Nieuwe tafel voor Nieuwsuur

“Zondag wordt in 2014 eindelijk een gewone dag”, zegt hoofdredacteur Joost Oranje tijdens de perspresentatie van Nieuwsuur oop 17 december 2013. Want, vanaf 4 januari is Nieuwsuur er iedere dag, ook gewoon op zondag dus. De uitbreiding van zendtijd is aangegrepen als aanleiding om eens te kijken wat er inhoudelijk en qua vorm beter kan. De pers kreeg 17 december alvast een sneak preview. Maar wat was er dan veranderd, vroegen sommige aanwezigen zich af. Het sprong niet direct in het oog en dat is volgens hoofdredacteur precies de beoogde reactie. “Het was tijd voor een kleine modernisering, maar we wilden de boel niet op zijn kop zetten”, vertelt hij. Dat de nieuwe tafel nauwelijks opvalt, kunnen de ontwerpers van Fisheye dus als een compliment opvatten. Hij past naadloos in het bestaande decor. Wat natuurlijk de vraag oproept: “Waarom iets veranderen als de kijkers het misschien niet eens op zal vallen?”

Nieuwsuur 2014

De nieuwe Nieuwsuur-desk met flexibele armen. Ontwerp Fisheye

Nieuwsuur decor 2010

Nieuwsuur decor 2010

Lieke Fillekers, hoofd regie van Nieuwsuur vertelt dat er een paar knelpunten waren ontstaan met de oude tafel uit het decor van 2010. “De armen van de tafel staan eigenlijk in een te kleine hoek. De camera’s gaan daardoor bijna over de as als ze de presentatoren of gasten aanschieten. Daardoor zijn de zijkanten van het decor relatief veel in beeld en de twee schermen en panoramawand juist weer te weinig. Daarnaast is het aantal zitplekken beperkt, soms moeten gasten tijdens de uitzending wisselen met de presentatoren en dat is rommelig en verwarrend. Niet alleen voor de gasten, maar ook voor de kijker, die opeens op dezelfde plek iemand anders ziet zitten. Met de uitbreiding naar zondag moet het programma beter in kunnen spelen op een uiteenlopend aantal gasten en verschillende presentatievormen.” Daarom werd een pitch uitgeschreven voor een nieuwe tafel.

Bedieningspaneel voor bewegende decoronderdelen van Fisheye

Bedieningspaneel voor bewegende decordelen van Fisheye

Het Belgische bureau Fisheye maakte eerder voor Nieuwsuur de opkomende beeldschermen, -‘transformer-schermen’ worden ze soms genoemd- en zij wonnen de pitch. De armen van de tafel van Fisheye hebben zoals gevraagd een wat wijdere hoek en en zijn langer zodat er meer gasten aan kunnen zitten.

Maar de “gouden vondst” is dat de armen in hoek en hoogte verstelbaar zijn. Fillekers legt uit: “We kunnen de armen dichter bij elkaar schuiven, bijvoorbeeld voor een debat, als je de gasten met elkaar wilt laten praten. De witte hoekjes rechts en links kunnen we er af halen. En de armen kunnen omlaag als er geen gasten zijn, dan zijn het gewoon decoronderdelen die perfect passen bij de achterwanden. Net als de schermen kan ik dat vanuit de regie bedienen.” Moeten we dus naast bewegende schermen, een bewegende tafel verwachten? “Nee hoor”, zegt Fillekers, “het is niet de bedoeling dat dat in beeld gebeurt. Er is zelfs een stop ingebouwd zodat de tafel niet ineens onder een gast wegzakt als iemand in de regie per ongeluk op de knop drukt.”

This slideshow requires JavaScript.

Het decor krijgt er dus twee bewegende onderdelen bij, maar eigenlijk is een groot deel van de studio, waar Nieuwsuur wordt opgenomen, beweegbaar. In 1994 werd studio 8 in het Videocentrum ingrijpend verbouwd. Er kwamen op afstand bestuurbare camera’s, een zeer geavanceerde regieruimte en om optimaal gebruik te maken van het geringe vloeroppervlakte werd een enorme draaischijf geplaatst. Op de draaischijf stonden de decors voor het Jeugdjournaal, het 8 uur journaal en NOVA opgesteld. Zo is met een kleine moeitje, een compleet changement uit te voeren. Een fantastisch systeem dat nog steeds in gebruik is met een kleine aanpassing: de vloer is in 2010 zo’n 40 cm opgehoogd tot gelijke hoogte met de draaischijf. Met als voordeel dat de decors wat groter kunnen, zonder dat je de draaischijf zelf ziet. De nieuwe Nieuwsuur-tafel bijvoorbeeld, steekt tijdens de uitzending over de draaischijf uit.

In een kwartier bouwen een stuk of vier man het NOS journaal om naar Nieuwsuur en omgekeerd. De panoramawanden van Nieuwsuur links gaan omhoog, de wanden rechts en het grote scherm staan op wieljes en komen links tegen de studiomuur te staan. De nieuwe tafel zweeft straks als een hovercraft op luchtkussens naar achter op de draaischijf. De vloer draait en dan staat daar al de achterwand van het NOS journaal. Dat decor is eveneens een ontwerp van Fisheye, zoals duidelijk te zien aan hun logo aan de achterzijde, maar ook aan het systeem met de luchtkussentjes. Wederom een innovatief idee van deze ontwerpers. “Het decor gaat er een beetje van trillen, maar het is veel beter dan zwenkwieltjes”, zegt een van de crewleden die meewerkt aan het changement.

