Decorontwerp in de jaren zeventig laten zich kenmerken door twee belangrijke technische doorbraken: het overdadige gebruik van kleur (iedereen heeft eindelijk een kleuren-tv en ze zullen het weten ook) en van chroma-key (iemand staat voor een blauw of groen scherm, dat beeld wordt later ingevuld). Muziek-specials in die tijd zijn orgastisch vormgegeven, de regisseur (zoals Rob Touber of Bob Rooijens) kan zijn stempel op het programma drukken. Specials met Gerard Cox, Ramses Shaffy of Liesbeth List zijn goede voorbeelden. Niet al het bewegend beeld is bewaard. Gelukkig zijn de foto’s er nog. We zien Liesbeth voor een blauw scherm, en later het resultaat op tv: Liesbeth die je toezingt vanuit een boomstam. Welja.
Liesbeth List in 1971, decorontwerp door Peter Gabriëlse.
Sport in Beeld/Sportpanorama-regisseur Bob Bremer hield in zijn begindagen een plakboek bij, met alle krantenknipsels, foto’s en recensies. De boeken bleken een schatkamer, waar we voor ons boek veel gebruik van maakten. Dit opmerkelijke bericht viel buiten de scoop van Vorm van Vermaak: een Sportpanorama-experiment voor de wedstrijd Tubantia-De Graafschap, waarbij de scheidsrechter een microfoon draagt. Tv-kijkers horen wat arbiter Van Ravens te verwerken krijgt: onder meer de verwensing ‘lelijke kikker.’ Tubantia-spelers ontkennen achteraf dat die woorden zijn gevallen, maar de microfoon heeft alles opgepikt. Het microfoonexperiment is dus van korte duur.
Op Vormvanvermaak.nl had ik al een reeks berichten over de VPRO geplaatst (vorm van de VPRO) naar aanleiding van het verschijnen van het prachtige naslagwerk van 85 jaar VPRO Gids covers (samengesteld door Piet Schreuders en Beate Wegloop).
Nu staat ook mijn recensie online op Designgeschiedenis.nl. Ik heb natuurlijk gekeken naar het boek zelf, maar ook naar de vormgeving van de VPRO Gids ten opzichte van andere omroepgidsen en de relatie tussen programmagids, televisie en huisstijl bij de VPRO.
Vanwege de tentoonstelling Grafisch Geluk deze winter extra aandacht voor de tv-ontwerpen die in Museum Hilversum te zien zijn.
Schets uit de Collectie Drupsteen, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid
Een van de mooie dingen aan de tentoonstelling van het grafische werk van Jaap Drupsteen is dat je als bezoeker heel precies de ontwikkeling van het bijzondere VPRO-logo kan volgen. Dat is natuurlijk in de eerste plaats te danken aan de ontwerper zelf die zijn eerste schetsen, werktekeningen en storyboards allemaal keurig bewaarde en in beheer heeft gegeven aan het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.
Op zijn allereerste twee velletjes met schetsen en ideeën is het uiteindelijke logo al te herkennen. Maar dan is het nog lang niet af. Drupsteen werkt daarna op doorzichtige vellen papier het logo en de variaties daarop verder uit. In drie van die tekeningen (er zijn er nog veel meer!) in de tentoonstelling is goed te zien dat de ontwerper worstelde met de letter R. De krullen en vaandels uit de letters V, P en O zijn eigenlijk in de het eerste schetsje al min of meer gevormd. De R daarentegen laat zich niet zo makkelijk kennen.
Dankzij deze schetsen en tekeningen krijgen we een kijkje in de keuken van de ontwerper. Logo’s zijn -juist omdat je ze zo vaak hebt gezien- zo vanzelfsprekend dat je zou vergeten dat er een ontwerper dagen of wekenlang aan heeft zitten sleutelen. Dat sleutelen gebeurt nu op de computer en dat heeft als gevolg dat tussenfases doorgaans niet bewaard worden. Die tussenfases zijn er van Drupsteens bijzondere VPRO logo gelukkig wel. Ga ze snel bekijken voor ze weer in de kelder van Beeld en Geluid verdwijnen!
