Decors van Dorus: Beppie

Dorus van der Linden haalt herinneringen op aan bijzondere programma’s en mooie decors. Ditmaal over de serie Beppie van de AVRO. Van deze comedie met magisch realistische touch zijn 12 afleveringen gemaakt en uitgezonden in 1989. Na een autoongeluk wordt Beppie (Sylvia de Leur) toegelaten tot de hemel, maar haar man Jacques (Johnny Kraaykamp sr.) moet eerst nog een goede daad verrichten. Hij wordt teruggestuurd naar hun oude huis, waar nu het gezin Leeflang woont. Beppie volgt de verrichtingen van haar man en geeft vanuit de hemel commentaar.

This slideshow requires JavaScript.

Dorus van der Linden: “Annie M.G. Schmidt had samen met haar zoon, Flip van Duijn en Haye van der Heyden een komische serie geschreven en er was een topcast met Adele Bloemendaal, John Kraaykamp Sr., Rijk de Gooyer, Sylvia de Leur en Nada van Nie. Producent BELBO ging de serie opnemen in een geïmproviseerde studio in Baarn. Via filmproducent Frans Rasker, die mede-producer was, werd ik voor deze serie gevraagd.”

“Omdat ik voor dit decor een andere weg wilde inslaan dan wat gebruikelijk is voor zo’n komische serie besloot ik kontact te zoeken met “Dutch Design” in Utrecht, waarmee ik in het verleden al eens prettig had samengewerkt. Ik kon als meubilering van mijn decor vrijelijk uit hun showrooms kiezen. Met het “Bloemenbureau Holland” had ik eenzelfde afspraak voor bloemen en planten en “Sie Matic” leverde de keuken van mijn keuze.”

This slideshow requires JavaScript.

“Zo werd het decor een staaltje van samenwerking met verschillende bedrijven, of beter gezegd; sponsering avant la lettre. Omdat ik de uitzichten uit de ramen van het huis ook niet naturalistisch wilde had ik in de vensters ‘n soort kathedraalglas laten zetten waarop de belichter zich kon uitleven.”

“Voor de leader heeft Martien van den Dijssel een maquette van het huis gemaakt, die stond op een landkaart en Kraaykamp sr. valt daar vanuit de hemel op af. De leader met de maquette van het huis heb ik samen met een cameraman en special effects opgenomen om dat de regisseur toen al in de montage zat! Ook de belettering is door mij bedacht. Dat was leuk, dan kon ik mijn oude vak weer eens toepassen.”

This slideshow requires JavaScript.

“De dag voor de opname in Studio Baarn was een kennismakingsborrel georganiseerd, met alle acteurs en medewerkers. Frans Rasker vroeg of ik Annie bij de arm wilde nemen en met haar als eerste door het decor wilde wandelen. Bloemenbureau Holland had voor deze gelegenheid flink uitgepakt en er stonden overal enorme bloemstukken. Waarop Annie mij vroeg: “Dorus, ik had er toch geen bruiloft ingeschreven?” Jammer genoeg was de serie bij het grote publiek niet zo’n groot sukses!”

Herinneringen aan … Herman Coenen (1928-2005)

Deze herinnering aan Herman Coenen is opgetekend door Freek Biesiot:

Portret van Coenen in het Limburgs Dagblad van 14-12-1973 bij het artikel 'Limburgers in Hilversum'

Portret van Coenen in het Limburgs Dagblad van 14-12-1973 bij het artikel ‘Limburgers in Hilversum’

“Een ontwerper die nog helemaal niet in beeld is geweest is Herman Coenen. Toch heeft ook hij zijn stempel gedrukt op de kwaliteit en de sfeer op de afdeling.

Herman kwam op latere leeftijd, nou ja ergens in de 40 op de afdeling. Hij kwam uit het zuiden, wel Nederlander, maar eigenlijk met hart en ziel een Antwerpenaar en deed er dan ook niet zijn best voor om zijn zuidelijke accent te verbergen. Zeker als hij een paar glazen bier op had, grensde dat aan het onverstaanbare, hoewel hij tegelijkertijd overduidelijk bleef articuleren bijna op het Duitse af. Niet de gemoedelijke tongval die wij van onze zuiderburen gewoon zijn. Soms liep dat zo uit de hand dat hij zijn rechtervuist opstak waarmee hij een angstaanjagend ogende zegelring met akelige stekels erop toonde en riep “Met één klap heb ik ze allemaal te pakken”.

Herman was veelzijdig en buitengewoon goed geïnformeerd, hij had een ongelooflijke kennis van stijlen en theatergeschiedenis en een maatschappijvisie die behoorlijk schuurde met de gangbare opinie. Maar hij had ook een volkomen andere benadering van het vak, eigenlijk paste dat niet helemaal in onze groep. Eerlijk gezegd kan ik me helemaal geen programma herinneren waar hij aan heeft meegewerkt, maar dat zal in het onderzoek hopelijk wel naar voren komen.

Het is moeilijk te reconstrueren hoe onze vriendschappelijke relatie nu eigenlijk tot stand kwam. In ieder geval kwam hij te wonen, samen met zijn vrouw en twee kinderen in de omroepflat in Breukelen, waar ik ook woonde. En ik geloof dat hij aan mij werd toegewezen om hem wegwijs te maken in de mores van het omroepbedrijf. Maar Herman was er de mens niet naar om op sleeptouw genomen te worden. Dus ging het eerder andersom.

