Pien Duetz over Fokke Duetz

Fokke Duetz ca 1960

Fokke Duetz ca 1960

Fokke Duetz (1910-1989) is van maart 1955 tot zijn pensioen in 1975 decorontwerper geweest bij de NTS/NOS. Hij was de tweede televisiedecorontwerper in Nederland en kwam, net als Peter Zwart en Jan P. Koenraads, uit de filmwereld. Ik sprak met zijn dochter Pien Duetz:

“Mijn ouders zijn beide geboren in Indonesië en op hun twaalfde naar Nederland gestuurd voor school. Maar toen kenden ze elkaar natuurlijk nog niet. Mijn vader werd goed verzorgd, in zijn vroege jeugd door zijn baboe en later in Den Haag door zijn tante en nichtjes. Gooide zijn kleren overal neer en bekommerde zich nergens om. Dat was snel voorbij toen hij met mijn moeder trouwde.

Mijn moeder zat op een dag in de tram, zag hem lopen en dacht ‘dit wordt hem’. Later kwam ze hem tegen op een feest van een vriendin die net als hij op het conservatorium zat. Sindsdien was het aan. Zijn toekomstige schoonouders vonden het helemaal geen goed idee. Na zijn studie aan het conservatorium ging hij nog naar de kunstacademie. Daar was natuurlijk geen droog brood mee te verdienen. Later vertelde hij ons een mooi verhaal over zijn studententijd. Aan het eind van een feest of wilde avond zetten zijn studiegenoten de punt van zijn paraplu in de tramrails, anders kon hij niet meer thuis komen. Dat verhaal hebben mijn broers, zus en ik nog vaak aangehaald toen we zelf die leeftijd bereikten.

Mijn vader werkte bij Cinetone en de Toonder Studio lag daarnaast. Over en weer was er veel contact, hij heeft daar ook gewerkt en kende Marten Toonder. Waarschijnlijk is hij zo in contact gekomen met Peter Zwart die daar ook nog regelmatig werkte begin jaren vijftig. Mijn oudste broer Fokke heeft gefigureerd in de Amerikaanse televisieserie die bij Cinetone gefilmd werd, net als mijn vader trouwens, die is op foto’s te zien als gevangene. Hij werd later cameraman, net als mijn jongste broer Evert, die werkte voor de Fabeltjeskrant. Mijn zus Carla kwam ook bij de televisie terecht, zij werd scriptgirl bij de NCRV, productieleider zouden we nu zeggen. Ze zijn alle drie al overleden.

Extra informatie bij deze fotogallery: In 1954 filmt Cinetone 24 afleveringen van een half uur van de spionageserie Secret File USA. Deze serie is bestemd voor de Amerikaanse televisie. Fokke Duetz is samen met verzetsheld en architect Jaap Penraat verantwoordelijk voor de artdirection van de serie die in 24 weken opgenomen moest worden. Er zijn ook twee foto’s van Duetz met regisseur Gerard Rutten en editor Lien d’ Oliveyra. Daarmee werkte hij aan de succesvolle film Sterren stralen overal (1953). De foto’s hierboven komen (muv de knipsels) uit het prive-archief van Pien Duetz, fotograaf is niet bekend.

Pien Duetz: “Ik ben in 1949 geboren als vierde kind in het gezin. We woonden tot mijn negende in Amsterdam en zijn toen verhuisd naar Bussum. Tot mijn zevende heb ik mijn vader amper gezien. Ja, in het weekend, maar dan zat hij altijd te lezen. Ik weet dus niet zo heel veel van zijn werk toen, dat vind je als klein kind ook helemaal niet zo interessant. We hadden wel in de gaten dat hij bekend was, zeker in Bussum. Mijn broer Evert werd altijd gevraagd of zijn vader dé Fokke Duetz bij de televisie was. Ze wilde allemaal de studio bezoeken. Mijn broer was het op een moment zat en heeft toen gezegd: “nee, mijn vader is TumTum-koning”. Ook niet handig want toen wilden ze allemaal snoepjes van hem.

In Bussum kan ik me de Ambachtschool nog wel herinneren. Het was een raar vierkant gebouwtje met een gangetje naar studio Irene. Ze zaten op de tweede of derde verdieping en het was er echt een zooitje. Ik zat daar af en toe te tekenen bij Hans Moolenaar. Die kenden wij uit Amsterdam, het was de zoon van onze kruidenier. Via Fokke is hij op de grafische afdeling gekomen. Toen Hans pas getrouwd was met Rina hebben ze nog op ons opgepast. Hans bewaarde al mijn krabbels alsof ze heel speciaal waren, maar ik kon helemaal niet tekenen. Een lieve man was dat. Een paar van de andere ontwerpers kan ik me nog wel herinneren, Cor Hermeler, Massimo Götz en Roland de Groot. Gerardo Porto zei altijd, als een decor te groot of te klein bleek te zijn, gewoon: “stukje erbij, stukje eraf, geen probleem!” Dat vond ik zo’n grappige man.

Fokke Duetz en Cor Hermeler aan het werk in de Ambachtsschool in Bussum

Fokke Duetz en Cor Hermeler aan het werk in de Ambachtsschool in Bussum. Collectie Pien Duetz

Mijn vader en Peter Zwart waren echt tegenpolen, maar konden wel heel goed met elkaar overweg. Ook de families, we kwamen bij elkaar over de vloer. Zowel Zwart als mijn vader deden trouwens precies wat ze wilden en kregen alles voor elkaar. Mijn vader deed dat op een hele gerafineerde manier. Hij was rustig en geduldig, wilde iedereen te vriend houden. Peter Zwart was ongeduldig en kon goed driftig worden. Hij had regelmatig maagbloedingen en mijn vader nam het als tweede man dan over. Hij is ook even officeel chef geweest maar hij was geen leiderschapsfiguur. Mijn vader vond de begin periode bij de televisie heerlijk, het was heel ambachtelijk, hij en Peter Zwart bouwden en schilderde zelf ook mee. Daarna, in Hilversum, werd het allemaal zo groot. Dan moest hij een formulier invullen als hij een nieuw potlood nodig had. Dat vond hij verschrikkelijk.

Bij zijn pensionering heeft de afdeling, waarvan veel mensen ook uit Indië kwamen, een uitgebreide rijsttafel bereid. Daarna heeft hij nog even als freelancer gewerkt, maar die inkomsten gingen regelrecht naar de belasting, dus dat zag hij op een gegeven moment niet meer zitten. Hij heeft op zolder ruimte gemaakt voor een atelier en is voor het eerst sinds zijn studententijd weer vrij werk gaan maken. In enorme hoeveelheden: schetsen, portretten en veel spirituele werken. Zo heeft hij voor alle kinderen een mandala gemaakt. Hij had onze namen achterop gezet en zonder dat te weten kozen we allemaal ons eigen schilderij uit. Mijn moeder was erg bezig met astrologie. Ze hebben nooit echt bij clubjes of stromingen gehoord, ze lieten ons daarin ook helemaal vrij. Mijn vader paste ook niet beter bij de ene omroep dan bij de andere, maar dat gold meestal ook voor de regisseurs. Dat was ook apart volk.

Fokke Duetz ca 1985. ANP

Fokke Duetz ca 1985. ANP

Op de oude foto’s heeft mijn vader echt zo’n blote-billen gezicht. Ik ben op mijn negentiende een tijd gaan reizen, naar Canada en de Verenigde Staten en in die tijd heeft hij zijn snor en bakkebaarden laten staan. Mijn moeder schreef me daarover, ze vond dat hij het in ieder geval niet weg mocht scheren voordat ik terug was. We vonden dat het gewoon heel goed bij hem paste. Net als het chokertje dat hij ging dragen, dat heeft hij tot zijn dood volgehouden. Zijn droge gevoel voor humor behield hij ook tot op zijn sterfbed. Hij vroeg om een sigaret, hij had al een week niet gerookt, terwijl het altijd een zware roker is geweest. Mijn broer ging een sjekkie draaien, maar mijn vader zei: “doe maar een filtersigaret van Pien, ik moet toch aan mijn gezondheid denken.” Hij nam er nog een glas wiskey bij. De volgende dag is hij overleden.”

Tijdens het bezoek liet Pien Duetz een aantal foto’s zien, zoals de bovenstaande foto’s uit de Cinetone-periode (1945-1953). Onderstaande foto’s van een maquette en van Duetz aan het beeldhouwen zaten ook tussen deze stapel en zijn dus hoogstwaarschijnlijk ook uit deze periode. Heb je meer informatie over deze maquette, het beeld, of de Cinetone-foto’s? Laat een reactie achter onder dit bericht.

Meer lezen over Fokke Duetz:

Wil je je herinneringen aan Fokke Duetz met me delen of heb je aanvullingen, stuur me dan een mailtje of bel even.

De oudste twee tv-rekwisieten zijn er nog

Repetie De toverspiegel © Beeld en Geluid

Repetie De toverspiegel © Beeld en Geluid

Van het eerste televisiespel op de Nederlandse televisie zijn alleen foto’s bewaard. Er zijn foto’s van de repetitie in het archief van Beeld en Geluid en iemand van Philips maakte bij de uitzending enkele foto’s van het beeldscherm. Op de repetitiefoto’s (hier te zien) zien we de acteurs met blaadjes tekst in de hand, de pianiste rookt een sigaretje en naast de schouw hangen twee lege schilderijlijsten.

Peter Zwart was uiteraard ook bij de repetities aanwezig, hij test bijvoorbeeld de titelkaarten die professor N.A. Halbertsma later zou gebruiken om de werking van televisie uit te gaan leggen. Maar tussendoor moet Zwart toch tijd hebben gevonden om twee portretten te maken. Hij schilderde ze in de stijl van Frans Hals – in zwart wit natuurlijk – voor de zeventiende eeuwse huiskamer in het eerste deel van het televisiespel. De portretten zijn er nog en hangen nu in het atelier van zijn dochter Joanika Ring. Het zijn vermoedelijk de oudste televisie rekwisieten die er nog zijn.

Op 2 april 1977 interviewt VARA-verslaggeefster Jeanne van Munster Peter Zwart. Ze gaat bij hem op bezoek in zijn atelier aan het Rozenlaantje in Laren waar hij zijn werk aan het verzamelen en selecteren in verband met zijn aanstaande tentoonstelling in het VARA-gebouw. Daar zijn onder andere ook de twee schilderijeen hierboven te zien en Peter Zwart vertelt daar het volgende over:

Er was een spel geschreven door Willy van Hemert en daarin ging het over ‘ver zien’. Er was een tovenaar, gespeeld door Van Dalsum die een speciale kijker had, daarmee kon je terugkijken en verkijken. Dat terugkijken, dat deden ze dus door die kijker en dan zagen ze de zeventiende eeuw. En daar had ik een decor voor gemaakt. Het was denk ik kwart voor zeven [een kwartier voor de uitzending zou beginnen] en toen kwam Erik de Vries. Hij vond eigenlijk die ene wand wel verschrikkelijk leeg. Eigenlijk ikzelf ook. Toen zei hij, “daar zou eigenlijk zo’n portret moeten hangen in de stijl van Frans Hals”. Maar ja, hoe kom je daaraan? Dat vind je niet direct. Dus ik heb in arren moede maar een stuk karton genomen en daar even a la Frans Hals een portret geschilderd. En toen de klingel begon te pingelen voor de eerste uitzending, toen werd het op de muur gehangen. Het was precies op tijd klaar. Je ziet ook wel dat het lekker vlot is geschilderd. (Bron: VARA 2-4-1977, Beeld en Geluid, TaakId 553282)

 

Het begin: Hub Berkers

Begin bij het begin: de sollicitatie. Hoe komen de decorontwerpers binnen bij de NTS? Wat wordt er van hun gevraagd? Het derde verhaal in deze rubriek is van Hub Berkers.

Mijn sollicitatiegesprek was met Jan van der Does. Halverwege het gesprek steekt iemand zijn hoofd om de deur. Kijkt even naar binnen en trekt daarna de deur weer dicht. Heel vreemd. Dat bleek Peter Zwart te zijn geweest. Hij deed dit vaker, hoorde ik later, om te zien wie er solliciteerde.

Na de sollicitatie hoorde ik drie maanden niets. Tot ik op 10 augustus een brief kreeg dat ik me maandagmorgen 1 september om 09.15 moest melden in Studio I. Dat kon helemaal niet, want ik had nog een baan. Uiteindelijk ben ik iets later begonnen, half september ongeveer.

Verder werd ik de eerste dag opgevangen door Aart Terdu die mij alle belangrijke mensen voorstelde. Ik ben toen begonnen als assistent decorontwerper bij Jenny van der Geest en Arnold Kroon. Ik maakte werktekeningen voor diversen programma’s o.a. de Weekend Quiz en de Berend Boudewijn Quiz en vele actualiteiten programma’s. Maar ik heb het ontwerp vak vooral geleerd van Jaap Binnerts die mij heel vrij liet om mee te ontwerpen.

Ook je verhaal over je sollicitatie of eerste werkdag delen op het blog? Mail of bel je verhaal door aan Liselotte.

Het begin: Dorus van der Linden

Begin bij het begin: de sollicitatie. Hoe komen de decorontwerpers binnen bij de NTS? Wat wordt er van hun verwacht? En wat is hun eerste indruk of ontwerp? De tweede sollicitatie in deze rubriek is van Dorus van der Linden:

Ik was afgestudeerd aan de Koninklijke Academie voor Kunst en vormgeving in ‘s-Hertogenbosch in 1964 en heb na mijn eindexamen geprobeerd werk te vinden bij diverse uitgeverijen in Amsterdam (Arbeiderspers/Querido/Bezige Bij) omdat de reclame, waar de meeste van mijn mede-studenten werk zochten en vonden, mij in het geheel niet trok. Na een aantal vage toezeggingen, waar toch weinig vervolg op kwam, ben ik met grafisch werk van de academie, op mijn motortje vanuit Nijmegen naar de boekenbeurs in Antwerpen gereden waar ik met half bevroren vingers van stand naar stand ging, maar aan het eind van de dag had ik wel drie opdrachten binnen. In de periode daarna heb ik een aantal omslagen ontworpen vooral voor de Standaard Uitgeverij en Uitgeverij Lannoo in Tielt.

Omdat schoonvaders hun dochter in die tijd alleen wilden afstaan aan jongemannen met vast werk, solliciteerde ik als grafisch ontwerper op een vacature van de NTS. Ik werd uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek in Hilversum in de villa van Personeelszaken aan de Insulindelaan. Daar gearriveerd zaten in een wachtkamer een aantal gegadigden met vooral veel maquettemateriaal. Daar stak mijn mapje met grafische ontwerpen mager en flets tegen af. Pas dáár hoorde ik ook dat het om een vacature voor een decorontwerper ging. Ik heb mij gemeld bij de receptie en gezegd dat er waarschijnlijk een fout was gemaakt. Ze zou “binnen even horen” maar ik moest maar wachten omdat men toch mijn werk wilde zien. Toen ik werd binnengevraagd zaten daar Peter Zwart, Jan van der Does, Jeanette Elders (assistente van Arie van den Dool) en Dhr. Achterberg van Personeelszaken.

Lijnets van Dorus van der Linden, 1964 - prive-archief Dorus van der Linden

Lijnets van Dorus van der Linden, 1964 – prive-archief Dorus van der Linden (klik op de afb voor een vergroting)

Ik legde mijn grafisch werk uit op de grond en Peter Zwart nam onmiddelijk een klein lijn-etsje (zie hierboven) ertussenuit en begon dit aandachtig te bestuderen. “Jongen”, zei hij tegen mij, “jij bent aangenomen!” Jan van der Does was het hiermee duidelijk niet eens: “Peter, er komen morgen nog meer mensen solliciteren hoor.” “Jongen, laat ze maar kletsen, jij krijgt die baan”, zei Peter Zwart en zowaar, enkele weken later stapte ik op de hoek van de Emmastraat een villa binnen als “aankomend decorontwerper D”. Ik dacht toen, als ik eenmaal binnen ben, kan ik misschien overstappen naar grafisch ontwerp. Decorontwerpen bleek véél leuker!

Ingewerkt ben ik door Massimo Götz, die mij direct een groot ornament liet ontwerpen voor een nationaal programma in de RAI in Amsterdam waar Koningin Juliana en Prins Bernhard in de zaal zaten. Op mijn vraag of ik bij de opbouw van het decor in de RAI mocht zijn, werd door Massimo negatief gereageerd. Als gevolg liep ik op de avond van de uitzending door donker Bussum (waar ik op kamers woonde, zonder TV) langs de verlichte ramen te gluren om iets van “het ornament” in de RAI te kunnen zien. Bijna aan het eind van mijn carriere als ontwerper zat ik in Tuschinski bij de premiere van De Aanslag in de Koninklijke loge met Koningin Beatrix en Prins Claus. Gerechtigheid!

Ook je verhaal over je sollicitatie of eerste werkdag delen op het blog? Mail of bel je verhaal door aan Liselotte.

Peter Zwart: decorschetsen

Binnenkort ga ik op bezoek bij de kinderen van Peter Zwart, maar in 2012 was ik al langs geweest bij zijn kleindochter Anne-Mieke Bovelett. Een aantal ontwerpen uit haar collectie heb ik hier al eerder gepubliceerd (kostuumontwerpen, een decorschets voor een tv-bewerking van het dagboek van Anne Frank, een aantal grafisch ontwerpen, storyboards en schetsen voor een herkenningsfilmpje voor de VARA uit 1951 en een schets voor het herkenningsbeeld van de NTS). Maar ik zag bij Anne-Mieke nog een aantal decortekeningen die ik jullie niet wil onthouden.

KRO ramen (1955)
Deze drie ontwerpen zijn voor ramen die dienen als achtergrond bij godsdienstige televisiepreken van de KRO. We zien ‘Bruiloft te Kana’ (ongedateerd), ‘St. Jozef’ (3-3-1955) en ‘Aan alles komt een einde’ (10-11-1955). Op deze laatste tekening staat Pater Simon Jelsma (1918-2011) vermeld die in die jaren dagopeningen en -sluitingen voor de KRO uitzendingen verzorgt. Op de foto zien we Jan van der Does met links een deel van zo’n raam.

This slideshow requires JavaScript.

Skymasters Show (AVRO, 12-12-1957)
Decorschets voor een muzikaal programma voor AVRO’s dansorkest The Skymasters. Dit is pas hun tweede optreden voor de televisie, maar er zouden er nog velen volgen. Greetje Kauffeld en Karel van der Velden zijn de solisten. Op de schets staat ‘decor scene 1’ geschreven wat zal betekenen dat er meerdere sets voor deze show zijn gebruikt.

Skymasters show

Skymasters show

Gilbert en Marcelin (NCRV, 31-7-1958)
Een schets voor het decor bij deze eenakter van Paul Geraldy, vertaald en geregisseerd door Henk Rigter voor de NCRV. De straatarme Marcelin (of Marcellin, gespeeld door Jan Retel) wil zijn steenrijke vriend Gilbert (Frans van der Lingen) om een lening vragen, een onaangename vraag die de vriendschap onder druk zet. De kwestie leidt volgens de recensent van De Arbeiderspers niet echt tot spannende televisie: “[Henk Rigter] gaf namelijk voortdurend close-ups van de twee mannen, die elkaar steeds nadrukkelijk zaten te bekijken: een half uur lang” (De Arbeiderspers, 1-8-1958). Vanwege de close-ups zal het decor ook niet veel in beeld zijn geweest.

Gilbert en Marcelin

Gilbert en Marcelin

S-14 vermist (NCRV, 7-5-1959)
Twee schetsen van het interieur van een onderzeeboot: de officiersmess en een gang met waterdichte deur en ontsnappingscompartiment. Dit televisiespel is gebaseerd op een toneelstuk van Kenneth Woolard en in het Nederlands vertaald en bewerkt tot een scenario door Gerard Rekers. Het stuk heeft niet bepaald een happy end. Drie bemanningsleden in een gezonken onderzeeer sterven na vergeefs wachten op een reddingsactie een akelige dood. Van een eerdere uitzending in 1957 was geen telerecording gemaakt maar de NCRV wilde het stuk toch opnieuw op de televisie brengen. Dus wordt het spel in 1959 gewoon opnieuw gemaakt bijna dezelfde cast. Regisseur Max Douwes gaat van te voren op bezoek bij de Onderzeedienst in de haven van Rotterdam om sfeer te proeven en de technische details te goed te krijgen. De marine werkt graag mee, de acteurs krijgen een rondleiding en de marine verschaft zelfs tekeningen van de boot. De schetsen van Peter Zwart zijn niet gedateerd, ze kunnen dus voor 1957, voor 1959 of voor beide uitzendingen zijn gebruikt.

This slideshow requires JavaScript.

Het boek van de maand (AVRO, 18-6-1959)
Het stempel op deze decorschets is van 27 mei en op 18 juni staat het decor in studio Irene of Vitus. Hoewel de schets ook het stempel ‘definitief’ heeft, is er door iemand, mogelijk de decorateur, wat aan gewijzigd. ‘Antieke schrijftafel’ en ‘ander lampje’ staat er geschreven. Deze eenakter is een Nederlandse bewerking van het blijspel Book of the month van Basil Thomas en is voor de AVRO geregisseerd door Walter van der Kamp. Het programma is bewaard dankzij telerecording.

Het boek van de maand

Het boek van de maand

Goede reis (AVRO, 20-8-1959)
Luchtige zomeravondcomedie onder regie van Water van der Kamp naar het verhaal La Pretentaine van Jacques Deval. Martine (Lies Franken) en Raoul (Pim Dikkerts) reizen ieder naar Amerika om daar het geluk te vinden. Martine is op zoek naar een rijke man en Raoul reist de vrouw van zijn dromen achterna. We zien op de schetsen van Peter Zwart het promenadedek, en een zeer modern ingericht kantoor van de purser en een eerste klasse hut.

This slideshow requires JavaScript.

Ontmoetingen met het geluk (VARA, oktober 1959)
Een serie van drie eenakters met dans van de VARA, geschreven en geregisseerd door Willy van Hemert. In deel een, getiteld Total loss ontmoeten twee zwervende ouder mensen elkaar op een autokerkhof. Hanny van Leeuwen en Rudi van Danztig dansen het ballet Herfst in een choreografie van Van Danztig. In het tweede deel, Huis zonder dak, gaat een oud echtpaar terug naar hun vroegere woning waar de vrouw het verleden opnieuw beleeft. Over de dans is niets bekend. De zwaan, het derde deel gaat over het armoedige bestaan van een oude kermisexploitant en zijn vrouw. Marianne Hilarides en Jaap Flier dansen ‘De maan in de trapeze’ in een choreografie van Hans van Manen. Kunstenaar/vormgever Frans Deckwitz (1934-1994) werkte mee aan het decorontwerp en ontwiep de kostuums. De foto’s van De zwaan zijn gemaakt door Henk Lindeboom van persbureau Anefo.

This slideshow requires JavaScript.

De eerstgeborene (NCRV, 1956 en 1959)
Televisiespel van de NCRV naar een toneelstuk van Christofer Fry over het conflict van Mozes en de farao van Egypte. Het stuk is eerder uitgezonden in 1956 met een andere cast. Maar beide keren is de regie van Peter Koen en zijn de decors van Peter Zwart. Het verschil tussen de twee decors is groot als je de tekeningen hieronder met de setfoto’s van de opnames in 1956 vergelijkt (hier te zien).

This slideshow requires JavaScript.

Zout der aarde (KRO, 24-3-1960)
Televisiespel geschreven door Jan Naaykens over een missionaris die ondergedoken is in de jungle in de Philipijnen tijdens de Japanse bezetting. Op de tekeningen zien we het interieur en exterieur van zijn hut. De rest van de studio werd omgebouwd tot een woeste jungle. Frits Butzelaar die de eenzame missionaris speelt, heeft voor de rol zijn baard laten staan, schrijft De Telegraaf. Verder heeft de regisseur veel moeite gedaan om echte uniformen te regelen voor de Amerikaanse soldaten die op de hut stuiten. “Een probleem was nog”, aldus Wim Bary, “dat de uniformen van de soldaten er uit moesten zien alsof zij al lang in de hitte gedragen waren. Die soldaten transpireren ten slotte in deze weken en hun kleding lijdt daar uiteraard onder. Gistermiddag heb ik, om dit zo veel mogelijk te benaderen alle soldaten op een rijtje gezet. Iemand van de decorafdeling heeft hun kleding toen met een grijze verfspuit bespoten en het resultaat is voorbeeldig” (De Telegraaf, 24-3-1960).

This slideshow requires JavaScript.

Oscar (AVRO, 3-3-1960)
Decorschets voor een vaudeville met een onnavolgbaar plot rondom een koffer diamanten, dat volgens de televisierecensenten zeer aanstekelijk en smaakvol was. De regie is in handen van Ton Lensink. De bezetting is dezelfde als in het gelijknamige theaterstuk. Dat het televisiespel in de smaak valt is niet verwonderlijk, het stuk werd daarvoor al 200 maal gespeeld door de Nederlandse Comedie. Een vergelijking tussen de setfoto’s (meer setfoto’s hier) leert dat er veel zaken letterlijk zijn gevolgd, maar dat er ook wel wat veranderingen zijn. Het ronde telefoontafeltje is een secretaire geworden en de deur rechts is op de set als een open doorgang gebouwd voor een ruimtelijker effect.

This slideshow requires JavaScript.

Het begin: de sollicitatie van Freek Biesiot

Begin bij het begin: de sollicitatie. Hoe komen de decorontwerpers binnen bij de NTS? Wat wordt er van hun gevraagd? Freek Biesiot trapt deze rubriek af met zijn verhaal over hoe het begon.

In 1965 was ik afgestudeerd aan de KABK in Den Haag, afdeling grafische en typografische vormgeving. Op zoek naar werk kwam ik een advertentie tegen waarin de NTS een ontwerper zocht, ik solliciteerde en kwam met mijn map ontwerpen op ‘auditie’ bij Jan van der Does en de personeelschef en de secretaresse van de heer Van der Dool, Jeanette (een ‘tüchtige Dame) Er zaten ongeveer twintig kandidaten in de wachtkamer, net alsof je bij de tandarts was. Tijdens het gesprek kwam ik er pas achter dat het om een Decorontwerper ging, ik had daar eigenlijk nog nooit over nagedacht, dat dat bestond! Maar ik zei ad rem dat ik dat altijd al had willen worden, maar dat daar geen opleiding in Nederland voor bestond. Ze gaven ze mij een bloknote met gelinieerd papier en een potloodje en werd ik in een kamertje gelaten met de opdracht een decor te ontwerpen voor een muzikaal combo met een zangeres. Je weet dat het gladde papier en een HB potlood nu niet bepaald ideaal zijn om iets behoorlijks te tekenen maar, met het zweet in mijn handen ben ik toch maar gaan krassen. Een uur later werd ik weer opgehaald en ik kon gaan.

Twee maanden later, het was inmiddels augustus, had ik nog niets gehoord dus ik belde maar eens op of ik nog een kans maakte. Nadat ik diverse malen was doorverbonden kreeg ik Jan van der Does aan de telefoon, die verbaasd reageerde op mijn vraag, ja, ik was aangenomen en ik moest me al de volgende week, 1 september melden! Dat kon niet want ik moest nog een freelance opdracht van het ICEM comité afmaken, een maand later stapte ik dus die villa in de Emmastraat binnen. Oh, dat kwam slecht uit want Van der Does moest naar een bespreking. Ik werd naar zolder gestuurd waar Gerard Buurman van de Maquette afdeling mij opving. Hij gaf me een stapel afgebrande lucifers en ‘ga maar wat in elkaar zetten’. Kort daarop kreeg ik de opdracht om een tentoonstelling te ontwerpen, waar geen van de andere ontwerpers zin in had. Het was voor een tentoonstelling over de radio-geschiedenis van de VARA naar aanleiding van 40-jarig bestaan. Die tekening heb ik bewaard. Mijn eerste ontwerp op dat ongelukkige doorzichtige papier, het was mijn eerste succesje, ik werd goedgekeurd.

VARA tentoonstelling, oktober 1964, Freek Biesiot. © Beeld en Geluid

VARA tentoonstelling, oktober 1965, Freek Biesiot. © Beeld en Geluid

Van Arnold Kroon, toen nog assistent/tekenaar, heb ik eigenlijk het vak geleerd. Hij was decor-timmerman geweest en een bijzonder goede constructeur. Als net afgestudeerd grafisch ontwerper wist ik niets van ruimtelijk ontwerpen en nog minder van bouwconstructies. Ik maakte een tekening en Arnold maakte er dan een uitvoerbaar decor van, alles in goed overleg. Massimo Götz was eigenlijk aangewezen als mijn “mentor”, maar die had niet zo veel tijd voor om zo’n joch op te leiden. Massimo gaf mij een oefenopdracht om een decor te ontwerpen voor een opera van Mozart. Dus ik aan de gang met allerlei Rococo ornamenten. Peter Zwart kwam de kamer binnenlopen en vroeg met barse stem wie ik was en wat ik aan het doen was. “Zo, zo,” zei hij: “denk jij dat dat Rococo is? Massimo stuur die man naar de stijlkamers in Utrecht!” Met schade en schande leerde ik het vak.

Ook je verhaal over je sollicitatie of eerste werkdag delen op het blog? Mail of bel je verhaal door aan Liselotte.

Jan van der Does: Kennisuitwisseling met de BBC

In de beginjaren van de Nederlandse Televisie Stichting zijn er regelmatig contacten met de collega’s van de BBC. De BBC heeft een voorsprong van enkele jaren op de NTS, maar doen heel graag aan internationale samenwerking en kennisuitwisseling, zoals ze dat diplomatiek noemen. Peter Zwart heeft vermoedelijk de eerste contacten gelegd. Uit de correspondentie in het privé-archief van Jan van der Does blijkt dat Zwart in ieder geval al in 1953 op bezoek is geweest in London waar hij Alfred Wurmser, freelance grafisch ontwerper heeft ontmoet en zeer waarschijnlijk ook Richard Levin, hoofd van de BBC-afdeling Design.

Van der Does wordt niet lang na zijn aanstelling als grafisch ontwerper bij de NTS op werkbezoek gestuurd naar de BBC. Zwart regelt ook een bezoek aan Wurmser. Deze man maakt voor de BBC de naar hem genoemde “wurmseries”, infographics die geheel mechanisch werken zodat ze direct live voor de camera uitgevoerd kunnen worden, zoals in het onderstaande filmpje goed te zien is.

Van der Does maakt in Londen kennis met allerlei nieuwe, betere en snellere apparatuur. Hij wordt rondgeleid over de grafische afdelingen, de fotografische zetstudio, de nieuwbouw, de decorbouwhal en de afdeling special effects. Zijn indrukken beschrijft hij in aantekeningen en in een uitgebreid officieel rapport. Het archief van Van der Does bevat naast dit verslag ook de correspondentie voorafgaand aan en voortkomend uit dit werkbezoek. Deze bronnen geven zodoende een goed beeld van de kennisuitwisseling tussen de NTS en haar grote broer.

6-7-1956: Brief van Peter Zwart aan Alfred Wurmser
Peter Zwart schrijft dat hij drie jaar eerder op bezoek was bij Wurmser: “Perhaps you have forgotten me, but I have not forgotten you. […] We over here in the Netherlands’ Television Design Department often talk about you and your very beautiful and interesting animations.” Hij vertelt dat Van der Does bij de BCC op bezoek gaat en hoopt dat Wurmser hem ook wil ontvangen.

13-7-1956: Brief van C.H. Booty aan Mr. van den Dool
De ‘European Liaison Officer’ van de BBC laat aan Arie van den Dool, de baas van Peter Zwart, weten dat Van der Does op donderdag 2 augustus om 14.30 verwacht wordt bij Richard Levin in het Television Centre, Wood Lane, W.11.

14-8-1956: Officieel rapport van bezoek op 2-8-1956
In het rapport is te lezen dat Jan der Does op 2 augustus 1956 om 14.30 ontvangen is door Levin. Na een kort formeel gesprek, neemt grafisch ontwerper John Sewell Van der Does mee naar de grafisch afdeling. Ze beginnen bij de fotografische afdeling. Men gebruikt fotografie om illustraties op elk gewenst formaat te vergroten, zodat ze ook gemakkelijk toe te passen zijn in decors. Op de fotografische afdeling krijgt Van der Does een demonstratie hoe men met letters uit een letterbak (met “vier zeer moderne lettertypen”) titelbeelden maakt. De letters zijn wit gemaakt en het letterblok zwart. Zo zet men tekst die vervolgens op een tructafel fotografeert wordt.

In Bussum bestaat de titelafdeling alleen uit Cor Hermeler en Van der Does, maar in London bestaat de grafische afdeling naast de fotografische zetters uit nog een onderafdeling die zich uitsluitend met ‘handlettering’ bezig houdt. Van der Does ziet hier twaalf man die in rap tempo bezig zijn met het maken van “titelrollen en decoratieve bordjes” en herinnert zich nu nog dat er tussen de tafeltjes een jongen voortdurend heen en weer liep om kaarten op te halen. Er zijn op deze afdeling medewerkers die daar al tien jaar werken: “Een blik op de resultaten die door hun hand waren ontstaan, leerde mij dat de routine en interesse in vele lettertypen tot fantastische resultaten leiden en mensen kweekt die met hun kostbare instrumenten, d.w.z. hun handen, van onschatbare waarde worden.”

Op deze afdeling ziet Van der Does de kleine Masseely drukpers in werking die volgens de BBC-ontwerpers gemakkelijk te bedienen is en uitstekend voldoet voor het maken van “zakelijke, pretentieloze en door omstandigheden verlate aankondigingen”. Het lijkt hem economisch verstandig om de Masseeley op korte termijn voor de NTS aan te schaffen hoewel hij artistiek gezien de fotografische methode prefereert, vooral omdat deze ook voor decorwerk ingezet kan worden.

Na een “gezellige tea” maakt van Der Does kennis met decorontwerper Mr. Bewell(?) die hem rondleidt door de decorwerkplaatsen. Van der Does schrijft: “Een enorme hoeveelheid sets, trappen en wonderlijk gevormde decorstukken stonden hier opgesteld, zowel voorzien van kleur als in grijstinten uitgevoerd. Het geraas van machines overstemde het geroep van de verschillende ambachtslieden, kortom er heerste een bedrijvigheid van jewelste.” Bewell legt de planning van decors uit en vertelt dat hij in Amsterdam verschillende decors heeft verzorgd in Carré en Tuschinski.

Ten slotte brengt Bewell Van der Does via de cirkelvormige bouwput waar de nieuwe BBC controlekamer en studio’s gebouwd worden, naar de afdeling Special Effects waar Bernard Wilkie en Jack Kine de leiding hebben over een groep van zo’n zes man. “Het was een wonderlijke ruimte […] omdat artisticiteit en techniek hier hand in hand gingen”, schrijft Van der Does. Hij constateert tot zijn genoegen dat aantal technieken die hij hier ziet ook al bij de NTS in gebruik zijn. Zo ver loopt de NTS gelukkig niet achter. Verder maken Wilkie en Kine “rookgordijnen, voortstuwende raketten” en een “speciaal ‘wipe’-apparaat voor het snel doen verwisselen van losse tekstkaarten.” Van der Does heeft zelf al een ‘wipe’-apparaat geconstrueerd, maar de door hem gebruikte spiegels zijn inferieur aan wat hij hier ziet. Wilkie belooft de naam van de leverancier na te sturen. Van der Does mag ook een kijkje nemen in de Lime Grove Studio waar hij de animations van de afdeling Special Effects in werking ziet.

Over dit bezoek schrijft hij: “De studio zelf deed mij denken aan een oud pakhuis met welke ruimte echter nog gewoekerd moest worden, tenminste, de geluiddempende platen hingen als grauwe vervelde stukken aan wanden en plafond en ik kreeg onmiddellijk een associatie met de oude Irene Studio, die ook op vele plaatsten zo licht ontvlambaar bleek te zijn geweest, maar tussen die grauwe wanden werkte men met belichtings- en camera-apparatuur, waarvan ik na een kleine vergelijking met ons eigen materiaal (als leek) toch moest concluderen dat hier in de loop der jaren veel aan de praktijk was getoetst.”

Het "onding' van de NTS in het depot van Beeld en Geluid

Het NTS titelapparaat in het depot van Beeld en Geluid. Een ‘onding’ volgens regisseurs c.q. inspeciënten.

In de studio ziet Van der Does ook het titelrolapparaat wat de BBC gebruikt op titelrollen op af te draaien en constateert dat “het titelapparaat wat op het ogenblik bij ons nog dienst doet, totaal verouderd is en door vele regisseurs c.q. inspeciënten als ‘onding’ wordt betiteld.” Omdat hij hen gelijk moet geven, hoopt hij dat deze machine door de NTS aangekocht of vervaardigd kan worden.

De uitsmijter van het bezoek is het laatste snufje van de afdeling Special Effects: een pistool met een vloeibare rubber die langs een propeller geschoten wordt en dan een “goed gelijkend” spinnenweb vormt.

Augustus 1956: Verslag bezoek aan Alfred Wurmser
Van der Does schrijft in zijn verslag over dit bezoek hoe de captions werken (met klemmen, blokjes, schuifjes en splitpennen), hoe groot ze zijn (20,5 x 20 met beelduitsnede 16,12 x…), hoeveel grijstinten Wurmser gebruikt (vijf), hoe de belichting gedaan wordt (m.b.v. een scharnierend raam met glasplaat), en wat je moet doen als randjes omkrullen (zwart gaas er over heen spannen), het soort karton dat gebruikt moet worden (“dun, maar bijzonder taai en sterk”). Ten slotte schrijft hij: “Het systeem met de glasplaat is niet alleen van toepassing bij animations, doch kan ook worden gebruikt met behulp van een spiegel als spiekapparaat voor een omroeper of redenaar, die dan zonder bezwaar kijkend in de lens van de camera toch de tekst kan zien.”

Schets van een 'spiekapparaat' (auto-cue). Privé-archief Jan van der Does

Schets van een ‘spiekapparaat’ (auto-cue). Privé-archief Jan van der Does

8-8-1956: Brief over ‘optical glassware’
Wilkie en Kine sturen het adres van een leverancier waar spiegels en glas besteld kan worden dat geschikt is voor speciale effecten.

Privé-archief Jan van der Does

Privé-archief Jan van der Does

13-8-1956: Conceptversie van een bedankbrief aan Wilkie en Kine
Van der Does bedankt Wilkie en Kine: “Het is voor mij bijzonder prettig van u zulk een enthousiaste aanmoediging tot internationale samenwerking te horen. Wij werken hier met animo, maar is toch erg aardig dat we van onze grote broer, de BBC, gelegenheid krijgen een klein beetje mee te delen van de zesjarige voorsprong die onze grote broer heeft.” Van der Does vraagt om meer informatie over het automatische titelrolapparaat en de ‘wipe’. “Wellicht zoudt u een schetsje kunnen maken betreffende de stand van de spiegels en de wijze van verwisselen. Een kleine vingerwijzing is reeds voldoende”. Vermoedelijk stuurt Van der Does ook een eigen schets mee van het ‘wipe’-apparaat waar hij zelf aan werkt.

22-8-1956: Antwoord van Wilkie over ‘wipe’-apparaat
Wilkie stuurt een beschrijving, een tekening en foto’s mee van de machine die de BBC gebruikt voor het maken van beeldwissels met een camera en twee spiegels.

This slideshow requires JavaScript.

24-11-1956: Brief aan Wilkie over de ‘title-crawler’
Van der Does kan vanwege militaire training pas twee maanden later antwoorden. Hij schrijft Wilkie dat zijn ‘wipe’-apparaat in vergevorderde staat is. Hij vraagt ook om meer informatie over de ‘crawl title device’ die hij tijdens zijn werkbezoek zag staan in de Lime Grove Studio’s en noemt nog eens de tekortkomingen van het oude titelrolapparaat van de NTS wat nog stamt uit de experimentele periode.

Kerst 1957: Very best wishes from Scenic Effects

This slideshow requires JavaScript.

21-1-1957: Tweede brief aan Wilkie over de ‘title-crawler’
Jan van der Does bedankt voor de kerstkaart en wenst zijn Engelse collega’s een “very happy and prosperous 1957”. Er is bij de NTS al het een en ander in werking gezet om de titelrolmachine na bouwen, maar Van der Does vraagt of er nog detailtekeningen van bestaan. Eind januari vertrekt er weer iemand van de NTS naar London die eventuele de daarvoor gemaakte kosten kan komen betalen.

22-1-1957: Foto’s van de ‘title-crawler’
Wilkie stuurt meer informatie over de ‘Caption Machine’. Deze is niet door de BBC gemaakt en Wilkie kan dus geen detailtekeningen leveren, maar hij stuurt wel twaalf foto’s mee.

This slideshow requires JavaScript.

19-3-1957: Instructies van Hill Bros. Ltd. t.a.v gebruik van de Masseeley hotpress
Meneer C.H. Hill schrijft aan Arie van den Dool dat hij blij is dat de Masseeley hotpress veilig is aangekomen. Hij legt de methode, die “extremely simple” is, in tien stappen uit.

masseeley

Meer informatie:

Jan van der Does: animations en special effects in de jaren vijftig

De afgelopen zomer is het onderzoek naar vijftig jaar televisiedecor van start gegaan met de registratie en digitalisering van het archief van Freek Biesiot. Daarvan heb ik hier al het een en ander laten zien. Hoewel dat archiveringsproject nog niet afgerond is, ben ik ook al bezig met het archief van een andere decorontwerper: Jan van der Does. Er komen bijzonder dingen naar boven waarvan ik hier al een kleine ‘preview’ geef.

Jan van der Does in de Emmatraat, Hilversum. Foto uit de TeleVisier van 5-5-1962. (Archief Jan van der Does)

Jan van der Does in de Emmatraat, Hilversum. Foto uit de TeleVizier van 5-5-1962. (Archief Jan van der Does)

Van der Does is in 1953 of 1954 aangenomen door Peter Zwart en Fokke Duetz. Deze twee ontwerpers van het eerste uur werken rond de klok om aan alle verzoeken van programmamakers voldoen. Maar met de toename van het aantal programma’s wordt vooral het grafisch werk ze te veel. Dat moet immers allemaal met de hand gebeuren. Met name het kalligraferen van de namen van alle programmamedewerkers op de titelrollen is een tijdverslindende bezigheid. Zodoende wordt Van der Does, afgestudeerd in de richtingen grafisch ontwerp en reclame, aangenomen. Niet veel later komt ook Cor Hermeler die eerst achterdoeken schildert bij de NTS, als graficus werken in het hoekhuis vlakbij Studio Irene waar de afdeling Ontwerp gevestigd is.

Op de stempel op dit formulier uit 1956 is de tweedeling "decor" en "titel" al te zien.

Op de stempel op dit formulier uit 1956 is de tweedeling “decor” en “titel” al te zien.

Het kalligraferen en illustreren van titelrollen neemt veel tijd in beslag. Daarnaast krijgen Van der Does en Hermeler regelmatig opdrachten voor animations en speciale effecten. Een aantal van dat soort opdrachten uit deze grafische periode heeft Van der Does bewaard. Het zijn werkrapporten en ontwerpschetsen voor leaders, bijzondere beeldovergangen of bewegende infographics. De animaties en speciale effecten komen mechanisch tot stand met behulp van papier, splitpennen, papieren schuifjes, doorzichtige platen, draaitrommels, mechano, spiegels en alle andere mogelijke hulpmiddelen. Soms wordt een leader of trucage op film opgenomen, maar zelfs in die gevallen gaat het om zogenaamde live-animaties, bewegingen die in ‘real-time’ voor de camera gerealiseerd worden. Voor het maken van ‘echte’ animatie, beeldje voor beeldje opgenomen, is weinig tijd en weinig geld. Dat laatste blijkt bijvoorbeeld uit een afgekeurd ontwerp voor een leader voor een NCRV programma getiteld Mijn hobby(1958): “Na beoordeling v. ontwerp mocht het een en ander i.v.m. te hoge kosten geen doorgang vinden”, staat er op het werkrapport.

This slideshow requires JavaScript.

Van der Does kijkt met veel plezier terug op deze pioniersperiode: “Ik begon in een bedrijf en een vak dat nog helemaal ontwikkeld moest worden. Ik was jong en had nog geen verplichtingen die me van het werk afhielden, ik wilde me er helemaal aan geven. Iedereen stond er op die manier in, er heerste een hele enthousiaste mentaliteit.” Er wordt veel gepionierd, maar Van der Does kan ook voortbouwen op ervaring van zijn buitenlandse collega’s. In een klein notitieblokje met schetsjes voor bewegende grafiek staan bijvoorbeeld de titels van twee Duitse boekjes over tructitels geschreven: Der Titel im Amateurfilm van Hellmuth Lange en Titeltechnik van F. Lullack. En in 1956 gaat Van der Does op werkbezoek bij de BBC.

This slideshow requires JavaScript.

Van de ontwerpen en schetsjes uit de periode dat Van der Does grafisch ontwerper is, is maar heel weinig bewegend beeld bewaard gebleven. Een van de bekendste leaders van Van der Does is die voor de science-fiction kinderserie Morgen gebeurt het (hier te zien) is gelukkig wel bewaard!

Het archief van Van der Does bevat nog veel meer interessant materiaal, uiteraard ook over de afdeling Decorontwerp waar hij tussen 1962 en 1974 leiding aan gaf. Daarover later meer…

Peter Zwart: Kostuumontwerpen

In de Doeve-tentoonstelling zijn naast grafische ontwerpen, schilderijen, de televisiefabels en monumentale werken ook decorontwerpen en kostuumontwerpen te zien. Daardoor gingen mijn gedachten tijdens het tentoonstellingsbezoek ook uit naar een andere alleskunner en tijdgenoot van Doeve: Nederlandse eerste ontwerper bij de televisie, Peter Zwart.

Waarschijnlijk hebben ze elkaar gekend of op zijn minst ontmoet. Peter Zwart woonde sinds 1942 in Laren en Doeve woonde tussen 1936 en 1948 ook in het Gooi. Hoewel Doeve lid was van ‘De Vereniging van Beeldende Kunstenaars Laren-Blaricum’ en Zwart van de daarvan afgesplitste ‘De Gooische schildersvereniging’ hebben ze beide affiches ontworpen voor tentoonstellingen en feesten in Hotel Hamdorff, het thuishonk van deze twee verenigingen.

Maar terug naar decors en kostuums. Anne-Mieke Bovelett, de kleindochter van Peter Zwart, liet me onderstaande kostuumschetsen zien. Haar grootvader maakte ze voor de opera De ontvoering uit het Serail (KRO, 15-09-1963), voor televisie geregisseerd door Ben Mettrop. Constanze, een Spaanse jonkvrouw wordt ontvoerd en aan de harem van de Turkse keizer Bassa Selim toegevoegd. Haar verloofde Belmonte probeert haar met een list te bevrijden. Verrassend voor een opera: er gaat niemand dood aan deze liefdesperikelen.

Anne Frank

Op 4 mei 1962 was op de Nederlandse televisie het toneelstuk The diary of Anne Frank te zien. De regisseurs waren Karl Guttmann en Willy van Hemert. Peter Zwart ontwierp het decor, in dit geval de zolder van het achterhuis. Helemaal historisch correct is zijn zolder niet, maar in 1962 was er dan ook geen uitgebreide website waar je vanachter je pc’tje even snel in een 3D versie van het achterhuis kon rondkijken (annefrank.org).