Goed nieuws voor de liefhebbers van filmtitelsequenties: deze week verscheen een monografie over Saul Bass (1920-1996). Op de cover prijkt de arm uit een van de zijn bewegende ontwerpen waarmee het het vak verandert in de jaren vijftig, hieronder de complete sequentie. Naast filmtitelsequenties ontwerpt hij logo’s en huisstijlen voor bedrijven, maakt samen met zijn vrouw Elaine Bass korte films waaronder de Oscar winnende korte film Why man creates in 1968. Een groot oeuvre en het boek bevat daarom ook meer dan 1.400 afbeeldingen.
Geschreven door Pat Kirkham en vormgeven door Jennifer Bass, de dochter van Saul en Elaine. Verkrijgbaar via Amazon.
Afgelopen donderdag sprak Jaap Drupsteen in Museum Hilversum naar aanleiding van de tentoonstelling Grafisch Geluk. Hij was ruim twee uur aan het woord, maar zoals hij zelf al aangaf: dat zou hij gemakkelijk twee dagen vol kunnen houden. Want hij heeft de afgelopen 47(!) jaar niet stilgezeten. Sinds 1964 werkzaam op de grafische afdeling bij de Nederlandse Televisie Stichting, na een jaartje bij Tel Design, zo’n 8 jaar huisontwerper bij de VPRO. Sindsdien: televisievormgever, regisseur, ontwerper van bedrijfsfilms en reclame, grafisch ontwerper van postzegels, jaarverslagen, bankbiljetten, paspoort. Drupsteen is VJ bij technofeesten, heeft een eigen jazz-combo opgericht en verzorgt visuals bij uitvoeringen van moderne componisten als Jacob ter Veldhuis, hij doet aan videomapping bij orgelconcerten en steeds vaker componeert hij zelf de muziek onder zijn visualisaties.
VPRO stationcall van Jaap Drupsteen uit 1979
Een enorm veelzijdig oeuvre waar wel een duidelijke lijn in is te ontdekken, namelijk die van de muziek. Geluid en muziek speelden al een grote rol in de VPRO stationcalls. In de reeks die hij in 1979 maakte, koppelde hij de elektronische geluidsimpulsen aan de video-apparatuur. De muziek manipuleerde hier dus rechtstreeks het beeld. De jaren daarop perfectioneerde Drupsteen deze koppeling van geluid en beeld met behulp van computertechnieken tot uiterste perfectie. Bijvoorbeeld in onderstaande leader en bumpers voor kunstprogramma Nederland C (NOS, 1986) waar het lijkt of het beeld de muziek maakt, of andersom, een perfecte symbiose. Een probleem bij het creëren van zo’n symbiose is het afstemmen van de twee ritmes: muziek houdt zich immers niet aan het ritme van 24 beeldjes per seconde waaruit het bewegend beeld is opgebouwd. Ook daar vond Drupsteen een oplossing voor.
Drupsteen liet verder enkele fragmenten zien van zijn meest recente project: video-mappings op orgels bij concerten van Aart Bergwerff. Drupsteen stelt dat orgelconcerten visueel nogal saai zijn. De organist zelf is niet te zien en het publiek kijkt het hele concert naar een orgel dat niet beweegt. Drupsteen ontwerpt abstracte animaties die precies de vorm van het orgel en de muziek die daarop gespeeld wordt, volgt. De animatie wordt geprojecteerd op het orgel en de vertekeningen die ontstaan door de driedimensionale vormen van de orgelpijpen, ornamenten en lijsten voegen weer een extra laag van beweging en complexiteit toe aan het eindresultaat. De timing van muziek en beeld is hier niet gestuurd door de computer. Bergwerff speelt het stuk in op een synthesizer, op basis daarvan ontwerpt Drupsteen de animatie en wordt een een zogenaamde ‘click-track’ gemaakt. Die ‘click-track’ speelt in het oortje van de organist, zodat het tempo van projectie en muziekstuk bij de uitvoering kloppen. Maar, Drupsteen kan de animatie live nog een klein beetje vertragen of versnellen, mocht dat nodig zijn. Extra moeilijkheidsgraad: de organist ziet de projectie niet.
Meer fragmenten van video-mappings op orgels zijn te zien op de site van Drupsteen.
