Stage collectie Peter Zwart

Vita Vernooij gaat aan de slag met het archief van Peter Zwart

Vita Vernooij gaat aan de slag met het archief van Peter Zwart

Afgelopen dinsdag mocht ik van Peter Zwart junior een volle kartonnen doos in ontvangst nemen met decorontwerpen, foto’s en andere documenten van zijn vader Peter Zwart senior. Zodoende kon stagiair Vita Vernooij vandaag beginnen met het bekijken van het materiaal. Vita studeert aan de Reinwardt Academie en weet zodoende al een beetje wat er allemaal komt kijken bij het conserveren, restaureren, registeren en ompakken van erfgoed. Daarna gaat ze zich natuurlijk bezig houden met de vraag hoe we deze mooie collectie aan de wereld kunnen presenteren. Wil je Vita succes wensen met deze klus of heb je informatie over, tekeningen van of een herinnering aan Zwart die je met haar wilt delen? Je kan Vita bereiken op dit e-mail adres: vvernooij@beeldengeluid.nl.

Van Maagdenhuis naar New Babylon

We hadden er niet zo’n mooie dag voor uitgekozen (regen), maar toch was het een interessant uitstapje: Jan van der Does wilde graag nog eens rondkijken in Bussum en Hilversum op de plekken waar hij als grafisch ontwerper, decorontwerper en chef had gewerkt. Maar helaas, van het Irene-kerkje, de Ambachtsschool en het Maagdenhuis is niets meer over. Ook studio IIIb (Eltheto), studio Vitus en het oude decorcentrum Kampstraat zijn weg. Eigenlijk staat alleen Concordia nog overeind. Nu worden daar overdag kinderen opgevangen, vroeger nam men hier shows met publiek op. Dat was door het hoge podium altijd een heel gedoe, want til zo’n zware dolly er maar eens op! En dan kraakte de vloer ook eens verschrikkelijk. Het werd allemaal een stuk professioneler met de verhuizing naar Hilversum.

Het gebouw in Hilversum (Emmastraat 54) waar de hoofdafdeling ontwerp tussen 1960 en 1970 huisde, is er ook al niet meer. Maar alleen al het parkeertereintje achter het nieuwe gebouw riep al een hoop herinneringen op. De wat jongere decorontwerpers, waaronder Biesiot, zaten in de serre aan de achterzijde en keken uit op de parkeerplaats. Biesiot weet nog precies wie welke auto reed. Van der Does had bijvoorbeeld een Volkswagen Passat stationwagen. Biesiot biechtte op dat hij, en vele andere ontwerpers, regelmatig uit het raam klom om even te ‘spijbelen’. Van der Does, Peter Zwart en administrateur Will Meester zaten aan de voorzijde van het gebouw, boven de officiële ingang en hadden zodoende niets in de gaten.

Emmastraat 54, Bussum © Beeld en Geluid

Emmastraat 54, Bussum © Beeld en Geluid

Het mediapark is heel wat minder veranderd dan Bussum de afgelopen jaren. Decorbouw is welliswaar afgeslankt en opgeschud; waar vroeger het houtmagazijn zat, is nu het decoratieatelier en waar eerst de stoffeerderij was, is nu machinale houtbewerking, enzovoorts. Alleen de smederij is nog steeds op dezelfde plek te vinden. De decorontwerpers zaten tussen 1970 en 1978 op de etage boven de ingang van het Decorcentrum, waar nu omroep MAX gevestigd is. Van de vriendelijke receptioniste -die precies op de plek zat waar Biesiot kantoor hield toen hij chef van de afdeling was- mochten we ook even op de ‘kantoortuin’ rondlopen en wijzen: wie zat ook alweer waar?

Indeling begane grond Decorcentrum in de jaren zeventig en tachtig  (met dank aan Johan Veenstra)

Indeling begane grond Decorcentrum in de jaren zeventig en tachtig (met dank aan Johan Veenstra)

Maar de verhalen en herinneringen waren eigenlijk al bij de koffie aan het begin van dit bijzondere uitje losgekomen na het zien van foto’s uit de tijd dat al die gebouwen er nog wel stonden (uit de archieven van de Historische Kring Bussum en het Instituut voor Beeld en Geluid). De voormalig-chefs memoreerden aan de moeizame vooruitgang, uitbreidingen en professionalisering op televisie-facilitair gebied. Vooruitgang van de NTS was in de ogen van de omroepverenigingen bedreigend, omdat de NTS/NOS immers ook een zendgemachtigde en dus een concurrent was. Het model van de BBC zagen Van der Does en Biesiot wel zitten, maar gezien de politieke situatie was dat toen ondenkbaar. En als de decorontwerpers in dienst waren getreden bij de omroepen? Dan was er weer geen afdeling geweest waarbinnen jonge ontwerpers, afgestudeerd in publiciteit of grafisch ontwerp -een opleiding scenografie bestond nog niet-, het vak hadden kunnen leren.