Het huidige lichtplan (klik voor vergroting)

Het huidige lichtplan (klik voor vergroting)

De komende dagen staat de tafel al een aantal keer op de draaischijf, zoals nu voor de perspresentatie, maar het echte testen begint pas in het nieuwe jaar. Pas dan kan men ook aan de slag met het nieuwe lichtplan. Er wordt nog gewerkt aan de details: de stoelen krijgen weer een fris-witte bekleding en dan is er het hout in de nieuwe tafel dat onverwacht glimt. Fillekers: “Dat is wel zo met ontwerpers uit België, je wipt niet snel even langs. We hebben heel veel contact gehad, bijvoorbeeld over de verhouding beenruimte en techniek onder tafel. Je wilt ook dat de gasten comfortabel zitten. Het hout glimt nu meer dan verwacht, daar moeten we nog goed naar kijken. Gaan we het vervangen of is het misschien wel mooi?” In de tussentijd werkt Martijn Schimmer verder aan de tune. Het Gelders orkest speelde de muziek opnieuw in en de komende dagen mixt hij daarvan een nieuwe versie. Ook hier is het een kwestie van “bijschaven”, een kleine verandering aan de bestaande vorm.

Jan van der Does: 3 in 1

In het archief van Jan van der Does vonden we bovenstaande beschilderde kartonnen maquette uit 1959. Het is waarschijnlijk een van zijn eerste decors. Van der Does begon immers als grafisch ontwerper en stapte in 1959 geleidelijk over naar decorontwerp. Eind 1959 staat de ontwerpgroep onder zeer hoge werkdruk: Fokke Duetz en Peter Zwart zijn beide overspannen en zitten enige tijd thuis. Cor Hermeler staat er als decorontwerper alleen voor. Er komt weliswaar een nieuwe decorontwerper bij, Massimo Götz, maar ze moeten, zoals Götz het zich herinnert “tegen de klippen opwerken”. Collega graficus Ger van Essen neemt de leiding van de grafische onderafdeling over en zo wordt Van der Does de vijfde decorontwerper bij de televisie.

De maquette is voor het programma Changeant, opgenomen en uitgezonden op 21 maart 1959 door de KRO. Regisseur Ben Mettrop had om een decor gevraagd waarin gedanst kon worden. Het moest ruimtelijk zijn (vandaar het hoogteverschil tussen de drie zetstukken), maar natuurlijk niet te veel ruimte innemen. De dansers, Jeanne Asmann en Wim Voeten, moeten er immers vrijelijk doorheen kunnen zwieren. Het programma heeft naast de dansers nog twee andere acts: een Weense zanggroep genoemd De drie Gloria’s en de mondharmonica-virtuoos Max Geldray. Zodoende ontwerpt Van der Does een decor dat op drie manieren te gebruiken is. In de changementen tussen de acts worden de zetstukken opgetilt en 120 graden gedraaid. En gezien de titel van het programma zijn die changementen misschien wel in beeld gedaan, hoewel dat wel erg vooruitstrevend zou zijn. Voor de Gloria’s is er een klassieke Romeinse set met invloeden van Picasso, Geldray treedt op in een gestileerd pittoresk dorpje en de dansers bewegen zich tussen volledig abstracte vormen. Van der Does had het liefst zo’n opdracht waar om een modern, abstract, niet-naturalistisch decor gevraagd werd. Die opdrachten waren er niet zo vaak, dus als er zich een kans voordeed dan greep hij die.

Een paar weken later kreeg hij weer zo’n kans van regisseur Ger Lugtenberg bij het programma Weekendshow van 16 mei 1959. Ook van deze maquette is nog een deel bewaard en deze is in kleur, dus waarschijnlijk is het decor ook in kleur uitgevoerd. Dat gebeurde af en toe op aanvraag van de regisseur of artiest. Het was goed voor de sfeer in de studio en zeker als het een show betrof vanuit de Singer-concertzaal waar publiek bij aanwezig bij was, kon er natuurlijk geen grijs decor staan. De ontwerper moest in zo’n geval wel goed opletten dat de kleuren in grijswaarden ook een mooi plaatje opleveren voor de kijkers thuis.

Sinterklaas en Peter Zwart

De Telegraaf schrijft de maandag na de Sinterklaasuitzending van 1953: “Zwarte Pieten hadden in de studio Irene een Sinterklaasdorp opgebouwd.” Presentator Johan Bodegraven ontvangt een grote groep kindertjes in de studio en er worden spelletjes gedaan. De resencent vond het een rommelig en onoverzichtelijk programma, dat vooral voor de jonge kijkertjes te lang duurde: “vermoedelijk was deze middag voor de kinderen in de studio onderhoudender dan voor de kinderen in de huiskamers.”

Dat laatste is minder vanzelfsprekend dan het lijkt. In de experimentele periode van televisie zijn de decors geschilderd in zwart, wit en grijs. Dat geeft een kille, nare sfeer in de studio, zegt Peter Zwart in een interview: “Ik had altijd het gevoel, hoe het op mij overkomt zo’n decor, zo zal dat ook zijn voor de acteurs. Dus die komen in prachtig toilet en met gekleurde kostuums in zo’n grafkelder terecht.” En zo’n grafkelder is geen plek om de Bussemse kinderen en Sinterklaas in te ontvangen. Hij wil een decor in kleur maken, ook om regisseur Willy van Hemert, die inmiddels een goede vriend is geworden, te verrassen. Een soort Sinterklaas-surprise zeg maar.

Al enkele maanden ervoor start hij samen met een cameraman en belichter met kleurproeven tussen de repetities door. Hij houdt verschillende kleuren voor de camera en meet het resultaat, de grijstint die de camera ervan maakt dus. Zo ontstaat een kaart waarop van alle kleuren de vertaling naar grijs is op te zoeken. Een belangrijk werkje want sommige kleuren zijn voor het oog heel verschillend, maar voor de televisiecamera precies gelijk. Zwart brengt zijn opgedane kennis over televisie en kleur voor het eerst in de praktijk op 5 december 1953. Het zal voor Van Hemert waarschijnlijk niet echt een verassing zijn geweest. Want Zwart vertelt al in mei in kranteninterviews naar aanleiding van zijn studiobezoek aan de BBC over zijn proefnemingen met kleur en belichting (o.a. Eindhovens Dagblad, 26-5-1953). Maar het effect als het kleurendecor er eenmaal staat is voor iedereen wel een beetje een kadootje.

