentoonstellingen en de Kwadraat-bladen. Extra bijzonder was dat de lezing gehouden werd in de tentoonstellingszaal en dat vele oud medewerkers aanwezig waren. Van Lier presenteerde veel ‘nieuw’ beeldmateriaal: foto’s en ontwerpen die niet in het boek te zien zijn en hij had een aantal bijzondere affiches meegenomen. Die werden gemaakt op uitnodiging van de drukkerij die ontwerpers vroeg een ‘onmogelijk affiche’ te ontwerpen en drukken. Daarvoor kregen ze naar verluidt wekenlang een drukpers en drukker ter beschikking.

Hierna vertelde Paul van Mameren van Lecturis Publishing over de geschiedenis van deze drukkerij en uitgeverij. Hij benadrukte de rol die drukkers kunnen spelen op het gebied van grafisch ontwerpen. Net als Steendrukkerij De Jong zoekt Lecturis de samenwerking op met ontwerpers en initieert ze bijzondere projecten zoals de Lecturis documentaires.

Karin Langeveld van Trapped in Suburbia lichtte vervolgens de ontwerpkeuzes toe die gemaakt werden bij de vormgeving van boek en tentoonstelling. Zo kwamen we te weten dat de lichtbakken in de tentoonstelling (foto rechts) te danken zijn aan het verdwijnen van de postkantoren (vergelijk met deze foto).

Het eerste ontwerp van Trapped in Suburbia voor het boek was een vierkanten doos met daarin een boek waarvan de papierdikte naar het midden toe toeneemt zodat de binnen en buitenkant als het ware omgewisseld worden. Een origineel idee geheel in de traditie van de Kwadraatbladen, maar toch iets te onconventioneel. Het tweede ontwerp werd het wel: een omslag uit meerdere bladen die tezamen het logo van Steendrukkerij De Jong vormen. Dat logo, een ontwerp van Otto Treumann uit 1957, siert ook de afbeeldingenlijsten van de tentoonstelling. De andere twee etages (hedendaags ontwerp en omroepvormgeving) hebben hun eigen patroon.

Objectenlijsten van de tentoonstelling ontworpen door Trapped in Suburbia

 

Omdat de lezingen werden gehouden in de tentoonstellingszaal kregen wij als toehoorders de gelegenheid om de affiches uitgebreid te bekijken. Mijn oog viel natuurlijk op het setje affiches hiernaast.

Pieter Auke Brattinga (‘de eerste’) was uitgesproken socialist en actief lid van de SDAP. Die politieke houding zie je duidelijk terug in de opdrachten uit de jaren twintig en dertig. Naast de SDAP, waren dat vakbonden en natuurlijk ook de VARA. Graficus Jan Rot illustreerde regelmatig voor de VARA Radiobode en ontwierp in 1931 het onderste affiche. Het bovenste affiche voor de VPRO is eveneens van zijn hand.

Deze twee affiches zijn kenmerkend voor de twee omroepen in deze periode; de VARA roept op tot verzuiling en de VPRO uit juist haar streven naar een nationale omroep. In tegenstelling tot andere omroepverenigingen -voorstanders van een verzuild bestel- zal de VPRO dan ook geen bezwaar hebben gehad om gebruik te maken die niet tot de ‘eigen zuil’ behoorde. Zo werkte er nog in ieder geval nog één socialistische graficus voor de VPRO: Albert Hahn Jr. Hij verzorgde enkele jaren de vormgeving voor Vrije Geluiden, de radiogids van de VPRO (meer hierover in mijn bespreking van het VPRO Gids Cover’s boek).

Er zijn nog twee lezingenavonden bij Museum Hilversum naar aanleiding van de tentoonstelling Grafisch Geluk:

Meer informatie bij Museum Hilversum.

Vrijzinnige vormgeving: 85 jaar VPRO Gids covers

Op Vormvanvermaak.nl had ik al een reeks berichten over de VPRO geplaatst (vorm van de VPRO) naar aanleiding van het verschijnen van het prachtige naslagwerk van 85 jaar VPRO Gids covers (samengesteld door Piet Schreuders en Beate Wegloop).

Nu staat ook mijn recensie online op Designgeschiedenis.nl. Ik heb natuurlijk gekeken naar het boek zelf, maar ook naar de vormgeving van de VPRO Gids ten opzichte van andere omroepgidsen en de relatie tussen programmagids, televisie en huisstijl bij de VPRO.

Lees de recensie ‘Vrijzinnige vormgeving’ en bestel het boek bij uw boekhandel of de VPRO webwinkel.

