Will Bakker mailde naar aanleiding van het vorige bericht deze foto’s door. Bakker was enkele jaren de ontwerper van Studio Sport (zie bijvoorbeeld de leaders van 1980 en 1985) en maakte in deze periode ook vaak de speciale leaders, zoals voor WK’s en de Tour de France. De leader in het vorige bericht is mogelijk van Rob van den Berg, zo laat hij weten. Bakker maakte wel de Tour de France leader voor 1985. Daarvan is helaas geen bewegend beeld meer te vinden, maar Bakker – naast ontwerper ook een verdienstelijk fotograaf – stuurde deze ‘achter de schermen’-foto’s.
Fotograaf: Will Bakker
Bakker: “Voor deze leader werden bij de Gazelle-fabriek in Dieren een aantal fietsen geprepareerd in het speciaal door mij ontworpen Studio Sport-lettertype. Verder lieten we het logo op de fietsbroek drukken. De leader werd gemaakt samen met Ron Nieuwenhuys, jarenlang de geweldige regisseur van Studio Sport, waarvoor ik heel wat leaders heb gemaakt. Op één van de foto’s zie je hem in de rolstoel. Collega Ton Kingma speelde voor wielrenner.”
Fotograaf: Will Bakker
Heeft u thuis nog een vhsbandje liggen met opnames van de Tour 1985? Will Bakker en ik horen graag van u!
Ondanks een somber wolkendek is het toch een mooie dag. Want vandaag is de presentatie van het boek Een eeuw van beeld en geluid: Cultuurgeschiedenis van radio en televisie in Nederland. Sonja de Leeuw, Huub Wijfjes, Bert Hogenkamp en enkele andere wetenschappers beschrijven in dit boek de sociale geschiedenis van radio en televisie in Nederland.
Een eeuw van beeld en geluid kan je in zekere mate zien als een vernieuwde uitgave van Omroep in Nederland: Vijfenzeventig jaar medium en maatschappij, 1919-1994 (red. Huub Wijffjes). Deze omvangrijke studie, door afmetingen en gewicht binnen televisiestudies ook wel De Stoeptegel genoemd, was jarenlang het enige boek wat de Nederlandse mediageschiedenis zo uitvoerig behandelde. Een eeuw van beeld en geluid is wat bescheidener van formaat, maar bestrijkt een grotere periode. Het start een paar jaar eerder en de ontwikkelingen van de laatste twee decennia komen ook nog aan bod.
Wat op het eerste oog opvalt aan het boek is de sobere beeldredactie. Omroep in Nederland dankte zijn formaat vooral aan de vele afbeeldingen. Inmiddels zijn die Ja zuster, nee zuster foto’s een beetje belegen geworden en daarom koos de redactie voor een hele andere aanpak. Op de foto’s staan objecten die een rol speelden in de geschiedenis van de Nederlandse omroep, denk aan ‘het hondenhok’ van Phillips, zendapparatuur van radiopionier Idzerda, een maquette van Sesamstraat, etc. Niet tegen een neutraal witte achtergrond maar in de omgeving waar ze zich nu bevinden: de depots van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Dit instituut is initiatiefnemer en uitgever van de publicatie en ondersteunt bovendien twee van de drie eerder genoemde wetenschappers. De collecties radio en televisie worden met name door digitaliseringsproject Beelden voor de Toekomst steeds beter toegankelijk. De collectie objecten staat veilig, maar onzichtbaar in de kelders van het gebouw. Het is mooi dat de redactie deze objecten op deze manier onder de aandacht brengt.
Hogenkamp, Bert, Huub Wijffjes en Sonja de Leeuw (red), Een eeuw van beeld en geluid: Cultuurgeschiedenis van radio en televisie in Nederland, Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid: 2012.
Bestellen kan bij de webshop van Beeld en Geluid (hier staat tevens een korte samenvatting van alle hoofdstukken).