Zwart herinnert zich: “Toen je daar die Sinterklaas en Pieten zag in een decor – vrij simpel van kleur, maar toch in kleur!- dat gaf zo’n warmte. Eigenlijk hadden we daar iets doorbroken. Nog niet voor de kijkers, die wisten het niet, maar de mensen in de studio ervoeren het als veel prettiger.” Over de kosten is men bij de NTS iets minder enthousiast, want kleurenverf is immers veel duurder. Men blijft dus nog een tijd in zwart, wit en grijs werken. Zwart zal zich later intensief met het vraagstuk van kleur en televisie bezig gaan houden. Midden jaren zestig werkt hij mee aan de ontwikkeling van kleurentelevisie bij Philips waarvoor hij internationaal geprezen wordt en een gouden Eremedaille krijgt. Maar het begint dus allemaal met die Sinterklaasavond precies zestig jaar geleden.

Bronnen:

  • Sint voor televisie. De Telegraaf, 7-12-1953, p.2
  • Interview met Peter Zwart door Jeanne van Munster, VARA radio, 2-4-1977 (Beeld en Geluid, TaakId 553282)
  • Oral history van de omroep: oud-omroepmedewerker Peter Zwart door Harrie Vossen, 02-04-1991 (Beeld en Geluid, DocId 73837)

Herinneringen aan: Wim Bijmoer

In de rubriek ‘Herinneringen aan’ verhalen over decorontwerpers en ontwerpassistenten die er niet meer zijn. Deze keer: Wim (Willem) Bijmoer (1914-2000)

Freek Biesiot: “Willem Bijmoer was een theaterman en dat merkte je als hij in de buurt was. Grote gebaren, enorme stembuigingen, prachtige verhalen compleet met stemimitaties. Ko van Dijk kon hij goed nadoen, dan liet hij zijn stem bulderen. Hij was een bezeten tekenaar die tot tien enorme vellen op een dag volschilderde. Zijn talent had een keerzijde. Er waren maar enkele regisseurs die zijn enorme presence in de door hen gewenste richting konden sturen. Bovendien zijn zwierige schetsen niet altijd te vertalen in realiseerbare constructies van hout en schotten. De technisch tekenaars vervielen soms in wanhoop. Auk de Vries werkte vaak als zijn assistent, dat was een goede combinatie.”

Decorschets van Wim Bijmoer voor Café Chantant in het programma Hollandse glorie van Walter van der Kamp (AVRO, 1976). Decorontwerp voor deze productie deed Bijmoer samen met Theun van de Woestijne.

Decorschets van Wim Bijmoer voor Café Chantant in het programma Hollandse glorie van Walter van der Kamp (AVRO, 1976). Decorontwerp voor deze productie deed Bijmoer samen met Theun van de Woestijne. Collectie: Cor Straatmeijer.

“Hier openbaarde zich het verschil tussen theater en NOS. Bij theater kan je als ontwerper meestal met een klein vast decorbedrijf werken, met directe verbindingslijnen en intensief contact. In vergelijking was de NOS een enorm en vaak bureaucratisch, onpersoonlijk bedrijf waar alles via papier geregeld moest worden. Om te voorkomen dat de tekeningen mooier waren dan het resultaat was Bijmoer vaak te vinden bij de jongens van de bouw.”

Leo Ooijkaas stuurde een herinnering op die daar mooi bij aansluit:”Wanneer Wim -Willem noemden wij hem- Bijmoer bij de voorbouw van een door hem ontworpen decor even kwam kijken hoe het ging, presenteerde hij alle bouwers die met het decor bezig waren een sigaret uit een net nieuw geopend pakje. Roken was toen nog heel gewoon en bijna iedereen rookte. Nadat het decor bekeken en besproken was liet hij altijd het geopende pakje op de werkbank achter als extraatje voor de jongens. Zonder er iets over te zeggen, alsof hij het gewoon vergeten was. Ik vond dit altijd typisch iets voor een oude sociaaldemocraat, maar het was ook een beetje vooroorlogs.”

Freek Biesiot: “Willem was tegen elke vorm van machts-baasjes gedrag en enorm loyaal aan de afdeling. Hij kon geweldig kankeren op de bureaucratische wantoestanden. Op vergaderingen zat hij grommend van ergernis zich te verbijten om dan plotseling met een sprankelende anekdote de hele spanning te laten wegvloeien.”

“Willem wist veel van kunstgeschiedenis. Op latere leeftijd ging hij geillustreerde boekjes maken van zijn reizen. Daarin tekende en schreef hij dan over de lokale architectuur, decoratieve patronen, kunstgeschiedenis van de streek. Zo onderwees hij de jonge ontwerpers een beetje.” Hieronder zie je een aantal pagina’s uit zo’n boekje van een reis naar Griekenland (uit de collectie van Beeld en Geluid).

This slideshow requires JavaScript.

Ook een herinnering of verhaal delen? Stuur een berichtje aan info@vormvanvermaak.nl of aan Freek Biesiot.

Jan P. Koenraads: Polygoon-decors

Beeld en Geluid plaatst regelmatig fragmenten uit de omvangrijke Polygoon-collectie op YouTube, zoals afgelopen week een reeks items over film- en televisiestudio’s. We kunnen zien hoe Prins Bernard op 2 oktober 1967 de nieuwe studio’s in Hilversum opent met de formule: “attentie, cue orkest, camera een” en we krijgen een kijkje (in kleur) in het gerestaureerde Kasteel Nederhorst in Nederhorst den Berg waar de Toonder Studio gevestigd is (1973). Ook oudere filmstudio’s zijn te zien, zoals Cinetone in Amsterdam en Polygoon in Den Haag.