Saul Bass boek

Goed nieuws voor de liefhebbers van filmtitelsequenties: deze week verscheen een monografie over Saul Bass (1920-1996). Op de cover prijkt de arm uit een van de zijn bewegende ontwerpen waarmee het het vak verandert in de jaren vijftig, hieronder de complete sequentie. Naast filmtitelsequenties ontwerpt hij logo’s en huisstijlen voor bedrijven, maakt samen met zijn vrouw Elaine Bass korte films waaronder de Oscar winnende korte film Why man creates in 1968.  Een groot oeuvre en het boek bevat daarom ook meer dan 1.400 afbeeldingen.

Geschreven door Pat Kirkham en vormgeven door Jennifer Bass, de dochter van Saul en Elaine. Verkrijgbaar via Amazon.

Auntie Beeb 75 jaar

BBC televisie vierde op 2 november haar 75-jarig jubileum en dat was tevens het jubileum voor de allereerste publieke omroep uitzending ter wereld. In het prille begin keken er ‘maar’ zo’n 20.000 Londenaars, zoals te horen is in deze webreportage (met ook antwoord op de vraag waarom het niet zo’n goed idee was om de tv-zendmast op het studiogebouw te zetten).

Ter vergelijking: in 1936 was in Nederland Philips volop bezig met experimenten: het jaar ervoor was er voor het eerst een opname van een persoon (Ceesje Speenhoff die destijds bij Philips werkte) door de lucht verzonden, en in het jaar erop begon Philips met de bouw van een televisiekaravaan: een stel wagens/caravans waarmee de werking van televisie op beurzen in binnen- en buitenland gedemonstreerd werd. De eerste officiële Nederlandse televisie-uitzending zou pas 15 jaar later zijn, met een geschat bereik van ongeveer 500 huishoudens. Toch haalde Nederland die ogenschijnlijk grote voorsprong redelijk goed in. Met ‘dank’ aan de Tweede Wereldoorlog die de ontwikkeling van televisie in Engeland ernstig vertraagde: de televisiezender in London werd gevorderd door het leger voor het in kaart brengen van vijandelijk luchtverkeer.

De BBC bestond natuurlijk al eerder dan die eerste televisie-uitzending. In 1922 gingen een aantal radio pioniers/bedrijven (Marconi bijvoorbeeld) samenwerken met het doel om publieke radio-uitzendingen te verzorgen en in 1927 werd dat de BBC zoals die nu nog bestaat. In dat jaar kreeg de BBC ook officieel een ‘Coat of Arms’ toegewezen, een wapen zoals adellijke families ook hebben. Het wapen met motto “Nation shall speak peace unto Nation” verbeeldt de publieke taak die de BBC voor ogen staat. Naast de traditionele heraldische tekens: schild, leeuw, adelaars, staan er ook enkele tekens bij die verwijzen naar het radio-zenden: elektrische schichten, de hoornen van de adelaars , de aarde en planeten op het schild. Dit wapen en motto werd vermoedelijk ook bij televisie-uitzendingen van vóór 1960 getoond (zoals bij BBC News op bovenstaande foto).

In Nederland spiegelde de ANRO (Algemene Nederlandse Radio Omroep, vanaf 1927 AVRO Algemene Vereniging Radio Omroep) zich aan de BBC, want zij waren een groot voorstander van een nationale omroep in tegenstelling tot een verzuilde omroep. Net als de BBC, koos de ANRO/AVRO daarom een embleem met een nationale en traditionele vorm. Leeuwtje, wapenschild, radioschichten, de overeenkomsten zijn duidelijk. Maar het verschil is tegelijkertijd ook groot; het wapen van de BBC voldoet aan de regels van een traditie die bovendien streng gereguleerd wordt door een officiële instantie, het ‘College of Arms’. Het ‘wapenschild’ van de AVRO daarentegen is een ‘gewoon’ ontwerp van reclametekenaar André Vlaanderen. Minder sjeik, maar wel mooier.