De tweede keer dat Saul Bass iets ontwierp voor een film van Stanley Kubrick was voor The Shining. In de Kubrick-tentoonstelling bij het EYE filminstituut krijgen we een inkijkje in dat proces. Naast twee brieven van de ontwerper zijn de eerste vijf schetsen te zien met het commentaar van Kubrick.
Titelontwerp The Shining met aantekeningen van Stanley Kubrick - Saul Bass, 1978. Collectie: The Stanley Kubrick Archive at the University of Arts London
De vijf ontwerpen zijn duidelijk aan elkaar verwant, allen zwart-wit en in dezelfde korrelige textuur die mogelijk verwijst naar de heg van het labyrint en telkens de titel en daarboven een afbeelding. Kubrick heeft op alle vijf de schetsen opmerkingen geschreven. Over een van de ontwerpen met een doolhof: “Too much emphasis on the maze, I don’t think we should use the maze in ads.” Over een ontwerp met een man, vrouw en kind tegen een achtergrond met stralen: “looks like science fiction film”. Over het ontwerp met een afbeelding van het hotel: “Hotel looks peculiar”. Maar vooral de grof korrelige structuur van logo en afbeeldingen, vond hij niet goed: “I don’t like the dots for the logo, it will not look good small. Even the size above is difficult to read” en bij een andere schets: “artwork too spread out, too sprawling, not compact enough.”
Op de begeleidende brief bij het artwork heeft Kubrick al drie suggesties gekrabbeld. De eerste is onleesbaar, de tweede meldt iets over “fog” en de laatste is simpelweg “face”. Bass maakt nieuwe ontwerpen. Het gezicht, wel in dezelfde korrelige (mistige?) trend verwerkt hij in de eerste letter van de titel. Het wordt, zoals ik in de vorige post al zei, geen iconisch beeld voor de film, zoals de opgeheven arm voor Spartacus (Kubrick, 1960) of de spiraal voor Vertigo (Hitchcock, 1958). Iconisch werden wel een aantal andere beelden en shots uit de film. Met name het vrolijk grijzende gezicht van Jack Nicholson als hij zijn vrouw met een bijl komt vermoorden (“Heeere’s Johnny!”), maar ook de meisjestweeling in blauwe jurkjes (deze kostuums staan ook in de tentoonstelling in het EYE!), het zoontje op zijn driewieler in een van de gangen (en het opvallende patroon van de voerbedekking in deze gang) zijn beelden die op het netvlies van de bezoekers bleven branden. Naast het affiche van Bass, verscheen daarom al snel een versie met een collage van shots uit de “Heeere’s Johnny”-scene. Wel met de typografie van Bass, maar zonder het gezicht in de eerste letter.
Vorige week was ik in het Brooklyn Museum (NY, VS) waar een tentoonstelling over de New Yorkse periode van Keith Haring (1958-1990) was. Dat heeft natuurlijk weinig met televisievormgeving te maken, maar de televisie figureert wel in veel van zijn werken.
Keith Haring @ Brooklyn Museum of Art
Als je niet in de buurt bent is er via het web nog genoeg te beleven aan deze tentoonstelling. De Keith Haring Foundation publiceert gedurende de expositie elke dag één pagina uit de dagboeken van Haring op Tumbler en er is een playlist op iTunes met muziek die hem die periode beïnvloedde.
Vanavond voetbal! Vormvanvermaak.nl haakt ook lekker in. Op YouTube vond ik deze prachtige Studio Sport leader voor het EK 1984. De heren (en dames) die begin jaren tachtig tiener waren, zullen het vast herkennen als het spel Voetbal Manager. Voor Carlo Delbosq was het de eerste keer dat hij computeranimatie in een tv-leader gebruikte. Delbosq: “In mijn vrije tijd speelde ik een voetbalspelletje op de Commodore 64. Toen kwam een opdracht van Studio Sport voor een leader van het EK. Dus ik heb gewoon beelden uit het voetbalspelletje gebruikt.” Het klinkt makkelijker dan het is, want het overzetten van computerbeeld naar televisiebeeld is nog een hele klus.
