Decors van Dorus: Orlow Seunke

Kijktip: NPO Cultura staat deze week in het teken van het oeuvre van Orlow Seunke. Dorus van der Linden heeft een aantal maal met Seunke samengewerkt en stuurde mij deze herinneringen: 

“De korte film Pim en zijn hospita (1979) was mijn eerste kennismaking met de jonge, net van de filmacademie komende, regisseur Orlow Seunke. Ik was hem toegewezen als artdirector omdat de film werd gemaakt met medewerking van een omroepvereniging. Orlow had, zoals héél veel mensen uit de filmwereld, een grote achterdocht ten aanzien van mensen uit ‘het Hilversumse’. Werken bij de televisie was daar geen aanbeveling!

De eerste set die hij kwam bekijken was een slaapkamer waarin een koperen tafeltje met een driedelige make-upspiegel met daaromheen gedrapeerd ‘n soort kerstlampjes. Langs de spiegel had ik oude foto’s van filmsterren bevestigd, waaronder Buster Keaton. Daar was Orlow zeer mee in zijn sas. Toen ik hem vertelde dat ik met de eigenaar van de lokatie had afgesproken dat die de komende nachten in het bed in deze set zou slapen om zo de vouwen in de lakens (uit het NOS textielmagazijn) weg te krijgen, was Orlow pas écht overtuigd van mijn capaciteiten.

Orlow speelde zelf Pim, de hoofdrol in wat een serie korte films zou worden. In een van de afleveringen moest hij dronken in een Amsterdamse gracht fietsen. Toen ik op de rekwisietenlijst een fles wodka zag staan ben ik toch even met hem gaan praten. “Ja, als ik dronken moet spelen moet ik toch dronken zijn” zegt hij. Ik heb toen geantwoord: “Dus als je ‘n een-armige moet spelen gaat de zaag erin?” Dat zette hem denk ik toch aan het denken…

Ik heb daarna nog enkele afleveringen van Pim met.. met Orlow gedaan, en daarna korte films als Prettig weekend mijnheer Meyer (1977), Met voorbedachte rade (1978) en zijn eerste speelfilm De smaak van water (1982).  Ikzelf beschouw De smaak van water als de mooiste en meest indringende film waaraan ik heb mogen meewerken.

De smaak van water vertelt over een meisje (gespeeld door Dorijn Curvers) wat door haar ouders in een kast is opgesloten en wordt gevonden door een soort sociaal werker (Gerard Thoolen). Hij trekt zich haar lot aan, neemt haar op sleeptouw en daardoor stelt hij zijn huwelijk in de waagschaal. Bij het maken van het interieur in een oude diamantslijperij in Amsterdam vond ik het bijna voor de hand liggen dat het erg traditioneel zou zijn en dat er zwaar Christelijke afbeeldingen aan de muur hingen. Duidelijk herinner ik mij een Christus-portret met doornenkroon.

Er was voor deze productie een zeer beperkt budget beschikbaar, de medeproducenten van Orlow waren medestudenten van de filmacademie. De ouders van Orlow deden de catering en speelden zelfs nog ‘n rolletje in de film. Een van de (dramatische) scenes waarin een kind bij zijn ouders (gespeeld door de ouders van Orlow) wordt weggehaald heb ik helemaal zwart/wit ingericht met kramten in plaats van behang op de muren, ik herinnerde me dat uit mijn jeugd dat de muren werden vóórgeplakt met kranten waarna van behangen, uit armoede, jaren niets kwam. Door deze, ook financieel noodzakelijke soberheid heeft de film een beetje ‘n Oost-Europese sfeer gekregen.