Ander bijzonder beeldmateriaal waar Drupsteen over vertelde waren de visualisaties van Three Plays van Gertrude Stein. Deze werden gemaakt naar een idee van Wilbert Bank, op muziek gezet door Fay Lovsky en in beeld gebracht door Drupsteen. Gemaakt in het kielzog van The Flood (NOS 1985), de televisieopera van Igor Stravinsky waar Bank als dramaturg en Drupsteen als regisseur/vormgever samenwerkte (hun eerste samenwerking was overigens al in 1972 bij de verfilming van Woyzeck hij de VPRO). Omdat The Flood een prestigieuze Prix Italia won in 1987, kregen ze de middelen bij elkaar voor dit volgende project. Helaas was de glorietijd van het spectaculaire televisiegenre muziektheater voorbij, ook regisseurs als Wilhemina Hoedeman en Bob Rooyens kregen nauwelijks meer een voet tussen de deur bij de Nederlandse televisie. Of misschien lag het aan de controversie rond het werk van Gertrude Stein dat de productie nooit in Nederland is uitgezonden. Gelukkig heeft Drupsteen deze productie in drie delen online gezet want de combinatie van de teksten van Stein, de muziek en stemmen door Fay Lovsky, kostuums, decors, regie en effecten vormen een intrigerend en wonderlijk geheel.
Jaap Drupsteen drukt de aftiteling voor Zo is het toevallig... (VARA), omstreeks 1964, bron: VARA archief
Maar om nog even terug te komen op muziek: Drupsteen is zelf ook aan het componeren geslagen. Toen hij al 22-jarige jongeman bij de NTS begon, was hij eigenlijk meer geïnteresseerd in muziek dan in het drukken van titelrollen. Als jazz muzikant was hij gefascineerd door de experimentele free-jazz die rond die tijd ontstond in de Verenigde Staten. Met pop muziek en de Beatles had hij niet zoveel, vandaar ook het bijna kaal geknipte koppie op de foto rechts. De free-jazz leidde naar David Bowie en zo rond 1984 maakt Drupsteen voor het eerst zelf muziek op de computer. Een fragment uit zijn laatste compositie, getiteld Emma cries for help met visuals van hemzelf en 33 1/3 collectiveis hieronder te zien.
Met zoveel interessant en mooi werk kan inderdaad gemakkelijk een week of wat gevuld worden. En ook na de presentatie werd er nog uitgebreid nagepraat over het hoe en wat van wat hij ons allemaal voorschotelde. Liefhebbers van zijn werk kunnen gelukkig al op 25 november weer terecht in Zwolle bij het BeeldBuis festival.
Vanwege de tentoonstelling Grafisch Geluk in Museum Hilversum deze winter op dit blog extra informatie bij de tentoongestelde werken en ontwerpers.
Grafisch ontwerper Dick Elffers (1910-1990) is een van de grote namen in de geschiedenis van het grafisch ontwerp in Nederland. In de tentoonstelling Grafisch geluk zijn enkele van zijn affiches (en een proefdrukken) te zien die hij maakte bij Steendrukkerij De Jong & Co., de Hilversumse drukkerij wiens 100-jarig bestaan de aanleiding vormt voor de tentoonstelling. Elffers is net als Jan Bons en Otto Treuman, van de eerste generatie ontwerpers die als zodanig opgeleid zijn. Hij vormt een belangrijke schakel tussen de vooroorlogse grondleggers van het vak (zo was hij assistent van Paul Schuitema en Piet Zwart) en de na-oorlogse vernieuwers als Wim Crouwel en Jan van Toorn. In de in 1990 verschenen monografie Een leest heeft drie voeten (Max Bruinsma) wordt verder benadrukt dat Elffers zich niet beperkte tot grafisch ontwerp, maar zich begaf in een zeer breed spectrum van toegepaste en vrije kunsten. Ruimtelijk en architecturale ontwerpen, monumentale plastieken en reliëfs, wandtapijten, keramiek, fotografie, illustratie en schilderkunst worden genoemd en getoond in de monografie. Aan deze veelzijdigheid dankt het boek tevens zijn titel. Als de auteur Elffers het gezegde voorlegt: schoenmaker hou je bij je leest. Antwoordt Elffers: ‘Dat doe ik wel, maar je weet toch, dat een leest drie voeten heeft?”
