Van Maagdenhuis naar New Babylon

We hadden er niet zo’n mooie dag voor uitgekozen (regen), maar toch was het een interessant uitstapje: Jan van der Does wilde graag nog eens rondkijken in Bussum en Hilversum op de plekken waar hij als grafisch ontwerper, decorontwerper en chef had gewerkt. Maar helaas, van het Irene-kerkje, de Ambachtsschool en het Maagdenhuis is niets meer over. Ook studio IIIb (Eltheto), studio Vitus en het oude decorcentrum Kampstraat zijn weg. Eigenlijk staat alleen Concordia nog overeind. Nu worden daar overdag kinderen opgevangen, vroeger nam men hier shows met publiek op. Dat was door het hoge podium altijd een heel gedoe, want til zo’n zware dolly er maar eens op! En dan kraakte de vloer ook eens verschrikkelijk. Het werd allemaal een stuk professioneler met de verhuizing naar Hilversum.

Het gebouw in Hilversum (Emmastraat 54) waar de hoofdafdeling ontwerp tussen 1960 en 1970 huisde, is er ook al niet meer. Maar alleen al het parkeertereintje achter het nieuwe gebouw riep al een hoop herinneringen op. De wat jongere decorontwerpers, waaronder Biesiot, zaten in de serre aan de achterzijde en keken uit op de parkeerplaats. Biesiot weet nog precies wie welke auto reed. Van der Does had bijvoorbeeld een Volkswagen Passat stationwagen. Biesiot biechtte op dat hij, en vele andere ontwerpers, regelmatig uit het raam klom om even te ‘spijbelen’. Van der Does, Peter Zwart en administrateur Will Meester zaten aan de voorzijde van het gebouw, boven de officiële ingang en hadden zodoende niets in de gaten.

Emmastraat 54, Bussum © Beeld en Geluid

Emmastraat 54, Bussum © Beeld en Geluid

Het mediapark is heel wat minder veranderd dan Bussum de afgelopen jaren. Decorbouw is welliswaar afgeslankt en opgeschud; waar vroeger het houtmagazijn zat, is nu het decoratieatelier en waar eerst de stoffeerderij was, is nu machinale houtbewerking, enzovoorts. Alleen de smederij is nog steeds op dezelfde plek te vinden. De decorontwerpers zaten tussen 1970 en 1978 op de etage boven de ingang van het Decorcentrum, waar nu omroep MAX gevestigd is. Van de vriendelijke receptioniste -die precies op de plek zat waar Biesiot kantoor hield toen hij chef van de afdeling was- mochten we ook even op de ‘kantoortuin’ rondlopen en wijzen: wie zat ook alweer waar?

Indeling begane grond Decorcentrum in de jaren zeventig en tachtig  (met dank aan Johan Veenstra)

Indeling begane grond Decorcentrum in de jaren zeventig en tachtig (met dank aan Johan Veenstra)

Maar de verhalen en herinneringen waren eigenlijk al bij de koffie aan het begin van dit bijzondere uitje losgekomen na het zien van foto’s uit de tijd dat al die gebouwen er nog wel stonden (uit de archieven van de Historische Kring Bussum en het Instituut voor Beeld en Geluid). De voormalig-chefs memoreerden aan de moeizame vooruitgang, uitbreidingen en professionalisering op televisie-facilitair gebied. Vooruitgang van de NTS was in de ogen van de omroepverenigingen bedreigend, omdat de NTS/NOS immers ook een zendgemachtigde en dus een concurrent was. Het model van de BBC zagen Van der Does en Biesiot wel zitten, maar gezien de politieke situatie was dat toen ondenkbaar. En als de decorontwerpers in dienst waren getreden bij de omroepen? Dan was er weer geen afdeling geweest waarbinnen jonge ontwerpers, afgestudeerd in publiciteit of grafisch ontwerp -een opleiding scenografie bestond nog niet-, het vak hadden kunnen leren.