De binnenkant van de kast waarin het kind ‘woonde’ als een dier, kon voor mij niet verschrikkelijk genoeg zijn. Nadat decorbouwer Willem de Leeuw op mijn aanwijzingen de binnenkant onderhanden had genomen, heb ik ongeveer een week lang etensresten uit de NOS-keuken mee naar de set genomen en daar de wanden van de kast mee bewerkt. Geen fris werkje maar het moest mijns inziens te gruwelijk voor woorden worden. Toen de opnamen begonnen stond dan de schimmel op de wanden en stonk het verschrikkelijk, Dorijn Curvers heeft speciaal een tetanus-injectie gekregen om er niet ziek van te worden. Bij het zien van de film in de bioscoop had ik de indruk de binnenkant van de kast nog te kunnen ruiken.”

Dorus van der Linden

 

Els Salomons: Twistgesprekken, Van A tot Z en Rust nog duur

Als je herinneringen wilt delen aan programma’s waar Els Salomons aan heeft gewerkt, laat dan een reactie achter onder dit bericht of via de mail.

 

Twistgesprekken met God (VPRO, 1967-1968)
Regie Bob Rooyens

Dominee ds. Barthold Van Ginkel gaat in dit programma in gesprek met mensen van verschillende geloofsovertuigingen. Hij legt vragen als: ‘Wat betekent de leuze ‘God is dood’ en: Is er leven na het graf? voor aan bijvoorbeeld een boeddhist, een medicus, bioloog, spiritist en een progressief katholiek. Een sterk inhoudelijk en progressief praatprogramma dus en dat betekent meestal: veel ‘talking heads’ in beeld.

Zo niet bij regisseur Bob Rooyens. Zijn regie en het decor van Salomons maken het programma visueel spannend. De deelnemers aan het groepsgesprek, man, vrouw, jong en oud, zitten drie rijen hoog en acht kolommen breed in hun eigen hokje. Het is niet zeker – er zijn alleen wat filminlassen bewaard gebleven – maar je zou denken dat het zitmeubeltje misschien ook wel iets zegt over de persoon waar het bij gekozen is. Lege plekken in de ‘honingraat’ zijn opgevuld met kapstok en staande klok. Het levert een prachtig totaalshot op, ieder opgesloten in het hokje van de eigen geloofsovertuiging, terwijl ze tegelijkertijd samen één bouwwerk vormen. En misschien stapten er in het heetst van het debat ook wel mensen uit hun hokje, hoewel je dat natuurlijk niet moet doen als je op de derde etage zit.

Het lijkt erop dat er in seizoen 1968-1969 een ander, veel eenvoudiger decor komt. Op de foto’s uit het archief van Beeld en Geluid (gemaakt op 21 november 1968) is een klein hoekje met industrieel ogende decorschotten waarop uitvergrootte Bijbelse (Adam en Eva bij de boom met slang) en wetenschappelijke (van aap tot mens) prenten zijn bevestigd. Van wie dit decor is en waarom de ‘honingraat’ verdween is mij niet bekend, misschien waren er te veel gasten met hoogtevrees.

Bron: Het Vrije Volk van 26 september 1967. Koninklijke bibliotheek

Bron: Het Vrije Volk van 26 september 1967. Koninklijke bibliotheek

 

Eigentijds: Van A tot Z (NTS, 2 april 1969)
Regie Jan Venema en Izzy Abrahami

Van A tot Z is een ambitieuze televisiebewerking van het gelijknamig boek van Rebecca Pass. In het poëtische boek verklaren de leestekens zich onafhankelijk, de letters en woorden in verwarring achter latend in een wereld zonder regels en structuur. Jan Venema en Izzy Abrahami bewerkten dit gegeven voor televisie met een collage van disciplines (om. dans, typografie, literatuur) en technieken (om. decor, animatie, film, grafiek) tot een kunstzinnig geheel. Bruno Maderna componeerde de muziek en teksten. Het is geen verhalende maar een associatieve vorm, zo legt Jan Venema, initiatiefnemer van de NTS serie Eigentijds waarbinnen het programma uitgezonden wordt, uit in de inleiding. Het is uitdrukkelijk de bedoeling dat de kijker een eigen interpretatie van het verhaal kan vormen, zoals ook de makers dat deden ten opzichte van het boek van Pass.