Ik was bezig met een dramaproductie die gedeeltelijk in België moest worden opgenomen en dat gedeelte werd geproduceerd door de Belgische producer Erwin Provoost. Herman was mijn gids in Belgiëland en zo kwam het ook dat we behalve op goede filmlocaties, regelmatig in de Antwerpse kroegen verzeild raakten. Dat waren zware dagen/nachten want Herman en zijn Antwerpse vrienden waren goede innemers. Daar kon ik echt nog wat van leren en naar huis rijden was dan ook geen optie (Herman had om een of andere reden geen rijbewijs, wat achteraf gezien maar goed was ook).

Zodoende kwam ik regelmatig terecht in het huis van John Murat en zijn vrouw om te slapen worden gelegd; een andere wereld ging voor mij open, de echte Antwerpse scene. John zou later een van mijn beste vrienden worden, waarmee ik tot in de verste uithoeken van Italië, Calabrië, Terra Nova ben gaan zwerven.(daar zijn foto’s van want John was een professionele fotograaf) Met John heb ik later het programma Twee clowns en een kubus gemaakt, met als regisseur Jan Venema en bovendien heb ik hem een baantje bezorgd als docent drama bij de Nederlandse Film Academie, maar dit allemaal even terzijde.

Herman Coenen op een feestje, ergens eerste helft van de jaren 17. Foto uit archief van Freek Biesiot

Herman Coenen op een feestje, ergens eerste helft van de jaren 70. Foto uit archief van Freek Biesiot

Met Herman zijn ontwerpwerk heb ik verder niet veel te maken gehad, het was altijd goed, professioneel, maar op de een of andere manier niet spraakmakend. Hij paste niet zo goed in het regime en daardoor waren zijn ideeën vaak opwindender dan de realisatie ervan. In de ondergrondse kantine van studio 3 en 4 waren onze regelmatige drinkgelagen, stamgasten waren Herman, Jaap Binnerts en ik, meestal met een uitdijende en weer slinkende cirkel gasten rondom de steeds voller wordende aaneengeschoven tafels vol met lege en halfvolle bierglazen, die door deze en gene met uitpuilende dienbladen werden aangedragen. Eerst waren we dan altijd de leuke gasten die voor de sfeer zorgden, maar dat evolueerde vaak naar boze of geïrriteerde omstanders (acteurs, regisseurs, technisch personeel etc.) die gewoon rustig een glaasje kwamen drinken na een dag van hard werken.

Op een zo’n dag bleven Herman en ik samen over en werden eigenlijk de kantine uitgekeken. Ik zei: “weet je dat Fred Oster vandaag gaat trouwen?” “Nou”, zei Herman, “laten we hem dan gaan feliciteren!” En zo kwamen we aan bij de molen in Weesp waar Fred receptie hield, of zelfs ging wonen. Het was gezellig, en toen we daar beleefdheidshalve weer moesten vertrekken reed ik met Herman naar zijn woonadres. Hij was inmiddels gescheiden van zijn vrouw en woonde ergens op een kamer in Hilversum. Op weg daar naar toe kwamen we langs het café ‘Het Tolhuis’ en we vonden dat we daar nog een afzakkertje moesten gebruiken. Daarna werd het voor mij toch echt tijd om op te stappen want ik moest nog naar een verjaardag van de vrouw van een goede vriend van mij, boven Groningen …

Maar Herman wist van geen opgeven dus antwoordde hij: „Nou, dan ga ik toch met je mee”. Nou dat leek me ook wel gezellig, maar we realiseerden ons dat we nog helemaal niet gegeten hadden, en dan met zo’n tocht voor de boeg. Dus we bestelden vier porties kaas met mosterd en evenveel beugelflesjes bier om mee te nemen. Zo togen we op weg, alles ging goed tot we in de buurt van Deventer kwamen, het was inmiddels een uur of tien, waar we in een fuik van de politie reden voor een alcohol controle. Ik gooide snel mijn bierflesje achter in de laadbak van mijn bakkerseend, je weet wel, zo’n geribbeld koekblik op wielen, Herman had niks in de gaten. Het flesje lag daar leeg te klokken en hij proostte vrolijk door. De politieagent stak zijn hoofd voor het geopende raampje en zei: “Nou, dat ruikt hier lekker!” Ik antwoorde: “Ja, ik breng mijn vriend even thuis want die heeft teveel gedronken, maar ik rijd en hij drinkt.” “Ja, dat u rijdt dat zie ik, en waar komt u vandaan?”, vraagt de agent. “Hilversum” en “waar gaat de reis naar toe?” “Naar Ulrum!” Enige verwarring op het gezicht van deze agent, ongeloof want dit ging toch zijn begripsvermogen te boven. “Ehh, nou ja, rijdt u maar door”, dus weg was ik, zo hard als de 2CV maar wilde.

Rond middernacht arriveerden wij in Ulrum, je moet bedenken, we hadden toen nog geen TomTom, dus het was even zoeken in dat totaal verduisterde platteland, inderdaad daar word je wel nuchter van. Enfin, we waren op tijd om de jarige te feliciteren en het einde van de feestelijkheden mee te vieren. Herman had een kussen bemachtigd en zich onder de eettafel geïnstalleerd terwijl ik op de canape sliep. Herman werd om een uur of zes de volgende morgen, een maandag, wakker en zei: “Ik heb om 9 uur een ontwerpplanbespreking!” Hij nam de eerste bus naar Groningen en hoe dat verder is afgelopen heb ik niet meer meegemaakt, maar hij heeft mij verre overtroffen in plichtsbetrachting, dat is wel zeker.