We eindigden het nostalgische tripje op een symbolische plek: (voorbouw)hal C. In deze ruimte projecteerde Biesiot eind jaren tachtig zijn plan voor een ‘exodus’ van decorontwerp uit de verstikkende ‘marmergroeve’. Zou de afdeling decorontwerp niet beter af zijn met een zelf geïnitieerde uitbraak, dan zinloos te blijven vechten om hun positie binnen de NOS te behouden? We zullen het nooit weten want in hal C kwam geen ‘New Babylon’, zoals Biesiot dat zich toen voorstelde. En zo hebben we in een middag alle lokaties die een rol speelden in de geschiedenis van de afdeling decorontwerp bezocht, van de twee kleine kamertjes in het Maagdenhuis tot de toekomstdroom in Hal C.

Lokatie: Maagdenhuis

Nog voor de decorontwerpers naar de eerste etage in de Ambachtsschool verhuisden, zaten de vier ontwerpers in een hoekhuis in de buurt van studio Irene en de Ambachtsschool in Bussum. Waar precies is nog niet helemaal duidelijk. Dat was zeer waarschijnlijk het zogeheten Maagdenhuis op de hoek van de Kerkstraat en de Landstraat in Bussum. In dit gebouw waren twee kamertjes gereserveerd voor de ontwerpers.

Peter Zwart en Fokke Duetz deelden er een kantoor en Cor Hermeler en Jan van der Does hadden een eigen kamertje. Met de nadruk op ‘tje’, want met twee tekentafels,  vier heren en een fotograaf ziet het er knap vol uit. Na enig speurwerk in het archief van de fotodienst (ondergebracht bij het Instituut voor Beeld en Geluid) heb ik eindelijk een foto gevonden die (zeer waarschijnlijk) in dit gebouw is gemaakt tijdens het bezoek van staatssecretaris Cals aan de NTS op 30 april 1955. Vreemd genoeg ging Cals niet langs bij Duetz en Zwart, of misschien was de fotograaf daar gewoon niet op tijd bij.

Jan van der Does, Cor Hermeler en Jo Cals en (daarachter) Arie van en Dool ©Beeld en Geluid

Jan van der Does, Cor Hermeler,  Jo Cals en (daarachter) Arie van en Dool © Beeld en Geluid

Het begin: Arnold Kroon

Begin bij het begin: de sollicitatie. Hoe komen de decorontwerpers binnen bij de NTS? Wat wordt er van hun gevraagd? Het vijfde verhaal in deze rubriek is van Arnold Kroon. Op 15 augustus 1955, een dag nadat hij zeventien is geworden, begint Arnold Kroon als leerling timmerman bij de NTS. In 1962 wordt hij ontwerpassistent bij decorontwerp.

Arnold Kroon, ca 1962

Arnold Kroon, ca 1962

“Ik verdiende 18 gulden en 40 cent, de brief heb ik nog. Er werkten toen zo’n acht mannen onder leiding van Jan Noorda en zijn secretaris Vermeij: Jac Hey, Kees Letter, Jan Blaak, Kuipers, Van Bentum, Chris de Brueys en decorateur Ger Nooy. Met Ger Nooy hadden we altijd ruzie want hij schilderde de achterdoeken op de vloer in de Ambachtsschool. Wij bouwden daar omheen de decors. Als je je voet per ongeluk op het doek zette, kwam hij gelijk met zijn kwast, pats op je schoen!

Als leerling timmerman werkte ik in de Ambachtsschool in Bussum, maar ook in het gebouw aan de Plaggenweg wat er bij werd gehuurd. Daar was de machinale, daar stond een circelzaag en op de as daarvan zat een boor om bijvoorbeeld pen-gat verbindingen te maken. In het begin moest ik daar oude verf van decorschotten krabben. Die schotten werden telkens opnieuw geschilderd en op een gegeven moment zal er dan een dikke laag verf op. Dagen lang hebben Chris Bruwijs en ik met een beitel staan bikken. Ik reed de schotten in een handkar van en naar de studio’s. Jack Hey reed ook schotten heen en weer. Hij had een BMW met een kap die omlaag kon, zo konden we de schotten erin zetten.

