Vandaag werd in de Top2000 het nummer ‘Sabre dance’ van de Nederlandse symfonische rockband Ekseption gedraaid. Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid wijst ons via Twitter naar een item uit het Polygoonjournaal uit 1980. We zien een optreden van de band in Oostenrijk. Bijzonder detail: het optreden is aangekleed met elektronisch gegenereerde animaties. Op Nederland 1 en 2 waren in de jaren tachtig ook soortgelijke animaties te zien tussen de reclameblokken in (bijvoorbeeld in dit reclameblok).
Liesbeth List
Decorontwerp in de jaren zeventig laten zich kenmerken door twee belangrijke technische doorbraken: het overdadige gebruik van kleur (iedereen heeft eindelijk een kleuren-tv en ze zullen het weten ook) en van chroma-key (iemand staat voor een blauw of groen scherm, dat beeld wordt later ingevuld). Muziek-specials in die tijd zijn orgastisch vormgegeven, de regisseur (zoals Rob Touber of Bob Rooijens) kan zijn stempel op het programma drukken. Specials met Gerard Cox, Ramses Shaffy of Liesbeth List zijn goede voorbeelden. Niet al het bewegend beeld is bewaard. Gelukkig zijn de foto’s er nog. We zien Liesbeth voor een blauw scherm, en later het resultaat op tv: Liesbeth die je toezingt vanuit een boomstam. Welja.
Liesbeth List in 1971, decorontwerp door Peter Gabriëlse.
Kerstpromo’s
Voor de kerst versiert men het huis: kaarsjes, dennenboom, hulst, nepsneeuw, glimmende kerstballen, glitter en veel rood. Op televisie deden de eindregisseur van Nederland 1 en een handige editor in 1994 precies hetzelfde: dennentakjes met rode ballen in de linkerhoek, dwarrelende sneeuwvlokjes erover, gouden letters en een laagje sneeuw.
Wat een verschil als je de promo van 2009 ziet! De ingrediënten zijn hetzelfde (alleen de glimmende gouden letters zijn verdwenen), maar het is wel duidelijk dat dit niet het werk is van een editor die een paar truckjes en effectjes onder de knoppen vandaan tovert.
Fijne kerst trouwens!
Restyling 3voor12.nl
VPRO’s muziekplatform 3voor12.nl krijgt een nieuwe vormgeving en vernieuwde site. Bij de uitreiking van de Song van Het Jaar op 15 december kregen bezoekers alvast een t-shirt met het nieuwe logo en enkele dagen later volgde een bericht op de site zelf. De vernieuwde site gaat 3 januari 2012 online (om 3 minuten voor 12 uiteraard). Het nieuwe ontwerp is van Thonik, het ontwerpbureau dat verantwoordelijk is voor de huidige VPRO-huisstijl. Volgens het bericht op 3voor12.nl sluit “de vormgeving van de nieuwe 3voor12 website (…) volledig aan bij deze VPRO-huisstijl.” Het lettertype is in ieder geval gelijk (de VPRO Thonik Bold ontworpen door Paul van der Laan) en ook de ronde binnenvormen van de letters P en O uit het logo zijn gebruikt. Verder zullen we nog even moeten wachten hoe het logo precies toegepast zal gaan worden. Gezien de ontwerpmethodiek van Thonik, zal dat ongetwijfeld gaan verrassen!
Het beste van 2011
Stash magazine is zo vriendelijk geweest om hun selectie van het beste motion graphic design van het afgelopen jaar online te zetten. In de categorie tv & filmtitel ontwerp zijn gekozen: MTV / Loducca; Cartoon Network / Mindbender; Adult Swim / John Kricfalusi; Nickelodeon / Joe Wright en EVA / DVEIN. Vooral de laatste is echt schitterend. Alle video’s met credits en interviews zijn via deze link te bekijken.
Het Nederlandse aandeel in de selectie is klein. Het vervolg op de “Happiness Factory” (Coca Cola, 2006) van Wieden + Kennedy Amsterdam en PSYOP is natuurlijk nauwelijks Nederlands te noemen. Maar gelukkig zit er een mooie verrassing aan het eind van de reeks: een Nederlandse studentenfilm is gekozen in de categorie ‘korte film’. Bastiaan Schravendeel maakte deze film deels tijdens een stage en deels met hulp van medestudenten van de HKU (Jean-Paul Tossings, Sander Kamermans en Piebe van der Storm). Het kostte hem zo’n anderhalf jaar. Technisch en visueel is de film erg knap, maar het meest indrukwekkend is wel dat hij ervoor koos de karakters geen gezicht te geven, zo legt hij uit op de site van Stash:
The main creative challenge for ‘Blik’ was telling a story that relied heavily on subtle emotion without the use of facial expressions – everything had to be conveyed using body language and film techniques. This required a graphic style that would translate the acting and staging of the characters very clearly, without looking too simplistic up close
Grafisch Geluk 4: Steendrukkerij De Jong & Co.