Laadt het filmpje niet? Klik hier

Op het moment van bovenstaande opnames (vermoedelijk rond 1950) werkt Jan P. Koenraads bij Polygoon. Hij begit er eind jaren dertig met het maken van titels en trucfilms en daarna doet hij ook artdirection en decorontwerp. Wellicht zijn het dus zijn tekeningen (en hand) die we zien en plaatst hij even later een wandje in de studio. Helaas is het lastig om de gelijkenis vast te stellen op basis van deze beelden. De decorschetsen lijken in ieder geval erg op de schetsen die Koenraads later maakte voor de NTS/NOS. Freek Biesiot bewaarde er een aantal en deze gaan samen met het archief van Biesiot in de loop van dit onderzoeksproject over naar Beeld en Geluid. Digitaal zijn ze al te zien in de gallery van Koenraads in de Beeldengeluidwiki. Heb je ook tekeningen of aquarellen van Koenraads in je bezit? Ik hoor graag van je.

decors polygoon (1)

Duidelijk herkenbaar in beeld is Koenraads in een ‘achter-de-schermen’-video uit 1975, ook uit de Polygoon-collectie. In deze reportage vanuit het decorcentrum van de omroep zien we daarnaast maquettebouwer Ton van Roemburg en enkele decorateurs, rekwisiteurs en decorbouwers bij de opnames van Swiebertje (NCRV) en de opbouw van De rode luitenant (aflevering van de serie Amsterdam 700, AVRO). Herken je een collega of jezelf? Laat een reactie achter onder de video of onder deze blogpost.

Schilderij verkocht via de televisie

In het voorgaande artikel over hoe Peter Zwart bij de NTS terecht kwam, noemde ik het al even kort: de verkoop van een van zijn schilderijen via de televisie. Het leuke is, er zijn ‘tele-snaps’ van deze uitzending.

Op vrijdag 8 mei 1953 zijn Zwart en zijn kunstwerken op televisie naar aanleiding van zijn expositie in Casino Hamdorff te Laren. Op maandag 11 mei schrijven alle kranten over wat er na die uitzending gebeurt:

LAREN, 10 mei – Hoe doeltreffend reclame voor de televisie zou kunnen zijn, bleek vrijdagavond, toen een TV-uitzending werd gegeven uit het Casino Hamdorff te Laren, waar Peter zwart momenteel beeldhouwwerk en schilderijen exposeert. Een van de doeken, voorstellende de Rialtobrug te Venetie, werd op het beeldscherm gebracht en kwam voor de ogen van een “kijker” in Gorkum. Deze stelde zich met de kunstschilder Zwart in verbinding en… de volgende dag was het schilderij verkocht. (De Telegraaf, 11-5-1953)

De fotograaf van de NOS is aanwezig en maakt foto’s, deze zijn hieronder te zien.

Uit het archief van Zwart komen nog twee bijzondere foto’s van fotograaf J.F. Oppenheim in Wassenaar. Op deze foto’s zien we het beeldscherm, het (Philips-)toestel met de draaiknoppen en een grafische verduidelijking van de herkomst van het beeld. Het signaal wordt vanuit de kerktoren van Irene in Bussum verstuurd naar de straalzender in Lopik. Dat signaal wordt door het televisietoestel van de fotograaf in Wassenaar ontvangen en gefotografeerd. De fotograaf zag, in navolging van de Britse John Cura, een handeltje in deze ‘tele-snaps’.

Die foto’s probeerde de dochter van de fotograaf of tamelijk brutale te slijten aan televisiemedewerkers. Dat kwam het NTS bestuur ter ore. Zij vonden met name de naamsvermelding van de NTS op de foto’s bezwaarlijk, maar er bleek niets strafbaars of vervolgbaars aan. Veel NTS-medewerkers lieten zich door de dochter van de fotograaf overhalen tot aankoop, ze duiken in een aantal verschillende archieven op, en waarom ook niet? Het was de enige mogelijkheid om een tastbaar aandenken te krijgen aan hun verschijning op het vluchtige medium.

Gezocht: Wie kent deze tv-pioniers?

In het archief van Peter Zwart, in beheer bij zijn jongste zoon Peter Zwart jr. zit een stapeltje interessante tekeningen waar ik graag meer over wil weten. Help je mee?

7032Het gaat om een set van vijf tekeningen die qua stijl, nummering en onderwerp duidelijk bij elkaar horen. De vijf tekeningen hebben allen het nummer 7032/18 en een volgnummer: 13 t/m 17. De wijze van nummeren is mij onbekend en het zijn daarom waarschijnlijk geen productienummers zoals die in de planning van decors werden toegewezen aan elke productie. De illustraties zijn misschien bedoeld voor drukwerk, de maataanduiding in augustijn wordt immers gebruikt voor corpsgrootte. De afbeelding ‘Het gabelkastje met de biggen’ zou dan omgerekend maar 5,5 cm breed worden.

Wat er op de tekeningen afgebeeld is, geeft waarschijnlijk de meeste aanknopingspunten om erachter te komen waar deze tekeningen toe dienden en wie en wat er op staat. Peter Zwart jr. herkende de man die hij als kleine jongen ‘Oom Frans’ noemde: cameraman Frans Marks die er net als Peter Zwart sr. vanaf de eerste uitzending bij is. Dan ligt het voor de hand dat hetzelfde geldt voor de andere afgebeelde personen. Zeker voor de man die afgebeeld is bij ‘de Donderdoos van Rosier’ en wiens kalender op oktober 1951 staat. Het zijn zeker technische lieden, misschien zelfs van Philips, hoewel er ‘MICO’ op het hondenhok staat. Maar wellicht is dat een van de vele grapjes in de tekeningen die alleen voor ingewijden te begrijpen zijn. Als je iets weet over deze tekeningen, de nummers en afmetingen of de mensen of machines die afgebeeld zijn, ik hoor graag van je…

UPDATE 4-4-2016:

Rosier maakt bij de eerste televisieuitzendingen deel uit van de technische staf van Philips die de NTS bijstaat in Studio Irene. Gabel is controletechnicus bij de Nederlandse Seintoestellen Fabriek en werkt als technicus mee aan de realisatie van de eerste televisieuitzendingen. Vermoedelijk gaan beide na enkele weken of maanden weer terug naar Philips en NSF. In het ‘hondenhok’ ligt ook een technicus, misschien ir. Mol, Pieter de Vlaam of Rotermundt  die alle drie vanaf de eerste uitzending in dienst zijn bij de NTS.