De belangrijkste toevoeging van de makers zijn de spelers/dansers en daarmee voegen de makers een extra betekenislaag toe aan het relaas van de leestekens en letters. De dansers/spelers zijn aangekleed als ‘prototypes’. Voor de mannen zijn dat de types soldaat, hippe vogel, priester, koning, admiraal, dichter, harlekijn. De vrouwenrollen zijn bruid, meisje (vormt een setje met de hippe vogel) en prostituee (er is nog een vrouwelijke danseres, zij is niet omschreven als prototype, maar lijkt de rol van verteller te hebben). De prototype identiteit uit zich niet zo sterk in gedrag, maar met name in de kleding. Op verschillende momenten verkleedt de groep zich van hun individuele prototype kostuums naar een wit nauwsluitend uniform. Je kan daar gemakkelijk een analogie in zien met emancipatiebewegingen en democratiseringsprocessen in de samenleving die eind jaren zestig opspelen.

Ook de vorm is actueel. Het spel is deels in de studio opgenomen waar de dansers/spelers zich bewegen tussen levensgrote letters- sommige met licht erin-, een maquette van letters, twee projectieschermen met studio beelden of animaties. Daarbij worden animaties, filmbeelden en illustraties gekeyed of ge-superimposed en draait de helderheid soms om, zodat alles wat wit was zwart wordt. Er is veel interactie van spelers met het decor en de trucages, ze tillen letters rond, achtervolgen geprojecteerde zinnen, rijden met letters door de stad, dansen in illustraties en in een stad van letters (de maquette). Volgens Jan Venema is dit de richting waarin televisie zich moet ontwikkelen. In plaats van bestaande kunstvormen te imiteren, moet televisie door middel van montage juist verschillende kunstvormen samenvoegen. De afbeeldingen hierboven en beneden doen uiteraard geen recht aan de bewegende beelden, maar Venema’s opgave is bij deze productie heel goed gelukt.

 

Rust noch duur (KRO, 1969-1971)
Regie Eric Herfts
Zie voor foto’s: in.beeldengeluid.nl/rustnochduur

Rust noch duur is geschreven door Guus Vleugel voor een sterrencast bestaande uit Jasperina de Jong, Eric Herfst en Sylvia de Leur. Herfst en De Jong, in werkelijk ook getrouwd, spelen het echtpaar Millie en Thomas Vink en De Leur speelt schoonzus Martha. Sommige scenes zijn uit het leven van De Jong en Herfst gegrepen vertelt het echtpaar aan Henk van der Meyden van de Telegraaf (3-7-1969). Als Millie in de serie aan het studeren is voor deelname aan een tv-quiz, heeft het huiselijk leven daar zwaar onder te lijden. Thomas kan nog geen kop koffie pakken of Millie schreeuwt om stilte. Zo is dat thuis ook als De Jong zich voorbereidt op een rol of show, vertelt Herfst aan Van der Meyden. De Jong wordt in dit interview afgeschilderd als een moeilijke, jaloerse en prikkelbare vrouw. Maar, ze komen na een ruzie altijd weer tot elkaar, zegt Herfst en zo is dat in Rust noch duur ook.

Scenarist Guus Vleugel’s idee was een serie te maken over de moderne jonge vrouw, zo vertelt hij in hetzelfde stuk aan Van der Meyden: “de moderne jonge vrouw die het beu is de hele dag in haar flatje te zitten en eruit wil. Dat is namelijk een gevoel dat op het ogenblik veel vrouwen hebben en dat leek ons een aardig idee voor een strip. En Jasperina zelf is in feite ook zo’n vrouwtje van deze tijd.” Vrouwtje, het staat er echt. Maar we hebben het dan ook over een tijd waar het heel gewoon is dat een vrouw na het huwelijk stopt met werken en dus inderdaad de hele dag in haar flatje zit, met of zonder kinderen, maar in ieder geval met de afwas en de strijk.