In Vitus kwam ik wel eens boven in het kamertje waar de regie zat. Vanuit die kamer kon je zo in de huiskamer van de bakker aan de overkant kijken. Dan zag je hem ‘s avonds na een dag hard werken binnenkomen, televisie aanzetten en lekker op de bank ploffen met de benen op tafel. “Moet je opletten”, zegt een technicus – ik weet niet meer hoe hij heet, maar het was een echte grappenmaker- en hij draait aan een knopje waardoor er strepen door het beeld gaan lopen. Niet alleen bij de bakker, maar door het hele land. Je zag de bakker zuchten, overeind komen, aan de knop op het toestel draaien tot het beeld weer goed was. Als hij net weer lekker zat, benen weer op tafel, draait de technicus het signaal natuurlijk weer goed.

Ik heb zelf ook wel eens onbedoeld voor een storing gezorgd. Naast Vitus was een smal steegje, daar moest je heel voorzichtig achteruit met de wagen om te laden en lossen. Er zat in dat steegje, hoog tegen de muur een kast met een noodschakelaar. Maar dat wist ik niet. Wij waren daar in de weer met grote schotten en stoten ze tegen die schakelkast, maar hebben niets in de gaten. In de studio breekt paniek uit, het hele gebouw zit zonder stroom! Wie heeft dat gedaan? Wij hadden helemaal niet in de gaten dat wij dat veroorzaakt hadden.

Na een avondcursus meubelmaken, werd ik timmerman en werkte ik tot eind 1958 bij de vakgroep machinale houtbewerking met Kuipers en Van Bentum. Tot oktober 1959 zat ik met het korps mariniers in Nieuw Guinea. In die tijd verhuist decorbouw naar de Kampstraat in Hilversum. Daar komt de opslag van rekwisieten, en textiel, er is een houtopslag en aparte ruimtes voor decoratie, houtbewerking, voorbouw en meer. Voor het vervoer van decors tussen Hilversum en Bussum komen diepladers.

Afd. Machinale houtbewerking in de Ambachtsschool, Bussum.  Kroon staat in het midden (tweede van links), op de voorgrond staat Hans Kuiper, rechtsachter Arie van Bente

Afd. Machinale houtbewerking in de Ambachtsschool, Bussum. Kroon staat in het midden (tweede van links), op de voorgrond staat Hans Kuiper, rechtsachter Arie van Bente. ©Beeld en Geluid

Na militaire dienst ging ik in de Kampstraat aan de slag als decoruitvoerder. Mijn vader zat er nogal achteraan. De jaren ervoor kwam hij elk half jaar naar Van der Kolk en Noorda om te vragen hoe het met mij ging en of ik mijn best wel deed. Na militaire dienst vond hij dat ik verder moest, ik ging naar de kunstacademie. Maar dat bleek een schilderschool te zijn, hij had zich vergist. Op de echte kunstacademie, Artibus, kon ik eigenlijk niet terecht omdat ik geen middelbare school diploma had. Omdat ik bij de televisie werkte mocht ik toch drie maanden op proef komen. Ik heb wekenlang boomschors getekent en werd aangenomen. De eerste drie jaar gingen me redelijk makkelijk af, maar in het laatste jaar kwam de creatieve kant en werd het wat moeilijker voor me. Na drie jaar op de academie kwam ik in 1962 op de afdeling decorontwerp.

Van der Kolk en Jan van der Does hadden zich hiervoor ingespannen, ik was een van de eerste ontwerpassistenten bij decorontwerp. Ik wist natuurlijk alle maten die bij decorbouw gebruikt werden en daar hadden ze bij decorontwerp veel plezier van. Zo heb ik in opdracht van Van der Does van alle studio’s een plattegrond getekent waarop de ontwerpen ingetekend konden worden. Op die plattegronden moest ook allerlei technische informatie over aansluitingen voor licht bijvoorbeeld. Van der Does wilde dat de drukker alles zou controleren, maar die man had daar helemaal geen zin in. Dus die betaalde mij om dat te doen en ik hield mijn mond tegen Van der Does.