Of dit verhaaltje iets bijdraagt aan de herinnering aan Herman Coenen weet ik niet, maar zo is het gebeurd. Veel later is Herman gaan samenwonen met Tineke van de telefooncentrale. Ik geloof dat ze gelukkig waren, maar Herman zijn hart gaf het uiteindelijk op. Toen ik hem jaren later nog eens sprak zei hij: “Ik ben nu helemaal van plastic van binnen”, maar het heeft niet mogen baten.”

Freek Biesiot

Zie ook de biografie en oeuvrelijst van Coenen in de Beeldengeluidwiki.nl. Aanvullende informatie over het leven en werk van Coenen zijn welkom, laat een reactie achter onder dit bericht, of mail naar info@vormvanvermaak.nl.

Decors van Dorus: Portretten

Dorus van der Linden haalt herinneringen op aan bijzondere programma’s en mooie decors. Ditmaal over Portretten, een liedjesprogramma met Jasperina de Jong, opgenomen op 28-7-1966, uitgezonden door de VARA op 4-11-1966 en wegens succes herhaald op 9-1-1967.

portretten 1

Dorus van der Linden: “Nico Knapper kwam bij mij met een plan voor een programma met Jasperina de Jong waarin ze liedjes zong van chansonniers als Jaques Brel. Als groot liefhebber van de teksten en manier van optreden van Brel stelde ik voor dat ik de teksten van de liedjes zou illustreren en dat we deze tekeningen, fotografisch opgeblazen, zouden gebruiken als decors. Hij wilde daar wel in mee.”

“Mijn plan was zo ambitieus dat ik in de weken daarna wel peentjes heb gezweet. Maar Gerardo Porto, die tegenover mij zat, moedigde mij aan: “jij bent de Gustave Doré van deze tijd!”, zei hij en dat gaf me natuurlijk wel vertrouwen. Het werd een mooie uitzending, maar een van de opgeblazen tekeningen werd na afloop door de persfotograaf meegenomen die hem daarna gebruikte als achtergrond in een schoonmaakmiddelreclame. Dat kan natuurlijk niet. Peter Zwart heeft daar persoonlijk werk van gemaakt!”

This slideshow requires JavaScript.

De screencaps hierboven komen uit het archief van Beeld en Geluid en geven een goed beeld van het programma. Knapper laat de tekeningen in zijn regie uitstekend tot hun recht komen. Door een aantal goed getimede close-ups, bijvoorbeeld in Janwillem Janszoon Berkema, krijgen we goed te zien hoe fijn en gedetailleerd ze zijn. Een aantal tekeningen hebben diepte gekregen, vooral de scene waarin De Jong als ongelukkige huisvrouw (Waar blijft de tijd) gekooid achter het getekende raamkozijn staat is fraai, en ook in de andere nummer interacteert ze op een of andere manier met de tekeningen.

Nico Scheepmaker roemde in zijn tv-recensie “het formidabele vakmanschap” wat van het programma afstraalde. Met de “ongeëvenaarde” zang en presentatie van De Jong, de “zeer goede regie van Nico Knapper, attent op alle nuances”  en de “verrassend-trefzekere tekeningen van Dorus van der Linden”, is het volgens Scheepmaker “het beste programma van de laatste tijd”. Het programma werd wegens de positieve reacties enkele maanden later opnieuw uitgezonden en er is ook een nieuwe, tweede productie met Jasperina de Jong en tekeningen van Dorus van gekomen. De tekening van een Parijs’ cafeetje hieronder is voor die tweede versie gemaakt. Ook hier weer een ruimtelijk element; de bovenste acht ruitjes kunnen open. Helaas kan ik deze uitzending niet vinden in het archief, dus hoe dat precies gebruikt is, weten we niet meer.

portretten

Roland de Groot: ESF1984

Roland de Groot - Eurovisie Song Festival 1984

Roland de Groot – Eurovisie Song Festival 1984

Toen het Eurovisie Songfestival in 1984 in Luxemburg gehouden werd, waren er nog geen LED-lampjes, computergestuurde lasershows, drukgevoeligge LED-vloeren, videowalls van tientallen meters oppervlakte en LCD-glaswanden die met een druk op de knop van mat naar helder kunnen veranderen. Desalniettemin wist decorontwerper Roland de Groot (met assistent Dirk Debou) een spektaculair decor te ontwerpen.

Tijdens de introductiefilmpjes van de deelnemende landen werkten 26 (Nederlandse) mannen in de kap van het Théâtre Municipal de la Ville de Luxembourg aan de changementen. Ieder heeft een eigen set touwen en een lijst met de standen. Voor de kijker thuis was het telkens een verassing hoe de hangende decordelen, herschikt en in nieuwe belichting te voorschijn kwamen bij de start van een nieuw liedje. Hoewel er in een paar liedjes een hangstuk in beweging komt of de belichting reageert op de muziek, zijn de grote changementen niet in beeld en dat is best jammer.

Gelukkig is er op aanvraag van Roland de Groot ook gefilmd tijdens de repetities. Er zijn opnames vanuit de kap, waar de trekken, vele touwen en de mankracht in beeld komen (zie het filmpje hierboven) en er zijn opnames gemaakt van de changementen zoals deze vanuit de zaal te zien waren (hieronder). Het zijn repetitie-beelden dus het witte plastic op de vloer hoort er natuurlijk niet te liggen. Gelukkig hebben alle deelnemers wel al de juiste kleding aan en kunnen we in deze opname ook de fantastsche coördinatie tussen licht, vorm en kostuums bewonderen.

Met dank aan Roland de Groot die deze opnames bewaarde en digitaliseerde!