Museum Hilversum organiseert tijdens de tentoonstelling Grafisch Geluk een aantal lezingen en artist-talks. Eerder was al de eer aan Jaap Drupsteen en mijzelf (hier het verslag) en afgelopen week (15 december) stond Steendrukkerij De Jong & Co centraal.
Bas van Lier tekende de geschiedenis van deze drukkerij op en dit boek vormde de aanleiding voor de tentoonstelling Grafisch Geluk. Van Lier vertelde over de totstandkoming van het project, de geschiedenis van de befaamde steendrukkerij, de familie Brattinga, de vele trouwe medewerkers, de legendarische kantine tentoonstellingen en de Kwadraat-bladen. Extra bijzonder was dat de lezing gehouden werd in de tentoonstellingszaal en dat vele oud medewerkers aanwezig waren. Van Lier presenteerde veel ‘nieuw’ beeldmateriaal: foto’s en ontwerpen die niet in het boek te zien zijn en hij had een aantal bijzondere affiches meegenomen. Die werden gemaakt op uitnodiging van de drukkerij die ontwerpers vroeg een ‘onmogelijk affiche’ te ontwerpen en drukken. Daarvoor kregen ze naar verluidt wekenlang een drukpers en drukker ter beschikking.
Hierna vertelde Paul van Mameren van Lecturis Publishing over de geschiedenis van deze drukkerij en uitgeverij. Hij benadrukte de rol die drukkers kunnen spelen op het gebied van grafisch ontwerpen. Net als Steendrukkerij De Jong zoekt Lecturis de samenwerking op met ontwerpers en initieert ze bijzondere projecten zoals de Lecturis documentaires.
Karin Langeveld van Trapped in Suburbia lichtte vervolgens de ontwerpkeuzes toe die gemaakt werden bij de vormgeving van boek en tentoonstelling. Zo kwamen we te weten dat de lichtbakken in de tentoonstelling (foto rechts) te danken zijn aan het verdwijnen van de postkantoren (vergelijk met deze foto).
Het eerste ontwerp van Trapped in Suburbia voor het boek was een vierkanten doos met daarin een boek waarvan de papierdikte naar het midden toe toeneemt zodat de binnen en buitenkant als het ware omgewisseld worden. Een origineel idee geheel in de traditie van de Kwadraatbladen, maar toch iets te onconventioneel. Het tweede ontwerp werd het wel: een omslag uit meerdere bladen die tezamen het logo van Steendrukkerij De Jong vormen. Dat logo, een ontwerp van Otto Treumann uit 1957, siert ook de afbeeldingenlijsten van de tentoonstelling. De andere twee etages (hedendaags ontwerp en omroepvormgeving) hebben hun eigen patroon.

Objectenlijsten van de tentoonstelling ontworpen door Trapped in Suburbia
Omdat de lezingen werden gehouden in de tentoonstellingszaal kregen wij als toehoorders de gelegenheid om de affiches uitgebreid te bekijken. Mijn oog viel natuurlijk op het setje affiches hiernaast.
Pieter Auke Brattinga (‘de eerste’) was uitgesproken socialist en actief lid van de SDAP. Die politieke houding zie je duidelijk terug in de opdrachten uit de jaren twintig en dertig. Naast de SDAP, waren dat vakbonden en natuurlijk ook de VARA. Graficus Jan Rot illustreerde regelmatig voor de VARA Radiobode en ontwierp in 1931 het onderste affiche. Het bovenste affiche voor de VPRO is eveneens van zijn hand.
Deze twee affiches zijn kenmerkend voor de twee omroepen in deze periode; de VARA roept op tot verzuiling en de VPRO uit juist haar streven naar een nationale omroep. In tegenstelling tot andere omroepverenigingen -voorstanders van een verzuild bestel- zal de VPRO dan ook geen bezwaar hebben gehad om gebruik te maken die niet tot de ‘eigen zuil’ behoorde. Zo werkte er nog in ieder geval nog één socialistische graficus voor de VPRO: Albert Hahn Jr. Hij verzorgde enkele jaren de vormgeving voor Vrije Geluiden, de radiogids van de VPRO (meer hierover in mijn bespreking van het VPRO Gids Cover’s boek).