In de begintijd toen ik ontwerpassistent werd, heb ik ook voor Peter Zwart getekend. Ik vond het moeilijk hem te benaderen, hij was er vaak niet en ik was jong en keek tegen hem op. Dus ja, bij meneer Zwart op kantoor komen, dat was wat. Ik had een tekening voor hem gemaakt, een Oostenrijks interieur geloof ik, maar ik had nog een vraag. Die ochtend had ik al een paar keer op zijn deur geklopt voordat er een bars “Ja, binnen” klonk. “Nou jongen, laat maar eens kijken wat je hebt gemaakt.”  Ik zei: “Ik heb nog een vraag, moet er een houten vloer of een tegelvloer in?” “Wat denk je”, vroeg hij, “wat denk jij nou dat daar in moet?” Voorzichtig antwoordde ik: “Ik denk een houten vloer.” Hij begint direct te schreeuwen: “Een houten vloer! Hoe kom je erbij!” Ik schrok me kapot, vergeet het van m’n leven niet meer. Maar later dacht ik, als ik gezegd had dat het een stenen vloer moest zijn, had hij waarschijnlijk hetzelfde gereageerd.”

Zie ook:

Lokatie: Ambachtsschool (1956-1960)

In april 1956 huurt de NTS een leegstaand oud schoolgebouw vlak bij studio Irene. Het voormalig schoolgebouw staat op de hoek van de Schoolstraat en de Landstraat in Bussum (link naar de exacte lokatie in GoogleMaps). Het gebouw telt drie verdiepingen en biedt ruimte aan de ongeveer 18 medewerkers die bij decorbouw, requisieten en de afdeling ontwerp werken. Verder komen er nog een aantal onderafdelingen van de Technische Dienst in het gebouw.

Via Oneindig Noord-Holland, onh.nl

 

De decorontwerpers Peter Zwart, Fokke Duetz, Cor Hermeler en grafisch ontwerper Jan van der Does verhuizen ook naar de Ambachtsschool. Maar waarschijnlijk is dat niet direct in april 1956. Jan van der Does herinnert zich een hoekhuis, vlak naast de Ambachtsschool waar ze een korte periode met z’n vieren zitten. Van der Does: “Op de begane grond bij binnenkomst gelijk links in een klein kamertje zaten Cor Hermeler en ik. Verderop de gang rechts en links zaten Peter Zwart en Fokke Duetz, de decorontwerpers.”

Uit Wij zijn vijf (NTS, 2-10-1956)

Uit Wij zijn vijf (NTS, 2-10-1956)

Van der Does beschrijft waarschijnlijk de ruimte die in de NTS jubileumfilm Wij zijn vijf van oktober 1956 in beeld is (filmpje is hier te zien). Rechts zijn drie hokjes met tekentafels en bureaus van elkaar gescheiden door tussenwanden met ramen. Daarachter een brede voorkamer met zeer veel licht. Aan de ramen en indeling te zien is dit in niet in de Ambachtschool.

De ruimte waar de decorontwerpers in de NTS-jublileumfilm uit oktober 1956 te zien zijn, is waarschijnlijk al wel de Ambachtsschool. Het is in iedere geval een nieuwe ruimte, zo vertelt de commentator: “Peter Zwart, de man die in een klein kamertje jarenlang decors uitdacht, kreeg, met zijn medewerker Fokke Duetz en de andere leden van de staf, een ruim en nieuw vertrek, waar frisse ideeën konden worden uitgewerkt.” Waar dat “kleine kamertje” was, waar Zwart daarvoor zat, is dan waarschijnlijk het hoekhuis waar Van der Does ook nog even heeft gezeten.

Het is niet precies na te gaan wanneer de decorontwerpers naar de Ambachtsschool verhuizen, maar onderstaande foto’s uit de persoonlijke archieven van Peter Zwart en Fokke Duetz zijn gemaakt in of vlak voor 1958, te zien aan de ansichtkaart die rechtsboven op het prikbord achter Zwart is gestoken.