Gezocht: Grote en kleine productiegang 1974

Het was geen vrolijke bijeenkomst toen deze ‘Grote en Kleine Productiegang’ besproken werd in mei 1974. Dat is wel duidelijk uit de portretten die Cor Hermeler maakte van zijn collega’s. Het was in die roerige tijd dat de afdeling besloot haar eigen richting uit te gaan stippelen. Speelde dit ‘Procedureboek D.P.F.’ een rol in die periode van conflict en verandering? Daarvoor ben ik op zoek naar een complete versie (ik ken nu alleen de onderstaande drie pagina’s) en meer informatie over de standpunten van de ontwerpgroep ten aanzien van dit DPF-boekwerk. Stuur me een bericht als je me verder kan helpen!

Vlnr: Mia Schlosser, Fried van der Linden, ??, Richard Heidentrijk, ??, Jan P. Koenraads, Aart Terdue, Herman Coenen, Gerard Buurman, Boudewijn, Freek Biesiot, Tijmen de Bree

Vlnr: Mia Schlosser, Fried van der Linden, Arnold Kroon, Richard Heidentrijk, Jan P. Koenraads, ??, Aart Terdue, Herman Coenen, Gerard Buurman, Boudewijn (?), Freek Biesiot, Tijmen de Bree

Ineke Baartwijk, Peter Gabrielse , Will Meester, Guus van den Heuvel,  Misj Brouër

Ineke Baartwijk, Peter Gabrielse , Will Meester, Guus van den Heuvel, Misj Brouër

Mia Schlosser

Mia Schlosser

Deze (kopieën) van de voorbladen van de ‘Grote en Kleine productiegang’ komen uit het archief van Freek Biesiot. De registratie van zijn collectie is even op een lager pitje komen te staan de afgelopen weken, maar het streven is het project voor het eind van het jaar af te ronden zodat het archief definitief aan Beeld en Geluid overgedragen kan worden.

Hans Christiaan van Langeveld: Decorschetsen

Het prive-archief van Jan van der Does bevat naast zijn eigen ontwerpen ook enkele ontwerpen van andere televisieontwerpers. Zo zat er in een envelopje een lijstje en een aantal foto’s van decorschetsen van Hans Christiaan van Langeveld.

Mapje met foto's van schetsen van Hans Christiaan van Langeveld

Van Langeveld werkt een korte periode als decorontwerper bij de NTS, van 1960 tot en met 1964. De kwaliteit van zijn werk blijft niet onopgemerkt. Roland de Groot, collega en destijds goed bevriend met Van Langeveld, herinnert zich dat tijdens een bezoek bij Van Langeveld thuis aan de Oudezijds Voorburgwal in Amsterdam opeens Wim Sonneveld en Friso Wiegersma aan de deur stonden. Of hij alsjeblieft het decor voor zijn nieuwe televisieshow wilde maken.

In 1964 besluit Van Langeveld met zijn vriend Frank van Raay naar London te emigreren. Ze hebben daar geen vaste betrekking, maar hopen als freelance decor- en kostuuumontwerper bij de BBC en voor theatergezelschappen te kunnen gaan werken. Voor zijn portfolio laat Van Langeveld een selectie decorschetsen fotograferen en bestelt hij een afdrukken van uitgevoerde decors. Op het lijstje in de enveloppe van Jan van der Does is precies na te gaan wat Van Langeveld beschouwde als zijn belangrijkste ontwerpen.

Op het lijstje staan natuurlijk de Rudi Carrell shows waar Van Langeveld bekend mee wordt. De uitzending met zangeres Esther Olfarim als zeemeermin op een onbewoond eiland wint in Montreux zelfs een Zilveren Roos. Maar tekeningen voor deze shows zitten er niet in de envelloppe, helaas. Ik hoop later nog op terug te komen op de Carrell-shows. De andere decorschetsen die Van Langeveld meenam naar Londen zijn hieronder te zien.

Allegretto: Annie get your gun (NCRV, 20-4-1963)
Dit Amerikaanse decor doet dienst tijdens een programmaonderdeel van Allegretto waarin Jenny Arean en Jacco van Renesse enkele liedjes zingen uit de musical Annie get your gun. Het programma is eerder opgenomen met behulp van telerecording en om die reden bestaat de uitzending nog. De pers is niet erg enthousiast, Het vrije volk noemt het programma “beter” dan de NCRV-uitzending een maand eerder, maar “nog niet goed”. Maar, schrijft de recensent: “Het uitstekende gebruik, dat regisseur Fred Benavente van de belichtingsmogelijkheden van Studio A in Hiversum maakte, vergoedde weer wat.”

Allegretto (1) 20-4-1963

Brigadoon (NCRV, 25-1-64)
Brigadoon is een klein stadje in de Schotse hooglanden waar de tijd in 1700 is stil komen te staan. De inwoners mogen het stadje niet verlaten want dan zal het ophouden te bestaan. Dat wordt natuurlijk een probleem als een Amerikaanse bezoeker verliefd wordt op een meisje uit het sprookjesachtige stadje. Brigadoon is een monsterproductie met veel rollen (die onder meer vertolkt worden door Jenny Arean, Eric van der Donk, Luc Lutz, Ellen van Hemert, Jacco van Renesse, Rien van Nunen, Joeki vd Valk, John Leddy, Maarten Kapteijn), een koor, een orkest, het Scapinoballet, en The Gay Twens olv Kitty Knappert. Er werken meer dan zestig mensen aan en er zijn een kleine honderd kostuums voor nodig. Er zijn meerdere opnamedagen in Studio A voor nodig om alle massascenes (op een marktscene lopen zo’n zeventig mensen rond) op te nemen. Die opnames worden op Ampex vastgelegd en op 25 januari uitgezonden. Die uitzending is vervolgens weer op film opgenomen (Beeld en Geluid, DocId 114246).