Het NOS Journaal heeft een leuk ‘achter de schermen’ weblog met video’s. Jeroen Overbeek maakte een post over de ‘Paintbox’, de afdeling die de dagelijkse vormgeving van de NOS Journaals en het Jeugdjournaal verzorgd. De landkaarten, animaties, grafieken, enzovoorts. Het Jeugdjournaal besteedt sinds de allereerste aflevering heel veel aandacht aan dit soort ondersteunde beelden. Je neemt de informatie immers veel beter op als beeld en geluid elkaar helpen. Hellen Kret, regisseur van het Jeugdjournaal vertelt aan Overbeek hoe het allemaal in zijn werk gaat.
Tot begin jaren tachtig worden de graphics voor het Journaal door de grafici van NOS Grafisch Ontwerp verzorgt. Dat gebeurde in toerbeurt. Één of twee grafici staan de hele middag paraat om eventueel op het allerlaatste moment een landkaartje of een grafiek te maken. De instructies worden doorgebeld en een koerier haalt dan voor de uitzending het koffertje met titelkaarten op. In de jaren zeventig, mede door de komst van kleurentelevisie, ontstaat de behoefte aan wat meer eenheid. De landkaarten krijgen allemaal dezelfde kleuren, het gebruik van Letraset wrijfletters zorgt voor eenheid in de typografie en gebruikte kaarten worden bewaard met het oog op hergebruik.
De Paintbox doet zo begin jaren tachtig haar intree in de tv wereld. Deze grafische computer is de perfecte machine om nieuwsgraphics op te maken. Men kan een stilstaande opname, zoals een landkaart, foto of videobeeld op gemakkelijke en snelle wijze bewerken. De NOS krijgt al snel zo´n Paintbox op de redactievloer. De nieuwsgraphics kunnen nu natuurlijk niet meer op de grafische afdeling gemaakt worden en de grafici verhuizen – nog steeds in toerbeurt- naar de Journaal redactie.
Het is geen ideale situatie. De Journaal redactie ziet liever een eigen team met vaste mensen op de redactievloer. Maar de ontwerpers van Grafisch Ontwerp staan niet bepaald te springen om permanent naar het Journaal te gaan. Het werk is immers een stuk minder veelzijdig en uitdagender dan op de Grafische afdeling. Uiteindelijk sluit Frans van der Aa, chef van de grafici en decorontwerpers zo rond 1984 een contract met het Journaal. Twee ontwerpers± Arie Teunissen en Dick van Stralen, verhuizen definitief van NOS Grafisch Ontwerp naar het NOS Journaal. Het Journaal vaart er wel bij. De komst van twee ervaren ontwerpers is op televisie duidelijk te zien. Arie Teunissen verzamelde een aantal van de nieuwsgraphics die hij in die jaren maakten (zie de foto hieronder). Deze beelden kwamen links naast de presentator in beeld (zoals rechtsonder naast Joop van Zijl). Niet al het nieuws leende zich daarvoor, maar waar het kon, zorgden Teunissen en Van Stalen voor een slimme vormgeving, een dubbele laag of een visueel grapje. In de collage hieronder bijvoorbeeld: twee bleke bankbiljetten aan een waslijn, zal ongetwijfeld voor een item zijn geweest over witwassen. En hoe duidelijk is de combinatie van de Japanse vlag en een rood stempotlood? Met zulke slimme graphics kan je het geluid uitzetten en toch het nieuws meekrijgen!
Van Stalen en Teunissen gaan eind jaren negentig met pensioen. Er is een hoop veranderd, hun oude afdeling, NOS Grafisch Ontwerp is verzelfstandigd tot NOB Design. De Paintbox is vervangen door nieuwe machines en software. De grafisch ontwerpers bij het Journaal worden redacteuren genoemd, omdat er niet alleen vormgeving, maar ook inhoud van ze verwacht wordt. Maar sommige dingen blijven hetzelfde: het hoekje waar de grafische redacteuren werken heet nog steeds gewoon de Paintbox afdeling.