Herken je iemand? Reageer!

Uit de depots: decortekeningen

Onderstaande tekeningen komen uit de nalatenschap van regisseur Jack Dixon

Hans Christiaan van Langeveld (waarschijnlijk)
Een zonnige morgen

Opname- en uitzenddatum 8-8-1962
Regie, vertaling: Jack Dixon
VPRO

This slideshow requires JavaScript.

Deze kluchtige komedie is geschreven door de Spaanse broers Serafin en Joaquin Alvares Quintero en gaat over een toevallige ontmoeting tussen een bejaarde man en vrouw, die elkaar vele jaren niet gezien hebben. Het blijken oude geliefden te zijn, maar dat willen ze eigenlijk niet aan elkaar toegeven. Vooral de twee acteurs, de oudste, nog actief spelende acteur Philippe la Chapelle en actrice Jacqueline Rooyaards-Sandberg en krijgen veel lof in de recensies.

Met de twee sterspelers gaat  Dixon in zijn regie een “symmetrische cadans” leggen, zo kondigt hij aan in Het vrije volk. Het spel leent zich volgens Dixon niet voor experimenten en speelt zich dus af in een naturalistisch decor, een romantische Andalusisch parkje dat uiteraard ook symmetrisch is ontworpen. De tv-criticus van de Leeuwarder courant: “Het was een aardig gevalletje, dat in een schitterend decor (alweer van Massimo Götz) werd gespeeld en goed op de beeldbuis werd gebracht.” Massimo Götz ontkent dat dit ontwerp van hem is. Gezien de tekenstijl is het waarschijnlijk een ontwerp van Hans Christiaan van Langeveld.

Els Salomons
Huize Liberty (A voice from the top)
Opnamedata 30&31-3-1966 en 5&6-12-1966.
Uitzenddata 11-5-1967 en 7-11-1967 (België)
Regie: Jack Dixon
VPRO

This slideshow requires JavaScript.

Deze eenakter met de werktitel A voice from the top is uitgezonden als Huize Liberty, eerst op Nederland 1 en enkele maanden later op de Belgische tv. Het is een kort tv-spel over rassendiscriminatie van Hans Roduin naar een hoorspel van Gerard Henley. Johan Kaart speelt een pensionhouder en Franklin D. Lafour is zijn tegenspeler. De laatste is student en reserveert telefonisch een kamer in het pension. De pensionhouder neemt de reservering aan, maar als de student aankomt, verandert de hij van gedachte. De vraag is dan of dat te maken heeft met het feit dat de student zwart is.

Els Salomons ontwerpt voor het spel een setje met de telefooncel vanwaar de reservering gemaakt wordt en de hal van het pension, waar het grootste deel van het spel plaatsvindt. Het pension is in het ontwerpplan een “oud huis met Jugendstil elementen” en de stutbalk met gipsen ornamenten in Jugendstil is een (bestaand?) ontwerp van collega Massimo Götz.

Uit de twee opnamedata op de tekeningen blijkt dat het decor twee maal opgebouwd is. Mogelijk is er iets mis gegaan met de eerste opname (van 5&6-12-1966) of is er, nog vóór de Nederlandse versie op tv kwam, al een andere, aangepaste Belgische versie opgenomen. We zullen het niet meer te weten komen, want beide opnames zijn verloren gegaan.

Biografie Weynand Grijzen

Via via vernam Willem van der Molen dat we in het kader van het onderzoek naar de voormalige afdeling Decorontwerp zoek waren naar zijn oom Weynand Grijzen. An Bergman, de tweelingzus van de moeder van Willem trouwde in 1957 met Weynand. Het huwelijk bleef kinderloos, maar met Willem onstond een zeer hechte band, zo sterk dat hij Weynand als zijn surrogaatvader beschouwt. Hij kwam graag en vaak bij op bezoek in Kasteel Groeneveld en later in Heino en weet zodoende veel van het leven en werk van Weynand.

De onderstaande biografie is geschreven door Willem van der Molen en de foto’s erbij komen uit de familie fotoalbums. Het archief met decorontwerpen voor televisie gaat binnenkort naar Beeld en Geluid en zal dan nader onderzocht en ontsloten worden.

Weynand Grijzen in 1970 Fotograaf: Sonja Scheffers

Weynand Grijzen in 1970 Fotograaf: Sonja Scheffers

Biografie Weynand Grijzen (9/6/1905 – 22/11/1994) – door Willem van der Molen

Van jongs af aan is Weynand bezig met tekenen. Zijn ouders, die een kruidenierswinkel drijven in Zwolle, hebben niets met kunst en hij niets met het milieu waar hij uit voortkomt. Na de lagere school gaat hij naar de plaatselijke HBS. Door zijn tekentalent slaagt hij er in om aangenomen te worden op de School voor Bouwkunde, Sierende kunsten en Kunstambachten in Haarlem. Daar raakt hij geïnspireerd door zijn leraar Samuel Jesserun de Mesquita en als de school wordt opgeheven (volgens Weynand door toedoen van premier Colijn, die de pest heeft aan het linkse en progressieve karakter van de school) volgt hij met andere studenten Jesserun de Mesquita, die naar Amsterdam vertrekt naar het Instituut van Kunstnijverheidsonderwijs, de latere Rietveld Academie.