In de gevallen dat een vrouw wel werkt, zoals Jasperina de Jong bijvoorbeeld die naast haar rol in de Rust noch duur in de avonden in theaters staat, is het concept van een gelijke verdeling van huishoudelijke taken nog erg onbekend. Als Van der Meyden De Jong vraagt of zij vindt dat man en vrouw gelijk moeten zijn in een huwelijk, antwoordt ze: “Vroeger dacht ik, dat is waanzin, maar toen we getrouwd waren, zei Eric op een keer: ik doe de afwas, jij hebt het vandaag zo druk gehad. (…) Maar denk niet dat Eric me altijd mijn gang laat gaan, ik heb bij hem niets te zeggen, hij heeft een enorm overwicht op mij.” En het wordt ineens duidelijk waarom De Jong thuis zo prikkelbaar is.

De televisie recensenten hebben ook nog wat moeite met de moderne jonge vrouw waar De Jong in de serie gestalte aan geeft. Millie Vink is geen sympathieke vrouw, en daar is het volgens Nico Scheepmaker aan te wijten dat Rust noch duur, ondanks sterrencast, geen succes is. In de woorden van Guus Vleugel zelf is Millie: “een progressieve, neofiele en vrijwel volmaakte humorloze burgerjuffrouw.” Wie zal zich met zo’n mens willen vereenzelvigen, vraagt Scheepmaker zich af. “Martha daarentegen, is ook een burgerjuffrouw, maar wel vriendelijk en mist de haaibaaierigheid van haar schoonzuster Millie”, aldus Scheepmaker (Het Vrije Volk, 6-4-1970). Nu zijn er zat populaire series te noemen met onuitstaanbare mannelijke hoofdrolspelers, maar voor vrouwen was dat destijds blijkbaar nog een brug te ver. Helemaal leuk natuurlijk die emancipatie, zolang de vrouwtjes maar vriendelijk glimlachend de afwas blijven doen.

Wat zou Els Salomons, die de decors voor deze serie ontwierp, van Millie, Thomas en Martha Vink hebben gevonden? Salomons was haar tijd – en Rust noch duur – ver vooruit; ze had een goede baan, woonde zelfstandig, aan bewonderaars geen gebrek, maar nooit getrouwd. Wat haar voormalig collega’s mij vertellen is dat Salomons nogal uitgesproken in haar antipathieën kon zijn, maar dat ze tegelijkertijd het middelpunt van het sociale leven van de afdeling decorontwerp was. Ze organiseerde vele borrels en feesten bij haar thuis in ‘s Graveland en de kinderen van haar collega’s waren dol op haar (zie ook hieronder). Uitgesproken, geëmancipeerd en tóch geliefd, het bestond dus al wel in 1969. Had Guus Vleugel voor het scenario van Rust noch duur maar wat meer inspiratie aan Els Salomons opgedaan.

 

1971: Regiecursus Xandra van Baarle (maart 1971)

Decorontwerp van Els Salomons voor een productie in het kader van de regiecursus van Xandra van Baarle, 22 maart 1971. Collectie erven Van Baarle

‘Hoe is het met Els Salomons? was zo’n beetje het eerste wat Xandra, de dochter van Nic van Baarle, me vroeg toen ik bij haar op bezoek was. Diezelfde dag is Salomons overleden, maar dat wisten wij toen nog niet. Xandra haalde warme herinneringen op aan Salomons en de bezoekjes aan haar huis in ‘s Graveland. Salomons maakte collages met snoeppapiertjes die door Xandra – en waarschijnlijk ook andere ontwerperskinderen – met veel plezier gespaard werden. ‘Ik moest dus van haar snoepen’ zei Xandra en zoiets is natuurlijk geen straf.