Gesneden platen

De afgelopen maanden heb ik gewerkt in de diepste krochten van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. In een van de depots op de vijfde verdieping onder de grond ligt de collectie gesneden platen. In de jaren 1930-1950 werden geluidsopnames ingesneden in een laklaag op een plaat van glas en het merendeel van de collectie bestaat uit dit type dragers. Maar er zijn ook opnames ingesneden op aluminium, zink, kunststof en we zijn zelfs enkele platen van karton tegengekomen.

vlnr: glazen plaat waarvan de laklaag los is gebladderd; metalen plaat met groenige lak (niet gesneden); kartonnen plaat van Peekel geluidstudio (de vader van Han); kunststof plaat met aangetast pigment

vlnr: glazen plaat waarvan de laklaag los laat; metalen plaat met groenige lak (ongesneden); kartonnen plaat van Peekel geluidstudio (de vader van Han); kunststof plaat met aantastingen

In dit geval zijn de aantekingen van de opname-technicus niet erg behulpzaam bij het vaststellen van de afspeelvolgorde.

In dit geval zijn de aantekingen van de opname-technicus niet erg behulpzaam bij het vaststellen van de afspeelvolgorde.

Wat er precies op de platen staat en hoe de kwaliteit is, zal pas blijken tijdens het digitaliseringstraject. Ik en de andere leden van het registratie-team (‘de platenmaten’) kregen de opdracht om de platen te matchen aan titels afkomstig uit oude catalogi en waar nodig aan te vullen, te corrigeren of nieuw aan te maken. We moesten afgaan op de informatie op de platenlabels, hoezen of briefjes. Naast de inhoud van de plaat, is de afspeelvolgorde belangrijk om te achterhalen. Op één plaat kan namelijk maar een paar minuten geluid opgenomen worden, dus bestaat één opname meestal uit meerdere platen. De opnametechnici gingen op pad met twee draaitafels; als de ene plaat vol was, ging hij op een tweede plaat de andere tafel verder. Dan draaide hij de eerste plaat op de andere tafel om, enzovoorts, enzovoorts. De standaard afspeelvolgorde is dan plaat 1: 1 & 3; plaat 2: 2 & 4; plaat 3: 5 & 7; plaat 4: 6 & 8 en zo verder. Maar gelukkig voor ons, week men blijkbaar ook wel eens af van deze volgorde en bleef er voor ons een hoop te puzzelen over.

Platenlabels van de omroepverenigingen

Platenlabels van de omroepverenigingen

Wat ik natuurlijk erg interessant vond in dit project was natuurlijk de vormgeving van de labels. Ik heb veel in de radio gidsen uit dezelfde periode gebladerd om iets te weten te komen over de gebruikte emblemen, vormgeving en symbolen door de omroepverenigingen en natuurlijk ontdekte ik veel overeenkomsten tussen de vormgeving van de radiogidsen en de platenlabels. Beide bevatten logischerwijs veel visualisaties van geluid, muziek, de ‘aether’ of radiogolven. Op de labels dus ook veel concentrische cirkels, golvende lijnen, muziek instrumenten, microfoons, zendmasten. Afin, kijk zelf maar hieronder. Wat ook opvalt zijn de zwart-wit geblokte randen op een aantal labels (Radiodiffusion Francaise, Tonfolie, Ruwiel). Misschien was het de bedoeling om hier iets op te markeren, maar bewijs dat dit ook gedaan werd, heb ik niet kunnen vinden.

En de VPRO heeft natuurlijk weer het mooiste label. Die springen er altijd weer bovenuit, ditmaal omdat het label niet echt een bovenkant heeft, zoals bij zo goed als alle labels, maar echt als een ronde vorm is behandeld. De opname-technicus moest zelf maar zien waar hij de titel en datum zette; lekker eigenzinnig en typisch VPRO weer. Ik vermoed dat dit label ontworpen is door Lex Barten die het VPRO-vignet en de Vrije Geluiden (radio-programmagids van de VPRO) vormgaf, want het is geheel in zijn stijl en heeft precies dezelfde letter als zijn VPRO-embleem. De KRO heeft ook wel een fraai label, maar dat klopt niet met de KRO “huisstijl”, want het kruis ontbreekt. De VARA heeft juist wel weer keurig netjes de vlam als symbool en veel van hun labels zijn rood, als zaten er ook groene versies tussen. Andere omroepverenigingen ontbreken, misschien zijn hun collecties gesneden platen verloren gegaan.

Verschillende labels uit de periode jaren 30 tot jaren 50

Verschillende labels uit de periode jaren 30 tot jaren 50

De collectie gesneden platen die Beeld en Geluid in beheer heeft bestaat weer uit allemaal kleine subcollecties. Een van die collecties is die van Klankopnamestudio’s Van Wouw. Bij het Stadsarchief van de Gemeente Amsterdam (waar de papieren collectie van Van Wouw in beheer is) vinden we meer informatie over deze klankstudio, die mogelijk de eerste of één van de eerste geluidstudio’s in Amsterdam was. Men kon er muziek op laten nemen, maar bijvoorbeeld ook een gesproken boodschap voor een familielid in Nederlands Indië. Aan de platen van Van Wouw zie je de ontwikkeling van het bedrijf: eerst zijn ze beplakt met zelf uitgeknipte en handgeschreven labels, daarna zijn er twee gedrukte labels, de eerste in wit en geel, en het laatste label met een heus bedrijfsembleem wat ook op het briefpapier prijkt. In een paar beelden zie zo de professionalisering en groei van een bedrijf aan je voorbij trekken.