We eindigden het nostalgische tripje op een symbolische plek: (voorbouw)hal C. In deze ruimte projecteerde Biesiot eind jaren tachtig zijn plan voor een ‘exodus’ van decorontwerp uit de verstikkende ‘marmergroeve’. Zou de afdeling decorontwerp niet beter af zijn met een zelf geïnitieerde uitbraak, dan zinloos te blijven vechten om hun positie binnen de NOS te behouden? We zullen het nooit weten want in hal C kwam geen ‘New Babylon’, zoals Biesiot dat zich toen voorstelde. En zo hebben we in een middag alle lokaties die een rol speelden in de geschiedenis van de afdeling decorontwerp bezocht, van de twee kleine kamertjes in het Maagdenhuis tot de toekomstdroom in Hal C.

Bewegend beeld: Van Langeveld

Decorontwerpers in beeld gebracht, foto's voor het NOS jaarverslag van 1977 © Beeld en Geluid

Decorontwerpers in beeld gebracht, foto’s voor het NOS jaarverslag van 1977 © Beeld en Geluid

Decorontwerpers staan niet vaak voor de camera. Als ze al in beeld komen, kijken we meestal over hun schouder mee terwijl hun vak uitoefenen. We zien dus veel achterhoofden, schouders en handen met potloden of kwasten op papier. De ontwerper (en andere tv-medewerkers) blijven meestal zelfs geheel anoniem in dit soort reportages (de Polygoon-reportage met Jan P. Koenraads is een mooi voorbeeld). In De Rudi Carrell show (VARA, 1-5-1963) hebben ze het eens anders aangepakt. Hier grijpt de decorontwerper in tijdens het programma. Het is volledig ingestudeerd natuurlijk, maar het uitgangspunt is origineel.

Kennen jullie nog meer fragmenten waar een decorontwerper op vergelijkbare manier ingrijpt in het programma? Laat het me weten! Met dank aan Beeld en Geluid en de VARA voor het beschikbaar stellen van dit fragment.

Het begin: Henk Tilder

Begin bij het begin. Hoe komen de decorontwerpers bij de NTS? Dit verhaal gaat over de eerste jaren van Henk Tilder bij de NTS.

“Na een opleiding technisch tekenen en militaire dienst las ik een artikel uit De spiegel over televisiedecors. Dat leek me wel wat. Ik kwam terecht bij Decorbouw in de Kampstraat in 1962. Bij mijn sollicitatie kreeg ik te horen: ‘begin maar ergens en dan kom je er wel achter wat je wilt’. Zo werkte ik in verschillende ateliers.

DSCF3881

Decorbouw staat begin jaren 60 in de belangstelling. Lees de artikelen in de tijdlijn ’50 jaar tv-decor.

Op een dag komt een gedistingeerde man binnen met een map onder zijn arm. Hij legt zijn tekeningen op tafel en zegt: “Zo heren, dit gaan wij maken.” Die man was Fokke Duetz en wat hij deed, dàt was wat ik in De spiegel had gelezen, dàt wilde ik worden! Ongeveer gelijktijdig met Tijmen de Bree en Martien van den Dijssel, die later naar de maquetteafdeling gingen, heb ik toen de avondopleiding aan Artibus gevolgt. Het maken van werktekeningen had ik door een opleiding tot technisch tekenaar al onder de knie. Een paar jaar later werd ik ontwerpassistent en daarna decorontwerper.”

Fokke Duetz - Pommetje Horlepiep (NCRV, 1976). Prive-collectie Henk Tilder

Fokke Duetz – Pommetje Horlepiep (NCRV, 1976). Prive-collectie Henk Tilder

Helaas is het hele archief met tekeningen van Tilder verloren gegaan. In het kleine stapeltje bij hem thuis zat wel een aquarel van die gedistingeerde heer die zo’n indruk op hem maakte destijds. Het gaat om een ontwerpschets uit 1967 van de kamer van ‘moeder Maaike’ (Martje Kraats misschien?) uit de serie Pommetje Horlepiep (NCRV, regie Frits Butzelaar), een van de laatste programma’s waar Duetz als decorontwerper aan werkte. In het stapeltje zat ook een mooi werk van Wim Bijmoer (hier te zien), vrij werk van Frank Rosen en toch nog wat decorontwerpen van Tilder zelf. Hieronder zie je bijvoorbeeld zijn ballpoint-tekeningen voor de televisiebewerking van Ibsen’s De wilde eend (NCRV, 17-3-1981, regie Gerard Rekers).