Hermeler, Zwart, Duetz, ca 1956

Hermeler, Zwart, Duetz, ca 1958

Duetz en Zwart in een decorbespreking, ca 1956

Duetz, Hermeler en Zwart in een decorbespreking, ca 1958

Fokke Duetz en Cor Hermeler aan het werk in de Ambachtsschool in Bussum

Duetz en Hermeler, ca 1958

Zoals op de foto’s hierboven te zien is, zijn er provisorische tussenwanden gemaakt op de eerste verdieping van de Ambachtsschool. Op het kantoor staat een bureau voor Zwart, een tekentafel, een tafel met de ‘blokken’ (miniatuurversies van de aanwezige praktikabels), een vergadertafel. Aan de muren hangen ingelijste decorschetsen. De grafici hebben op dezelfde etage een andere ruimte. Daar zitten in 1958 Jan van der Does, Ger van Essen en Hans Moolenaar. In 1959 wordt Massimo Gotz de vierde decorontwerper in vaste dienst bij de NTS en Jan van der Does stroomt ook door naar Decorontwerp. Ton Holst komt de grafische afdeling versterken.

In 1960 begint de afdeling Ontwerp sterk te groeien. Op onderstaande foto, gepubliceerd in de Leeuwarder courant op 4 juni 1960 is het al aardig vol op de grafische afdeling. Van links naar rechts zien we Ger van Essen (die Jan van van der Does opvolgt als chef van de onderafdeling), Ton Holst, Reina Nieland, Hans Moolenaar, Marcel van Woerkom en Jac Hey.

leeuwarder courant 4-6-1960(3)

Leeuwarder courant, 4-6-1960

De verslaggever van de Leeuwarder courant schrijft: “Een bezoek aan de afdeling betekent een klimtocht door een holle ambachtsschool in Bussum, gebouwd tegen de oude Irenestudio (…). Langs steile trappen en door nauwe gangetjes komt men in het nokje van dit fantasieloze gebouw uit de vorige eeuw. We sjokken achter twee mannen aan, die enorme plasticpijpen naar boven sjouwen. “Daar maken ze boven van alles van”, zegt de portier geheimzinnig en dat kittelt onwillekeurig het duiveltje der nieuwsgierigheid in ons. Peter Zwart staat vlak achter de deur van zijn afdeling. Als een enorme wildeman met een haardos en een snor, die even nors aandoen als zijn manier van telefoneren.”

Het bezoek van de journalist en de fotograaf die bovenstaande foto’s nam, is zeer waarschijnlijk al voor mei 1960 geweest, want in mei verhuist de ontwerpafdeling naar de Emmastraat 54 in Hilversum. Jack Hey schrijft daarover: ” Een enorme verbetering van werkruimte, licht en lucht” (zie verder deze memo over maquettebouw tussen 1959 en 1962).

De begane grond van de Ambachtsschool is tot april 1960 in gebruik bij decorbouw. De vakgroepen bij decorbouw groeien veel harder dan de afdeling decorontwerp. In het nieuwe decorcentrum in een oude tapijtfabriek in Hilversum zijn aparte ruimtes voor alle verschillende vakgroepen. Zo zitten ze bij elkaar, zonder elkaar voor de voet te lopen.

De Ambachtsschool wordt nu geheel in gebruik genomen door de afdeling film. Deze afdeling verhuist pas in 1983 naar Hilversum en daarna wordt de Ambachtsschool gesloopt.

Sloop van de Ambachtsschool in 1983. Via Oneindig Noord-Holland, onh.nl

Heb je foto’s van de Ambachtsschool (interieur of exterieur) uit de periode 1956-1960? Of van de huisvesting van de decorontwerpers van voor 1958? Mail ze aan info@vormvanvermaak.nl of laat een reactie achter onder dit bericht.

Herinneringen aan: Jan Pet

Jan van der Does vond deze tweetalige brief van Jan Pet. Jan Pet en Jac. Hey waren in de vroege jaren vijftig de rechterhanden van Peter Zwart. Ze maakten van de schetsen van Zwart uitvoerbare decors, schilderden, bouwden, vervoerden en decoreerden sets en voerden decorchangementen uit. In het interview met Peter Zwart uit 1991 (voor het Omroepmuseum) vertelt Zwart dat Jan Pet aan kanker leed en daaraan is overleden. Pet kwam later dan Hey, dus waarschijnlijk in de loop van 1952 of daarna. Wanneer hij overleden is, is mij nog niet bekend, maar waarschijnlijk is dat al in 1955 of 1956 geweest.