Het onbegrepen geluk (AVRO, 27-2-64)
Opgenomen in de kleine Vitus studio in Bussum is dit spel heel wat bescheidener van opzet dan Brigadoon. Het televisiespel is uitgezonden als onderdeel van het vrouwenprogramma op donderdagmiddag van de AVRO en gaat over een man die bij een ongeluk een kind heeft overreden. Het is nergens besproken of gerecenseerd, maar het is waarschijnlijk toch wel in de smaak gevallen, want op 30-6-1964 is het spel nog eens herhaald tijdens de experimentele uitzendingen op het tweede net.

het onbegrepen geluk

De roof van de gordel (AVRO, 27-2-1964)
Op dezelfde avond als Het onbegrepen ongeluk,maar dan ‘prime time’, is televisiespel De roof van de gordel te zien. Het tv-spel, een vertaling van het verhaal van Benn Levy, is losjes gebaseerd op de negende opdracht van Herakles: het roven van de gordel van de Amazones. Femke Boersma en Ina van Faassen spelen de Amazonekoninginnen waar Hans Croiset en Wim van Rooy als Herakles en Theseus langzaam verliefd op worden. Dat bevalt Hera en Zeus uiteraard niet en die weten ten slotte toch een oorlog te forceren. Het televisieregiedebuut van Jan Retel wordt ook van te voren op Ampex opgenomen. Van Langeveld maakt drie prachtige decorschetsen. Op de foto’s die in de kranten staan, is daarvan maar weinig terug te zien, maar de uitzending is er nog wel.

Brieven van een dichter (KRO, 16-4-1964)
Luc van Gent regisseert dit televisiespel, gebaseerd op The Aspern papers, dat vooral opvalt omdat een van de hoofdrollen wordt gespeeld door de 87-jarige actrice Jacqueline Royaards-Sandberg. Ze speelt een vrouw die in haar jonge relatie een affaire had met een dichter. Een essayist probeert met een list de liefdesbrieven die zij daarvan bewaard in handen te krijgen. Daarbij wordt het nichtje -misschien wel de dochter van de dichter- verliefd op hem. Hij beantwoordt die liefde niet en zij verbrandt de brieven. Van Langeveld zorgt voor een Venetiaans palazzo met mooie doorkijkjes.

Vadertje Aarde (NCRV, 16-5-1964)
Musical geschreven en geregisseerd door Willy van Hemert en opgenomen in de grote nieuwe studio A. Een vliegende schotel met Coen Flink en Jacco van Renesse raakt uit koers en komt op de aarde terecht. Aan boord is ook verstekelinge Jenny Arean, een ‘ontaard’ meisje. Gelukkig voor haar komen ze in een omgekeerde wereld, waar onder andere de man-vrouw verhoudingen omgedraaid zijn. Als de twee astronauten zich in gaan zetten voor het mannenstemrecht loopt het natuurlijk uit de hand.

Hotel Het paradijs (AVRO, 18-5-1964)
Deze klucht van George Feydeau draait om de ‘overspelige liefde’ en is volgens de aankondiging in de Katholieke krant niet erg geschikt voor jeugdige kijkers. Er worden relatief veel toneelstukken van Feydeau op televisie gebracht en Van Langeveld ontwerpt al eerder een decor voor Die vrouwtjes van de wereld (VARA, 3-10-1963, regie Loet Steenbergen). Deze belle-epoque stukken zijn vaak een beetje ondeugend of zelfs pikant. Deze uitvoering wordt geregisseerd door Walter van der Kamp. Na het stuk is een herhaling uitgezonden van de Rudi Carrel show met Esther Olfarim. Weer twee Van Langeveld-decors op een avond dus.

De derde (AVRO, 18-6-1964)
Van dit televisiespel onder regie van Jan Retel met Eric Schneiders, Pim Dikkers en Annette Nieuwenhuyzen is geen opname bewaard gebleven, waarschijnlijk omdat het een rechtstreekse uitzending betreft. Het is een Amerikaans stuk en speelt zich af in het huis van een familie waar een geestelijk gestoorde man zich in weet in te dringen.

De buurman (KRO, juli 1964)
Dit spel speelt in Parijs. Een jonge studente heeft een akelige droom over een psychopatische buurman. De huiskamer op de onderstaande schetsen lijkt me iets luxueuzer en ruimer dan de gemiddelde Parijse studentenkamer, maar het halletje met dramatische lichtval is zeker een mooie set voor een nachtmerrie.