Er zijn nog twee lezingenavonden bij Museum Hilversum naar aanleiding van de tentoonstelling Grafisch Geluk:
- Dinsdag 17 jan: Hansje van Halem, Pinar & Viola
- Dinsdag 31 jan: Niessen & de Vries, René Knip
Meer informatie bij Museum Hilversum.
Bob Bremers plakboek
Sport in Beeld/Sportpanorama-regisseur Bob Bremer hield in zijn begindagen een plakboek bij, met alle krantenknipsels, foto’s en recensies. De boeken bleken een schatkamer, waar we voor ons boek veel gebruik van maakten. Dit opmerkelijke bericht viel buiten de scoop van Vorm van Vermaak: een Sportpanorama-experiment voor de wedstrijd Tubantia-De Graafschap, waarbij de scheidsrechter een microfoon draagt. Tv-kijkers horen wat arbiter Van Ravens te verwerken krijgt: onder meer de verwensing ‘lelijke kikker.’ Tubantia-spelers ontkennen achteraf dat die woorden zijn gevallen, maar de microfoon heeft alles opgepikt. Het microfoonexperiment is dus van korte duur.
Virtuele decors

decorschets van Ronald van den Bersselaar, 1997
Televisievormgevers laten zich graag inspireren door nieuwe technieken, we schreven het al vaker. Als aan het einde van de jaren negentig het virtuele decor opkomt (een presentator voor een blauw of groen scherm, decorstukken worden later met de computer ingetekend) wordt de discussie: betekent deze ontwikkeling het einde van echte decors? Lucky Letters is een typisch product uit deze periode zo einde van de jaren negentig. Het decor, een ontwerp van Ronald van den Bersselaar wordt voor een deel op de computer gegenereerd. Er kunnen dingen gedaan worden die in het echt vrij lastig zijn: presentator Victor Reinier wordt in een futuristische tube op het podium gedropt en de letters worden door een soort slangen op het (digitale) scorebord gespuugd. Het decor onderzoekt hoe ver je kunt gaan met de nieuwe techniek. Maar al vrij snel leren decormakers (en producenten): als je iets kunt maken van echt materiaal, doe het dan niet virtueel.
In het decor verstopt Van den Bersselaar nog een ‘easter egg’: “toen ik met het ontwerp bezig was is mijn oudste dochter geboren. Ergens in de letterbrij op de achterwand kun je als je heel goed oplet de naam Iris lezen!”
Binnenkort meer over Ronald van den Bersselaar op deze site, maar bekijk ook zijn eigen blog waarop hij decorfoto’s, schetsen, inspiratiemateriaal en filmpjes plaatst> Decorontwerp.blogspot.com
Jeugdjournaal
Het NOS Jeugdjournaal maakte veel gebruik van het tekentalent van de NOS Grafische afdeling. Johan Volkerijk illustreerde dagelijks het weerbericht (het KNMI checkt vooraf of de tekening een adequate weergave is van het weer dat komen gaat, daarover meer in het boek), Arie Teunissen maakte eveneens heel erg veel tekeningen voor het Jeugdjournaal. Zowel Volkerijk als Teunissen kunnen snel werken en dat is handig: een item dat de Jeugdjournaalredactie bedenkt, moet dezelfde avond nog worden uitgezonden. Hieronder enkele van die snelle illustraties die uit een lade tevoorschijn kwamen toen we voor Vorm van vermaak bij de redactie op bezoek waren.
Poème électronique
Dinsdagavond gaf Kees Tazelaar een lezing op uitnodiging van het NIMk en de Nan Hoover foundation over zijn onderzoek naar en reconstructie van audiovisuele kunstwerken. Hij vertelde onder andere over het Phillips paviljoen op de wereldtentoonstelling in Brussel 1958. Philips wilde daar haar elektronische apparatuur demonstreren “die een nieuwe kunst met onbegrensde mogelijkheden inluidt, namelijk het elektronische samenspel van licht, kleur, beeld, woord en muziek in de ruimte.” De hiervoor aangetrokken architect Le Corbusier stelde een team samen bestaande uit architect Iannis Xenakis, componist Edgar Varèse en cinematograaf Philippe Agostini. Zij werkten in Eindhoven maanden lang aan het gezamenlijke kunstwerk. Het ‘Poème électronique’ was een groot succes, naar schatting bezochten z’n 2 miljoen mensen het audiovisuele spektakel. Na de tentoonstelling werd het paviljoen afgebroken en viel het ‘Poème électronique’ uiteen.