Swiebertje

Bij Rinus Does thuis hangen een aantal decorschetsen voor Swiebertje. Twee prenten vertonen craquelé, maar de andere twee zijn in perfecte staat. De ontwerpen zijn niet gesigneerd, maar vermoedelijk zijn ze van Juliënn van der Erve. Via deze link kan je onderstaande schetsen vergelijken met de setfoto’s van het uitgevoerde decor: Gallery: Swiebertje.

Rinus Does begon in het decorcentrum aan de Kampstraat als werkvoorbereider, wat later Decor Productie Leider (DPL) zou gaan heten. In die hoedanigheid werkte hij onder meer mee aan Swiebertje. De taak van Rinus Does was het hele decor-productieproces in goed banen te leiden: de tekeningen verspreiden, ramingen maken, materialen bestellen, nacalculatie, aansturen van de uitvoerder en de verschillende vakgroepen, en later ook het opstellen van en onderhandelen over budgetten en contracten met vrije producenten zoals John de Mol. Does bewaarde bijvoorbeeld ook de productieschema’s en contracten voor De 100.000 gulden show en Ron’s Honeymoon quiz die beide in Aalsmeer opgenomen zijn in decors van Roland de Groot.

Sterrenshow, ontwerp Hub Berkers

Does heeft ook een stapeltje detailtekeningen en planningen voor shows uit de jaren tachtig, zoals de Sterrenshow (Hub Berkers), de Showbizzquiz (Richard Heidentrijk), Op naar de top show (Auk de Vries), de Lotto show (Guus van den Heuvel), Klassewerk (Johan Verhoog), Karel (Mia Schlosser), Strand cross (Arnold Kroon), In de hoofdrol (Peter Gabriëlse) en Kwistig met muziek (Jan P. Koenraads).

Naast programmamateriaal kon Rinus Does me ook interessante bedrijfsmatige documenten laten zien, onder andere het mede door hem ontwikkelde PRISMA project-informatiesysteem (1984), een functiebeschrijving van de nieuwe functie ‘estimator’ (1988), een overeenkomst tussen het NOB en de vakbonden over de grote ontslagronde van 1991 en een aantal marketingbrochures van het NOB. Deze en andere documenten over het decorproductieproces en de NOS/het NOB zijn een goede aanvulling op de bronnen over de geschiedenis van de Afdeling Decorontwerp en zal ik daarom binnenkort toevoegen aan de tijdlijn ’50 jaar tv-decor’.

Bewegend beeld: Jan van der Does en Jef de Groot

De AVRO zendt in seizoen 1959/1960 een achtdelige serie over televisie uit (Dat is TV) in het kinderuurtje op woensdag. In de derde aflevering is het decor aan de beurt. Ageeth Scherphuis ondervraagt Jan van der Does en Jef de Groot over de totstandkoming van een decor. Als voorbeeld nemen ze de aankomende Weekendshow. We krijgen een kleine rondleiding bij Decor Uitvoering, de afdeling van Jan Noorda waar houtbewerkers, schilders en andere vakmannen aan de verschillende zet- en hangstukken werken en waar Ger Nooy achterdoeken schildert. We zien de opbouw in de studio en de repeties met artiesten en changementen.

Ook leuk: de foto’s van de decormaquette voor de Kerstuitzending van de Weekendshow enkele weken ervoor: Gallery: Weekendshow en de papieren ‘drie-in-een’ maquettes die Jan van der Does voor enkele andere Weekendshows maakte.

Met dank aan de AVRO en Beeld en Geluid voor het beschikbaar stellen van dit fragment.

Herinneringen aan Jo Rens?

Jo Rens werkte van 1965 tot zijn dood in 1972 als decorontwerper bij de Afdeling Decorontwerp. Nick de Weerd stuurde dit prachtige portret gemaakt door Cor Hermeler. Als je meer informatie hebt over het leven en werk van Jo Rens, (zodat ik zijn biografie en oeuvrelijst in de Beeldengeluidwiki aan kan vullen) of als je een herinnering aan deze ontwerper wil delen, dan hoor ik graag van je.