Brief van Jan Pet - 11 juni 1955 (prive-archief Jan van der Does)

Brief van Jan Pet – 11 juni 1955 (prive-archief Jan van der Does)

De tekst van de brief die op 11 juni 1955 bij de NTS aankwam: “Waarde Njang Tse Sjang-vrienden, Met het bovenstaande bedoel ik eigenlijk dat ik het hier zolangzamerhand stomvervelend begin te vinden en dat ik graag gauw weer in Bussum wil zijn en ik hoop dat het U allen goed gaat en dat de NTS steeds maar door hele flinke dingen mag blijven doen en dat ik heel veel aan jullie denk en dat iedereen mijn hartelijke groeten ontvangt. De vijfde regel van links is mij echt uit de pen ontglipt, ‘t is wel een beetje raar verhaaltje, maar ja, het staat er nu eenmaal, ‘t is trouwens echt gebeurd. Hoogachtend J. (?) Pet”

This slideshow requires JavaScript.


Waarschijnlijk staat Jan Pet op bovenstaande foto uit het archief van Jan van der Does. Het is -gezien het feit dat Erik de Vries als centrale figuur op de foto staat (midden, bovenste rij)- waarschijnlijk een foto uit de experimentele periode. Peter Zwart draagt een schildersjas, waarin hij vaker geportretteerd is in de vroege jaren vijftig. Jac Hey is daarintegen gewoon in pak. De man die links in witte jas hurkt zou Jan Pet kunnen zijn. Weet je meer over Jan Pet? Laat een reactie achter bij dit bericht, of mail naar info@vormvanvermaak.nl.
Via de Historische Kring Bussum is een lijstje te vinden met alle namen op bovenstaande foto. Jan Pet draagt als enige op de foto een hoofddeksel en staat links naast Jacques Hey. De foto is genomen op 1 oktober 1953. (Via Historische Kring Bussum)

Jan van der Does: verkeersbord en decors

Jan van der Does deed eind december in de garage nog een aantal interessante vondsten: decorschetsen, en onderstaand krantenknipsel. Dat soort opdrachten kwamen in de jaren vijftig op het bordje van de grafisch ontwerpers.

DSCF6121a

Verder zijn een aantal decorontwerpen boven water gekomen. Voor de De grote veroveraar bijvoorbeeld, van Peter Koen voor de NCRV. Deze dramaproductie is opgenomen op 21 februari en uitgezonden op 3 maart 1962. Het stuk gaat over Alexander de Grote en de meubels zijn allemaal speciaal voor deze productie gemaakt. In latere dramaproducties die in dezelfde historische periode spelen, zijn de stoelen en tafels nog een aantal keer gebruikt (let op het tafeltje uit Een idealist hieronder). De televisie-kritieken -begin jaren zestig worden nog bijna alle uitzendingen uitgebreid beschreven en besproken in de krant- zijn positief, ook de ‘rijke decors’ en ‘uiterst verzorgde aankleding’ vallen op. Veel lof ook voor Coen Flink, die de hoofdrol speelt.

Van der Does vond ook twee ontwerpen voor Een idealist van Jack Dixon uit 1963 voor de VPRO. Dit is een drama over koning Herodes. Op de foto’s uit de collectie van Beeld en Geluid zijn de schetsen en het resultaat te vergelijken. Dit programma is live uitgezonden op 17 januari 1963.

In de garage van Van der Does kwamen verder een serie decortekeningen onder het stof vandaan voor het programma Romeo en Julia, wederom van Jack Dixon. Van der Does: “Ik was altijd blij als hij weer langskwam, dan wist ik dat ik iets moois kon maken.” In dit geval gaat het net als de twee producties hierboven om een historisch setting, maar dit maal is het decor zeer sterk gestileerd. Dixon stond er op dat het decor en dus de schetsen in kleur gerealiseerd worden, dat was voor de acteurs prettiger. (Een van die acteurs was trouwens Herman van Elteren.) De theateruitvoering van Romeo en Julia is voor televisie teruggebracht tot 2 uur. Volgend De Telegraaf had de uitvoering “stijl en sfeer, waardigheid en bovenal ook romantiek en weemoed.” De recensent van Het vrije volk heeft wel het een en ander aan te merken, maar besluit als volgt: “Dank zij Dixons voortreffelijke regie, fraaie schermscenes en een stijlvol decor van JAn van der Does werd het geheel echter toch een televisiemanifestatie die er zijn mocht.” Meer (zwart-wit) foto’s van dit programma zijn te zien in de Beeldengeluidwiki.nl: Gallery:Romeo en Julia.