Afstudeerwerk van Weynand Grijzen

Afstudeerwerk van Weynand Grijzen

Na daar geslaagd te zijn voor zijn eindexamen vertrekt Weynand in 1928 naar Berlijn, wat toentertijd voor kunstenaars dé plaats was om te zijn, met de bedoeling er een volgopleiding te volgen. Daar komt niet veel van terecht, de stad bruist te veel. Hij vindt er zijn eerste liefde, Chaja Goldstein, de van oorsprong Poolse zangeres van het Jiddische lied die hij begeleidt op de harmonica. Het is ook de tijd dat communisten en fascisten elkaar op straat te lijf gaan, met de fascisten als uiteindelijke overwinnaars. Weynand maakt net als vele andere jonge Nederlanders die naar Berlijn zijn getrokken zijn keuze: hij wordt een overtuigd communist.

In 1931 besluit hij terug te gaan naar Nederland omdat hij geen toekomst meer voor zich ziet in het snel verder radicaliserende Duitsland. Chaja volgt hem twee jaar later omdat het voor haar als bekende joodse artieste te gevaarlijk wordt in Berlijn. De relatie met Chaja is inmiddels bekoeld, maar tot het einde van zijn leven, als Chaja definitief en steeds eenzamer in Israel leeft, blijven ze contact houden.

Weynand ontmoet in Amsterdam het Franse echtpaar Dumont. Jacques Edme Dumont is kunstenaar (aquarellist) en ontwerper (mode en grafisch) bij het warenhuis Metz & Co. Jacques woont met zijn vrouw Nicole (née Baillon) op een etage op de hoek van de Leidsestraat en de Leidsedwarsstraat en Weynand trekt bij hen in. De Dumonts vernederlandsen niet, al zal Jacques voor zijn werk bij Metz & Co wel wat woordjes Nederlands hebben opgepikt, met als gevolg dat Weynand verfranst. Vrienden en familie uit Frankrijk zoeken de Dumonts op, raken bevriend met Weynand, die regelmatig tegenbezoeken brengt in Frankrijk. Zo woont en werkt hij afwisselend in Amsterdam en in Frankrijk.

Voor Het Volk tekent Weynand de rubriek 'Uit 't lever der sterren'. (25-2-1932, Koninklijke Bibliotheek)

Voor Het Volk tekent Weynand onder andere de rubriek ‘Uit ‘t leven der sterren’. (25-2-1932, Koninklijke Bibliotheek)

In de schrale jaren 30 vindt Weynand geen vaste baan en leeft hij van zijn illustraties voor talrijke, meest links georienteerde kranten en tijdschriften zoals De Notenkraker, De Waarheid en De Groene Amsterdammer. Voor de Radiogids van de VARA tekent hij regelmatig omslagen en illustraties voor programma’s als Onze bonte Avond, Zaterdagavond Stemmingen en Het ABC cabaret o.l.v. Wim Kan. Ook wordt hij bekend om zijn lange reeks van karikaturen van Nederlandse en buitenlandse politici die hij overal kan slijten. In zijn Parijse perioden slaagt hij er ook in om illustraties te verkopen aan allerlei bladen. Hij ontwerp bijvoorbeeld enige malen de cover van het blad Fantasio, le reflet de la vie de Paris.

De inval van de Duitsers verandert zijn leven. Als Duitse militairen het vliegtuig dat als reclame in het kantoor van de KLM op de hoek van het Leidseplein staat weghalen, raakt hij in paniek. Hij probeert zijn originele karikaturen en kritische tekeningen waar Hitler en kompanen veelvuldig in voor komen, te vernietigen door ze te verscheuren en steeds in kleine porties door de WC te spoelen. Daar is hij uren mee bezig en als hij klaar is, ontdekt hij dat gemeentearbeiders op straat bezig zijn het verstopte riool schoon te maken. De resten van zijn verscheurde tekeningen, waaronder tientallen karikaturen van Hitler in kleur, dobberen door de straat vol vijandelijke soldaten. De bezetters hebben nooit achterhaald waar die Deutsch feindliche tekeningen vandaag kwamen, maar hij werd zo een vroege onderduiker.

Kort daarna is hij met de Dumonts verhuisd naar twee etages in het pand naast het toenmalige stadhuis, waar de fotograaf Joop Colson een fotobureau (voor met name trouwfoto’s) runt. In de loop van de oorlog raakte Weynand steeds meer betrokken bij verzetswerk rond Colson zoals het vervalsen van identiteitspapieren. Ook verbergt hij met succes een ouder Joods echtpaar bij hem in huis. Ondanks zijn illegale werkzaamheden heeft Weynand waarschijnlijk niet echt geleefd als onderduiker, want uit zijn vele verhalen over die tijd is het duidelijk dat hij de hele oorlog buiten kwam.

Jacques Dumont en Weynand Grijzen op de stoep van hun appartement aan de Oudezijds voorburgwal.

Jacques Dumont en Weynand Grijzen op de stoep van hun appartement aan de Oudezijds voorburgwal. Met dan aan Nike Laufer, kleindochter van Jacques en Nicole Dumont voor de foto.

Na de bevrijding kan hij zijn vooroorlogse leven niet weer oppakken, want door de papierschaarste hebben kranten en tijdschriften geen ruimte voor frivoliteiten als illustraties en karikaturen. In de eerste tijd verdient hij nog goed aan het omtoveren van de grote zaal van Hotel Krasnapolsky in een “Amerikaanse dancing” voor de soldaten en een andere zaal in een “Amerikaanse bar” voor de officieren. Ook zalen in het Parkhotel en het Carlton worden door Weynand en zijn helpers getransformeerd voor de bevrijders. Met zijn kompaan Jacques Dumont probeert hij een reclamebureau op te zetten, maar dat komt niet echt van de grond.