Jo Rens, getekend door Cor Hermeler

Jo Rens, getekend door Cor Hermeler

Collectie Biesiot: bijna klaar

Reeds! Alle ontwerpen, foto’s, maquettes en documenten uit het archief van Freek Biesot hebben een nummer, beschrijving en zijn gekoppeld aan de juiste programmatitel en uitzenddata. De kar met zuurvrije archiefdozen is overgebracht van de decorhal van Hollandse Handen naar het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid.

wikiEen hele heisa, maar we zijn er nog niet helemaal. Zoals aangekondigd hebben Freek en ik de mooiste en meest bijzondere stukken uit zijn collectie van veertig jaar decorontwerpen gefotografeerd. Stukje bij beetje komt dat materiaal online te staan in de Beeldengeluiwiki.nl en op de persoonlijke website van Freek. De laatste is nog in aanbouw, maar in de wiki zijn al een aantal ontwerpschetsen en maquettes uit de schenking te zien. In de rechter kolom van zijn Oeuvrelijst is te zien welke programma’s al een zogeheten Gallery met beeldmateriaal hebben. De ontwerpen en maquettes voor Barend is weer bezig, Waar heb dat nou voor nodig en Van Oekel’s Discohoek staan bijvoorbeeld al online. Verdomd interessant!

Bewegend beeld: Tentoonstelling ‘Buiten beeld’ (1962)

Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid plaatst regelmatig fragmenten uit het omvangrijke televisie-archief online. In het kader van dit onderzoeksproject gaan Beeld en Geluid en ik op zoek naar mooie en bijzondere fragmenten over de Hoofdafdelingen Ontwerp en Decorbouw.

Ik bracht al eerder twee filmpjes van Beeld en Geluid onder de aandacht waarin ondere andere Jan P. Koenraads in beeld kwam: een ‘achter de schermen’-bezoek van Polygoon aan het decorcentrum in 1975 en een verslag van een bezoek aan de Polygoon studio’s uit omstreeks 1950 (hier te zien).

Het volgende fragment wat ik onder de aandacht wil brengen, bestaat uit filminlassen van een reportage over de tentoonstelling ‘Buiten beeld’ in Apeldoorn. Deze opnames zijn gemaakt voor het NTS journaal van 22 april 1962. De opnames lijken ongemonteerd en helaas is het geluid niet bewaard. Ook Televizier deed uitgebreid verslag van de tentoonstelling en de opening, zodoende is veel bekend over de aanwezigen en de tentoongestelde werken.

De tentoonstelling kwam tot stand doordat Peter Zwart en B.S.C. van de Weerd, ambtenaar van kunstzaken bij de gemeente Apeldoorn goed bevriend waren. (Zwart bewaarde de een brief over de tentoonstelling van Van de Weerd aan Arie van den Dool over de financiële afspraken, deze brief is hier te lezen.) Zij maakten plannen voor een tentoonstelling met vrij werk van Zwart, maar die had niet genoeg werk om de tentoonstellingsruimte te vullen. Daarop nodigde hij ‘zijn’ groep ontwerpers uit. De negentien ontwerpers van de NTS Hoofdafdeling Ontwerp stuurden in totaal 84 werken in uit verschillende disciplines. Het vrije werk kwam te hangen en staan in de grote langwerpige zaal en in een kleiner, belendend kamertje waren televisie-ontwerpen te zien.

Jan van der Does tekende zijn zoon

Jan van der Does tekende zijn zoon

In dat kleine bijkamertje stonden onder meer een maquette voor een theater, gebruikt in het programma Bobbeltje en een kasteel uit Pipo de clown. Er zijn ook titelrollen, titelkaarten en vermoedelijk ook decorschetsen te zien geweest. Maar de meeste aandacht gaat in het Journaal-item en het Televizier-artikel uit naar het vrije werk: de kop van Beethoven door Peter Zwart, de snelle wagens van Cor Hermeler, ontdeugende tekeningen van Walter Schoorl, een spiritueel werk van Fokke Duetz, een portet van de zoon van Jan van der Does (wat nog steeds bij Van der Does thuis hangt), een wandecoratie van Peter Keesom, modeontwerpen van Willemien Reijinga en een plastiek van Hans Christiaan van Langeveld.