Tazelaar vertelde uitgebreid over zijn onderzoek naar en reconstructie van het ‘Poème électronique’. Met alle herontdekte puzzelstukken en nieuwe inzichten maakte Tazelaar en een internationaal team van onderzoekers een virtuele versie van ‘Poème électronique’. Het paviljoen werd in virtual reality nagebouwd en in die ruimte werden geluid en beeld opnieuw geprojecteerd. Deze reconstructie benadert de ervaring die de bezoeker van het echte paviljoen in 1958 gehad zal hebben. Het project werd in 2005 afgerond, maar op de website is nog het een en ander aan onderzoeksmateriaal te vinden en in onderstaande reportage zijn enkele fragmenten van de virtuele versie te zien.
Opvallend aan het ‘Poème électronique’ vind ik dat geluid en beeld minder synchroon lopen dan wij in 2011 gewend zijn. Op de mastertape met de muziek stonden ook sporen die aanwijzingen gaven voor film en licht, zo valt te lezen op oa. wikipedia. Maar vermoedelijk verliep de elektronische aansturing van de projectoren minder goed dan de bedoeling was of werden ze toch gewoon handmatig bediend. Dat laatste lijkt aannemelijk als ik kijk naar het script voor de uitvoering (in bovenstaande reportage te zien op 4:20).
Dit script is een lijst gebaseerd op seconden. Per periode van vijf seconden staat globaal beschreven wat er te zien is, bijvoorbeeld: “Ballet van mechanische elementen afgewisseld met dieren, ogen van uilen, stieren, etc.” Daarnaast een lijstje nummers die corresponderen met de desbetreffende dia’s, glasplaatjes en/of filmfragmenten. Aan de opmaak van het document te zien, corresponderen deze nummers niet direct met de seconden ernaast. Het script beschrijft dus niet seconde voor seconde het tijdschema van het evenement, zoals in de reportage gezegd wordt. Binnen vijf seconden moesten technici dus een aantal dia’s, kleuren of films laten zien, maar op welke seconde precies of bij welk geluid stond niet beschreven. Bovendien staan er op het script geen annotaties met betrekking tot belangrijke veranderingen in de muziek. Dat verklaart waarom de muzikale en de visuele composities in de uitvoeringen van 1958 naar huidige maatstaven verre van synchroon liepen. Wellicht stond synchroniciteit niet hoog op de agenda. ‘Poème électronique’ is immers een kunstwerk van meerdere kunstenaars -met name Le Corbusier en Varèse- die elk hun persoonlijke signatuur op het werk hebben achtergelaten.
Wat is de betekenis van het ‘Poème électronique’ voor hedendaagse kunst en vormgeving? In 2009 organiseerde het mediakunstfestival STRP in Eindhoven een bijeenkomst over deze vraag en ook de laatste editie van het festival besteedde aandacht aan het kunstwerk. In het programmaboekje van STRP 2011 staat: “In dit multimediakunstwerk ‘avant la lettre’ wordt met beeld, geluid en licht een utopische toekomst geschetst door de komst en beschikbaarheid van nieuwe technologieën.” Het ‘Poème électronique’ wordt gezien als een van de eerste multimediale kunstwerken en is dus een belangrijk ijkpunt voor deze specifieke vorm van kunst. Maar tegelijkertijd wijst het werk vooruit, naar een toekomst waarin nog veel meer mogelijk zal worden.
Het recente autonome werk van Jaap Drupsteen valt in deze traditie en toekomstvisie te plaatsen. In zijn video-mappings op orgels komen eveneens architectuur, muziek en beeld bijeen. Dankzij de technologische kennis van Drupsteen is de synchronisatie van geluid en beeld tot in de honderdste seconde precies. Zijn laatste optreden tijdens het Beeldbuisfestival in Zwolle is geen gezamenlijk kunstwerk, Drupsteen componeerde zowel het beeld als de muziek (orgel en elektronisch). Dat deed hij ook nog eens grotendeels gelijktijdig, dat wil zeggen dat de muziek bepaalde beeldelementen direct digitaal beïnvloedde. Met behulp van video-mapping software mat hij de de vorm van het driedimensionale orgel, zodat de projectie van het beeld daarop afgestemd kon worden. Van dit soort geavanceerde mogelijkheden konden de technici van Philips in 1958 alleen maar dromen. Maar dat betekent niet dat multimediale kunst nu uitontwikkeld is. Pioniers zoals Le Corbusier, Varèse en Drupsteen zullen altijd de grenzen van wat mogelijk is op blijven rekken.