Aan dat rijtje van toegepaste kunsten ontbreekt nog één medium: televisie. NOS-ontwerper Theo Dijkslag stuurde me in de aanloop naar de tentoonstelling foto’s van schetsen van Elffers. Deze schetsen werden door NOS grafisch ontwerp uitgewerkt tot bewegende animaties die vervolgens in een programma van Wilhelmina Hoedeman gebruikt zouden worden. Regisseuse Hoedeman staat bekend om haar exorbitante verfilmingen van muziektheater, klassieke muziek en toneel. Ze besteedde daarbij veel aandacht aan decor, kostuums, grime, speciale effecten en grafisch ontwerp. Daarmee overschreed ze wel eens de beschikbare budgetten en dat leverde haar uiteindelijk een berisping op van de NOS directie. Maar om welk programma en jaar het precies gaat is helaas niet te achterhalen, de catalogus van Beeld en Geluid en ook de oeuvrelijsten van Hoedeman geven geen uitsluitsel.
Aan de hand van de schetsen zelf is wel het een en ander af te leiden. We zien een aantal ogen, een typisch element in het werk van Elffers. Één van die ogen is een fragment van het Holland Festival affiche uit 1961. Hoedeman regisseerde van 1972 tot 1979 zowel het Holland Festival Magazine als verschillende registraties in het kader van Holland Festival. Maar veel dichter bij een jaartal kom ik helaas niet. Weet u meer over dit programma? Dan hoor ik dat graag!
Meer lezen en zien over Dick Elffers? Een leest heeft drie voeten, Dick Elffers en de kunsten, een monografie geschreven door Max Bruinsma in 1990, of bekijk de collectie van Elffers bij het NAGO.
Met dank aan Theo Dijkslag.
Vanwege de tentoonstelling Grafisch Geluk in Museum Hilversum deze winter extra aandacht voor de ontwerpen van Jaap Drupsteen en Frans Schupp; meer informatie bij de tentoongestelde werken én materiaal wat u niet in het museum te zien krijgt!
Frans Schupp begon eind jaren zestig samen te werken met regisseur Rien van Wijk, één van de jonge, wilde regisseurs bij de AVRO. Van Wijk maakte jongerenprogramma Doebidoe en dat doopte hij in 1970 om tot TopPop. De regisseur werd niet voor niets ‘wild’ genoemd, want hij trok alles uit de kast: spectaculaire decors, zooms, fades, altijd andere titelkaarten, snelle cuts, chroma-key en alle montagetrucs die er voorhanden waren. De artiesten – grote namen als David Bowie, Blondie en Gary Glitter- werden meerdere keren opgenomen zodat de regisseur verschillende versie van het play-back optreden kon samenstellen. De video-clip zoals we die nu kennen, bestond immers nog niet. Nu onvoorstelbaar, maar artiesten moesten dus naar Hilversum afreizen om hun plaatjes te promoten. Maar er waren natuurlijk ook regelmatig Nederlandstalige popgroepen in TopPop; The Cats bijvoorbeeld.
Hierboven zijn twee titelkaarten te zien die gebruikt werden bij één van hun optredens, Frans Schupp legt uit:
“Deze ‘achtergrond’ kaarten werden gebruikt voor de legendarische en populaire popgroep The Cats. De naam was de directe aanleiding voor deze katten collage. Die 2 kaarten maakten deel uit van een serie van minimaal 16 achtergrond-kaarten voor deze opname. Daarvan stond de helft voor camera 1 en de andere helft voor camera 2. Deze 2 camera’s werden op het ritme van de muziek gewisseld, en als effectbeelden ingevuld (gekeyd) in de blauwe wand achter de popgroep [titelkaart links]. Apart werden erna nog enkele solisten; de zanger, gitarist, enz., op dezelfde wijze opgenomen. Die close-ups werden dan bijvoorbeeld in het blauwe silhouet van de katten gekeyed [titelkaart rechts]. Hierna werden deze studio-opnames gemonteerd voor uitzending op televisie. Vele series van zo’n groepje ‘achtergrondkaarten’ zijn uitgevoerd in die eerste periode van TopPop.”