Labels van klankopnamestudio Van Wouw, vlnr: 1932, 1934 en 1935, daaronder het briefpapier.

Labels van klankopnamestudio Van Wouw, vlnr: 1932, 1934 en 1935, daaronder het briefpapier.

Al met al een bijzonder en leerzaam project om aan te werken, maar ook erg koud. De platen, en dan met name de lak, reageren namelijk op warmte en temperatuurwisselingen, met alle schadelijke gevolgen van dien. Voor de platen is 17 graden een ideaal temperatuurtje, voor mensen is dat een best wel frisjes.

Vorm van de VPRO 2: Lex Barten

In verband met het verschijnen van het VPRO Gids Covers – boek duiken we in deze zomerserie in de geschiedenis van de VPRO-(televisie)ontwerpers

De makers van het boek over de VPRO gids covers speurden ook de allereerste VPRO-ontwerper op: Lex Barten. Hij is verantwoordelijk voor de zendmast met zendstralen. Een neutraal en enigszins modern aandoend logo, zeker in vergelijking met het sierlijke wapenschild van bijvoorbeeld de AVRO of de religieuze symboliek van het KRO embleem.

Het probleem met deze “emblemen” of “vignetten” (het begrip logo bestond nog niet) was dat ze zich in 1951 lastig naar televisie lieten vertalen. De kwaliteit van de eerste beeldbuizen was niet zo goed en al die fijne lijnen, krullen en details kwamen daardoor niet goed over. De emblemen moesten dus aangepast worden en waarschijnlijk gebeurde dat door de eerste decorontwerper bij de Nederlandse televisie: Peter Zwart.

Er zijn tijdens de eerste landelijke televisie-uitzending en/of tijdens de repetities daarvoor een aantal foto’s gemaakt van een televisiebeeldscherm met daarop de emblemen van de omroepverenigingen. Daarop is te zien dat een aantal omroepverenigingen, naar voorbeeld van de experimentele uitzendingen van Philips kozen voor een vlag met hun embleem die live voor de camera op een speciale standaard met ventilator wapperde. VARA, NCRV en VPRO kozen voor dia’s en/of een filmpje met hun embleem. Het VPRO embleem lijkt op een dia met een gemarmerd grijze achtergrond (wolken of water) met daarvoor de vier letters in Romeinse kapitalen (zie afbeeldingen hieronder).

Peter Zwart, die via VARA-regisseur Willy van Hemert overgehaald was om de decors voor de eerste landelijke televisie uitzending te maken, maakte in ieder geval het een herkenningsfilmpje voor de VARA (zie ook deze post over de eerste tv-leaders van Peter Zwart). Het ligt voor de hand om te veronderstellen dat hij ook de dia’s of het filmpje voor de NCRV en VPRO maakte, maar zeker is dat allerminst.

Eigenlijk vreemd dat er een herkenningsbeeld van de VPRO bij de serie foto’s van de eerste landelijke televisie-uitzending zit. De VPRO deed namelijk helemaal nog niet mee aan het televisie experiment. De eerste VPRO-avond was pas in april 1952, ruim een half jaar ná die eerste uitzending. Het is helaas onmogelijk om na te gaan hoe deze dia op televisie gebruikt is en hoe vaak omdat er simpelweg geen opnames zijn uit die eerste jaren. Dus hoe vaak deze dia is gebruikt, en wanneer, is niet bekend.

Het ontwerp van Lex Barten’s VPRO embleem uit 1926 heeft overigens wel zijn weg naar het televisiescherm gevonden. Veel bewijs daarvan is er niet, eigenlijk is er alleen onderstaande foto genomen in een onbekende huiskamer. Daarop is te zien dat het embleem wat vetter is aangezet en dat de letters schreefloos zijn geworden. Maar, voor het uitdragen van de identiteit van de omroep was het tonen van een embleem van ondergeschikt belang. Het gezicht van de omroep werd bepaald door de omroepster. In het geval van de VPRO was dat Verti Dixon.