Het volledige Televizier-artikel is via deze link als PDF te lezen. (De datum boven het artikel klopt niet.) Screenshot from 2014-02-02 15:11:02

Zie ook Tentoonstelling Buiten beeld in de tijdlijn ’50 jaar tv-decor’.

Met dank aan de NOS voor het beschikbaar stellen van het fragment uit het NTS journaal en aan Beeld en Geluid voor het uploaden van de video.

Lokatie: Kampstraat

© Beeld en Geluid

Verhuizers van de fa Nijman © Beeld en Geluid

Op deze pagina in de Beeld en Geluidwiki.nl heb ik, met veel hulp van Leo Ooijkaas, een groot aantal foto’s geplaatst van het Decorcentrum aan de Kampstraat in Hilversum. De foto’s zijn gemaakt begin februari 1972 bij de verhuizing naar de nieuwbouw op wat nu het Mediapark heet. Er zijn die dag ook filmopnames gemaakt, maar helaas zijn deze (nog?) niet digitaal beschikbaar. Herken je iemand, of komt een mooi verhaal of anekdote naar boven? Mail het door naar info@vormvanvermaak.nl of laat een reactie achter onder dit bericht.

Rinus Ides in de bloemenopslag in Voorbouwhal 2 - © Beeld en Geluid

Rinus Ides in de bloemenopslag in Voorbouwhal 2 – © Beeld en Geluid

Het begin: Arnold Kroon

Begin bij het begin: de sollicitatie. Hoe komen de decorontwerpers binnen bij de NTS? Wat wordt er van hun gevraagd? Het vijfde verhaal in deze rubriek is van Arnold Kroon. Op 15 augustus 1955, een dag nadat hij zeventien is geworden, begint Arnold Kroon als leerling timmerman bij de NTS. In 1962 wordt hij ontwerpassistent bij decorontwerp.

Arnold Kroon, ca 1962

Arnold Kroon, ca 1962

“Ik verdiende 18 gulden en 40 cent, de brief heb ik nog. Er werkten toen zo’n acht mannen onder leiding van Jan Noorda en zijn secretaris Vermeij: Jac Hey, Kees Letter, Jan Blaak, Kuipers, Van Bentum, Chris de Brueys en decorateur Ger Nooy. Met Ger Nooy hadden we altijd ruzie want hij schilderde de achterdoeken op de vloer in de Ambachtsschool. Wij bouwden daar omheen de decors. Als je je voet per ongeluk op het doek zette, kwam hij gelijk met zijn kwast, pats op je schoen!

Als leerling timmerman werkte ik in de Ambachtsschool in Bussum, maar ook in het gebouw aan de Plaggenweg wat er bij werd gehuurd. Daar was de machinale, daar stond een circelzaag en op de as daarvan zat een boor om bijvoorbeeld pen-gat verbindingen te maken. In het begin moest ik daar oude verf van decorschotten krabben. Die schotten werden telkens opnieuw geschilderd en op een gegeven moment zal er dan een dikke laag verf op. Dagen lang hebben Chris Bruwijs en ik met een beitel staan bikken. Ik reed de schotten in een handkar van en naar de studio’s. Jack Hey reed ook schotten heen en weer. Hij had een BMW met een kap die omlaag kon, zo konden we de schotten erin zetten.

In Vitus kwam ik wel eens boven in het kamertje waar de regie zat. Vanuit die kamer kon je zo in de huiskamer van de bakker aan de overkant kijken. Dan zag je hem ‘s avonds na een dag hard werken binnenkomen, televisie aanzetten en lekker op de bank ploffen met de benen op tafel. “Moet je opletten”, zegt een technicus – ik weet niet meer hoe hij heet, maar het was een echte grappenmaker- en hij draait aan een knopje waardoor er strepen door het beeld gaan lopen. Niet alleen bij de bakker, maar door het hele land. Je zag de bakker zuchten, overeind komen, aan de knop op het toestel draaien tot het beeld weer goed was. Als hij net weer lekker zat, benen weer op tafel, draait de technicus het signaal natuurlijk weer goed.