Helaas zijn juist van die eerste spannende jaren, wanneer Frans Schupp zo’n 7 dagen per week voor TopPop aan het ontwerpen is, weinig bewegende beelden bewaard gebleven. De opnamebanden werden opnieuw gebruikt, weggegooid, raakten zoek of gingen kapot. Gelukkig hebben we dan nog de grafische ontwerpen, zoals deze hierboven, keurig bewaard door het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid). Vanaf 1972 is steeds meer bewaard, gearchiveerd of door fans van het Volendamse lied geüpload naar YouTube. Zoals onderstaand optreden uit 1972 van The Cats in een decor van meer-dan-levensgrote onderdelen uit het TopPop logo van Schupp. Elk van de vele optredens van de groep moest natuurlijk anders in beeld komen, en dus was het tv-optreden van bovenstaande katten helaas eenmalig.
De AVRO besteedt deze week veel aandacht aan design in het kader van de Dutch Design Week Eindhoven. En omdat Museum Hilversum afgelopen weekend de deuren opende van de tentoonstelling Grafisch Geluk – met daarin één etage geheel gewijd aan grafisch ontwerp voor televisie – werd er ook een reportage gemaakt over omroepdesign.
Willem van den Berg laat daarin zien hoe hij begin jaren zeventig thuis op zijn zolder de VPRO-vormgeving maakte; met behulp van (dia)projectoren, kleurenfilters, glas, karton, dia’s en wat er al dan niet van nut zou kunnen zijn om de boel te laten bewegen: gordijnrails, de ijsmachine van zijn vrouw. Frans Schupp vertelt over zijn tijd als ontwerper van het legendarische programma TopPop. Danielle Bremer, de maker van de reportage, haalde daarvoor prachtige beeldfragmenten uit het archief van Beeld en Geluid. Oja, ik kom aan het begin van het filmpje even in beeld om iets te vertellen over tv-vormgeving in de prille jaren van de Nederlandse televisie. Nou ja, gaat dat zien zou ik zeggen op het AVRO Kunst portal en laat weten wat je ervan vindt…
Het is inmiddels een half jaar geleden (+ een week) dat Vorm van vermaak verscheen. Het boek waar Roy van Vilsteren, Marjolein Dirksen en ik zo hard aan gewerkt hebben in 2010. Het maken van het boek was al heel erg leuk, maar de periode daarna is natuurlijk nog leuker. Lieve en enthousiaste reacties van lezers, ontwerpers en veel media-aandacht. Zelfs afgelopen maand nog verscheen er een mooi stukje in Items en vorige week gaf de Volkskrant ons (na de 3 pagina’s in april) maar liefst 4 sterren.
En er gebeuren nog meer leuke dingen. Donderdag 20 oktober opent in Museum Hilversum de tentoonstelling Grafisch Geluk. Één van de drie verdiepingen in het museum is ingericht met televisie ontwerpen uit de collectie van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Er is werk te zien van Jaap Drupsteen en Frans Schupp, die zijn collectie overdroeg bij de boekpresentatie/symposium op 14 april. Op de andere etages zijn te zien: een overzicht van affiches uit de indrukwekkende geschiedenis van Steendrukkerij De Jong & Co en een selectie van toonaangevende hedendaagse ontwerpers. De vormgeving van de tentoonstelling zelf is ook erg de moeite waard overigens. Trapped in Suburbia verzorgt naast de tentoonstelling en publiciteit ook de vormgeving van het boek van Bas van Lier over 100 jaar De Jong & Co.
Gelukkig mocht ik me ook een klein beetje bemoeien met de totstandkoming van Grafisch Geluk. Leerzaam en vooral erg leuk om te werken met het enthousiaste team van Museum Hilversum. Het boek Vorm van vermaak is uiteraard te verkrijgen in de museumwinkel en de komende maanden verschijnen artikelen met over het tentoongestelde werk van Frans Schupp en Jaap Drupsteen op deze site. Donderdag 10 november geven Jaap Drupsteen en ik een lezing/presentatie die aansluit bij de tentoonstelling.
De opening van Grafisch Geluk is natuurlijk goed getimed met het begin van de Design Week in Eindhoven vrijdag 21 oktober. En daarom besteedt de AVRO website de komende tijd veel aandacht aan design. Er is ook een webreportage gemaakt over televisievormgeving. Willem van den Berg (Bergwerk)laat zien hoe hij met diaprojectoren VPRO stationcalls maakte en Frans Schupp vertelt over de vormgeving van TopPop. De reportage is op het AVRO Kunst portal te bekijken. Ik ben benieuwd wat jullie ervan vinden!