Jaren later, in 1971, volgt Xandra de regiecursus bij Opleidingscentrum Santbergen. Salomons ontwerpt hiervoor het decor en gelukkig is de tekening bewaard gebleven. De titel kan ik niet achterhalen, het was volgens Xandra een gedramatiseerde documentaire over splinterpartijen. Op bovenstaande tekening de kamer van Douwe Trant, wat een pseudoniem was van Rinus Ferdinandusse in de Vrij Nederland.

Hoe ontstaat een televisie dekor?

Van Martien van den Dijssel heb ik een grote hoeveelheid folders en boekjes gekregen, waaronder deze serie van deze vier foldertjes. Blijkbaar was de afdeling Interne en Externe Betrekkingen het zat om elke keer opnieuw hetzelfde verhaal te vertellen aan de pers en schoolkinderen die een werkstuk over televisie moesten maken en lieten ze in augustus 1976 een aantal folders maken met antwoorden op de meest gestelde vragen. Één folder met algemene feitjes, één folder over de kosten en doelmatigheid van de omroep en folders over de productiegang van een hoorspel en een televisiedecor. En misschien waren er nog wel meer. In de decor-folder komt Jaap Binnerts aan het woord die dan werkt aan het decor voor de comedyserie Ieder zijn deel (VARA, 1977-1978).

Musical Willem Ruis

Tijd voor Max 17-11-2015

Hub Berkers was gisteren te gast bij Tijd voor Max. De uitzending stond geheel in het teken van de musical over het werk en leven van Willem Ruis die vanaf deze week in de theaters te zien is. Berkers werkte intensief samen met Ruis voor onder meer de Willem Ruis Lotto Show, Vijf tegen vijf en de Sterrenshow en raakte bevriend met de showhost. Aan Berkers de uitdaging om de grootse dromen en creatieve ingevingen van Ruis ruimtelijk te realiseren. In de uitzending van gisteren was ook de maquette van de Sterrenshow te zien die Berkers pas geleden aan Beeld en Geluid heeft geschonken. Deze maquette reist, samen met het afgietsen van Ruis’ hoofd (ook uit de collectie van Berkers) en de gouden glitterjas, mee met de musical. Op de website willemruis.nl zijn nog meer decorontwerpen en ontwerpen voor achterdoeken te zien uit de collectie van Berkers.

willemruisnl

Nic. van Baarle, filmarchitect en decorontwerper. 1920-1984

Door Xandra van Baarle

,,Je bent te laat, Van Baarle!”.

,,Oh, maar ik ga ook wat eerder weg!”

,,Dan is het goed.”

Portret (tele-snap) van Nico van Baarle zonder snor, vermoedelijk begin jaren vijftig. Collectie Xandra van Baarle

Portret (tele-snap) van Nico van Baarle zonder snor, vermoedelijk begin jaren vijftig. Collectie Xandra van Baarle

Niet iedereen begreep mijn vader altijd. Zelfs zijn baas toen bij de Cinetone Studio’s, Bobby Rosenboom. Dus het was thuis altijd lachen geblazen als hij weer met zo’n belevenis thuis kwam. Belevenissen waar ‘tijd’ een prominente rol in speelde. Tijdens zijn werk bij Cinetone in Duivendrecht, waar hij in 1952 aan de slag ging, en daarvoor bij zijn werkgevers Joop Geesink, Marten Toonder en Multifilm, waren begin- en eindtijden nog iets waar je samen wel uitkwam. Kantoortijden? Dat was iets voor de ‘rest van Nederland’. En daarom kreeg hij het steeds moeilijker toen hij eenmaal in vaste dienst was bij de NTS, later NOS, later NOB. ,,Ze denken toch niet dat ik vroeg in de ochtend een romantisch decor ga ontwerpen?”, bromde hij vanonder zijn enorme snor. ,,Ze noteren daar wel dat ik na negen uur binnen kom maar niet dat ik tot ’s avonds laat door blijf werken.” Alleen om dat ‘kantoortje spelen’ in Hilversum – waar volgens hem ook steeds meer formulieren werden bedacht om de ontwerpers van hun eigenlijke werk af te houden – , vond hij het altijd geweldig om op locatie te werken. Ooit Brabant en België voor Lust for Life van regisseur Vincente Minnelli, Amsterdam voor Ciske de Rat (de eerste) en Giethoorn voor de film Fanfare. Voor de tv onder meer Eijsden en wijde omtrek voor de serie Dagboek van een Herdershond. Hoe prettig dat was met zo’n vrijwel altijd gezellige club mensen, heb ik mogen ervaren tijdens het maken van een reportage voor het Algemeen Dagblad. Eén foto hieruit hangt nog steeds boven mijn bureau en doet me dagelijks glimlachen.