Zelfportret Weynand Grijzen in het door hem en Ben Albach geschreven boekje 'De entourage van het lekentoneel' (1954)

Zelfportret Weynand Grijzen in het door hem en Ben Albach geschreven boekje ‘De entourage van het lekentoneel’ (1954)

De redding komt van de stichting Het Nederlands Volkstoneel, waar Weynand in dienst treedt als decorontwerper. Deze toneelgroep verzorgt in alle hoeken van het land voorstellingen, zodat Weynand lange dagen maakt. Samen met enkele bouwers moet hij steeds het eerst ter plaatse zijn om het decor en de rekwisieten te verzorgen en gaan zij ook als laatste weer terug naar Amsterdam. Dit verhindert niet dat hij er voor blijft werken.

Eind 1952 overlijdt plotseling Jacques Dumont. Er breken een aantal moeilijke jaren aan voor Weynand en ook de relatie met Nicole Dumont verwatert. Hij kalmeert in een harmonisch huwelijk met An Bergman, die hij bij zijn moeder leert kennen. Prompt na de trouwerij eind december 1957 raakt Weynand zijn baan als decorontwerper bij Het Nederlands Volkstoneel kwijt als gevolg van een fusie. Hij heeft geen geld voor een woning en zijn vriend Joop Colson biedt hem aan voorlopig bij hem in huis te komen wonen. Dat kan gemakkelijk want Joop is na de bevrijding met zijn vrouw en zijn moeder in Baarn gaan wonen in Kasteel Groeneveld, wat hij huurt van Staatsbosbeheer voor 1 gulden per jaar. Het gebouw is dan ook erg uitgewoond door eerst de Duitse militairen en na de oorlog door Canadese militairen die er gelegerd waren. Er zit geen ruit meer in de ramen, maar eind jaren vijftig heeft Joop dat allemaal weer verholpen. Weynand en An krijgen het souterrain in de grote, voormalige strijk- en naaikamer. Vanuit de grote ramen staan ze direct in contact met de vele dieren die in de tuin rondlopen en waarvoor ze de zorg op zich nemen. Het aanbod om naar minder vochtige en minder koude kamers boven in het huis te verhuizen, slaan ze daarom af.

Portet uit 1967 voor de VARA Gids

Portet uit 1967 voor de VARA Gids

Kasteel Groeneveld werd wel de dependance genoemd van kunstenaars sociëteit De Kring aan het Kleine-Gartmanplantsoen in Amsterdam. Weynand is na de oorlog niet weer lid geworden, maar vindt in Baarn bij Colson, de koning van de zoete inval, zijn oude vrienden terug, die even of iets langer de stad uit willen en hij maakt er nieuwe vrienden uit het milieu van kunstenaars en intellectuelen. Via hen lukt het hem toegang te krijgen in de televisie wereld en na een klein jaar in de WW gaat hij voor de NTS werken. Hij bouwt de reputatie op van een gedegen decorontwerper die vooral wordt ingeschakeld voor de toneelstukken, welke de omroepen in de jaren zestig bijna wekelijks uitzenden.

Als freelancer bouwt hij echter geen pensioen op en veel van zijn opdrachtgevers, die vaak ook vrienden worden zoals Peter (en Tanja) Koen en Willy van Hemert, proberen hem over te halen in vaste dienst te komen. Peter Zwart overhandigt hem zelfs tweemaal een sollicitatieformulier. Onderaan het formulier staan twee vragen: 1) bent u lid geweest van de NSB of aanverwante groeperingen; 2) bent u lid geweest van de CPN? Weynand is woedend dat NSB en CPN in één adem worden genoemd en bovendien heeft hij wijselijk voor iedereen bij de omroep geheim gehouden dat hij communist is. De tweede vraag wil hij dus niet beantwoorden. Peter Zwart probeert het later nog eens, want de NTS is bezig zich voor te bereiden op kleuren TV en dan was het verstandig toch te solliciteren. In dit formulier is de vraag over de NSB verdwenen, maar de tweede vraag over de CPN staat er nog steeds in. Weynand blijft dus een freelancer, veel aangevraagd door regisseurs maar zonder pensioenopbouw. Daar tegenover staat de bijzondere ambiance van Groeneveld, waar hij werkt in de natuur tussen de dieren, in plaats van op een kantoor.

Hond Bobbes in het bedje van Petra uit Pipo de Clown.  1967, fotograaf: A.K.M. Schindler

Hond Bobbes in het bedje van Petra uit Pipo de Clown. De kinderserie werd tussen 1966 en 1968 opgenomen op Kasteel Groeneveld. Fotograaf: A.K.M. Schindler

Het tijdelijke karakter van de onderhuur bij Joop Colson in Kasteel Groeneveld duurt tot Weynand met pensioen gaat in april 1970. Hij trekt met zijn vrouw in bij zijn zus in een landelijk huis dat zij heeft laten bouwen in Heino na verkoop van de door hen geërfde ex-kruidenierswinkel in Zwolle. In Heino, na zijn pensionering, leeft hij opnieuw in het groen met aan de ene kant weilanden en boerderijen, aan de andere kant bosranden. In het aangrenzend weiland lopen meestal paarden.

Begin jaren tachtig verhuizen Weynand en An naar een bejaardenwoning in het vlakbij gelegen Raalte. Weynand is in 1994 van ouderdom overleden en heeft niet hoeven meemaken hoe zijn vrouw door Alzheimer werd vernietigd. Hun as is in het najaar van 2004 uitgestrooid op een heuveltje achter in de tuin van Groeneveld tussen wat in het voorjaar lelietjes van dalen bleken te zijn.