Jan van der Does: 3 in 1

In het archief van Jan van der Does vonden we bovenstaande beschilderde kartonnen maquette uit 1959. Het is waarschijnlijk een van zijn eerste decors. Van der Does begon immers als grafisch ontwerper en stapte in 1959 geleidelijk over naar decorontwerp. Eind 1959 staat de ontwerpgroep onder zeer hoge werkdruk: Fokke Duetz en Peter Zwart zijn beide overspannen en zitten enige tijd thuis. Cor Hermeler staat er als decorontwerper alleen voor. Er komt weliswaar een nieuwe decorontwerper bij, Massimo Götz, maar ze moeten, zoals Götz het zich herinnert “tegen de klippen opwerken”. Collega graficus Ger van Essen neemt de leiding van de grafische onderafdeling over en zo wordt Van der Does de vijfde decorontwerper bij de televisie.

De maquette is voor het programma Changeant, opgenomen en uitgezonden op 21 maart 1959 door de KRO. Regisseur Ben Mettrop had om een decor gevraagd waarin gedanst kon worden. Het moest ruimtelijk zijn (vandaar het hoogteverschil tussen de drie zetstukken), maar natuurlijk niet te veel ruimte innemen. De dansers, Jeanne Asmann en Wim Voeten, moeten er immers vrijelijk doorheen kunnen zwieren. Het programma heeft naast de dansers nog twee andere acts: een Weense zanggroep genoemd De drie Gloria’s en de mondharmonica-virtuoos Max Geldray. Zodoende ontwerpt Van der Does een decor dat op drie manieren te gebruiken is. In de changementen tussen de acts worden de zetstukken opgetilt en 120 graden gedraaid. En gezien de titel van het programma zijn die changementen misschien wel in beeld gedaan, hoewel dat wel erg vooruitstrevend zou zijn. Voor de Gloria’s is er een klassieke Romeinse set met invloeden van Picasso, Geldray treedt op in een gestileerd pittoresk dorpje en de dansers bewegen zich tussen volledig abstracte vormen. Van der Does had het liefst zo’n opdracht waar om een modern, abstract, niet-naturalistisch decor gevraagd werd. Die opdrachten waren er niet zo vaak, dus als er zich een kans voordeed dan greep hij die.

Een paar weken later kreeg hij weer zo’n kans van regisseur Ger Lugtenberg bij het programma Weekendshow van 16 mei 1959. Ook van deze maquette is nog een deel bewaard en deze is in kleur, dus waarschijnlijk is het decor ook in kleur uitgevoerd. Dat gebeurde af en toe op aanvraag van de regisseur of artiest. Het was goed voor de sfeer in de studio en zeker als het een show betrof vanuit de Singer-concertzaal waar publiek bij aanwezig bij was, kon er natuurlijk geen grijs decor staan. De ontwerper moest in zo’n geval wel goed opletten dat de kleuren in grijswaarden ook een mooi plaatje opleveren voor de kijkers thuis.

Sinterklaas en Peter Zwart

De Telegraaf schrijft de maandag na de Sinterklaasuitzending van 1953: “Zwarte Pieten hadden in de studio Irene een Sinterklaasdorp opgebouwd.” Presentator Johan Bodegraven ontvangt een grote groep kindertjes in de studio en er worden spelletjes gedaan. De resencent vond het een rommelig en onoverzichtelijk programma, dat vooral voor de jonge kijkertjes te lang duurde: “vermoedelijk was deze middag voor de kinderen in de studio onderhoudender dan voor de kinderen in de huiskamers.”

Dat laatste is minder vanzelfsprekend dan het lijkt. In de experimentele periode van televisie zijn de decors geschilderd in zwart, wit en grijs. Dat geeft een kille, nare sfeer in de studio, zegt Peter Zwart in een interview: “Ik had altijd het gevoel, hoe het op mij overkomt zo’n decor, zo zal dat ook zijn voor de acteurs. Dus die komen in prachtig toilet en met gekleurde kostuums in zo’n grafkelder terecht.” En zo’n grafkelder is geen plek om de Bussemse kinderen en Sinterklaas in te ontvangen. Hij wil een decor in kleur maken, ook om regisseur Willy van Hemert, die inmiddels een goede vriend is geworden, te verrassen. Een soort Sinterklaas-surprise zeg maar.

