
Peter Zwart ca. 1951
Voor het uitroepteken was de haan lange tijd het symbool van de VARA. De radio-uitzendingen van de socialistische radio omroep begonnen met het kraaien van de haan. Dat geluid symboliseerde de nieuwe dageraad, een hoopvol optimisme naar een toekomst waar socialistische idealen waarheid zouden worden. Toen men voor de eerste VARA televisie uitzending een herkenningsfilmpje nodig had was de haan dan ook een logische hoofdrolspeler.
Peter Zwart maakte dit filmpje voor de VARA. Zwart werkte rond die tijd ook bij Studio Geesink, ook wel bekend als Dollywood. De studio waar men reclamefilms maakte voor Phillips, Bols en internationale klanten. Die poppenanimaties waren meestal heel vermakelijk en ludiek: voetballende bierflesjes, dansende sinaasappelen. Ze worden nu allemaal gerestaureerd en gedigitaliseerd door het EYE Film Instituut (voorheen Filmmuseum).
Uit de schetsen van Zwart voor de VARA blijkt duidelijk dat hij putte uit de stijl van Dollywood. Een ondeugend haantje komt uit een kerktoren en knipoogt naar de televisiekijker. Misschien was het voor de VARA toch iets te ludiek en ook de kerktoren uit de schets zal misschien niet zo in de smaak zijn gevallen. De kerktoren werd de toren van het VARA gebouw en de haan stond trots helemaal bovenop.

Het filmpje zelf is verdwenen, maar dankzij de foto van Zwart met de maquette en de schetsen kunnen we ons nog wel inbeelden hoe het er uit heeft gezien. En het eindshot kennen we omdat iemand een foto vanaf het televisiescherm heeft gemaakt van die allereerste stationcalls. We weten zelfs wat televisievormgeving ongeveer kostte in 1951. Voor drie animatiefilmpjes van ongeveer 4 seconden en 3 titels rekende Zwart 250 gulden.

fragment uit een van de schetsen van Peter Zwart voor de VARA, ca 1951 (foto en schetsen komen uit de privé collectie van de erven Peter Zwart)


Titelrol nummer 3 uit de privé collectie van Marcel van Woerkom is voor een optreden van de ‘Canadian Sweethearts’. Een populair zangduo (het echtpaar Lucille Starr en Bob Regan) in de jaren zestig. Hun single ‘The French Song’ is rond 1965 enorm populair in Nederland. De AVRO nodigt ze uit voor een optreden met Nederlands combo.
Op 14 april zetten we tijdens het
Het programma heeft heel veel vormgeving nodig. Naast spetterende leaders en titelkaarten, moeten de optredens er natuurlijk ook waanzinnig uitzien. Meestal worden artiesten meerdere keren opgenomen; één keer in het decor, één keer tegen een blauwe wand, soms nog op locatie. Want als een liedje tien weken in de top 5 staat, wil men niet tien keer dezelfde opname uitzenden. Die variatie aan vormgeving wordt het handelsmerk van het programma.
Dat keyen (het combineren van twee opnames in één beeld) gebeurt de eerste jaren van Toppop nog in zwart-wit. Met de introductie van kleurentelevisie wordt het programma nog veel uitbundiger. Met behulp van de chroma-key techniek kunnen artiesten in elk gewenst decor geplaatst worden: een maquette, foto of grafisch ontwerp kan dienst doen als decor. Schupp ontwerpt enkele fantasieobjecten hiervoor. Een hoofd met een showtrap uit het oor, waanzinnige constructies die op ware schaal onbetaalbaar zijn om uit te voeren. Maar het werken met chroma-key en miniatuurdecors is toch ook lastig. De artiesten moeten heel precies op de juiste plek staan en er moet rekening gehouden worden met perspectief. De maquettes worden dus maar een enkele keer gebruikt. Op onderstaande foto zijn er een aantal te zien op een tentoonstelling in München 1974. De man met de bakkebaarden is natuurlijk Schupp zelf. 