In memoriam Cor Hermeler

In de aankomende NRC weekendkrant staat een ‘in memoriam’ geschreven door Henk van Gelder (op de achterzijde van het eerste katern).

Tekening van Cor Hermeler nav terugtreden Biesiot als chef - eind 1979

Tekening van Cor Hermeler nav terugtreden Biesiot als chef – eind 1979

Freek Biesiot stuurde me bovenstaande tekening toe: “Cor Hermeler legde wel eens stilletjes een tekeningetje op je bureau, deze lag er ineens ik toen ik bekend had gemaakt afscheid te willen nemen als chef van de afdeling….. ”

Roland de Groot vond ook eens zo’n verrassing van Hermeler op zijn bureau. Een levensecht stilleven van potlood, slijper en slijpsel. De Groot liet het hem signeren en het hangt nu prachtig ingelijst in zijn atelier.

DSCF4807

Decors van Dorus: voorheen ‘De Kindervriend’

Dorus van der Linden haalt herinneringen op aan bijzondere programma’s en mooie decors. Ditmaal over J.J. de Bom voorheen ‘De kindervriend’ (VARA, 1979-1980).

Dorus van der Linden als kapper, kinderleed in J.J. De Bom

Dorus van der Linden veroorzaakt kinderleed voor de leader van J.J. De Bom

“Frans Boelen kwam, na De Stratemakeropzeeshow met een programma waarvan teksten en ideëen wederom werden geleverd door het VARA-schrijverscollectief (Willem Wilmink, Hans Dorrestijn, Jan Riem, Karel Eijkman en Ries Moonen) en wat gepresenteerd zou worden door Wieteke van Dort, Aart Staartjes en Joost Prinsen. Frans Lasès (grafisch ontwerper) en ik (decorontwerper) werden door Frans Boelen gevraagd na te denken over het onderwerp ‘kinderleed’ voor de leader van het programma. Ik dacht gelijk aan: pak voor de billen; lievelingsbeest dood; tandarts; in mijn broek gepoept; haar afgeknipt; brillenglas kapot; vader gaat op elektrische trein staan. Bij de fotodienst van de NOS werden de foto’s hiervoor gemaakt waarin mijn twee kinderen en ik figureerden. Ik weet nog dat ik voor de foto ‘in mijn broek gepoept’ een jongetje, niet mijn zoon trouwens, een koude natte ‘kledder’ van ontbijtkoek en rode kool in zijn kruis drukte waarvan hij verschrikkelijk schrok! Dat leverde een mooie foto op.”

This slideshow requires JavaScript.

“Het decor was zo ongeveer ‘uni-color’, alleen de dingen waar het in die aflevering over ging of belangrijke dingen voor kinderen, zoals het speelgoed, waren ‘full-color’ en kregen zo alle aandacht. Het programma kreeg in 1979 de Nipkovschrijf. Het is nog steeds een van mijn lievelings-kinder-programma’s! De vergaderingen in ‘Hof van Holland’ in Hilversum met het schrijverscollectief en Harrie Bannink, waarbij iedereen zijn plannen inbracht en toetste, zal ik nooit vergeten.”

Cor Hermeler: eenakters Jack Dixon

In de depots heb ik nog een aantal tekeningen gevonden van Cor Hermeler. Het zijn decorontwerpen uit 1957, 1960 en 1962. Geen kinderprogramma’s maar serieuze kost: ontwerpen voor eenakters van Jack Dixon voor de VPRO. Deze en andere tekeningen en plattegronden (onder meer van Weynand Grijzen, Fokke Duetz, Peter Zwart, Jan van der Does) maken deel uit van een schenking van de zoon van de regisseur aan het voormalige Omroepmuseum en maken zodoende nu deel uit van de collectie van Beeld en Geluid.

De man, de kat en het meisje (VPRO, 2-3-1957)

© Beeld en Geluid

© Beeld en Geluid

Voor de VPRO maakt het niet uit of het zaterdag is en alle andere omroepen die avond show, variete en muziek uitzenden, zij houden zich aan hun taak en proberen het volk te verheffen met serieuze kost. Deze avond staan er na de introductie van professor L.J. van Holk en de voordracht van Carmiggelt, twee eenakters op het programma.

Jack Dixon vertaalde en regisseerde een stuk van Morley Roberts: De man, de kat en het meisje. Als ik de informatie uit de nabespreking uit Het vrije volk, de scene-tekeningen en het studio-plattegrond van Hermeler bij elkaar voeg onstaat er het volgende scenario. Een ziek meisje op een zolderkamer is aan haar bed gekluisterd. Door haar raam heeft ze uitzicht op de woning van een jongeman, een architect met modern stijlvol interieur met vlinderstoel en tekentafel. Ze wordt verliefd en probeert haar genegenheid kenbaar te maken door de jongen een kat te laten bezorgen (die scene speelt in zijn portaal). Andre van den Heuvel en Marijke Bakker speelden hun rollen volgens de recencent ‘met een fijnzinnige intuitie voor de broze sfeer van deze eenakter’ en het geheel ‘maakte een uitstekende indruk’.

© Beeld en Geluid

© Beeld en Geluid

Na dit romantische drama kwam de eenakter Wapenshouw (op de plattegrond aangeduid als Het wapen). Joes Odufre regisseerde deze ‘tragi-komische cocktail van tekst, muziek en mime’ van Mark Damen over wapens en hun rol in de problematiek van de mensheid. Deze zwaarmoedige kost werd ‘bijzonder cynisch uitgebeeld, getuigde van een venijnig sarcasme en zat vol met wrange symboliek.’ Dit stuk speelde zich af in de andere helft van studio Vitus in negen verschillende setjes.

Het is niet duidelijk of Hermeler ook dit decor ontwierp, ik heb er nog geen schetsen van gevonden. Het plattegrond in de NTS-stempel is akkoord getekend door Fokke Duetz. Peter Zwart was eind 1956 uitgeschakeld door een maagbloeding en moest enige tijd thuis blijven. Hermeler was al in het voorjaar van van dat jaar begonnen met decors voor kinderprogramma’s en moest dus door het wegvallen van Zwart al snel als volwaardig decorontwerper mee gaan draaien en daarvan zien we hier dus het bewijs.

Waar de vossen lopen (VPRO, 20-10-1960)

Van deze eenakter heb ik alleen een studioplattegrond gevonden. Vitus is op deze uitzendavond een stuk leger. Het neipende tekort aan studioruimte, wat je goed kan zien op de plattegrond hierboven (met 14 sets!), is nog niet voorbij, maar de VPRO maakt het zich deze avond gemakkelijk door een documentaire film (over Copernicus) en een telerecording van een BBC-circusprogramma uit te zenden. Verder komt alleen de vaste rubriek Aan de schrijftafel van professor Van Holk rechtstreeks uit de studio.

© Beeld en Geluid

© Beeld en Geluid

De eenakter zelf is zeker niet gemakkelijk zo blijkt uit de recensie in Het vrije volk (21-10-1960). Het spel is geschreven door Emile Bosch en draait om een Joods gezin en hun angst voor deportatie. Het spel speelt zich, zoals ook op het plattegrond blijkt, grotendeels af rond een ronde tafel waar twee kinderen in opstand komen tegen hun gelovigeen in hun lot berustende ouders. Bij die confrontatoe vallen harde woorden, letterlijk en figuurlijk, volgens De telegraaf (21-10-1960), waar het stuk overigens ‘pijnlijk, hoogdravend, nodeloos scabreus en ordinair’ genoemd wordt. De Vlaamse televisie wilde de eenakter aanvankelijk rechtstreeks overnemen, maar vond bij nader inzien het onderwerp te precair en durfte het niet aan.

© Beeld en Geluid

© Beeld en Geluid

Een gesprek tussen vier mensen aan een tafel is een lastige opstelling voor de regie. In een normale situatie zit je met vier personen in een ruitvorm, twee stellen zitten recht tegenover elkaar. Maar in zo’n opstelling is het onmogelijk alle vier de spelers in beeld te krijgen. De camera moet over de as, een van de camera’s in in beeld, of een van de acteurs is alleen van achteren te zien. In de plattegrond is ongeveer te zien hoe Hermeler en Dixon daarmee worstelden en tot een oplossing kwamen: stoel 4 schuift nog wat dichter naar stoel drie zodat camera twee, verborgen achter de deur naar de trap, de acteur op stoel 4 in beeld kan nemen.

Apollo van Bellac (VPRO 18-1-1962)

Het aardige aan de verzameling decortekeningen van Jack Dixon is dat ze, net als het plattegrond voor Waar de vossen lopen, zijn voorzien van zijn aantekeningen, opmerkingen en toevoegingen, waarschijnlijk gemaakt door regisseur en decorontwerper samen. Maar er moet een moment zijn waarop het ontwerp klaar is en er een grote stempel DEFINITIEF gezet wordt.

© Beeld en Geluid

© Beeld en Geluid

De eenakter Apollo van Bellac is geschreven door Jean Giraudoux. Het jonge meisje Agnes neemt een loopje met de ijdelheid van de mannen om haar heen (voor wie de plt wilt weten, zie Wikipedia). De voorstelling hierboven is een aanzicht van de hal van het kantoorgebouw waar alles zich afspeelt, vandaar de vele deuren rechts en links. De trap en de deur in het midden leiden naar de directievertrekken. In de recensies van De waarheid en De telegraaf (19-1-1962) wordt regisseur Dixon verweten dat de cameravoering te statisch was. De acteurs kwamen nauwelijks van hun plaats, bleven ‘als pilaren in de hal staan’. De speelse inhoud verdiende het volgens de critici om ook speels op het scherm gebracht te worden.

© Beeld en Geluid

© Beeld en Geluid

Cor Hermeler overleden

5-6-2014 Cor Hermeler overleden Afgelopen donderdag is Cor Hermeler overleden. Hermeler kwam midden jaren vijftig bij de NTS te werken als decorschilder. Al snel werd zijn tekentalent opgemerkt door decorontwerpers Peter Zwart en Fokke Duetz. Hermeler ging samen met Jan van der Does het grafische werk verzorgen: titelkaarten, titelrollen en zogeheten ‘animations’. Maar al in mei 1956, zo blijkt uit het stapeltje tekeningen dat ik afgelopen week bij Beeld en Geluid vond, ontwerpt Hermeler waarschijnlijk al zijn eerste decors. Decortjes moeten we misschien zeggen, want het zijn eenvoudige setjes voor de kinderuitzendingen. Veel decorontwerpers begonnen later ook op die manier, ze werden niet gelijk losgelaten op de prestigieuzere eenakters. De kinderprogramma’s waren een oefening in de praktijk, want een opleiding voor tv-decorontwerp bestond niet.

VARA kinderprogramma’s 1956-1957

This slideshow requires JavaScript.

AVRO kinderprogramma’s

This slideshow requires JavaScript.

NCRV kinderprogramma’s

This slideshow requires JavaScript.