Al enkele maanden ervoor start hij samen met een cameraman en belichter met kleurproeven tussen de repetities door. Hij houdt verschillende kleuren voor de camera en meet het resultaat, de grijstint die de camera ervan maakt dus. Zo ontstaat een kaart waarop van alle kleuren de vertaling naar grijs is op te zoeken. Een belangrijk werkje want sommige kleuren zijn voor het oog heel verschillend, maar voor de televisiecamera precies gelijk. Zwart brengt zijn opgedane kennis over televisie en kleur voor het eerst in de praktijk op 5 december 1953. Het zal voor Van Hemert waarschijnlijk niet echt een verassing zijn geweest. Want Zwart vertelt al in mei in kranteninterviews naar aanleiding van zijn studiobezoek aan de BBC over zijn proefnemingen met kleur en belichting (o.a. Eindhovens Dagblad, 26-5-1953). Maar het effect als het kleurendecor er eenmaal staat is voor iedereen wel een beetje een kadootje.

Zwart herinnert zich: “Toen je daar die Sinterklaas en Pieten zag in een decor – vrij simpel van kleur, maar toch in kleur!- dat gaf zo’n warmte. Eigenlijk hadden we daar iets doorbroken. Nog niet voor de kijkers, die wisten het niet, maar de mensen in de studio ervoeren het als veel prettiger.” Over de kosten is men bij de NTS iets minder enthousiast, want kleurenverf is immers veel duurder. Men blijft dus nog een tijd in zwart, wit en grijs werken. Zwart zal zich later intensief met het vraagstuk van kleur en televisie bezig gaan houden. Midden jaren zestig werkt hij mee aan de ontwikkeling van kleurentelevisie bij Philips waarvoor hij internationaal geprezen wordt en een gouden Eremedaille krijgt. Maar het begint dus allemaal met die Sinterklaasavond precies zestig jaar geleden.

Bronnen:

  • Sint voor televisie. De Telegraaf, 7-12-1953, p.2
  • Interview met Peter Zwart door Jeanne van Munster, VARA radio, 2-4-1977 (Beeld en Geluid, TaakId 553282)
  • Oral history van de omroep: oud-omroepmedewerker Peter Zwart door Harrie Vossen, 02-04-1991 (Beeld en Geluid, DocId 73837)

Jan P. Koenraads: Polygoon-decors

Beeld en Geluid plaatst regelmatig fragmenten uit de omvangrijke Polygoon-collectie op YouTube, zoals afgelopen week een reeks items over film- en televisiestudio’s. We kunnen zien hoe Prins Bernard op 2 oktober 1967 de nieuwe studio’s in Hilversum opent met de formule: “attentie, cue orkest, camera een” en we krijgen een kijkje (in kleur) in het gerestaureerde Kasteel Nederhorst in Nederhorst den Berg waar de Toonder Studio gevestigd is (1973). Ook oudere filmstudio’s zijn te zien, zoals Cinetone in Amsterdam en Polygoon in Den Haag.

Laadt het filmpje niet? Klik hier

Op het moment van bovenstaande opnames (vermoedelijk rond 1950) werkt Jan P. Koenraads bij Polygoon. Hij begit er eind jaren dertig met het maken van titels en trucfilms en daarna doet hij ook artdirection en decorontwerp. Wellicht zijn het dus zijn tekeningen (en hand) die we zien en plaatst hij even later een wandje in de studio. Helaas is het lastig om de gelijkenis vast te stellen op basis van deze beelden. De decorschetsen lijken in ieder geval erg op de schetsen die Koenraads later maakte voor de NTS/NOS. Freek Biesiot bewaarde er een aantal en deze gaan samen met het archief van Biesiot in de loop van dit onderzoeksproject over naar Beeld en Geluid. Digitaal zijn ze al te zien in de gallery van Koenraads in de Beeldengeluidwiki. Heb je ook tekeningen of aquarellen van Koenraads in je bezit? Ik hoor graag van je.

decors polygoon (1)

Duidelijk herkenbaar in beeld is Koenraads in een ‘achter-de-schermen’-video uit 1975, ook uit de Polygoon-collectie. In deze reportage vanuit het decorcentrum van de omroep zien we daarnaast maquettebouwer Ton van Roemburg en enkele decorateurs, rekwisiteurs en decorbouwers bij de opnames van Swiebertje (NCRV) en de opbouw van De rode luitenant (aflevering van de serie Amsterdam 700, AVRO). Herken je een collega of jezelf? Laat een reactie achter onder de video of onder deze blogpost.