Toch was het niet alleen kommer en kwel in dat strakke pand in Hilversum. De ontwerpers hadden daar hun eigen wereld geschapen. De deur tussen kale gang en werkruimte was de grens tussen eindeloze grijze saaiheid en een kleurrijk paradijsje omdat de hele handel was opgevrolijkt met decorstukken, nepbloemen, tekeningen en allerlei soort wonderlijke rekwisieten. En zo was de maquette-afdeling op het eerste gezicht slechts toegankelijk door een heel klein deurtje dat op de echte deur was bevestigd. Lachen! Soms gingen de ontwerpers – en zielsverwante collega’s van andere afdelingen – zelfs met elkaar sporten. Volleyballen met hun clubje LVDB (Laat Vallen Die Bal) of – toen had je nog echte winters – schaatsen. Dat was vooral voor de uit Suriname afkomstige Jo Rens een heel gedoe. Maar hij kon weer veel beter pom maken en daar heeft menig gezin van de ontwerpers van mogen meegenieten. Die smaak heeft nooit iemand meer kunnen evenaren. Of komt dat door de herinnering aan die gezellige man die zelf de jurkjes van zijn mooie dochters maakte? Mijn vader was gek op hem en at zelfs een sinaasappel – deed hij anders nooit – als Jo hem aanbood in zijn mooie zwarte hand.

nos pasjeIn ieder geval dachten wij thuis altijd dat het werk van een ontwerper één groot feest was. Beetje tekenen, grappen uithalen, aanwijzingen geven bij de decorbouw en in één van de studio’s de opnamen bijwonen van een programma dat zij vorm hadden gegeven. Een tijd lang kon mijn vader het spel nog meespelen en de schone schijn ophouden. Maar de sfeer en het werk daar in Hilversum – wij zijn nooit naar de tv-streek verhuisd – werd minder en minder. Vooral toen hij chef werd, of zoiets. Zijn enthousiasme droogde op. Hij werd stiller. En vooral na zijn eerste hartinfarct somberder. Mooie verhalen over zijn werk kwamen steeds vaker uit een ver verleden. Die vergeten wij – drie kinderen – nooit. En zijn kleinkinderen – alleen zijn oudste kleindochter heeft hij even mogen meemaken – krijgen ze nog vaak te horen. Zijn prachtige schilderijen en tekeningen hangen bij ons allemaal in huis. Mooie herinneringen aan een rijk verleden. En aan een geweldige vader die veel te jong is overleden.

 

Foto’s Show me the news

Heb je foto’s gemaakt van de tentoonstelling die je wil delen, stuur ze door naar info@vormvanvermaak.nl.

Research en voorbereiding

 

Opbouw

Opening

Etage Nieuw, nieuwer, nieuwst. De vormgeving van het NOS journaal en RTL nieuws

Etage videokunst: Oorlog op de keukentafel

Etage nieuwsfotografie: Bert Verhoeff

Bruikleenborrel

Gastenboek

Boerin in Frankrijk

De serie Boerin in Frankrijk waarvoor Fokke Duetz bovenstaande ontwerpen op papier zette, verhaalt over het zware leven van boerin Wil Den Hollander-Bronder die in 1952 naar het Franse platteland verhuist. Den Hollander schreef haar belevenissen op in romans en die vormde de basis voor het scenario van de serie die in 1973 in productie ging onder leiding van NCRV regisseur Bob Löwenstein.