Ik heb zelf ook wel eens onbedoeld voor een storing gezorgd. Naast Vitus was een smal steegje, daar moest je heel voorzichtig achteruit met de wagen om te laden en lossen. Er zat in dat steegje, hoog tegen de muur een kast met een noodschakelaar. Maar dat wist ik niet. Wij waren daar in de weer met grote schotten en stoten ze tegen die schakelkast, maar hebben niets in de gaten. In de studio breekt paniek uit, het hele gebouw zit zonder stroom! Wie heeft dat gedaan? Wij hadden helemaal niet in de gaten dat wij dat veroorzaakt hadden.

Na een avondcursus meubelmaken, werd ik timmerman en werkte ik tot eind 1958 bij de vakgroep machinale houtbewerking met Kuipers en Van Bentum. Tot oktober 1959 zat ik met het korps mariniers in Nieuw Guinea. In die tijd verhuist decorbouw naar de Kampstraat in Hilversum. Daar komt de opslag van rekwisieten, en textiel, er is een houtopslag en aparte ruimtes voor decoratie, houtbewerking, voorbouw en meer. Voor het vervoer van decors tussen Hilversum en Bussum komen diepladers.

Afd. Machinale houtbewerking in de Ambachtsschool, Bussum.  Kroon staat in het midden (tweede van links), op de voorgrond staat Hans Kuiper, rechtsachter Arie van Bente

Afd. Machinale houtbewerking in de Ambachtsschool, Bussum. Kroon staat in het midden (tweede van links), op de voorgrond staat Hans Kuiper, rechtsachter Arie van Bente. ©Beeld en Geluid

Na militaire dienst ging ik in de Kampstraat aan de slag als decoruitvoerder. Mijn vader zat er nogal achteraan. De jaren ervoor kwam hij elk half jaar naar Van der Kolk en Noorda om te vragen hoe het met mij ging en of ik mijn best wel deed. Na militaire dienst vond hij dat ik verder moest, ik ging naar de kunstacademie. Maar dat bleek een schilderschool te zijn, hij had zich vergist. Op de echte kunstacademie, Artibus, kon ik eigenlijk niet terecht omdat ik geen middelbare school diploma had. Omdat ik bij de televisie werkte mocht ik toch drie maanden op proef komen. Ik heb wekenlang boomschors getekent en werd aangenomen. De eerste drie jaar gingen me redelijk makkelijk af, maar in het laatste jaar kwam de creatieve kant en werd het wat moeilijker voor me. Na drie jaar op de academie kwam ik in 1962 op de afdeling decorontwerp.

Van der Kolk en Jan van der Does hadden zich hiervoor ingespannen, ik was een van de eerste ontwerpassistenten bij decorontwerp. Ik wist natuurlijk alle maten die bij decorbouw gebruikt werden en daar hadden ze bij decorontwerp veel plezier van. Zo heb ik in opdracht van Van der Does van alle studio’s een plattegrond getekent waarop de ontwerpen ingetekend konden worden. Op die plattegronden moest ook allerlei technische informatie over aansluitingen voor licht bijvoorbeeld. Van der Does wilde dat de drukker alles zou controleren, maar die man had daar helemaal geen zin in. Dus die betaalde mij om dat te doen en ik hield mijn mond tegen Van der Does.

In de begintijd toen ik ontwerpassistent werd, heb ik ook voor Peter Zwart getekend. Ik vond het moeilijk hem te benaderen, hij was er vaak niet en ik was jong en keek tegen hem op. Dus ja, bij meneer Zwart op kantoor komen, dat was wat. Ik had een tekening voor hem gemaakt, een Oostenrijks interieur geloof ik, maar ik had nog een vraag. Die ochtend had ik al een paar keer op zijn deur geklopt voordat er een bars “Ja, binnen” klonk. “Nou jongen, laat maar eens kijken wat je hebt gemaakt.”  Ik zei: “Ik heb nog een vraag, moet er een houten vloer of een tegelvloer in?” “Wat denk je”, vroeg hij, “wat denk jij nou dat daar in moet?” Voorzichtig antwoordde ik: “Ik denk een houten vloer.” Hij begint direct te schreeuwen: “Een houten vloer! Hoe kom je erbij!” Ik schrok me kapot, vergeet het van m’n leven niet meer. Maar later dacht ik, als ik gezegd had dat het een stenen vloer moest zijn, had hij waarschijnlijk hetzelfde gereageerd.”

Zie ook: