De EO maakt graag discussie los (zie ook dit draadje op Twitter). Zo ontstond bij toetreding van de EO tot het Nederlandse bestel ophef in de kantoren van de Hoofdafdeling Ontwerp (Decorontwerp en Grafisch Ontwerp) over vragen als: wel of niet werken voor een omroepvereniging die homoseksualiteit veroordeelt? Op die afdelingen werken die jaren veel progressief geörienteerde ontwerpers waaronder ook enkele homo’s (al dan niet ‘in de kast’). Bij veel ontwerpers is dan ook de tendens: liever niet. In hoge mate kan daar bij het toekennen van opdrachten rekening mee worden gehouden, desalniettemin is de afdeling wel verplicht om decor en grafisch ontwerp te leveren, dus je begrijpt: iemand is de klos.

Ontwerp van Henk Tilder, 1983
En uiteraard maakt de discussie-minnende omroepvereniging ook zijn eigen talkshow. In 1983 krijgt Henk Tilder zodoende de opdracht een decor te ontwerpen voor De toren van Babel. Tilder ontwerpt, niet verwonderlijk met deze programmatitel, een toren bestaande uit verschillende bouwstijlen uit verschillende periodes, oplopend van de vroege middeleeuwen tot ‘futurisme’. Tilder schrijft op zijn schets: “De toren wekt daarmee de indruk de vertolking te zijn van de architectuur door de eeuwen heen. Kortom het menselijk vernuft ofwel het gebrek daaraan.” Dat gebrek zit hem vooral in de scheur die over het midden van de toren loopt; daar is hij niet af, of misschien al wel verwoest door de hand van boven? Op basis van bovenstaande schets gaat vervolgens maquettebouwer Tijmen de Bree aan de slag en hij maakt er een waar meesterwerk van.

Tijmen de Bree bij de maquette voor De toren van Babel, foto via Martien van den Dijssel
De maquette wordt opgesteld op de tafel waar de mannenbroeders in de studio plaatsnemen met elkaar keuvelen over maatschappelijke en ethische kwesties. De tafel biedt ruimte aan een compleet landschap, de toren zelf staat op een zanderige heuvel die overloopt in een groen vlak landschap met op kop van de tafel een moderne stad, bestaande uit rechtopstaande witte balkjes die als wolkenkrabbers omhoog schieten (zie hier de foto’s).
De toren van Babel als symbool in een talkshow kun je op twee manieren uitleggen. Het is natuurlijk een verwijzing naar de Babylonische spraakverwarring, maar in de tweede plaats is de combinatie van de toren van Babel en de moderne stad een manier om de niet-evangelische gasten alvast duidelijk te maken wie de discussie zal winnen. In het imaginaire bijbelse verleden had de mens god uitgedaagd met het bouwen van een toren. Dat had niet zo goed uitgepakt, dus zulke arrogantie moesten we in de toekomst dus ook maar niet nastreven. God, in dit programma vertegenwoordigd door presentator Andries Knevel, heeft altijd het laatste woord.
In 1990 wordt het decor van De toren van Babel aangepast, maar de maquette van de toren van Babel blijft het beeldmerk. Een uitvergrote foto, met hoog contrast, is op getrapte zetstukken aangebracht in een verder vrij sober ingerichte set (zie hier de foto’s). Het programma blijft op het scherm tot 1992 en wordt dan helemaal omgegooid tot Het elfde uur. Deze titel is heel wat uitnodigender (verwijst met een knipoog naar een parabel met de strekking ‘ook laatkomers worden beloond’) en de opeenvolgende decors voor dit programma zijn ontdaan van religieuze symboliek.





Op 14 april zetten we tijdens het
Het programma heeft heel veel vormgeving nodig. Naast spetterende leaders en titelkaarten, moeten de optredens er natuurlijk ook waanzinnig uitzien. Meestal worden artiesten meerdere keren opgenomen; één keer in het decor, één keer tegen een blauwe wand, soms nog op locatie. Want als een liedje tien weken in de top 5 staat, wil men niet tien keer dezelfde opname uitzenden. Die variatie aan vormgeving wordt het handelsmerk van het programma.
Dat keyen (het combineren van twee opnames in één beeld) gebeurt de eerste jaren van Toppop nog in zwart-wit. Met de introductie van kleurentelevisie wordt het programma nog veel uitbundiger. Met behulp van de chroma-key techniek kunnen artiesten in elk gewenst decor geplaatst worden: een maquette, foto of grafisch ontwerp kan dienst doen als decor. Schupp ontwerpt enkele fantasieobjecten hiervoor. Een hoofd met een showtrap uit het oor, waanzinnige constructies die op ware schaal onbetaalbaar zijn om uit te voeren. Maar het werken met chroma-key en miniatuurdecors is toch ook lastig. De artiesten moeten heel precies op de juiste plek staan en er moet rekening gehouden worden met perspectief. De maquettes worden dus maar een enkele keer gebruikt. Op onderstaande foto zijn er een aantal te zien op een tentoonstelling in München 1974. De man met de bakkebaarden is natuurlijk Schupp zelf. 