Zomeravondmelodie (AVRO, 4-7-1964)
In dit showdecor zingt Jo Leemans een aantal bekende liedjes. Te gast zijn zanger Louis Neef en diverse muzikanten. Ton Lensink draagt teksten voor van Ernst van Altena. “Zoete melodietjes” die “aardig en vriendelijk gebracht worden. Men behoeft er geen tv voor te hebben”, staat er in het Limburgs Dagblad. Een andere krant weet toch iets aardigs te melden:”Theo Ordeman diende het geheel tintelend en met fantasie op.”

zomeravondmelodie

Eve Boswell (AVRO, 26-9-1964)
Dit decorontwerp is in deze verzameling atypisch te noemen omdat het vrij abstract is. De Zuid-Afrikaanse zangeres Eve Boswell is in mei 1964 in Nederland op bezoek voor AVRO-radio- en televisieopnames. De opnames vinden plaats in de Cinetone-studio’s in Amsterdam. Er is voor de show van 40 minuten drie dagen aan studiotijd beschikbaar. Het lijkt even mis te gaan als de vocaliste keelpijn krijgt: “De dokter heeft me een soort doping gegeven, aangezien ik anders niet verder had kunnen zingen”, vertelt Boswell aan De Telegraaf. Televisiekijkers moeten daarna nog vier maanden wachten tot haar show uitgezonden wordt. De regie is van Theo Ordeman.

eve boswell

Biederman en de brandstichters (VARA, 12-11-1964)
Dit is een cynisch stuk van Max Frisch. Een man die overtuigd is van de goedheid van de mens laat twee vreemdelingen in zijn huis. Zij zijn echter niet te vertrouwen en steken het huis in de brand. Willy van Hemert schrijft in zijn memoires (Bekijk het maar: 25 jaar televisiebelevenissen, 1976) dat het een Belgische productie is. Dat niet het hele huis op de schets staat klopt, het huis is grotendeels doorzichtig. De brand wordt visueel gemaakt door catcrackers, gashouders en tanks die om het huis staan opgesteld. De brandweerlieden zijn dansers die op een vorkheftruck binnen komen rijden. “En laat niemand zeggen, dat er in ‘t Vlaanderland geen talent huist”, schrijft van Hemert.

Vadertje Langbeen (NCRV, 14-11-1964)
Daddy Long Legs is geschreven door Jean Webster en verschillende malen verfilmd, ook voor een Nederlands publiek door Friedrich Zelnik met Lily Bouwmeester in de hoofdrol (1938). Willy van Hemert bewerkt het verhaal tot een televisiemusical. De hoofdrollen zijn voor Jenny Arean als kostschoolmeisje dat verliefd wordt op haar rijke weldoener. Maar daar komt ze natuurlijk pas aan het einde van het verhaal achter. De weldoener wordt gespeeld door de succesvolle Amerikaans-Nederlandse acteur John van Dreelen (in Nederland bekend als (zoon van) Jack Grimberg). Van Dreelen is bijna verhinderd omdat de opnames voor de Amerikaanse film Von Ryan Express uitgesteld worden. Zijn tegenspeler Frank Sinatra heeft er voor gezorgd dat Van Dreelen toch op tijd naar Nederland kon komen voor Vadertje Langbeen, zo schrijft De Telegraaf.

This slideshow requires JavaScript.

Nacht in de middag (NCRV, 28-10-1965)
Dit televisiespel ligt lang op de plank, -Van Langeveld is waarschijnlijk al lang en breed in Londen- want tussen opname en uitzending zit bijna een jaar. Het is geen vrolijke kost, het verhaal van Arthur Koestler gaat over de verstikking van de dictatuur in Stalins Rusland. Het speelt zich, zoals op de plattegrond te zien is, grotendeels af in de gevangenis.

nacht in de middag

Pien Duetz over Fokke Duetz

Fokke Duetz ca 1960

Fokke Duetz ca 1960

Fokke Duetz (1910-1989) is van maart 1955 tot zijn pensioen in 1975 decorontwerper geweest bij de NTS/NOS. Hij was de tweede televisiedecorontwerper in Nederland en kwam, net als Peter Zwart en Jan P. Koenraads, uit de filmwereld. Ik sprak met zijn dochter Pien Duetz:

“Mijn ouders zijn beide geboren in Indonesië en op hun twaalfde naar Nederland gestuurd voor school. Maar toen kenden ze elkaar natuurlijk nog niet. Mijn vader werd goed verzorgd, in zijn vroege jeugd door zijn baboe en later in Den Haag door zijn tante en nichtjes. Gooide zijn kleren overal neer en bekommerde zich nergens om. Dat was snel voorbij toen hij met mijn moeder trouwde.

Mijn moeder zat op een dag in de tram, zag hem lopen en dacht ‘dit wordt hem’. Later kwam ze hem tegen op een feest van een vriendin die net als hij op het conservatorium zat. Sindsdien was het aan. Zijn toekomstige schoonouders vonden het helemaal geen goed idee. Na zijn studie aan het conservatorium ging hij nog naar de kunstacademie. Daar was natuurlijk geen droog brood mee te verdienen. Later vertelde hij ons een mooi verhaal over zijn studententijd. Aan het eind van een feest of wilde avond zetten zijn studiegenoten de punt van zijn paraplu in de tramrails, anders kon hij niet meer thuis komen. Dat verhaal hebben mijn broers, zus en ik nog vaak aangehaald toen we zelf die leeftijd bereikten.

Mijn vader werkte bij Cinetone en de Toonder Studio lag daarnaast. Over en weer was er veel contact, hij heeft daar ook gewerkt en kende Marten Toonder. Waarschijnlijk is hij zo in contact gekomen met Peter Zwart die daar ook nog regelmatig werkte begin jaren vijftig. Mijn oudste broer Fokke heeft gefigureerd in de Amerikaanse televisieserie die bij Cinetone gefilmd werd, net als mijn vader trouwens, die is op foto’s te zien als gevangene. Hij werd later cameraman, net als mijn jongste broer Evert, die werkte voor de Fabeltjeskrant. Mijn zus Carla kwam ook bij de televisie terecht, zij werd scriptgirl bij de NCRV, productieleider zouden we nu zeggen. Ze zijn alle drie al overleden.

Extra informatie bij deze fotogallery: In 1954 filmt Cinetone 24 afleveringen van een half uur van de spionageserie Secret File USA. Deze serie is bestemd voor de Amerikaanse televisie. Fokke Duetz is samen met verzetsheld en architect Jaap Penraat verantwoordelijk voor de artdirection van de serie die in 24 weken opgenomen moest worden. Er zijn ook twee foto’s van Duetz met regisseur Gerard Rutten en editor Lien d’ Oliveyra. Daarmee werkte hij aan de succesvolle film Sterren stralen overal (1953). De foto’s hierboven komen (muv de knipsels) uit het prive-archief van Pien Duetz, fotograaf is niet bekend.