De hoofdrol werd gespeeld door Lia Dorana. Deze actrice was enkele jaren daarvoor na een geflopte one-woman-show met haar man en een tentje in de auto gestapt en had zich op het Franse platteland afgezonderd voor de crisis in de Nederlandse toneelwereld, het aftakelende leefmilieu in het overvolle Nederland. Voor Den Hollander was het geen zelf verkozen isolement, haar man kon geen werk krijgen in Nederland, maar wel in Frankrijk en zij moest mee. Het lukte door taal- en cultuurverschillen niet om te aarden, zelfs met de in Frankrijk geboren kinderen was de band moeizaam. Dan was er nog sprake van allerhande tegenslag, armoede en ziektes.

73-07-03 De telegraaf

Foto gemaakt bij de opnames voor het dorpsfeest, op de laatste opnamedag in Inval Boiron voor Boerin in Frankrijk. Bron: De Telegraaf 3-7-1973

De echte boerin was overigens betrokken bij de opnames die voor een groot deel plaatsvonden in haar boerderij en op haar eigen erf in het dorpje Inval Boiron. Ze leerde Dorana bijvoorbeeld koeien melken en verzorgde de cast en crew. Omdat ook de bewoners van het dorpje figureerden als zichzelf werd het een behoorlijk authentieke weergave van de gebeurtenissen in de boeken. Toen Den Hollander de eerste twee afleveringen zag, zei ze dan ook met tranen in haar ogen tegen Löwenstein dat het precies zo was geworden hoe ze het had geschreven.

Er waren voor de opnames 44 filmdagen in Frankrijk, 8 dagen in Nederland en 21 dagen in de studio nodig. Het werd dan ook een serie van 13 afleveringen. Naast Lia Dorana en Roger Coorens in de hoofdrollen, speelden in totaal 94 Nederlandse, Belgische en Franse acteurs en figuranten mee.

Voor de studio-opnames ontwierp Fokke Duetz een onbekend aantal sets. In totaal zijn daar vanuit drie verschillende collecties zes ontwerptekeningen naar boven gekomen. Duetz was blijkbaar vrijgevig, ook tekeningen van andere producties – De klop op de deur, Het meisje met de blauwe hoed, Marijke – zijn op vergelijkbare wijze verspreid geraakt. Het aardige is natuurlijk dat ze door de inventarisatie van ontwerparchieven voor dit onderzoeksproject weer een beetje bij elkaar gebracht worden. In het geval u ooit decortekeningen van Duetz hebt mogen ontvangen… ik hoor graag van u!

bronnen: Het vrije volk, 3-7-1973, De Telegraaf, 04-10-1973, Beeldengeluidwiki.nl

Showdecors van Cor Hermeler

Deze decorontwerpen komen uit de collectie van Beeld en Geluid, over herkomst en verwerving is niets bekend. In de doos zaten naast deze ontwerpen van Cor Hermeler, nog schetsen en tekeningen van Mia Schlosser, Fokke Duetz en Huub van Gestel.

Willems museum

Willems museumLegendarische showhost Willem Ruis heeft sinds kort een eigen online museum. De producenten van de op het leven en werk van de te jong gestorven Ruis gebaseerde theatershow Willem Ruis, de show van zijn leven hebben een website gelanceerd waarop materiaal uit het archief van Hub Berkers te bewonderen is. Veel Sterrenshow dus, met knipsels, foto’s, draaiboeknotities (van Ruis) en tekeningen (van Berkers). Tevens op de site: fragmenten (YouTube) en een uitgebreide tijdlijn. De show van zijn leven gaat op 29 November 2015 in premiere in de Stadsschouwburg Haarlem.