Volgende week meer over het NOS Journaal en de nieuwe vormgeving!
Frans van der Aa was de afgelopen weken zo vriendelijk om mij uitvoerig te woord te staan over de periode dat hij bij de NOS werkte. Eerst was hij anderhalf jaar chef Grafisch Ontwerp en daarna, van 1975 tot 1989, leidde hij de grafici én decorontwerpers als chef van de hoofdafdeling Ontwerp. Binnenkort een verslag van die gesprekken, maar als ‘teaser’ alvast de vacature waarmee het in de zomer van 1973 allemaal begon.
De paginagrote advertentie verscheen in reclamevakblad Ariadne op 31 mei 1973, p. 35. Collectie: ReclameArsenaal.nl
De titel van Vorm van vermaak ontleenden we aan een rubriek van Roy in de VARA Gids. Hierin schreef hij over de vormgeving van de gadgets van vroeger. De depots van Beeld en Geluid staan namelijk vol met mooie, grappige, unieke en historisch belangrijke radio- en televisieapparaten en andere consumentenapparatuur op het gebied van beeld en geluid. Één van de mensen die aan de basis stond van deze collectie is Arno Weltens. Hij is opgeleid als binnenhuisarchitect en sinds 1981 werkzaam bij de NOS als chef van de afdeling rekwisieten. Daarna speelde hij een belangrijke rol bij het Omroepmuseum (sinds 2002 opgegaan in het NIBG).
Zijn affiniteit met geschiedenis en vormgeving komen nu opnieuw samen in het boek Een eeuw vintage Beeld & Geluid. Weltens stelde een boek samen met de hoogtepunten op het gebied van productvormgeving. Niet alleen uit de Beeld en Geluid collectie trouwens. Hij putte ook uit de archieven van Harry de Winter en van Frank van Weegen. Het boek bevat niet veel tekst, de foto’s (van Gijs Dragt) spreken voor zich. Materialen veranderen van hout naar bakeliet naar kunststof. Vormen zijn dan weer organisch, dan weer strak en geometrisch. Kleuren passen zich aan aan de beoogde gebruiker. De boodschap is duidelijk: technische vooruitgang is aardig, maar als er geen mooi jasje omheen zit, zal niemand het kopen. Voor de Apple-dweepers: nee, dat is geen uitvinding van Steve Jobs.
A. Weltens en G. Dragt. Een eeuw vintage Beeld & Geluid. D33 publicaties, Dalfsen, 2011. Prijs: 19,95, inclusief verzendkosten. Bestellen doe je hier.
Het onderzoekslab van Bijzondere Collecties (UvA) is een bijzonder project gestart rondom ontwerpcomputer Aesthedes. Maar weinig bedrijven konden de aanschaf ervan bekostigen. Het gerucht dat Total Design ooit bijna over de kop ging door de aanschaf van dit apparaat heeft bijgedragen aan de welhaast mythische status van de Aesthedes. Bij NOS grafisch ontwerp speelde financiën geen rol. De Aesthedes werd aangeschaft en verving grotendeels de werkzaamheden die voorheen op de zeefdrukkerij van de afdeling gedaan werden. Één van de nieuwe mogelijkheden was dat de machine prachtig en precies letters uit kon snijden. Heel geschikt om bijvoorbeeld autobelettering mee te maken. Maar of de tv-ontwerpers daar nou op zaten te wachten?
Bijzondere Collecties is op zoek naar verhalen, ervaringen en informatie van de mensen die destijds met de Aesthedes werkten of er op andere manier mee te maken kregen. Stuur ze een mail (aesthedes@uvaerfgoedlab.nl) of ga langs bij de tentoonstelling ‘The Printed Book’ bij Bijzondere Collecties (Oude Turfmarkt, Amsterdam). Daar staat van 14 april tot 13 mei een bewaard gebleven Aesthedes tentoongesteld. In het naastgelegen UvA ErfgoedLab wordt uitgebreid aandacht besteed aan deze mythische computer. Meer info bij Dutch Digital Design: De Aesthedes.