Pien Duetz: “Ik ben in 1949 geboren als vierde kind in het gezin. We woonden tot mijn negende in Amsterdam en zijn toen verhuisd naar Bussum. Tot mijn zevende heb ik mijn vader amper gezien. Ja, in het weekend, maar dan zat hij altijd te lezen. Ik weet dus niet zo heel veel van zijn werk toen, dat vind je als klein kind ook helemaal niet zo interessant. We hadden wel in de gaten dat hij bekend was, zeker in Bussum. Mijn broer Evert werd altijd gevraagd of zijn vader dé Fokke Duetz bij de televisie was. Ze wilde allemaal de studio bezoeken. Mijn broer was het op een moment zat en heeft toen gezegd: “nee, mijn vader is TumTum-koning”. Ook niet handig want toen wilden ze allemaal snoepjes van hem.

In Bussum kan ik me de Ambachtschool nog wel herinneren. Het was een raar vierkant gebouwtje met een gangetje naar studio Irene. Ze zaten op de tweede of derde verdieping en het was er echt een zooitje. Ik zat daar af en toe te tekenen bij Hans Moolenaar. Die kenden wij uit Amsterdam, het was de zoon van onze kruidenier. Via Fokke is hij op de grafische afdeling gekomen. Toen Hans pas getrouwd was met Rina hebben ze nog op ons opgepast. Hans bewaarde al mijn krabbels alsof ze heel speciaal waren, maar ik kon helemaal niet tekenen. Een lieve man was dat. Een paar van de andere ontwerpers kan ik me nog wel herinneren, Cor Hermeler, Massimo Götz en Roland de Groot. Gerardo Porto zei altijd, als een decor te groot of te klein bleek te zijn, gewoon: “stukje erbij, stukje eraf, geen probleem!” Dat vond ik zo’n grappige man.

Fokke Duetz en Cor Hermeler aan het werk in de Ambachtsschool in Bussum

Fokke Duetz en Cor Hermeler aan het werk in de Ambachtsschool in Bussum. Collectie Pien Duetz

Mijn vader en Peter Zwart waren echt tegenpolen, maar konden wel heel goed met elkaar overweg. Ook de families, we kwamen bij elkaar over de vloer. Zowel Zwart als mijn vader deden trouwens precies wat ze wilden en kregen alles voor elkaar. Mijn vader deed dat op een hele gerafineerde manier. Hij was rustig en geduldig, wilde iedereen te vriend houden. Peter Zwart was ongeduldig en kon goed driftig worden. Hij had regelmatig maagbloedingen en mijn vader nam het als tweede man dan over. Hij is ook even officeel chef geweest maar hij was geen leiderschapsfiguur. Mijn vader vond de begin periode bij de televisie heerlijk, het was heel ambachtelijk, hij en Peter Zwart bouwden en schilderde zelf ook mee. Daarna, in Hilversum, werd het allemaal zo groot. Dan moest hij een formulier invullen als hij een nieuw potlood nodig had. Dat vond hij verschrikkelijk.

Bij zijn pensionering heeft de afdeling, waarvan veel mensen ook uit Indië kwamen, een uitgebreide rijsttafel bereid. Daarna heeft hij nog even als freelancer gewerkt, maar die inkomsten gingen regelrecht naar de belasting, dus dat zag hij op een gegeven moment niet meer zitten. Hij heeft op zolder ruimte gemaakt voor een atelier en is voor het eerst sinds zijn studententijd weer vrij werk gaan maken. In enorme hoeveelheden: schetsen, portretten en veel spirituele werken. Zo heeft hij voor alle kinderen een mandala gemaakt. Hij had onze namen achterop gezet en zonder dat te weten kozen we allemaal ons eigen schilderij uit. Mijn moeder was erg bezig met astrologie. Ze hebben nooit echt bij clubjes of stromingen gehoord, ze lieten ons daarin ook helemaal vrij. Mijn vader paste ook niet beter bij de ene omroep dan bij de andere, maar dat gold meestal ook voor de regisseurs. Dat was ook apart volk.

Fokke Duetz ca 1985. ANP

Fokke Duetz ca 1985. ANP

Op de oude foto’s heeft mijn vader echt zo’n blote-billen gezicht. Ik ben op mijn negentiende een tijd gaan reizen, naar Canada en de Verenigde Staten en in die tijd heeft hij zijn snor en bakkebaarden laten staan. Mijn moeder schreef me daarover, ze vond dat hij het in ieder geval niet weg mocht scheren voordat ik terug was. We vonden dat het gewoon heel goed bij hem paste. Net als het chokertje dat hij ging dragen, dat heeft hij tot zijn dood volgehouden. Zijn droge gevoel voor humor behield hij ook tot op zijn sterfbed. Hij vroeg om een sigaret, hij had al een week niet gerookt, terwijl het altijd een zware roker is geweest. Mijn broer ging een sjekkie draaien, maar mijn vader zei: “doe maar een filtersigaret van Pien, ik moet toch aan mijn gezondheid denken.” Hij nam er nog een glas wiskey bij. De volgende dag is hij overleden.”

Tijdens het bezoek liet Pien Duetz een aantal foto’s zien, zoals de bovenstaande foto’s uit de Cinetone-periode (1945-1953). Onderstaande foto’s van een maquette en van Duetz aan het beeldhouwen zaten ook tussen deze stapel en zijn dus hoogstwaarschijnlijk ook uit deze periode. Heb je meer informatie over deze maquette, het beeld, of de Cinetone-foto’s? Laat een reactie achter onder dit bericht.

Meer lezen over Fokke Duetz:

Wil je je herinneringen aan Fokke Duetz met me delen of heb je aanvullingen, stuur me dan een mailtje of bel even.